e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
niet hel slaan grof dorsen:   nēt hɛl slǭn (Blerick) I-4
niet helder troebel, vuil (water):   neet helder (Maastricht) III-4-4
niet hoeven haten:   den hoeft vur mej nie (Oirlo), niet lekker vinden: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  hoef (Beverst), hoev (Hamont), hōf (Lanaken), hōv (Opoeteren), hŏĕb (Stevoort) III-2-3, III-3-1
niet hoog heuvel, kleine hoogte:   neet hoeg (Maastricht), nie hoeĕg (Meerlo) III-4-4
niet horen balorig:   neet-hûurə (Heerlen) III-1-4
niet houden belofte niet houden:   neet hawte (Posterholt), nêêt-hââje (Swalmen), doldraaien:   ni hāvǝ (Leopoldsburg), verlopen:   (de koe heeft) nę gǝhawǝ (Kaulille) I-11, II-12, III-3-1
niet important onbelangrijk:   neet important (Maastricht) III-4-4
niet in lui:   neet in (As) III-1-4
niet in de buurt landstreek: Ik ken er geen apart woord voor; voor de eigen omgeving wordt dit woord gebruikt.  n‧ie inne b‧uurt (Montfort) III-4-4
niet in de catechismus geweest zijn de catechismusles verzuimen:   nie en de catekiesmes geweist (Zonhoven) III-3-3