e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zak in de onderrok rokkentas: rokketesj (Bleijerheide) zak in de onderrok [rokketes, moederkenszak] [N 24 (1964)] III-1-3
zak in kledingstuk tas: tääsj (Bleijerheide) Hoe noemt U een van de zakken van een kledingstuk (tes, zak?)? [N 62 (1973)] III-1-3
zak met klep tas met klep: tásj mit klep (Bleijerheide) een zak met een klep [N 59 (1973)] III-1-3
zakdoek snuifplag: sjnoefplak (Bleijerheide) zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3
zakgeld tassengeld: ps. deels omgespeld volgens Frings.  tɛ̄sje-geld (Bleijerheide), tessengeld: tèèsjegeld (Bleijerheide) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zakintast beleidsel: beleisel (Bleijerheide) de zakintast (insteek, inkeker, intast?) [N 59 (1973)] III-1-3
zakje net boven de buitenzak cententasje: cente-tàsjje (Bleijerheide) een zakje net boven de buitenzak (smokkelzakje, spoorzakje etc.) [N 59 (1973)] III-1-3
zakkenvoering kepervoer: kēpǝrvōr (Bleijerheide) Voering van de zakken. In de regel een dicht geweven, soepele stof van katoen of een mengsel van katoen en synthetische garens. Ook gebruikt men katoenen voering in keperbinding. [N 59, 120; Gi 1.IV, 27] II-7
zaklamp knipslamp: knipslamp (Bleijerheide), pitslamp: petšlamp (Bleijerheide) zaklamp || zaklantaarn III-2-1
zandkorrel, korreltje zand kern: kier (Bleijerheide), kijt: kiet (Bleijerheide), koren: koar (Bleijerheide) korreltje III-4-4