29804 |
afsluitdeur |
inzetmuurtje:
enzę ̞tmȳrkǝ (L299p Reuver),
muurtje:
mȳrkǝ (L331p Swalmen),
mø̄̄rkǝ (L374p Thorn),
ovenplaat:
ǭvǝplāt (L381p Echt),
rangdeur:
raŋdø̄̄r (L270p Tegelen)
|
Stenen afsluitdeur die met slechte leem in de oveningang werd gemetseld om tijdens het bakproces de oven af te sluiten. De stenen van de ovenplaat (L 381) werden gemetseld met spij (spęj). In L 331 werd deze slechte soort leem spijs (ēpī̄s) genoemd - Donkers, pag. 45. [monogr.]
II-8
|
27736 |
afsluiten |
afbarreren:
af˱barērǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
afsluiten:
afslø̜̄wtǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
barrage maken:
barāš mākǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
barreren:
barērǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Met hout of beton mijngangen afsluiten. Deze mijngangen worden dan om verscheidene redenen niet meer gebruikt. [Vwo 23; Vwo 53; Vwo 91; Vwo 94]
II-5
|
27389 |
afsluiten van een deel van de mijn |
toemaken:
tumākǝ (Q255p Kelmis),
toezetten:
tuzetǝ (Q255p Kelmis)
|
Het afsluiten van een niet meer gebruikt stuk van de mijn of van een oude mijngang door een versperring van grote stenen op te richten. [monogr.]
II-4
|
27765 |
afsluiting |
barreel:
barēl (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
barrier:
barēr (Q000 Zie mijnen
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
barīr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
Afsluiting rond een opening in de vloer, bijvoorbeeld rond een tussenschacht. [Vwo 92, Vwo 93, Vwo 95]
II-5
|
28317 |
afsluiting met tegengewicht |
barreel:
barēl (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
barrier:
barīr (Q000 Zie mijnen
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
baye:
báj (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
Afsluiting die voornamelijk wordt gebruikt om te beletten dat mijnwagens van een hellend spoor kunnen afrollen. De afsluiting bestaat gewoonlijk uit een licht gebogen ijzeren staaf die de wagens moet tegenhouden. De "baye" wordt geopend met een tegengewicht dat hangt voor een schuilplaats waar de bediener ervan niet kan worden meegesleurd door de wagentjes. Verscheidene van deze afsluitingen kunnen onderling zodanig verbonden worden, dat de ene zich opent als de andere zich sluit (Vanwonterghem pag. 57). [monogr.; Vwo 95; Vwo 99]
II-5
|
27390 |
afsluiting van een mijngang |
afsperrung:
āfšpęroŋ (Q255p Kelmis)
|
De afsluiting van een leeg stuk mijngang waar stiklucht heerst; een vaste muur van dikke brokken steen. [monogr.]
II-4
|
28316 |
afsluiting van een remhelling |
afstopper:
āfštopǝr (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
barrière:
barijēr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
bariēr (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
bariērǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
barrière (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
barǝję̄r (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
boom:
bōm (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
buffer:
bøfǝr (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia]),
prelbok:
prēǝlbok (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
pręlbok (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
prɛlbok (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
slietstang:
šlētštaŋ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
valboom:
valbōm (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Emma]),
valbǫwm (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
veiligheidsboom:
vɛjlexhētsbōm (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
voetbarrière:
voetbarrière (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Afsluitboom aan de voet van een remhelling die dient om op hol geraakte wagens, die door de grote snelheid die zij kunnen ontwikkelen veel schade kunnen aanrichten, op te vangen. [N 95, 687; monogr.]
II-5
|
27737 |
afsluiting voor een niet meer gebruikte mijngang |
afsluiting:
afslø̜̄wteŋ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
barrage:
barāš (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
bárāš (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zolder, Waterschei, Eisden])
|
Een provisorische afsluiting van een niet meer gebruikte mijngang bestaande uit enkele planken. [monogr.; Vwo 54; Vwo 90]
II-5
|
29753 |
afsmeren |
beklenen:
bǝklē̜nǝ (Q111p Klimmen),
klenen:
klē̜nǝ (Q111p Klimmen),
lemen:
lē̜mǝ (P176p Sint-Truiden),
met leem insmeren:
met lęjm ensmē̜rǝ (Q017p Elsloo),
toeplekken:
tuplę ̞kǝ (P047p Loksbergen),
tǫwplɛkǝ (Q083p Bilzen),
toesmeren:
tušmiǝrǝ (Q111p Klimmen),
toesmeren met leem:
tǫwsmē̜rǝ męt lēm (Q083p Bilzen)
|
De veldoven zonder muren aan de buitenzijde afsmeren met natte klei. [N 98, 116; monogr.]
II-8
|
33312 |
afsnijden met de sikkel |
afdoen:
avdun (P176p Sint-Truiden),
afkruiden:
āfkrui̯ǝ (L316a Lozen),
kruiden:
krui̯ǝ (L369p Kinrooi, ...
L422p Lanklaar),
maaien:
męi̯ǝ (Q012p Rekem),
plukken:
pløkǝ (L316a Lozen),
repen:
rɛpǝ (Q083p Bilzen),
scheiden:
sxɛǝi̯ǝ (P187a Kuttekoven),
snijden:
snai̯ǝ (K357p Paal, ...
Q162p Tongeren),
snii̯ǝ (L269p Blerick, ...
Q071p Diepenbeek,
L370p Kessenich,
L312p Neerpelt,
L314p Overpelt),
snē̜n (P176p Sint-Truiden),
snęi̯ǝ (K358p Beringen, ...
L360p Bree,
P188p Hoepertingen),
šnii̯ǝ (Q036p Nuth),
zichten:
zextǝ (Q101p Valkenburg),
zītǝ (Q222p Vaals),
zikkelen:
sēkǝlǝ (L316a Lozen),
zikǝlǝ (L316a Lozen)
|
[L B2, 281; Lu 1, 16.2; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|