e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
baren baarspelen:   baare (Bocholt), baare () (Val-Meer), bare (Boorsem), (*) BAARE was het favoriete spel op de speelplaats van de jongensschool te Val-Meer. Het werd gespeeld door twee kampen, ieder aan één kant v.d. speelplaats opgesteld. Het kwam er op neer de andere kant te bereiken zonder gepakt te worden door de tegenpartij.  baare (Val-Meer), Baarspel: een bepaald loop- en vangspel.  bārə (Meeswijk), baren  baren (Hasselt), baren: twee groepen kinderen staan tegenover elkaar achter een getrokken lijn. Een groep moet trachten achter de andere lijn te geraken zonder dat hij aangetikt wordt.  baren (Hoepertingen), Bôrë dat wos ë spannënd kènnërspèlkë vruggër: t Baar-spel was een spannend kinderspel uit vroeger jaren.  bôre (Hoeselt), De baar = ijzeren staaf, al of niet aanwezig in of aan de muur waar de beginlijn was, is oorsprong van deze naam. Dáár was men aan.  baren (Geistingen), favoriete spelen in de lagere school op de speelplaats waren: vlaggen en baren ( soort aftikspellettjes)  baren (Rijkel), Fr. jeu de barres.  baren (Uikhoven), Het speelveld is in twee delen verdeeld. In het midden staat iemand die eraan is. De spelers moeten nu trachten de andere kant te bereiken zonder aangetikt te worden.  bare (Kortessem), Sub barre. Fr. jouer aux barres.  baren (Wellen), Sub barre: afl. baren.  ba:rə (Kanne), Sub keingerspeile.  baare (Sint-Truiden), Sub oetstaeke: Es wer gaon bare, mòtte weer iaes oetstaeke (gebeurde met de voeten).  bare (Echt/Gebroek), VD baar, baarspel en baar spelen (gew.), S. barrespelen, DC en T., deel I, p. 126 baarspelen;  baare (Zonhoven), Vertaald uit het Fr. jouer barres, overlopertje spelen.  baare (Zolder), Vgl. Fr. jeu de barre. Heel vroeger heette dit spel "gêltj tik"of "zeelke oet t vaageveur verlosse". De naam "baare"is waarschijnlijk overgenomen van de Belgische en Franse vluchtelingen die in de eerste wereldoorlog met de tram naar Weert kwamen en dit spel "jeu de barre"noemden. Het spel werd gespeeld op n veld van ongeveer 30 meter tussen twee naar sterkte en grootte ongeveer gelijke partijen. Op de "broêderschoeël"meestal op de speelplaats tijdens het speelkwartiertje. Op een afstand van ongeveer 15 meter aan weerszijden van een lijn (het vagevuur) werden twee meten getrokken, de aarde en de hemel. Achter deze twee meten trokken de beide partijen zich terug. Regel was dat er maar één speler in het veld mocht van iedere partij. De kunst was om achter de meet van de tegenpartij te komen zonder door n tegenspeler te worden aangtikt, want dan was je gevangen en moest je op de middelste lijn gaan staan. n Snelle jongen werd het eerst uitgestuurd om één van de tegenpartij uit te lokken. Vangen kon alleen de speler die het laatst was uitgekomen. De spelers probeerden hun verloren gevangenen te verlossen door hen aan te tikken, maar die waren pas echt vrij achter de eigen meet zonder onderweg te worden aangetikt. Winnaar was die partij, die na n bepaalde tijd, de meeste gevangenen had.  baare (Weert), Vgl. Fr. le jeu de barres.  bare (Bree), vgl. pag. 29: Fr. jeu de barre (soort krijgertje spelen).  baare (Sittard), Z.N. baarspel, S. barrespelen, DC & T., deel I, pag. 126 baar-spelen: van Fr. jouer aux barres overlopertje spelen.  bare (Hasselt), Zie: kénjersjpeele.  baare (Sittard), betonijzer:   bárǝ (Alken), bārǝ (Kuringen), bevallen:   baare (Echt/Gebroek, ... ), buurten: [sic: gaon kletse. bare]  bare (Hunsel), golven ww.:   bààrə (Loksbergen) III-3-1, III-3-1, II-9, III-2-2, III-3-1, III-3-2
baren binden buurten:   baare binde (Lanaken), bare bēnge (Valkenburg), bāāre binje (Grevenbicht/Papenhoven), oet goa bare bing (Simpelveld), baar = Keulsche pot Brunssums fabrikaat  vier gont baarebinje (Brunssum), Oe ês mam? Ao, dy ês ziëker -.  baorebeende (Gronsveld), Rh. Wtb. vermeldt baore benge met dezelfde bet. en geeft de volgende verklaring. Een gebarsten baar [grote schotel van aardewerk] werd vroeger gelijmd en samengebonden door aan weerskanten van de barst een gaatje te boren en beide helften met een draad samen te binden. Eén persoon hield de baar vast en een ander trok de draad door de gaatjes. Dit gaf gelegenheid om gezellig te kletsen.  barebi:nje (Roermond), van vrouwen  barebinge (Schaesberg), kletsen:   barebènje (Echt/Gebroek), barəbenə (Opgrimbie), Een gebarsten baar moest naar den barebinger (pottenbinder) gebracht worden, die er houten hoepeltjes omlegde; men bleef op het onmisbaar huisraad wachten tot het gebonden was, zoodat het een langdurige en spraakrijke boodschap werd.  bare binge (Valkenburg), Sub baar: een baar mèlk, aarden teil, kegelvormig, met tuit, bruin of wit.  baren bèngen (Uikhoven), vgl. Valkenburg Wb. (pag. 19): bare binge, langdurig te samen staan praten. Een gebarsten baar moest naar den barebinger (pottenbinder) gebracht worden, die er houten hoepeltjes omlegde; men bleef op het onmisbaar huisraad wachten tot het gebonden was, zoodat het een langdurige en spraakrijke boodschap werd.  bare binge (Valkenburg), kletsen [zwetsen]:   bare binge (Valkenburg), verbeuzelen:   baarrəbénjə (Grevenbicht/Papenhoven), baarə bénjə (Doenrade), baarə bəniə (Sweikhuizen), baore beende (Gronsveld), bare binge (Gulpen), bààrəbénjə (Susteren), Lett.: repareren van baren. Eindeloos lang kletsen om de tijd te doden. Indien een baar [= barile, diepe aarden schotel inhoudende 3 tot 5 liter. Zij werd veel gebruikt voor het afromen van melk] gebarsten of in stukken gebroken was, gingen de vrouwen ermee naar de baarebènjer om ze te laten repareren. [...] Tijdens het wachten op de reparatie, kortten de vrouwen hun tijd met kletsen en nieuwtjes vertellen.  baarebènje (Sittard)
baren binden (ww.) de hort op?:   baarə (aan ’t) bingə (Berg-en-Terblijt) III-4-4
baren? verbeuzelen:   baare (Ittervoort) III-3-1
barenbinder kletswijf:   ənə bārəbendər (Lanaken) III-3-1
barenbinderse kletswijf:   barebingesche (Heerlen), Afgeleid van baarebeinjer: een doek om de borsten op te binden.  barebeinjer (Mechelen-aan-de-Maas), kwaadspreekster:   barebingesche (Heerlen), barebinge"= kletsen, labbekakke  barebingersje (Heerlen) III-1-4, III-3-1
barenschurger pottenkoopman:   bārǝšørǝgǝr (Valkenburg) II-8
barensween barensweeën:   (barens)weeje (Maastricht) III-2-2
baret bakkersmuts:   barɛt (Ulestraten) III-1-3
baret (<fr.) alpinomuts:   baret (Hoensbroek, ... ), bəret (Eigenbilzen), baret:   (baarèt) (Mechelen), baarët (Sittard), baoret (Rotem), bare (Hasselt), baret (Aldeneik, ... ), barēt (Bocholt), barēͅt (Beringen), bareͅt (Beverlo, ... ), barret (Roermond), barèt (Amstenrade, ... ), barét (Ketsingen), barêt (Gronsveld), barət (Spalbeek), barɛt (Kanne, ... ), beret (Hasselt, ... ), berrét (Munstergeleen), berèt (Stevensweert, ... ), berét (Beek), beͅreͅt (Borlo, ... ), bret (Blerick, ... ), brit (Eijsden), bəre(ə)t (Lummen), bəret (Kaulille, ... ), bəreͅt (Borgloon, ... ), bərɛt (Paal), [geen andere (oudere) benaming opgegeven]  <nu:> berèt (Caberg), B.v. Is ter versjil tösse n beret en n bonnet?  beret (Roermond), Beret.  berē(t) (Leopoldsburg), informant: na oorlog 40-45  bret (Ell), Mil.  bərɛt (Wellen), bonnet:   baret (Montzen), de báret (Tongeren), driesteek:   baret (Eksel), barĕt (Maaseik), bareͅt (Rotem), barèt (Einighausen), beͅrat (Millen), steek met drie hoeken:   baret (Eksel), barĕt (Maaseik), bareͅt (Rotem), barèt (Einighausen), beͅrat (Millen) , III-3-3, II-1