e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
pozen aarzelen:   poozen (Amby), barensweeën:   de poeëze kriege (Meerlo), paöze (Susteren), poe-ə-zə (Beesel), poeaze (Ittervoort), poeazö krīēgö (Stevensweert), poejse (Meijel), poeëze (Ell, ... ), pose (Roermond), pōēze (Kunrade, ... ), pòèze (Sevenum), cf. WNT s.v. "poos (I) - pooze"III, 1. 6) in het meervoud in Vl. België voor barensweeën  poozə (Gennep), ophouden met het werk:   poeeze (Swolgen), poeëze (Voerendaal), optillen:   peujze (Herk-de-Stad), peuzə (Herten), pøzə (Halen), #NAME?  peuuizə (Herk-de-Stad), pauzeren:   poaozə (Schinnen), poeze (Maastricht), poeëze (Castenray, ... ), pōēze (Amby), pôêzə (Epen), rusten:   puəzə (Ingber), pòèze (Noorbeek, ... ), schaften:   (pauze) (Heerlen), paoze (Montfort), pauze (Thorn), poeëze (Klimmen), pouze (Meijel) III-1-2, III-1-4, III-2-2, III-3-1
pozen hebben persen:   pozen hebben (Rotem, ... ) I-11
pozen krijgen persen:   pozen krijgen (Herten, ... ), pōzǝ krigǝ (Maaseik) I-11
pozen maken persen:   pozen maken (Val-Meer) I-11
praal pronken: (dit geldt alleen voor een vrouw!).  prel (Nunhem) III-1-3
praam bandrem:   prām (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), blokvang:   prām (Susteren), daas (tabanidae):   braam (Maastricht, ... ), praam (Amby, ... ), praame (Lontzen), prame (Gulpen), pramen (Buchten), pramə (Roosteren, ... ), praom (Eijsden, ... ), prāām (Grevenbicht/Papenhoven), prām (Bocholtz, ... ), prāme (Nuth/Aalbeek), prāmə (Neerharen), priem (Heugem), prōͅmə (Kanne), práám (Schimmert), ?  praam (Valkenburg), Additie = een gevleugeld insect, dat zn eieren legt in de huid van runderen, waardoor op de huid knobbels ontstaan  praam (Urmond), Additie: = soort vlieg die runderen steekt  praam (Hoensbroek), Additie: runder- en paardenhorzel heet praam  praam (Einighausen), brems, paardevlieg  praam (Valkenburg), eigen spellingsysteem  praam (Schinnen), eigen spellingsysteem = paardenhorzel  praam (Kerkrade), eigen spellingsysteem Additie bij vraag 35: de horzel zelf  praam (Valkenburg), fonetisch Additie bij vraag 35: Larve: naam onbekend. Wel die van de diertjes die ze leggen: praame  praame (Oirsbeek), ged. WLD, ged. eigen spellingsysteem  praam (Borgharen), Gronsveld Wb  praom (Gronsveld), grote vliegensoort  prāmə (Opgrimbie), ideosyncr.  praam (Doenrade, ... ), ondergebracht bij Daas  pramə (Roosteren), ook grijs  prām (Waltwilder), ook ZND 1u, 30  praam (Montzen, ... ), prām (s-Gravenvoeren), priem, paardevlieg  praam (Heerlen), Veldeke  praam (Bocholtz), Veldeke is eigenlijk de steekvlieg, n lange grijze vlieg / men zegt t ook wel tegen n horzel  ’n praom (Eijsden), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones  praam (Gulpen), vr. [bij het gevraagde woord daas (paardenvlieg) is toegevoegd: rundervlieg]  praam (Heerlen), WBD/WLD  praammə (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), prààm (Susteren), WLD  praam (Born, ... ), praame (Geverik/Kelmond), práám (Doenrade), pr‧ām (v.) (Eys, ... ), ’n praam (Kunrade), ± WLD  praam (Wijnandsrade), kinketting:   prǫu̯m (Herderen), prǭm (Bilzen, ... ), kuipersvijs:   prām (Valkenburg), langpootmug:   praam (Amby), neusklem:   pram (Neerharen), prau̯m (Romershoven, ... ), prãm (Overpelt), prom (Rosmeer), pruǝm (Wellen), prø̜m (Wellen), prām (Rekem, ... ), prāu̯m (Borgloon), prōm (Neerpelt, ... ), prǫu̯m (Riksingen, ... ), prǫǝm (Hamont, ... ), prǭm (Borlo, ... ), prǭu̯m (Hoeselt), praam:   pram (Vliermaal, ... ), prau̯m (Diets-Heur, ... ), prou̯m (Kortessem), prām (America, ... ), prǫi̯u̯m (Broekom, ... ), prǫu̯m (Berlingen, ... ), prǫǝm (Achel, ... ), prǭm (As, ... ), (mv)  prøm (Wijchmaal), remhout:   prām (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), spakentrekker:   prām (Beek, ... ), prǫm (Zonhoven), teek:   praam (Geleen, ... ), Additie bij vraag 9 e.v.: horzelvlieg heet: -  praam (Noorbeek, ... ), vrij naar het WLD Additie bij vraag 9 e.v.: = als een grote grijze vlieg, zuigt bloed vooral bij paarden  praam (Klimmen), vang:   prãm (Hamont), prām (Baexem, ... ), prōm (Kaulille), vliegend ongedierte: Veldekemot  praam (Sittard) I-10, I-11, II-12, II-3, II-5, III-4-2
praambalk vangbalk:   prāmbalǝk (Beesel, ... ) II-3
praamband vangplank:   prāmbant (Weert), prāmbantj (Maxet) II-3
praamhaak ruiter:   prāmhǭk (Thorn, ... ), vanghaak:   prāmhǭk (Hamont, ... ), prǭmhǭk (Beringe) II-3
praamhaakje vanghaak:   praamhaakje (Stramproy) II-3