e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
overdekken dekken:   aoverdekke (Castenray, ... ), over-dekken, uiteengelegd  aoverdekke (Venray), overwelven:   i.jvǝrdɛkǝ (Meeuwen), pannen hangen:   ø̄vǝrdɛkǝ (Hoensbroek) II-9, III-4-2
overdekkertje tjiftjaf:   overdekkertje (Hamont) III-4-1
overdekte lucht bewolkte lucht:   (de) locht is ieverdəkt (Neeroeteren), de locht is ieverdəkt (Neeroeteren), euverdekte louch (Wellen, ... ), ieverdekde locht (Bree), overdekte locht (Heppen, ... ), overdekte lucht (Tessenderlo), de informant (Eerdekens Kessels) schreef eerst (of later) oeverdekde  ieverdekde locht (Bree) III-4-4
overdekte zijp riool:   overdèkdjeziep (Nederweert) III-3-1
overden schuurtje:   īēverdin (Gruitrode), boven din, planken vloer  īēverdin (Opglabbeek), zolder boven de dorsvloer:   i̯ø̄vǝr[den] (Vroenhoven), i̯ę.vǝr[den] (Rosmeer, ... ), o ̝ǝvǝr[den] (Nieuwenhagen), y ̞vǝr[den] (Waubach), ȳ(ǝ).vǝr[den] (Rekem, ... ), ȳǝ.vǝr[den] (Aldeneik, ... ), ȳǝvǝr[den], yǝvǝr[den] (Eijsden, ... ), ø ̝vǝr[den] (Bocholtz, ... ), ø̄ ̝ɛvǝr[den] (Stevensweert, ... ), ø̜̄.vǝr[den] (Eisden, ... ), ø̜̄i̯vǝr[den] (Noorbeek), ø̜̄vǝr[den] (Baexem, ... ), ø̜ǝvǝr[den] (Eygelshoven, ... ), ē.vǝr[den] (Peer), ī(ǝ).vǝr[den] (Bree, ... ), īǝ.vǝr[den] (As, ... ), ō.vǝr[den] (Achel, ... ), ōvǝr[den] (Helden, ... ), ūǝvǝr[den] (Boshoven, ... ), ˙ȳǝvǝr[den] (s-Gravenvoeren), ˙ø ̝vǝr[den] (Sint-Martens-Voeren, ... ) I-6, III-2-1
overdenhouter balken van de zolder boven de dorsvloer:   īvǝrdø̜nhãu̯tǝr (Waterloos) I-6
overdenken overwegen:   euver dinke (Hoensbroek, ... ), euverdĕnke (Geleen), euverdinke (Ittervoort, ... ), euverlikke (Herten (bij Roermond)), euvər dinkə (Venlo), euvərdinkə (Beesel, ... ), go.t ˂‧øͅvər de.ŋkə (Eys), īēverdenke (As), oeeverdeenke (Weert), overdènke (Schinnen), ovverdaenke (Oirlo), ueəvərdinkə (Heel), äöverdènke (Echt/Gebroek), överdènke (Geulle), ûuverdenkə (Oirsbeek), piekeren:   overdinke (Helden/Everlo) III-1-4
overdeur bovendeur:   øvǝrdȳǝr (Ingber), ø̜̄i̯vǝrdør (Herk-de-Stad) I-6
overdik pafferig dik, opgeblazen van lijf:   euverdiek (Tegelen) III-1-1
overdoen uit de hand verkopen: Note: als één antwoord geïnterpreteerd!  (sjnak) uëverdoeë (Hoensbroek) III-3-1