e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
stekhout slaghout:   stękhǫu̯t (Smeermaas), stek:   stɛk˱awt (Stokkem), takkenbos, bussel hout:   stekhōt}* (Beringen) I-13, I-7, II-12
stekje een klein plankje als zitplaats voor de duif:   stɛkskə (Meijel), garde:   stékske (Vlijtingen), haarspit:   stękskǝ (Opglabbeek), haartrekker:   stękskǝ (Berg / Terblijt), houtspaander: werden vooraf klaar gelegd in een pot gestoken of gewoon op de schouw gelegd  stɛkskə (Opheers), karsteun:   stękskǝ (Bilzen), lucifer:   steiekske (Kozen, ... ), stekske (\'s-Herenelderen, ... ), stekske(n) (Hechtel, ... ), steksken (Achel, ... ), stekskə (Kermt, ... ), stēͅkskə (Bocholt, ... ), steͅkskə (Bree, ... ), steͅkskən (Opglabbeek, ... ), stèkskə (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), støͅkskə (Hasselt, ... ), stɛkskə (Beringen, ... ), stɛkskən (Lommel), stɛskə (Paal), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  stèkske (Beverlo), tegenwoordig ook  steͅkskə (Kanne, ... ), pinkelhoutje:   stekje (Muizen), stekske (Wellen), plantenstek:   (sjtèkskə) (Schinnen), sjteksjke (Hoensbroek), stekske (Stein), ideosyncr.  stekske (Oirsbeek), WBD/WLD  stēkskə (Maastricht), stèkskə (Maastricht), WLD  stekske (Born), stèkske (Venlo), rijshout, bonenstaak:   stèkskes (Maastricht), roerstokje:   stɛkskǝ (Jeuk), štɛkskǝ (Gulpen, ... ), štɛkškǝ (Waubach), stek:   stɛkskǝ (Neeritter  [(van eenjarig hout)]  ), stok of twijg om een kind te straffen:   sjtekske (Gulpen), trekklos:   stękskǝ (Stramproy), twijg:   stękskǝ (Nerem), stɛkskǝ (Boorsem, ... ), wasknijper:   stɛkjəs (Vlijtingen), stɛkskəs (Bilzen), zitplaats van de duif:   stɛkskə (Meijel), zwavelstok:   stekske (Bree, ... ), stekskes (Obbicht), steͅkskə (Beringen, ... ), stɛkskə (Beringen, ... ), o.  stēͅkskə (Hasselt) I-10, I-13, I-3, I-7, II-1, II-12, II-7, II-9, III-2-1, III-2-2, III-3-2, III-4-3
stekje houwen pinkelen:   sjtekske houwe (Wijlre) III-3-2
stekje jatten andere spelen met bikkels: werd met 4 houten stokjes gespeeld. Die worden in een hoek of achter een boom neergelegd. Een speler, de bewaker, moet de stokjes bewaken en tegelijk de andere spelers gaan zoeken. Diegene van de verborgen spelers die erin slaagt als eerste of de meeste stokjes te stelen, is winnaar. Een latere variant van dit spel is vlak veroveren (vlak = vlag).  stekske jatte (Hout-Blerick) III-3-2
stekje raden spiertje trekken: Zelfde als "spierke trèkken"[Spiertjes van verschillende lengten in de hand houden zodat alleen de vóórkant op gelijke hoogte zichtbaar is. De mededingers kiezen een willekeurig spiertje en diegene die het langste spiertje getroffen heeft wint en mag eerst kiezen].  stekske roajen (Eksel) III-3-2
stekje schieten meetje steken:   stekske steken (Ophoven) III-3-2
stekje slaan pinkelen:   sjtekske sjlaon (Sittard) III-3-2
stekje trekken spiertje trekken:   sjtekske trekke (Kapel-in-t-Zand), stekske trekke (As), stekske trekken (Eksel, ... ), stekske trèkke (As, ... ), steͅkskə treͅkə (Urmond), we zulle t joste stekske treəke (Ulbeek), Sub LOTEN.  sjtekske trèkke (Posterholt), Twee houtjes of papiertjes van verschillende lengte laten trekken om uit te maken wie iets krijgt.  sjtekske trèkke (Posterholt) III-3-2
stekjes brandhout:   stɛkskəs (Helchteren, ... ), piketten:   stɛ̄ekskǝs (Koersel), spie:   stękskǝs (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler) I-3, II-9, III-2-1
stekjesvlaai vlaai met reepjes deeg:   stɛkskəsfloͅj (Ketsingen) III-2-3