e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
uit de kooien volwassen, volgroeid:   aat de kooije (Jeuk) III-2-2
uit de koord springen wbd: katten: vgl. Lommel Wl. (pag. 159): koor(d), [kouër] (v.), koord.  øͅtə koͅu̯ər spreŋən (Lommel) III-3-1
uit de korst met afgebarsten korst, gezegd van brood:   oǝtǝ korst (Houthalen), āt dǝ kost (Bevingen), ōt dǝ kǫs (Beverst), ǫwt dǝ korst (Genk), ǭwt dǝ kǫs (Bilzen), ǭwǝt dǝ kǫs (Munsterbilzen) II-1
uit de korst gaan vast:   ⁄t gèjt uut de kòrst (As), ⁄t gèjt uwt de kòrst (Opglabbeek) III-2-3
uit de kunst degelijk:   oet de kunst (Maasbracht), oet te kuns (Heek) III-1-4
uit de kunst kennen iets (leren) beheersen:   uut de kunst kenne (Venray) III-1-4
uit de kwade zijn groeien: PLAATS: de informant geeft als kerkdorp Jeuk/Hasselbroek op.  deeje is aat de kooje (Jeuk) III-1-1
uit de lucht gevallen beteuterd:   he stond oət de looch gevallen (Ulbeek), ook materiaal znd 32, 67  hi stond oət de looch gevallen (Ulbeek), oet de log gevalle (Zichen-Zussen-Bolder) III-1-4
uit de lucht vallen naar beneden duiken:   uit de locht vallen (Tongeren) III-3-2
uit de naad ongelijk, gezegd van een zoom:   ǫwt dǝ nǫwt (Jeuk), ontnaaid:   yt dǝ nǭt (Ottersum), ūt ˲dǝ nǭt (Neerpelt) II-7