e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
<uitdr.> daar liggen veel paardskeutelen op de mest rijk zijn: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  dao lieGGe vööl paesjkuttelle op der mès (Klimmen) III-3-1
<uitdr.> daar ligt geen snee in kreukelen:   dou ligt genne snee in (Kwaadmechelen) III-1-3
<uitdr.> dat is een jongetje van reymerstock, zijn hemd is langer als zijn rok slip (toel.): Kind waarvan de klederen wat kort zijn.  dat is e jungske van Reymerstock, z`n humme is langer als z`ne rok (Maastricht) III-1-3
<uitdr.> dat is knap? grap:   das knap (Meijel) III-3-1
<uitdr.> dat was raak! kwinkslag: (= gezegde).  dé was raak (Meijel) III-3-1
<uitdr.> de aardappelen komen uit gat in een kledingstuk: lett. de aardappels komen uit, wordt gezegd als iemand een gat in haar/zijn kous heeft.  d`èèrepel koomen oet! (Tungelroy) III-1-3
<uitdr.> de buik vol knorren (wbd):   de boek vol (Thorn) III-3-1
<uitdr.> de franjelen hangen erneven aan flarden:   de fraanjele hoonge dernève (Weert) III-1-3
<uitdr.> de franjelen hangen langs hem af aan flarden:   də fra:njlələ hoŋə laŋs əm a:f (Sibbe/IJzeren) III-1-3
<uitdr.> de ketel schuren biechten (gaan):   dr keëtel sjoeëre (Nieuwenhagen), ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  de kètel schoere (Lutterade), spottend  der kaetel sjoere (Klimmen), paasbiecht:   dr keëtel sjoeëre (Nieuwenhagen) III-3-3