e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vaarknecht knecht:   vārknęx (Herten), vārknę̄xt (Leunen, ... ), paardsknecht, eerste knecht:   vār[knecht] (Rotem), voerman:   vā.rknɛxt (Tongerlo  [(ouder dan voerman)]  ) I-10, I-6, II-3
vaarleis karrenspoor:   vārlē̜i̯s (Kessel), vārlęi̯s (Boshoven, ... ), (mv)  vārlęi̯sǝn (Ospel), vārlęi̯zǝ (Echt, ... ), vārlęi̯zǝr (Putbroek), karrespoor:   vārlęjs (Ospel), pad, paadje: vgl. Tegelen Wb. (pag. 125): váarléis, kar- of wagenspoor in veld- of binnenwegen.  vaarleis (Neer) I-8, II-4, III-3-1
vaarlijn kordeel, hotlijn:   vārlīn (Klimmen), ploeglijn:   vārlīn (Sittard  [(3 m langer dan de karlijn)]  ) I-10, I-2
vaarman meester-opzichter:   vārman (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I]) II-5
vaarmolder knecht:   vǭǝrmǫldǝr (Stevoort) II-3
vaarpand vervoerpand:   vaarpand (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Winterslag, Waterschei]) II-5
vaarpoort dubbele toegangspoort van een gesloten erf:   vārpōrt (Heugem) I-6
vaarreen eindvoor in het midden:   vārręi̯n (Maasmechelen) I-1
vaarriem teugel, leidsel:   vǭ.ǝrrī.m (Bilzen) I-10
vaarringen bitringen:   vārreŋ (Klimmen) I-10