e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
woonkamer, huiskamer woon-zimmer: wuəntsemər (Bleijerheide) woonkamer III-2-1
worm- en horzelgat steek van paardshorezen: štex van pęǝtshorǝzǝ (Bleijerheide) Gat in het leer, veroorzaakt door een horzelsteek. Runderhorzels leggen hun eieren in de huid van de koe. Als de larven er weer uit zijn gekropen, blijft er een klein gaatje over, dat weliswaar weer dichtgroeit, maar toch altijd een zwakke en lelijke plek in het leer blijft geven (Liedmeier, pag. 2). Steken van andere insecten kunnen dezelfde kwaliteitsverminderende invloed op het leer hebben. [N 60, 7b; N 36, 7] II-10
worst worst: Verklw. wüesj-je  woeësj (Bleijerheide) worst III-2-3
worst maken worst(en) maken: wuǝš māxǝ (Bleijerheide) De kleinere stukken vlees en vet worden met een vleesmolen, een bijltje of een mes tot kleine stukjes gemaakt, Het vlees wordt eventueel gekruid en dan in de schoongemaakte darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''darmen met worstvlees vullen''. [N 28, 120; monogr.] II-1
worstenbroodje vleesbroodje: vleesj-bruuëtsje (Bleijerheide), worstbroodje: worst-broodjes  woesj brüudjere (Bleijerheide) verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
worstvlees en -vet kleinmaken hakken: hakǝ (Bleijerheide) Men kapt of snijdt het vlees met een mes in kleine stukjes of verwerkt het met de vleesmolen. [N 28, 113; monogr.] II-1
wortel (alg.) wortel: wót’sel (Bleijerheide) wortel III-4-3
wortel schieten wotselen: wót’sele (Bleijerheide) wortel schieten III-4-3
wortelenvlaai moerenvladem: moeëre-vlaam (Bleijerheide) Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)] III-2-3
worteltje moortjes: muurchere (Bleijerheide) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7