e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
uitturven turfsteken:   ūttø̜rǝvǝ (Ospel) II-4
uitvaagsel vuil in sloten:   utj vèèchsəl (Meijel) III-4-4
uitvaar toegang tot akker:   ūt˲vǭr (Heugem) I-8
uitvaarder knecht:   ǫwt˲vǭ.rdǝr (Lauw) II-3
uitvaarders uitkruiers:   ǫwt˲vǭrdǝrs (Bilzen) II-8
uitvaardigen dagvaarden:   oetvaardigen (Blerick) III-3-1
uitvaart begrafenis:   aatvoat (Sint-Truiden, ... ), eətvaoərt (Leopoldsburg), oe.tvaar.t (Kelpen), oetvaart (Beek, ... ), oetvāārt (Guttecoven), oêtvaart (Venlo), ōētvààrt (Susteren), ōētváárt (Venlo), ōētváát (Heerlen), ōēëtvāāt (Nieuwenhagen), uitvaart (Heythuysen), uitvouet (Tessenderlo), utjvaart (Meijel), utvaart (Meijel, ... ), ówtvaart (As), ətvout (Kwaadmechelen), (= de 2e dag).  oetvaart (Maasbree), (= een of twee dienste na de begrafenisdag).  oetvaart (Tungelroy), (begankenis = veel heen en weer geloop van 2 buren).  aatvaot (Jeuk), Note v.d. invuller: Begrafenis en uitvaart zijn twee verschillende zaken. Eerst was vroeger de begrafenis, 3 of 8 dagen later de uitvaart!  oetvaart (Nunhem), begrafenismaal:   oetvaart (Bingelrade, ... ), ja nog steeds bestaat dit misbruik en wordt genoemd: -  oetvaart (Stein), vroeger  oetvaart (Brunssum), losse paal met draad:   ūtvǭrt (Maasniel), toegang tot akker:   ūt˲vārt (Heugem, ... ), ūt˲vē̜rt (Stein), toegangsweg naar het erf:   ytvǭrt (Milsbeek, ... ), veldweg:   øu̯tvārt (Bree), ø̜i̯vārt (Helchteren, ... ), ātvoǝt (Borlo), ūtvārt (Montfort, ... ) I-8, III-2-2
uitvaartdienst zeswekenmis:   oetvaartdeenst (Uikhoven) III-3-3
uitvaartmis mis voor een overledene:   oetvaartmes (Weert) III-3-3
uitvallen afvallen van bladeren:   ōētvalle (bij bloemen) (Eys), uutvalle (bloemblad) (Venray), kippen -werkwoord:   ū.tfalǝ (Kinrooi), opspelen:   oetvalle (Geleen, ... ), oetvallen (Born), ōētvalle (Amby), ōētvallə (Epen), ōētvàllə (Heerlen, ... ), uutvalle (Venray), ū.t˃v‧alə (Eys), ôetvàlle (Swalmen), oes"klankwettig in Kerkerade  oes valle (Kerkrade), raaskallen:   ŭŭtvalle (Meerlo), razen en tieren:   oetvalle (Klimmen), ū.t˃v‧alə (Eys), rijzen, uit de aren vallen:   ui̯t˲valǝ (Kaulille), us˲valǝ (Bleijerheide), ut˲valǝ (Kessenich, ... ), øt˲valǝ (Berverlo), ø̜ǝt˲valǝ (Kwaadmechelen, ... ), āt˲valǝ (Borlo, ... ), ō.t˱valǝ (Grote-Spouwen, ... ), ū.t˲valǝ (Kanne), ǫu̯t˱valǝ (Wellen), ǫu̯t˲valǝ (Diets-Heur, ... ), ǫu̯ǝt˲valǝ (Beverst, ... ), ǭǝ.t˱valǝ (Broekom, ... ), uitkomen van de eieren:   oetvallə (Beesel), ’t oetvalle (Klimmen), Opm. v.d. invuller: men zegt het volgende: "un eij is gehikt"en daarna "vilt de jounge oet".  oetvalle (Doenrade), wisselen van tanden:   ǫu̯tvalǝ (Genk) I-11, I-12, I-4, III-1-4, III-3-1, III-3-2, III-4-3