e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
<uitdr.> met de kleezaad gaan biechten (gaan):   mèt de klieëzaod gaon (Heel), paasbiecht:   mèt de klieëzaod gaon (Heel) III-3-3
<uitdr.> michiel! michiel! dijn hemd is langer wie dijne kiel slip (toel.):   Micheel! Micheel! d`n humme is langer wie d`ne keel (Maastricht) III-1-3
<uitdr.> michiel, michiel, dijn hemd is langer als dijne kiel slip (toel.):   Mecheel, Mecheel, d`n hömp ês langer es d`nne keel (Gronsveld) III-1-3
<uitdr.> niets te kort hebben rijke lieden:   niets te kort hebben (Stokrooie) III-3-1
<uitdr.> ondeugd veil hebben kwajongensstreek: Opm. v.d. invuller: dit is een uitdrukking!  o.nd‧yəx˃ v‧ēl hā.n (Eys) III-3-1
<uitdr.> op de heb en de krijg hebzuchtig zijn:   op den hub en de krieg zeen (Stein) III-3-1
<uitdr.> van bo dat hem komt weet in het dorp niemand vreemde (man):   van boe dat ’m kèmt wit in ’t dorp niemand (Peer) III-3-1
<uitdr.> van naadje tot draadje uitvoerig verhaal:   van neutje tot dreutje (Jeuk) III-3-1
<uitdr.> vis op de dis! betalen:   vösj op d’r dösj (Sittard) III-3-1
<uitdr.> wat is dat voor een losse boel te groot zijn:   wao is dat veur een lwosse boel [lōöse boel} (Herderen) III-1-3