e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zwartkijker knorrepot:   ne zwetkieker (Paal) III-1-2
zwartkijker (zn.) ingebeelde ziekte:   zwartkieker (Maastricht) III-1-4
zwartkop bonte koe met zwarte kop:   zwartkǫp (Achel, ... ), zwatkǫp (Borgloon, ... ), zwatkǭp (Zichen-Zussen-Bolder), zwęrtkǭp (Lommel), zwętkǫp (Beringen, ... ), zwɛrtkǫp (Weert), zwɛtkǫp (Meldert), šwartkǫp (Heerlerheide, ... ), šwatkǫp (Epen, ... ), žwartkǫp (Einighausen, ... ), žwat˱kǫp (Teuven), grasmus:   zwatkop (Hasselt), [Sylvia atricapilla]  zwatkóp (Tongeren), heggenmus:   zwartkop (Stein), koolmees, mees:   zwatkop (Jeuk), moorkop:   zwartkop (Herk-de-Stad), zwatkǫp (Opheers), zwɛtkǫp (Halen), šwatkop (Gemmenich), žwɛtskǫp (Remersdaal), schaap met een zwarte kop:   zwartkop (Meijel), zwartkop:   sjwartkop (Sittard), sjwatkop (Gulpen), zjwartkop (Swalmen), zwartakop (Heusden), zwartkop (Heusden, ... ), zwartkoͅp (Kaulille), zwatkop (Diepenbeek, ... ), zwatkoͅp (Tongeren), zwertkop (Nederweert), zwèrtkop (Weert, ... ), zwɛrtkoͅp (Lommel), Frings  zwatkoͅp (Diepenbeek), sylvia atricapilla, insectenetende zangvogel  sjwartkop (Sittard) I-11, I-12, I-9, III-4-1
zwartkopberenmusje zwarte mees: doorgaans Frings, soms eigen spelling  zweͅtkoͅpbērəmøskə (Kwaadmechelen) III-4-1
zwartkopgrasmus zwartkop:   zwartkopgroasmus (Neerpelt) III-4-1
zwartkopje grauwe vliegenvanger:   schwartköpke (Meerssen, ... ), heggenmus:   zwartköpke (Elsloo), keep:   sjwatskèùpke (Kerkrade), zjwartköpke (Mheer), kikkervisje:   zwatkøͅpkə (Mettekoven), koolmees, mees:   zjwart köpke (Mheer), zwartköpke (Haelen), zwatkeupke (Gelinden), zweͅrtkoͅpkən (Achel, ... ), zwɛrtkopkən (Lommel), zwɛrtkøͅpkə (Kolonie), vdBerg; omgesp.  zwatkeͅpkə (Veldwezelt), matkopmees:   zjwartköpke (Houthem, ... ), nachtegaal: basterdnachtegaal  sjwat-kùpke (Heerlen), pimpelmees: vdBerg; omgesp.  zwatkeͅpkə (Veldwezelt), tuinfluiter:   zwartköpke (Brunssum), zwarte mees: Frings  zwartkeͅpkə (Gelieren/Bret), ook: tietemees, de algemene term voor mees, vr. 52  zwatkèpke (Bilzen), parus ater  zwartkøͅpkə (Meeswijk), vdBerg; omgesp.  zwatkeͅpkə (Veldwezelt), zwarte roodstaart:   sjwartköpke (Oirsbeek), zwartkop:   sjwartköpke (Puth), sjwatköpke (Gemmenich, ... ), sjwatskèùpke (Kerkrade), zjwartkop, -köpke (Meerssen, ... ), zjwartköpke (Mheer), zjwatköpke (Heerlen), zjwatskèùpje (Kerkrade), zwartkeupke (Zepperen), zwartkēͅpkə (Hasselt), zwartkop, -köpke (Maastricht, ... ), zwartkupke (Schaesberg, ... ), zwartköpke (Maastricht, ... ), zwartkøͅpkə (Houthalen, ... ), zwartkøͅpkəs (Achel), zwatkèpke (Bilzen, ... ), zwatköpke (Hees, ... ), Frings  zwatkøͅpkə (Borgloon), IPA, omgesp.  zwartkøͅpkə (Rekem), vdBerg; omgesp.  zwatkeͅpkə (Veldwezelt), zwatkøpkə (Sint-Truiden) III-4-1, III-4-2
zwartkopmees koolmees, mees:   zwartkop-mies (Maastricht), matkopmees:   sjwartkopmeis (Valkenburg), zjwartkopmijs (Valkenburg), zwarte mees:   zwartkopmees (Haelen) III-4-1
zwartkopschaap schaap met een zwarte kop:   zwartkopšǭp (Thorn) I-12
zwartkoren moederkoren:   zwartkoren (Achel, ... ), zwatkorǝ (Donk), zwatkoǝn (Koninksem, ... ), zwatkōn (Alken, ... ), zwɛrtkōrǝ (Beringen), zwɛtkōrǝ (Leopoldsburg, ... ), zwɛtkōrʔn (Kwaadmechelen) I-4
zwartmaken lasteren:   eemus zwart make (Sevenum, ... ), iemand zwart maken (Heythuysen), iemand zwârt maake (Venray, ... ), zjwart make (Schinnen), zwart maake (Sevenum, ... ), zwart maakə (Meijel), zwart make (Schimmert, ... ), zwart maken (Eksel), zwjart maakə (Kapel-in-t-Zand), zwàrt māke (As), uitschelden:   iemet zwart maken (Overpelt), zwartmaken:   zwatmǭkǝ (Bilzen), šwartmākǝ (Roggel) II-10, III-1-4, III-3-1