23154 |
baren |
baarspelen:
baare (L317p Bocholt),
baare () (Q178p Val-Meer),
bare (Q011p Boorsem),
(*) BAARE was het favoriete spel op de speelplaats van de jongensschool te Val-Meer. Het werd gespeeld door twee kampen, ieder aan één kant v.d. speelplaats opgesteld. Het kwam er op neer de andere kant te bereiken zonder gepakt te worden door de tegenpartij.
baare (Q178p Val-Meer),
Baarspel: een bepaald loop- en vangspel.
bārə (L424p Meeswijk),
baren
baren (Q002p Hasselt),
baren: twee groepen kinderen staan tegenover elkaar achter een getrokken lijn. Een groep moet trachten achter de andere lijn te geraken zonder dat hij aangetikt wordt.
baren (P188p Hoepertingen),
Bôrë dat wos ë spannënd kènnërspèlkë vruggër: t Baar-spel was een spannend kinderspel uit vroeger jaren.
bôre (Q077p Hoeselt),
De baar = ijzeren staaf, al of niet aanwezig in of aan de muur waar de beginlijn was, is oorsprong van deze naam. Dáár was men aan.
baren (L371a Geistingen),
favoriete spelen in de lagere school op de speelplaats waren: vlaggen en baren ( soort aftikspellettjes)
baren (P189p Rijkel),
Fr. jeu de barres.
baren (Q013p Uikhoven),
Het speelveld is in twee delen verdeeld. In het midden staat iemand die eraan is. De spelers moeten nu trachten de andere kant te bereiken zonder aangetikt te worden.
bare (Q074p Kortessem),
Sub barre. Fr. jouer aux barres.
baren (Q078p Wellen),
Sub barre: afl. baren.
ba:rə (Q188p Kanne),
Sub keingerspeile.
baare (P176p Sint-Truiden),
Sub oetstaeke: Es wer gaon bare, mòtte weer iaes oetstaeke (gebeurde met de voeten).
bare (L381p Echt/Gebroek),
VD baar, baarspel en baar spelen (gew.), S. barrespelen, DC en T., deel I, p. 126 baarspelen;
baare (Q001p Zonhoven),
Vertaald uit het Fr. jouer barres, overlopertje spelen.
baare (K361p Zolder),
Vgl. Fr. jeu de barre. Heel vroeger heette dit spel "gêltj tik"of "zeelke oet t vaageveur verlosse". De naam "baare"is waarschijnlijk overgenomen van de Belgische en Franse vluchtelingen die in de eerste wereldoorlog met de tram naar Weert kwamen en dit spel "jeu de barre"noemden. Het spel werd gespeeld op n veld van ongeveer 30 meter tussen twee naar sterkte en grootte ongeveer gelijke partijen. Op de "broêderschoeël"meestal op de speelplaats tijdens het speelkwartiertje. Op een afstand van ongeveer 15 meter aan weerszijden van een lijn (het vagevuur) werden twee meten getrokken, de aarde en de hemel. Achter deze twee meten trokken de beide partijen zich terug. Regel was dat er maar één speler in het veld mocht van iedere partij. De kunst was om achter de meet van de tegenpartij te komen zonder door n tegenspeler te worden aangtikt, want dan was je gevangen en moest je op de middelste lijn gaan staan. n Snelle jongen werd het eerst uitgestuurd om één van de tegenpartij uit te lokken. Vangen kon alleen de speler die het laatst was uitgekomen. De spelers probeerden hun verloren gevangenen te verlossen door hen aan te tikken, maar die waren pas echt vrij achter de eigen meet zonder onderweg te worden aangetikt. Winnaar was die partij, die na n bepaalde tijd, de meeste gevangenen had.
baare (L289p Weert),
Vgl. Fr. le jeu de barres.
bare (L360p Bree),
vgl. pag. 29: Fr. jeu de barre (soort krijgertje spelen).
baare (Q020p Sittard),
Z.N. baarspel, S. barrespelen, DC & T., deel I, pag. 126 baar-spelen: van Fr. jouer aux barres overlopertje spelen.
bare (Q002p Hasselt),
Zie: kénjersjpeele.
baare (Q020p Sittard),
betonijzer:
bárǝ (P120p Alken),
bārǝ (P057p Kuringen),
bevallen:
baare (L381p Echt/Gebroek, ...
L386p Vlodrop),
buurten:
[sic: gaon kletse. bare]
bare (L320p Hunsel),
golven ww.:
bààrə (P047p Loksbergen)
III-3-1, III-3-1, II-9, III-2-2, III-3-1, III-3-2
|
|
21305 |
baren binden |
buurten:
baare binde (Q088p Lanaken),
bare bēnge (Q101p Valkenburg),
bāāre binje (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
oet goa bare bing (Q116p Simpelveld),
baar = Keulsche pot Brunssums fabrikaat
vier gont baarebinje (Q035p Brunssum),
Oe ês mam? Ao, dy ês ziëker -.
baorebeende (Q193p Gronsveld),
Rh. Wtb. vermeldt baore benge met dezelfde bet. en geeft de volgende verklaring. Een gebarsten baar [grote schotel van aardewerk] werd vroeger gelijmd en samengebonden door aan weerskanten van de barst een gaatje te boren en beide helften met een draad samen te binden. Eén persoon hield de baar vast en een ander trok de draad door de gaatjes. Dit gaf gelegenheid om gezellig te kletsen.
barebi:nje (L329p Roermond),
van vrouwen
barebinge (Q118p Schaesberg),
kletsen:
barebènje (L381p Echt/Gebroek),
barəbenə (Q010p Opgrimbie),
Een gebarsten baar moest naar den barebinger (pottenbinder) gebracht worden, die er houten hoepeltjes omlegde; men bleef op het onmisbaar huisraad wachten tot het gebonden was, zoodat het een langdurige en spraakrijke boodschap werd.
bare binge (Q101p Valkenburg),
Sub baar: een baar mèlk, aarden teil, kegelvormig, met tuit, bruin of wit.
baren bèngen (Q013p Uikhoven),
vgl. Valkenburg Wb. (pag. 19): bare binge, langdurig te samen staan praten. Een gebarsten baar moest naar den barebinger (pottenbinder) gebracht worden, die er houten hoepeltjes omlegde; men bleef op het onmisbaar huisraad wachten tot het gebonden was, zoodat het een langdurige en spraakrijke boodschap werd.
bare binge (Q101p Valkenburg),
kletsen [zwetsen]:
bare binge (Q101p Valkenburg),
verbeuzelen:
baarrəbénjə (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
baarə bénjə (Q027p Doenrade),
baarə bəniə (Q032b Sweikhuizen),
baore beende (Q193p Gronsveld),
bare binge (Q203p Gulpen),
bààrəbénjə (L432p Susteren),
Lett.: repareren van baren. Eindeloos lang kletsen om de tijd te doden. Indien een baar [= barile, diepe aarden schotel inhoudende 3 tot 5 liter. Zij werd veel gebruikt voor het afromen van melk] gebarsten of in stukken gebroken was, gingen de vrouwen ermee naar de baarebènjer om ze te laten repareren. [...] Tijdens het wachten op de reparatie, kortten de vrouwen hun tijd met kletsen en nieuwtjes vertellen.
baarebènje (Q020p Sittard)
|
|
21337 |
barenbinderse |
kletswijf:
barebingesche (Q113p Heerlen),
Afgeleid van baarebeinjer: een doek om de borsten op te binden.
barebeinjer (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
kwaadspreekster:
barebingesche (Q113p Heerlen),
barebinge"= kletsen, labbekakke
barebingersje (Q113p Heerlen)
III-1-4, III-3-1
|
|
18631 |
baret (<fr.) |
alpinomuts:
baret (Q039p Hoensbroek, ...
L318b Tungelroy),
bəret (Q086p Eigenbilzen),
baret:
(baarèt) (Q204a Mechelen),
baarët (Q020p Sittard),
baoret (L420p Rotem),
bare (Q002p Hasselt),
baret (L372a Aldeneik, ...
L295p Baarlo,
Q211p Bocholtz,
L269b Boekend,
P175p Gingelom,
P048p Halen,
Q113p Heerlen,
L330p Herten (bij Roermond),
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
L246p Horst,
Q111p Klimmen,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
L321p Neeritter,
L312p Neerpelt,
L322a Nunhem,
L216p Oirlo,
Q033p Oirsbeek,
L299p Reuver,
Q030p Schinveld,
Q020p Sittard,
L423p Stokkem,
L432p Susteren,
Q162p Tongeren,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L289p Weert,
L289p Weert),
barēt (L317p Bocholt),
barēͅt (K358p Beringen),
bareͅt (K318p Beverlo, ...
Q156p Borgloon,
P048p Halen,
L286p Hamont,
Q002p Hasselt,
P050p Herk-de-Stad,
P055p Kermt,
L422p Lanklaar,
L420p Rotem,
K353p Tessenderlo,
Q080p Vliermaal),
barret (L329p Roermond),
barèt (Q038p Amstenrade, ...
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
barét (Q176a Ketsingen),
barêt (Q193p Gronsveld),
barət (P054p Spalbeek),
barɛt (Q188p Kanne, ...
L364p Meeuwen),
beret (Q002p Hasselt, ...
L265p Meijel,
L329p Roermond,
L271p Venlo),
berrét (Q022p Munstergeleen),
berèt (L378p Stevensweert, ...
L270p Tegelen),
berét (Q019p Beek),
beͅreͅt (P218p Borlo, ...
P176p Sint-Truiden),
bret (L269p Blerick, ...
L269a Hout-Blerick,
L289p Weert),
brit (Q198p Eijsden),
bəre(ə)t (P051p Lummen),
bəret (L316p Kaulille, ...
L371p Ophoven),
bəreͅt (Q156p Borgloon, ...
P049p Donk (bij Herk-de-Stad),
P044p Zelem),
bərɛt (K357p Paal),
[geen andere (oudere) benaming opgegeven]
<nu:> berèt (Q095a Caberg),
B.v. Is ter versjil tösse n beret en n bonnet?
beret (L329p Roermond),
Beret.
berē(t) (K317p Leopoldsburg),
informant: na oorlog 40-45
bret (L320a Ell),
Mil.
bərɛt (Q078p Wellen),
bonnet:
baret (Q253p Montzen),
de báret (Q162p Tongeren),
driesteek:
baret (L353p Eksel),
barĕt (L372p Maaseik),
bareͅt (L420p Rotem),
barèt (L430p Einighausen),
beͅrat (Q177p Millen),
steek met drie hoeken:
baret (L353p Eksel),
barĕt (L372p Maaseik),
bareͅt (L420p Rotem),
barèt (L430p Einighausen),
beͅrat (Q177p Millen)
, III-3-3, II-1
|
|