31025 |
aflappen |
aan elkaar naaien:
ān ɛlkār nɛjǝ (L293p Roggel),
aflappen:
aflappen (K278p Lommel),
aflapǝ (L265p Meijel, ...
L163a Milsbeek),
āflapǝ (Q121c Bleijerheide, ...
L267p Maasbree,
L387p Posterholt,
L293p Roggel),
āflapǝn (L421p Dilsen),
ǭflapǝ (Q083p Bilzen),
het boord naaien:
ǝt bǭǝt niǝnǝ (Q253p Montzen),
naaien:
nɛjǝn (Q001p Zonhoven)
|
Het aan elkaar naaien van de rand of tussenzool en de loopzool. "Op de zool wordt nu een groef gesneden, waarna het "aflappen" een aanvang kan nemen. Met een els wordt een gaatje gemaakt in den rand en in de groef van de zool, de draad wordt erdoor gehaald en dit herhaald, totdat de geheele zool aan den rand, die aan het boventuig vastzit, is vastgenaaid." (Directie, pag. 301). Zie afb. 47. [N 60, 109]
II-10
|
31031 |
aflapsteek |
aflapsteek:
aflapsteek (K278p Lommel),
āflapsteǝk (L267p Maasbree),
korte steek:
kotǝ stīk (Q083p Bilzen)
|
Een steek die men toepast bij het aflappen. [N 60, 112b]
II-10
|
26312 |
aflaten |
aflaten:
aflaten (K357p Paal),
aflōtǝ (P051p Lummen),
aflǭtǝ (L265p Meijel, ...
K353p Tessenderlo),
āflǭtǝ (L292a Maxet, ...
L321p Neeritter,
L318p Stramproy,
L289p Weert),
laten zakken:
lǭtǝ zakǝ (L330p Herten),
schoeven:
sxuvǝ (L316p Kaulille),
vieren:
vīrǝ (Q020p Sittard, ...
L289p Weert),
zakken aflaten:
zakken aflaten (L289p Weert),
zakǝn āflōǝtǝ (P051p Lummen),
zɛk˱ āflǭtǝ (L374p Thorn)
|
Zakken met behulp van het luiwerk naar beneden laten. [N O, 26d]
II-3
|
26362 |
aflaten, afdraaien |
(de deuren) toezetten:
tuzętǝ (L371p Ophoven),
afdoen:
ōf˱dū.n (Q180p Mal),
afdraaien:
af˱drę̄n (P176p Sint-Truiden),
ā.f˱drɛjǝ (L372p Maaseik),
āf˱drɛ̄ǝn (P051p Lummen, ...
P056p Stokrooie),
ǭf˱drɛǝ (Q078p Wellen),
ǭf˱drɛǝn (Q077p Hoeselt),
ǭf˱drɛ̄.jǝ (Q095p Maastricht, ...
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
ǭf˱drɛ̄ǝn (P058p Stevoort, ...
Q079a Wintershoven),
afduwen:
áf˱dø̜jǝ (Q088p Lanaken),
aflaten:
ā.flǭ.tǝ (L417p As, ...
L321a Ittervoort,
L371p Ophoven),
ǫflō.tǝ (Q181p Sluizen, ...
Q162p Tongeren),
ǭflotǝ (Q240p Lauw),
ǭfluǝtǝ (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
P184p Groot-Gelmen,
Q160a Haren,
Q164p Heks),
ǭflø̜tǝ (Q072p Beverst),
ǭflōǝtǝ (P050p Herk-de-Stad, ...
P055p Kermt),
afschroeven:
ǭfsxruvǝ (Q164p Heks),
afslieten:
ǭfslē.tǝ (Q188p Kanne),
afstoten:
ǭfstő̜wtǝ (Q159p Broekom),
aftrekken:
ǭftrękǝ (Q083p Bilzen),
afzetten:
ǭf˲zɛtǝ (P058p Stevoort),
daallaten:
dāllōǝtǝ (P053p Berbroek),
dǭllotǝ (Q162p Tongeren),
dɛllø̜tǝ (Q077a Alt-Hoeselt),
dɛllōǝtǝ (Q079a Wintershoven),
dichten:
dextǝ (L321a Ittervoort),
dichtmaken:
dextmā.kǝ (L321a Ittervoort),
induwen:
e.ndywǝ (L415p Opoeteren),
ingooien:
ęjngujǝ(n) (Q071p Diepenbeek, ...
Q077p Hoeselt,
P058p Stevoort,
Q075p Vliermaalroot),
ęngujǝ (P050p Herk-de-Stad, ...
P058p Stevoort),
inlaten:
ęjnlø̜tǝn (Q071p Diepenbeek),
ęnlø̜̄tǝ (Q077p Hoeselt),
instoten:
e.nstȳǝ.tǝ (L368p Neeroeteren, ...
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo),
e.nstūǝ.tǝ (L372p Maaseik),
e.nstűǝ.tǝ (L372p Maaseik, ...
L368p Neeroeteren),
inzetten:
ēnzętǝ (Q181p Sluizen),
ęnzɛtǝ (P051p Lummen),
laten afvallen:
lø̜tǝn ǭf˲valǝ (Q077a Alt-Hoeselt),
laten afzakken:
lø̜tǝn āf˲zakǝ (P056p Stokrooie),
laten toevallen:
lø̜tǝn tǫwvalǝn (Q077a Alt-Hoeselt),
laten zakken:
luǝtǝ zakǝ (P195p Gutschoven),
lǭ.tǝ zakǝ (L415p Opoeteren),
lǭ.tǝ zákǝ (Q188p Kanne),
neerdraaien:
nē.rdrɛjǝ (L372a Aldeneik),
sluiten:
slutǝ (L321a Ittervoort),
slø̜ǝtǝ (Q160p Bommershoven),
slōǝtǝ (P057p Kuringen),
stilleggen:
stellęgǝ (Q074p Kortessem),
stellɛgǝ (P058p Stevoort),
stilzetten:
stelzętǝ (P057p Kuringen),
toedoen:
tø̜wdøn (P177a Ordingen),
tǫwduǝn (P057p Kuringen),
tǫwdū.n (Q088p Lanaken, ...
Q240p Lauw),
toedraaien:
towdrɛ̄ǝ (P056p Stokrooie),
tydrɛjǝ (L368p Neeroeteren),
tűdrɛjǝ (L361p Tongerlo),
tǫdrɛǝ (Q162p Tongeren),
tǫwdręjǝ (Q075p Vliermaalroot),
tǫwdrɛ̄ǝn (Q074p Kortessem),
toegooien:
tu.gūǝ.jǝ (L372p Maaseik),
toehouwen:
tø̜whő̜wǝ (P188p Hoepertingen),
toelaten:
tø̜wluǝtǝ (P187p Berlingen),
toemaken:
tu.mā.kǝ (L321a Ittervoort),
toesmijten:
tǫwsmęǝtǝ (P056p Stokrooie),
toestoppen:
tustǫpǝ (P053p Berbroek),
toestoten:
tu.stūǝ.tǝ (L372p Maaseik),
toezetten:
tuzętǝ (L372p Maaseik),
tyzętǝ (L368p Neeroeteren),
tø̜wzętǝ (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
tűzętǝ (L370p Kessenich)
|
De sluis laten zakken met behulp van een hefboom of winde. Wanneer wordt gewerkt met een hefboom, kan de molenaar de sluis in één ruk laten dichtvallen. Woordtypen als instoten, ingooien, toehouwen, toegooien en toesmijten wijzen daar dan ook op. Wanneer een winde wordt gebruikt, moet de molenaar de sluis afdraaien. Zie ook het lemma ɛoptrekken, opdraaienɛ.' [Vds 43; Jan 44; Coe 30; Grof 60]
II-3
|
29906 |
aflater |
aflater:
āflǭtǝr (L297p Belfeld)
|
Arbeider die de gevormde buizen op een lager gelegen droogzolder deponeert. [monogr.]
II-8
|
33050 |
afleggen |
aan de kant leggen:
ǫn ǝ kānt lęŋǝ (K318p Berverlo),
afleggen:
afleŋn (K314p Kwaadmechelen, ...
K357p Paal),
aflęgǝ (K358p Beringen, ...
L247p Broekhuizen,
L164p Gennep,
L165p Heijen,
K317a Kerkhoven,
L211p Leunen,
K278p Lommel,
L265p Meijel,
L209p Merselo,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L214p Wanssum),
aflęi̯ǝ (K358p Beringen),
ā.flęgǝ (L282p Achel, ...
L417p As,
L359p Beek,
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L415a Dorne,
L353p Eksel,
L356p Grote-Brogel,
L366p Gruitrode,
L286p Hamont,
Q002p Hasselt,
L352p Hechtel,
L413p Helchteren,
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
L369p Kinrooi,
L315p Kleine-Brogel,
L355a Linde,
L372p Maaseik,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L312p Neerpelt,
L418p Niel-bij-As,
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L314p Overpelt,
L355p Peer,
L313p Sint Huibrechts Lille,
L361p Tongerlo,
L354p Wijchmaal,
L365p Wijshagen),
ā.f˱lęgǝ (L363p Ellikom, ...
L416p Opglabbeek),
āflegǝ (L332p Maasniel, ...
L322a Nunhem,
L381b Peij,
L331p Swalmen),
āfleqǝ (L382p Montfort, ...
L271p Venlo),
āflēgǝ (Q020p Sittard),
āflęgǝ (L244c America, ...
L429a Berg,
L269p Blerick,
L288c Eind,
Q018p Geulle,
L322p Haelen,
Q113p Heerlen,
L289a Hushoven,
L321a Ittervoort,
Q002b Kiewit,
L434p Limbricht,
Q009p Maasmechelen,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
Q012p Rekem,
L266p Sevenum,
P176p Sint-Truiden,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L289p Weert,
K361p Zolder),
āflęi̯qǝ (L360a Gerdingen),
āflęi̯ǝ (K359p Koersel),
āflęqǝ (L295p Baarlo, ...
Q196a Banholt,
L320a Ell,
L320c Haler,
L291p Helden,
Q039p Hoensbroek,
Q111p Klimmen,
L289b Leuken,
Q196p Mheer,
L294p Neer,
Q033p Oirsbeek,
Q098p Schimmert,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
L268p Velden,
L289p Weert),
ǭflęgǝ (Q072p Beverst, ...
Q156p Borgloon,
Q071p Diepenbeek,
L371a Geistingen,
Q004p Gelieren Bret,
Q003p Genk,
Q193p Gronsveld,
P188p Hoepertingen,
Q198b Oost-Maarland,
Q096d Smeermaas,
Q001p Zonhoven,
Q005p Zutendaal),
afnemen:
afnemǝ (K318p Berverlo),
afrapen:
afrāpǝ (L369p Kinrooi),
afrǭpǝ (P214p Montenaken),
ā.frā.pǝ (L286p Hamont),
āfrāpǝ (L322p Haelen, ...
Q002p Hasselt,
L422p Lanklaar,
Q009p Maasmechelen,
L318p Stramproy,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
ǭfrāpǝ (Q003p Genk),
afrijen:
afręi̯ǝ (P108p Grazen),
afslagen:
afslǭgǝ (K357p Paal),
afsteken:
āfstai̯kǝ (L288a Ospel),
afstoten:
afstuǝtǝ (K353p Tessenderlo),
āfstōtǝ (Q033p Oirsbeek),
daalleggen:
dǭlęgǝ (P107a Rummen),
garven maken:
gɛrvǝ mākǝ (L430p Einighausen, ...
L268p Velden),
geleggen maken:
gǝlęgǝ mākǝ (L360p Bree, ...
P049p Donk,
P048p Halen,
Q002p Hasselt,
P050p Herk-de-Stad,
P051p Lummen,
P054p Spalbeek),
gǝlęgǝ mǭkǝ (P044p Zelem),
hopen maken:
hø̜i̯ǝp mǭkǝ (Q156p Borgloon),
in de jaan leggen:
en dǝ gø̄n lęqǝ (L295p Baarlo, ...
L290p Panningen),
en dǝ jǫn lęgǝ (L369p Kinrooi),
in geleggen leggen:
en gǝlē̜gǝ lē̜gǝ (L317p Bocholt),
in janen leggen:
en jǭnǝ lęqǝ (L321p Neeritter),
janen:
jǫu̯nǝ (P222p Opheers),
neerleggen:
nerlęgǝ (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
omleggen:
ǫmlęgǝ (L422p Lanklaar),
oppers leggen:
øpǝrs lɛgǝ (Q080p Vliermaal),
oppers maken:
øpǝrs mǭkǝ (Q071p Diepenbeek, ...
Q170p Grote-Spouwen,
Q077p Hoeselt,
Q076p Romershoven),
ø̜pǝrs mākǝ (Q072p Beverst, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
ǫpǝrs mākǝ (Q011p Boorsem),
oppers steken:
ǫpǝrǝ stęi̯kǝ (Q009p Maasmechelen),
rapen:
rǭpǝ (Q156p Borgloon),
schobben maken:
šǫbǝ mākǝ (L372a Aldeneik, ...
L324p Baexem,
L331b Boukoul,
L430p Einighausen,
L371a Geistingen,
Q018p Geulle,
L322p Haelen,
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
L332p Maasniel,
Q204a Mechelen,
Q022p Munstergeleen,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
L427p Obbicht,
Q033p Oirsbeek,
Q198b Oost-Maarland,
L371p Ophoven,
Q111q Ransdaal,
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q117a Waubach),
šǭbǝ mākǝ (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
schoofjes maken:
šø̜fkǝs mǭkǝ (Q162p Tongeren),
schoven maken:
sxuvǝ mākǝ (P051p Lummen, ...
P054p Spalbeek),
šęi̯f mākǝ (L360p Bree),
slaan:
slūǝ (P048p Halen),
steken:
stēi̯ǝkǝ (Q204p Wittem),
štø̄kǝ (Q098p Schimmert, ...
Q020p Sittard),
štø̄ŋkǝ (Q033p Oirsbeek),
štūǝkǝ (Q028p Jabeek),
terugleggen:
trøk˱lęgǝ (L288a Ospel),
uitleggen:
utlegǝ (L387p Posterholt),
ūtlęgǝ (Q032a Puth),
ūtlęqǝ (L324p Baexem, ...
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
Q022p Munstergeleen,
Q033p Oirsbeek),
wegleggen:
wɛx˱lɛgǝ (L244c America)
|
De term "afleggen" is oorspronkelijk afkomstig van het graan maaien met de zeis: de gemaaide halmen vallen dan tegen de nog staande aan en moeten eerst "afgelegd" worden (door de "aflegger"), voordat de maaier een nieuwe baan kan aanzetten. De aflegger doet dit doorgaans met de handen, soms met een sikkel of een pikhaak, en "stuikt" daarbij een hoeveelheid halmen voor een schoof tegen de grond en bindt deze dan, provisorisch, af. De aflegger gebruikt daarbij vaak overmouwen om zich tegen de stekende halmen te beschermen. Later is de term overgenomen bij het maaien met de maaimachine; daar wordt ook "afgelegd", hetzij door de voerman zelf die met een pedaal een hoeveelheid halmen afzondert, hetzij eveneens door een aparte "aflegger". Dit "alleen achter de maaimachine" wordt uitdrukkelijk vermeld in L 164, 268 en L 320a. Vandaar is het verspreidingsgebied hier groter dan het gebruik van de graanzeis in de kaart "graan maaien met de zicht en de zeis". Bij het pikken vormt de zichter zelf de schoven, of de pikkelingen, door de zojuist afgesneden halmen "af te trekken", zie de toelichting bij het lemma ''aftrekken'' (4.2.5). [N 15, 15d en16h; N J, 3b; JG 1a, 1b, 1c; monogr.]
I-4
|
20437 |
afleggen van een dode |
aandoen:
znd 32, 20;
aandouən (P177p Zepperen),
andoen (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
aondōēn (Q156p Borgloon),
aoəndôen (P195p Gutshoven),
znd 32, 20; ?
aandoen (P057p Kuringen),
afgaan:
aaf’gáon (L270p Tegelen),
afleggen:
aaf-legge (L266p Sevenum),
aaflegge (L269p Blerick, ...
Q203p Gulpen,
Q096b Itteren,
L321a Ittervoort,
L267p Maasbree),
aafleGGe (Q196p Mheer),
aaflegge (L374p Thorn, ...
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L386p Vlodrop),
aafleggen (Q086p Eigenbilzen, ...
L371p Ophoven),
aafleggə (Q027p Doenrade, ...
Q033p Oirsbeek,
Q108p Wijnandsrade),
aaflegke (L292p Heythuysen, ...
Q121p Kerkrade,
Q016p Lutterade,
Q117a Waubach,
L289p Weert),
aaflekge (L433p Nieuwstadt, ...
L433p Nieuwstadt),
aaflekke (Q202p Eys, ...
L294p Neer),
aaflekkə (Q032b Sweikhuizen),
aaflēgken (Q021p Geleen),
aafligge (Q039p Hoensbroek, ...
L322a Nunhem,
L387p Posterholt,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
aafliggn (Q035p Brunssum),
aafliggə (L382p Montfort, ...
L329p Roermond),
aafligke (L381p Echt/Gebroek, ...
L322p Haelen,
L330p Herten (bij Roermond),
L332p Maasniel,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L331p Swalmen),
aafliGə (L329a Kapel-in-t-Zand),
aaflihe (L298a Kesseleik),
aaflikge (L299p Reuver),
aaflikke (L330p Herten (bij Roermond), ...
L383p Melick,
L382p Montfort),
aaflègge (Q019p Beek, ...
L317p Bocholt,
Q018p Geulle,
L267p Maasbree,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard,
Q201p Wijlre),
aaflèGGə (Q112b Ubachsberg),
aaflègke (L360p Bree, ...
Q112p Voerendaal),
aaflèke (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
aaflèkke (Q021p Geleen, ...
Q015p Stein,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
aafléGe (Q118p Schaesberg),
aaflége (L374p Thorn),
aafléggə (L424p Meeswijk),
aaflégke (Q111p Klimmen),
aaflégə (Q109p Hulsberg),
aafléke (L432p Susteren),
aaflékgən (Q014p Urmond),
aaflékke (L318b Tungelroy),
aaflékken (L428p Born),
aafléékkə (Q032p Schinnen),
aafléəggə (L320b Kelpen),
aaflëgge (Q034p Merkelbeek),
aaflëGGe (Q020p Sittard),
aafləkkə (Q033p Oirsbeek),
aflegge (P219p Jeuk, ...
L217p Meerlo,
L265p Meijel,
L245b Tienray,
L210p Venray),
afleggen (L164p Gennep, ...
Q203p Gulpen,
L320c Haler,
P219p Jeuk,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
Q015p Stein,
Q001p Zonhoven),
aflègge (L216p Oirlo),
aflèggen (Q012p Rekem),
afléggə (L265p Meijel),
aof legge (Q095p Maastricht),
aoflegge (Q095p Maastricht),
aoflegke (Q095a Caberg, ...
Q193p Gronsveld,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
aofleGə (Q095p Maastricht),
aoflēgkə (Q095p Maastricht),
aoflēkkə (Q095p Maastricht),
aoflieje (Q222p Vaals),
aoflègge (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
aoflèggə (Q095p Maastricht),
aoflègke (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
aoflégkə (Q095p Maastricht),
aōflegge (Q095p Maastricht),
āāflegge (L246p Horst),
āāfligghə (L300p Beesel),
āāflèGGə (Q117p Nieuwenhagen),
āāflêkke (Q098p Schimmert),
dōēeje aflegge (L210p Venray),
e liek aaflègken (Q013p Uikhoven),
eine aaflegge (Q098p Schimmert),
iemand aoflègge (Q095p Maastricht),
oaflegge (Q086p Eigenbilzen, ...
Q077p Hoeselt),
oafleggen (Q001p Zonhoven),
àflègge (P176p Sint-Truiden),
àflégə (P047p Loksbergen),
ààfléggə (Q038p Amstenrade),
ààfléGGə (Q113p Heerlen),
ààfléGə (L432p Susteren),
ààfléégə (Q207p Epen),
ààfləkgə (L429p Guttecoven),
áflegge (L210p Venray),
ááfliggə (L271p Venlo),
ááfligkə (L299p Reuver),
ááflégkə (L328p Heel),
(de g als duits "gehören").
aaflegge (Q102p Amby),
(gg: Eng. good).
aaflêgge (L320a Ell),
(kk: als garçon).
aaflĕkke (Q021p Geleen),
afleggen
oaflegge (Q086p Eigenbilzen),
ook handeling bij het korenmaaien
aaflègke (L318b Tungelroy),
ps. boven de beide gs moet nog een ^staan; deze combinatieletters kan ik niet maken!
aafleg^g^e (Q203p Gulpen),
wassen en doodskleed aandoen van een lijk
aaflégke (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L289p Weert),
znd 32, 20;
aaflegge (L289p Weert),
aafläggən (L286p Hamont),
aafléggə (Q088p Lanaken, ...
Q012p Rekem,
Q012p Rekem),
afleggen (Q071p Diepenbeek, ...
P176p Sint-Truiden),
afleggə (P050p Herk-de-Stad),
afléggən (K361p Zolder),
oeflegge (P197p Heers),
àflégé (K317p Leopoldsburg),
afnemen:
‧āfnø.mə (Q202p Eys),
afwassen:
znd 32, 20;
aafwasse (L369p Kinrooi),
bereiden:
bereiden (L364p Meeuwen),
beréje (L417p As),
znd 32, 20;
beraai-je (Q156p Borgloon),
bereeë (P184p Groot-Gelmen),
berei-en (L413p Helchteren),
berei-je (L366p Gruitrode, ...
L362p Opitter),
berei-jen (L368p Neeroeteren, ...
L418p Niel-bij-As),
bereiden (P219p Jeuk),
bereie (L414p Houthalen),
bereien (L368p Neeroeteren),
bereijen (L316p Kaulille),
bereijə (Q002p Hasselt),
bereinje (L316p Kaulille),
bereië (Q078p Wellen),
berijen (P176p Sint-Truiden),
berêên (Q071p Diepenbeek),
brei-jen (L415p Opoeteren),
bərejjə (Q156p Borgloon),
bərejə (Q074p Kortessem),
bərijə (P185p Engelmanshoven),
boven de aarde leggen:
znd 32, 20;
boven d’eerd leggen (L368p Neeroeteren),
boven d’erde legen (L368p Neeroeteren),
znd 32, 20; cf. WNT s.v. "aarde, ook aard
boven d’eerd leggen (L286p Hamont),
klaarmaken:
znd 32, 20;
klor maken (L282p Achel),
kleden:
znd 32, 20;
klie-en (L355p Peer),
leggen:
znd 32, 20;
laigen (L420p Rotem),
lijken:
lieken (L353p Eksel),
lijken (K317p Leopoldsburg),
lééjkən (K278p Lommel),
léékə (P047p Loksbergen),
lêke (K318p Beverlo),
da vrammes woord gelêkt = de vrouw wordt afgelegd
lêke (K318p Beverlo),
ww
lèèke (P176p Sint-Truiden),
znd 32, 20;
leejke (K359p Koersel),
leeke (Q093p Rosmeer),
leke (Q002p Hasselt, ...
P197p Heers,
K316p Heppen),
leken (Q090p Mopertingen),
lieke (Q284p Eupen, ...
Q088p Lanaken),
lieken (L360p Bree, ...
L312p Neerpelt,
Q172p Vroenhoven),
liekə (L371p Ophoven),
lijke (K318p Beverlo, ...
Q002p Hasselt,
P047p Loksbergen,
K278p Lommel,
P176p Sint-Truiden),
lijken (K358p Beringen, ...
P175p Gingelom,
P219p Jeuk,
L316p Kaulille,
K314p Kwaadmechelen,
P046p Linkhout,
K278p Lommel,
K357p Paal,
P056p Stokrooie,
K353p Tessenderlo),
liëken (L316p Kaulille),
līēkə (Q172p Vroenhoven),
lèke (K318p Beverlo),
lèken (K357p Paal),
léjké (K317p Leopoldsburg),
léjkən (K358p Beringen),
léékn (K315p Oostham),
op de schoof leggen:
op de sjaof lèke (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
op de sjoüf legke (Q193p Gronsveld),
oppe sjouf lègken (Q013p Uikhoven),
(vroeger noemde men het zo).
op de sjouf légke (Q111p Klimmen),
(vroeger: op stroo lekke).
op de sjouf lekke (L294p Neer),
znd 32, 20;
op de chaof leggen (Q247p Sint-Martens-Voeren),
op tə sjòwf léggə (Q012p Rekem),
op de walm leggen:
op de waam leggə (Q171p Vlijtingen),
znd 32, 20;
op de waam legen (Q168p s-Herenelderen),
op de waam legge (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
op de waam leggen (Q178p Val-Meer),
op de waam leijge (Q172p Vroenhoven),
op de walm legge (Q156p Borgloon, ...
P192p Voort),
op de woam legge (Q084p Waltwilder),
op de woam leggen (Q170p Grote-Spouwen),
op də walm léggə (Q003p Genk),
op də waom leggen (Q086p Eigenbilzen),
op te walm legge (Q173p Genoelselderen),
znd 32, 20; cf. WNT s.v. "walm (II)"(mar.: is bos of bundel stroo; cf. schoof!) 1. d. "Op den walm liggen"= boven de aarde staan van een overledene; vgl. "op de (het) schoof liggen"(Tuerl.). Het gebruik de doode eerst op stroo te leggen (....de "waam"of de "sjouf"in Limburg) is bijna geheel verdwenen
op de walm legge (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
op de walm zetten:
znd 32, 20;
op de walm zette (P219p Jeuk),
op een walm leggen:
znd 32, 20;
op e waam leggen (Q180p Mal),
op het schoof leggen:
op het sjòwf leggen (L424p Meeswijk),
op ⁄t sjouf léggə (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
vroeger werd een dode afgelegd of opgebaard op een schoof stro
eeme oppet sjouf lëGGe (Q020p Sittard),
znd 32, 20;
op het chouf legge (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
op het sjouf legge (Q008p Vucht),
op ət sjouf legge (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
op ’t choaf legke (L421p Dilsen),
znd 32, 20; cf. WNT s.v. "schoof (I)"3. "op het (schoof) liggen"= boven de aarde staan, van een gestorvene
op ’t chouf laignen (L420p Rotem),
op schoof leggen:
(= opbare).
op sjouf legge (L318b Tungelroy),
znd 32, 20;
op sjaof lekke (Q196p Mheer),
op walm leggen:
znd 32, 20;
op woëm legge (Q083p Bilzen),
opbaren:
znd 32, 20;
òp baarə (Q168p s-Herenelderen),
opmaken:
znd 32, 20;
opmaake (Q002p Hasselt),
reinigen:
reinigen (L364p Meeuwen),
znd 32, 20;
reinigen (L352p Hechtel, ...
L355p Peer,
L313p Sint-Huibrechts-Lille),
schoven:
sjouve (L381p Echt/Gebroek),
znd 32, 20; cf. WNT s.v. "schoof (I)"3. "op het (schoof) liggen"= boven de aarde staan, van een gestorvene
chauven (L372p Maaseik),
wassen:
wàssə (L164p Gennep),
znd 32, 20;
wassche (Q002p Hasselt),
wassen (L282p Achel, ...
P176p Sint-Truiden)
|
achtereenvolgens een aaneengesloten reeks van bezoeken afleggen || afleggen || afleggen (van een lijk) || afleggen van een lijk || een dode afleggen || een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] || een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)] || een lijk afleggen || een lijk reinigen en met het doodsgewaad bekleden, meestal tevens van het bed afnemen [afleggen, lijken, ontwaden] [N 87 (1981)] || het lijk afleggen, reinigen en doodskleren aantrekken || het lijk verzorgen en op het doodsbed leggen || lijk opbaren || opbaren || reinigen en in doodshemd kleden van een lijk || wassen en doodskleed aandoen van een lijk
III-2-2
|
28615 |
aflegger |
aflegger:
a.flɛxǝr (L421p Dilsen),
aflegger (L414p Houthalen, ...
K317a Kerkhoven,
L244d Ysselsteyn),
aflęgǝr (K317a Kerkhoven, ...
K278p Lommel,
P176p Sint-Truiden,
L210p Venray),
aflɛgǝr (P107a Rummen, ...
P176p Sint-Truiden,
K353p Tessenderlo),
aflɛ̄gǝr (Q121c Bleijerheide),
ā.flegǝr (L418p Niel-bij-As),
ā.flęgǝr (L282p Achel, ...
L417p As,
L317p Bocholt,
L353p Eksel,
L356p Grote-Brogel,
L352p Hechtel,
L413p Helchteren,
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
L315p Kleine-Brogel,
L355a Linde,
L372p Maaseik,
L312p Neerpelt,
L416p Opglabbeek,
L314p Overpelt,
L355p Peer,
Q014p Urmond,
L354p Wijchmaal,
Q001p Zonhoven),
āflegǝr (L381b Peij),
āfleqǝr (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L384p Herkenbosch,
L382p Montfort,
L329p Roermond),
āflē̜i̯gǝr (L360p Bree),
āflęgǝr (Q019p Beek, ...
L428p Born,
L371a Geistingen,
Q002p Hasselt,
Q113p Heerlen,
L246p Horst,
L372p Maaseik,
L294p Neer,
Q015p Stein,
L270p Tegelen,
L374p Thorn,
L271p Venlo),
āflęqǝr (Q197p Noorbeek),
ǭflęgǝr (Q071p Diepenbeek),
ǭ.flęgɛr (Q072p Beverst, ...
Q004p Gelieren Bret,
Q003p Genk,
Q001p Zonhoven,
Q005p Zutendaal),
afloper:
aflø̜̄pǝr (L215a Wellerlooi),
afnemer:
afnēmǝr (K358p Beringen),
afraper:
afrǭpǝr (P214p Montenaken),
ā.frā.pǝr (L322p Haelen, ...
L286p Hamont,
L321p Neeritter,
L318b Tungelroy),
āfrāpǝr (Q002p Hasselt, ...
L369p Kinrooi,
L422p Lanklaar,
Q009p Maasmechelen,
L420p Rotem),
ǭfrǭpǝr (L371a Geistingen),
kunstzwerm:
kunstzwerm (Q114p Oud-Valkenburg),
kønszwɛrm (Q018p Geulle),
opraper:
ǫprǭpǝr (Q156p Borgloon)
|
Degene die de handeling, zoals beschreven in het vorige lemma, uitvoert. In L 354 en 356 werd uitdrukkelijk aangegeven dat de aflegger ook de schoven bindt. [N 15, 15c; JG 1a, 1b] || Kunstzwerm bij het kastimkeren. Een deel van een bijenvolk wordt genomen en voorzien van eitjes. De bijen kweken hieruit een nieuwe koningin. Zo ontstaat een zelfstandig nieuw volk. [N 63, 92c; Ge 37, 118]
I-4, II-6
|
28197 |
aflichten |
(de) gas controleren:
dǝ gās kontrolē̜rǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder]),
dǝ gās kǫntrolērǝ (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Waterschei]),
gas kontrǫlērǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
aflichten:
aflextǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Maurits]),
aflēxtǝ (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits]),
āflextǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Emma, Maurits]),
āflęjxtǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
afluchten:
āflyǝtǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
āflȳtǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
āflȳǝtǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Julia]),
āfløxtǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
, [Domaniale]
Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Emma]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Laura, Julia]
Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Laura, Julia]),
˙āfly.ǝtǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Wilhelmina]),
gas meten:
gās mētǝ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zwartberg, Eisden]),
gās mę̄tǝ (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Beringen]),
gas zoeken:
gas zukǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
gā.s zøkǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
luchten:
lø̜xtǝ (L270p Tegelen
[(alleen bij glazuur)]
),
zoeken:
zukǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
De proefstukken met een aflichtstok verlichten om het einde van het bakproces vast te stellen. In L 270 werd het luchten gedaan wanneer de oven bijna gaar was. [N 49, 86a; monogr.] || Met behulp van een veiligheidslamp mogelijk aanwezig mijngas opsporen. Bij een aanwezigheid van mijngas zal zich rond het klein gedraaide vlammetje van de lamp een lichtblauwe doorzichtige lichtkegel vormen. De lengte van de lichtkegel, dus eigenlijk de lengte van de gasvlam, geeft het gehalte mijngas aan. [N 95, 236; monogr.; N 95, 413; Vwo 47; Vwo 337; Vwo 338; Vwo 872]
II-5, II-8
|
17722 |
afloeren, bespieden |
afgapen:
aafgape (Q196p Mheer),
afgapen (L282p Achel),
afkijken:
aa.fkīē.ke (L331b Boukoul, ...
L290p Panningen),
aafkie:ken (Q019a Neerbeek),
aafkieeke (L289p Weert),
aafkieke (L295p Baarlo, ...
L429a Berg-aan-de-Maas,
Q211p Bocholtz,
Q096p Bunde,
Q096p Bunde,
Q112a Heerlerheide,
Q100p Houthem,
L316p Kaulille,
Q121p Kerkrade,
L434p Limbricht,
L332p Maasniel,
Q204a Mechelen,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
L387p Posterholt,
Q098p Schimmert,
L270p Tegelen,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
L289p Weert),
aafkieken (L371p Ophoven, ...
Q012p Rekem,
Q012p Rekem),
aafkièke (L271p Venlo),
aafkiëke (L269b Boekend, ...
L271p Venlo),
aafkīēke (L324p Baexem, ...
Q039p Hoensbroek,
Q111p Klimmen,
L294p Neer,
L331p Swalmen),
afkeͅikə (Q002p Hasselt),
afkeͅi⁄ə (K278p Lommel),
afkieke (L247p Broekhuizen, ...
L246p Horst,
Q118p Schaesberg),
afkieken (L360p Bree, ...
Q012p Rekem),
afkikə (L416p Opglabbeek),
afkīkə (K357p Paal),
aofkieke (Q095p Maastricht, ...
Q187p Sint-Pieter),
aofkieken (Q095p Maastricht),
āfkikə (Q253p Montzen),
āfkīkə (L369p Kinrooi),
āfkīkən (L414p Houthalen),
iets stilllekes ouəfkieken (P192p Voort),
oafkieke (Q077p Hoeselt, ...
Q080p Vliermaal),
oafkieken (Q001p Zonhoven),
ōͅfkīkə (Q188p Kanne),
2x
aafkieke (L329p Roermond),
B.v. aafkieken kan helpen as ge iets nie wiht.
aafkieken (L355p Peer),
afletten:
aaflette (P184p Groot-Gelmen),
aeflette (P177p Zepperen),
aflette (P219p Jeuk, ...
P183p Mielen-boven-Aalst,
P227p Vorsen),
afletten (P116p Gorsem, ...
P176p Sint-Truiden),
aoflɛttə (P185p Engelmanshoven),
oafletten (P176p Sint-Truiden),
(afletten)
afliətə (P175p Gingelom),
NB: ook voor Landen (P 171) en P 164 wordt afletten opgegeven.
âfletten (P121p Ulbeek),
afloeren:
aafloaren (Q008p Vucht),
aafloeere (Q002p Hasselt),
aafloere (L295p Baarlo, ...
L327p Beegden,
L297p Belfeld,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
Q035p Brunssum,
Q096p Bunde,
L381p Echt/Gebroek,
L320a Ell,
Q021p Geleen,
L322p Haelen,
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
L426z Holtum,
L325p Horn,
Q088p Lanaken,
L434p Limbricht,
L321p Neeritter,
Q117p Nieuwenhagen,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L427p Obbicht,
Q033p Oirsbeek,
L290p Panningen,
L387p Posterholt,
Q012p Rekem,
L299p Reuver,
Q117b Rimburg,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L373p Roosteren,
Q118p Schaesberg,
L266p Sevenum,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
L374p Thorn,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
aafloeren (L352p Hechtel, ...
L352p Hechtel,
Q039p Hoensbroek,
L316p Kaulille,
L377p Maasbracht,
Q019a Neerbeek,
L312p Neerpelt,
L355p Peer,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
aafloore (L287p Boeket/Heisterstraat, ...
L289b Leuken,
L324a Leveroy,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L424p Meeswijk,
Q198a Mesch,
L418p Niel-bij-As,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert),
aaflooren (L421p Dilsen, ...
L368p Neeroeteren,
L415p Opoeteren),
aaflore (L288p Nederweert),
aafloren (L372p Maaseik, ...
Q010p Opgrimbie),
aaflouere (Q002p Hasselt),
aafloëren (L286p Hamont),
aaflōēre (Q021p Geleen, ...
Q121p Kerkrade,
Q099p Meerssen,
Q098p Schimmert,
L378p Stevensweert),
aaflōēren (Q088p Lanaken),
aafluere (Q112a Heerlerheide),
aaflôêren (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
aefloeren (P056p Stokrooie),
aflauren (P046p Linkhout),
afloere (L191p Afferden, ...
L324p Baexem,
K358p Beringen,
K318p Beverlo,
K318p Beverlo,
K318p Beverlo,
L247p Broekhuizen,
L164p Gennep,
Q002p Hasselt,
K316p Heppen,
P188p Hoepertingen,
K317p Leopoldsburg,
L265p Meijel,
L159a Middelaar,
L216p Oirlo,
P176p Sint-Truiden,
L214p Wanssum,
L214p Wanssum,
L214p Wanssum,
Q078p Wellen),
afloeren (L282p Achel, ...
Q002p Hasselt,
K316p Heppen,
P219p Jeuk,
L316p Kaulille,
P057p Kuringen,
K314p Kwaadmechelen,
K314p Kwaadmechelen,
K314p Kwaadmechelen,
K314p Kwaadmechelen,
K278p Lommel,
K278p Lommel,
K278p Lommel,
K278p Lommel,
K278p Lommel,
Q180p Mal,
K357p Paal,
K357p Paal,
L355p Peer,
L313p Sint-Huibrechts-Lille,
K353p Tessenderlo),
aflooren (L358p Reppel),
aflorə (L372p Maaseik),
afloue-ren (K357p Paal),
aflouərə (Q002p Hasselt),
aflōēren (L163p Ottersum),
aflōrə (L360p Bree, ...
L416p Opglabbeek,
Q010p Opgrimbie),
aflurn (K359p Koersel, ...
K359p Koersel),
aflurə (P048p Halen, ...
P176p Sint-Truiden,
P044p Zelem),
aflurən (K361p Zolder),
afluwərən (K278p Lommel),
afluərə (L312p Neerpelt),
aflūrə (L364p Meeuwen, ...
K353p Tessenderlo),
aflūrən (L282p Achel, ...
K278p Lommel,
K315p Oostham),
aflŭəreͅ (K317p Leopoldsburg),
aflürə (P222p Opheers),
aofloere (Q095p Maastricht, ...
L432p Susteren,
Q104p Wijk),
aofloeren (Q090p Mopertingen, ...
Q198b Oost-Maarland,
Q178p Val-Meer,
Q172p Vroenhoven),
aofloore (Q193p Gronsveld, ...
Q198b Oost-Maarland),
aoflūrə (Q162p Tongeren),
auflure (Q093p Rosmeer),
ā:flu:rə (Q168p s-Herenelderen),
āāfloere (L414p Houthalen, ...
Q117a Waubach),
āflōrə (L317p Bocholt, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L424p Meeswijk,
L416p Opglabbeek),
āflurən (L286p Hamont),
āflūrə (L282p Achel, ...
L369p Kinrooi,
Q088p Lanaken,
L314p Overpelt,
Q012p Rekem),
āflūrən (L286p Hamont, ...
L286p Hamont,
L314p Overpelt),
āflūərən (L286p Hamont),
āvlūrn (Q001p Zonhoven),
oafloere (Q002c Bokrijk, ...
Q086p Eigenbilzen,
Q173p Genoelselderen,
P197p Heers),
oafloeren (P176p Sint-Truiden),
oefloeren (P197p Heers),
oflurə (Q003p Genk),
oufloere (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
oëfloeren (Q078p Wellen),
ōͅflurə (Q162p Tongeren, ...
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
ōͅflūre (Q162p Tongeren),
ōͅflūrə (Q156p Borgloon, ...
Q172p Vroenhoven),
oͅflūrə (Q096d Smeermaas),
âfloere (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
ââflooren (L360p Bree),
ââflōēeren (P176p Sint-Truiden),
âôfloeren (Q170p Grote-Spouwen),
Vgl. loerhaan.
aafloere (L373p Roosteren),
aflonken:
aafloenke (Q002p Hasselt),
afluimen:
(afluimen)
afløəmə (P175p Gingelom),
afluisteren:
afluisteren (K353p Tessenderlo),
afspeculeren:
aafsjpeekelere (Q112b Ubachsberg),
aafspikkelere (L322a Nunhem),
āfspekəlērə (L422p Lanklaar),
afspeuren:
afspeuren (P189p Rijkel),
afspieden:
aafspieën (L360p Bree),
afspieën (L355p Peer),
afspikkelen:
aafspikkele (L382p Montfort),
afspinzen:
aafsjpienze (L329p Roermond),
aafspienze (L271p Venlo),
afspioneren:
aafspioenaerə (L371a Geistingen),
afspiejoneere (P176p Sint-Truiden),
afspioeneejeren (K278p Lommel),
afspiənejərə (K278p Lommel),
āfspionnērə (Q088p Lanaken),
afspionnen:
aafspionen (K359p Koersel),
afspioene (L366p Gruitrode),
afspioennen (P219p Jeuk),
aofspinjoene (Q091p Veldwezelt),
aufspioenen (Q168a Rijkhoven),
āōfspijoenen (Q175p Riemst),
oafspinjoele (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
oifspioenen (Q158p Riksingen),
afvinken:
aafvēnke (L381p Echt/Gebroek),
aafvinke (Q015b Kerensheide),
(afvinken? - RK).
affenkə (P175p Gingelom),
afzien:
afzien (P218p Borlo, ...
P176p Sint-Truiden),
afzin (K353p Tessenderlo),
āfziə (Q253p Montzen),
bekeuren:
bekeuren (K358p Beringen),
bekijken:
bekieke (P177p Zepperen),
beloeren:
beloere (L325p Horn),
beloeren (Q002p Hasselt, ...
L414p Houthalen,
L316p Kaulille),
beloren (L368p Neeroeteren),
bəloerə (P045p Meldert),
bəloerən (Q086p Eigenbilzen),
bespieden:
bespiede (L416p Opglabbeek),
bespieden (K353p Tessenderlo),
bespieën (L317p Bocholt),
bespiën (L282p Achel),
bespiən (P121p Ulbeek),
bespīĕ (Q084p Waltwilder),
bəspieən (Q086p Eigenbilzen),
iejt bespieje (Q156p Borgloon),
bespinzen:
bespienze (L271p Venlo),
bespioneren:
bespionneeren (Q088p Lanaken, ...
Q247p Sint-Martens-Voeren),
bespiënaire (L416p Opglabbeek),
gapen:
gaape (L163p Ottersum),
gape (L330p Herten (bij Roermond)),
get "orschteg"maken:
jet orschteg make (Q284p Eupen),
in het oog houden:
in `t oeg hawen (L282p Achel),
in d`oeg hauwen (L312p Neerpelt),
loeren:
lurə (Q003p Genk),
lūrə (Q178p Val-Meer),
lonken:
loŋkə (P176p Sint-Truiden),
nagaan:
nāōgwŏn (Q172p Vroenhoven),
nakijken:
nakieken (L372p Maaseik),
ogen:
ui:ge (L290p Panningen),
op de loer liggen:
op de loer ligge (L290p Panningen),
op de loor ligge (L369p Kinrooi),
op iets loeren:
op iets loeren (P175p Gingelom),
speculeren:
sjpekelere (Q119p Eygelshoven),
sjpikelere (Q113c Vrusschemig),
sjpikkelere (L427p Obbicht),
spikelere (Q017p Elsloo),
spieken:
spieke (L321p Neeritter),
spieken (L270p Tegelen),
spinzen:
sjpiense (L330p Herten (bij Roermond), ...
Q111p Klimmen,
Q117p Nieuwenhagen),
spiense (Q252p Moresnet, ...
L271p Venlo),
spienze (Q121p Kerkrade),
spīēnze (Q112a Heerlerheide),
spioneren:
spionere (Q113p Heerlen),
spionerən (K278p Lommel),
spionneeren (L282p Achel, ...
Q083p Bilzen,
P176p Sint-Truiden),
spionniere (L289p Weert),
spiuniərə (P195p Gutshoven),
spionnen:
spinjoele (P219p Jeuk),
spioene (L372p Maaseik),
spioenen (P219p Jeuk),
stiekem kijken:
stiekem kieke (L216p Oirlo),
uitgapen:
oetgape (Q111p Klimmen),
ōētgape (Q039p Hoensbroek),
uitkieren:
oetkieëre (L362p Opitter),
uitloeren:
aatloere(n) (P176p Sint-Truiden),
o:wətlu:wərə (P057p Kuringen),
oatloere (Q071p Diepenbeek),
oatloeren (L352p Hechtel),
oe.tloore (Q091p Veldwezelt),
oe:tloore (L316p Kaulille),
oesloere (Q211p Bocholtz, ...
Q121p Kerkrade),
oetloere (L426p Buchten, ...
L320a Ell,
L429p Guttecoven,
Q117b Rimburg,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q112p Voerendaal),
oetloeren (L371a Geistingen, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
oetlooren (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren,
L420p Rotem),
otloere (L413p Helchteren),
outloere (P058p Stevoort, ...
Q078p Wellen),
outlu:rə (Q168p s-Herenelderen),
oətlurə (Q074p Kortessem),
ōēslōēre (Q121p Kerkrade),
ōētloere (Q204a Mechelen),
ōētlōēre (Q111p Klimmen),
ōētlōēren (L353p Eksel),
oͅtlouərə (Q002p Hasselt),
oͅutlūrə (Q072p Beverst),
oͅwətlūrn (Q001p Zonhoven),
uit loere (L386p Vlodrop),
uitloere (P047p Loksbergen, ...
P054p Spalbeek),
uitloeren (P120p Alken, ...
Q071p Diepenbeek,
Q002p Hasselt,
Q240p Lauw,
P176p Sint-Truiden),
uutlure (Q094p Hees),
ūtlōrə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ytlōrə (L416p Opglabbeek),
óutloere (Q078p Wellen),
ôêtloeren (L353p Eksel),
ôêtlore (L360p Bree),
ôêtlôêre (Q030p Schinveld),
ôô.tloere (Q153p Gors-Opleeuw),
ö:tlūrə (Q002p Hasselt),
ø͂ͅtlurə (P048p Halen),
ø͂ͅtlūrə (P050p Herk-de-Stad),
øͅtluwərən (K278p Lommel),
Vgl. nr. 097
euwet loewere (Q078p Wellen),
uitspeculeren:
eetsjpekelere (Q119p Eygelshoven),
oetsjpekuleeere (Q014p Urmond),
oetsjpekuleere (Q033p Oirsbeek),
oetsjpikkeleere (Q035p Brunssum, ...
L426z Holtum,
Q111p Klimmen),
ospikkelere (Q015p Stein),
ōētspiekelereren (Q198b Oost-Maarland),
utspikəlɛ:rə (L368p Neeroeteren),
bespieden
oetsjpikkelére (Q111p Klimmen),
uitspinzen:
oetsjpinse (L386p Vlodrop),
oetspinse (Q251p Gemmenich),
Vgl. spion.
ze.x jeͅt u.tšp(tm).nsə (Q252p Moresnet),
uitspioneren:
oetspioneere (Q196p Mheer),
oetspionere (L321a Ittervoort),
outspionneeren (Q083p Bilzen),
outspionnēren (Q071p Diepenbeek),
uutspionniere (Q259p Lontzen),
uitvigileren:
ōētvigeleere (Q112b Ubachsberg),
uitvinken:
oetviange (L362p Opitter),
wegkijken:
wegkieke (L270p Tegelen)
|
Afloeren (afkijken, uitloeren). [N 109 (2001)] || iets bespieden [ZND 32 (1939)] || kijken: afloeren [aafvinke] [N 10 (1961)] || kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)]
III-1-1
|