e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zeiken aanhoudend klagen:   zēēkə (Nieuwenhagen), aanhoudend regenen:   zeike (Echt/Gebroek, ... ), ’t zeikt (Meijel), zijken.  zɛikən (Achel), aanhoudend vragen:   zeikə (Schinnen), zeke (Waubach, ... ), bekakt praten:   zeiken (Bocholt), bekakte praat /bekakt praten:   zeiken (Bocholt), gier uitrijden:   zęi̯kǝ (Gingelom, ... ), gieten, hard regenen:   het zeikt (Tegelen), het zĕkt (Tegelen), zeekə (Heerlen), zeike (Weert, ... ), zeikə (Maastricht), zeke (Kerkrade), zēͅkə (Zelem), zèjke (Panningen), zèkde (Hasselt), zékte (Riemst), (van bloed).  zëeke (Rosmeer), van bloed  zeëke (Rosmeer), zeiken  zēkə (Donk (bij Herk-de-Stad)), zēͅkə (Lummen), kletsen: Van Dale: zeiken, 4. (volkst.) zeuren, zaniken.  zeike (Venray), met tussenpozen regenen:   seiken (Sint-Odiliënberg), nierbekkenontsteking:   zęi̯kǝ (Wellen), reepje overschietend gras:   zēi̯kǝ (Borgloon), spuiten:   zéjkə (Meeuwen), traag praten:   zeike (Oirlo), zeikə (Venlo), urineren:   (zeike) (Wellen), seiken (Blerick, ... ), sęi̯kǝ (Blerick, ... ), zai̯kǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), zāēkə (Leopoldsburg), zāēkən (Koersel), zāj`ən (Kwaadmechelen), zee.ke (Zolder), zeeke (Bocholtz, ... ), zeeken (Diepenbeek, ... ), zei.ke (Boukoul), zeike (Belfeld, ... ), zeiken (Baarlo, ... ), zeikə (Berg, ... ), zeikən (Overpelt), zei̯kǝ (Meeuwen), zejkə (As, ... ), zeke (Diepenbeek, ... ), zeken (Eksel, ... ), zekə (Heers), zēikə (Herk-de-Stad), zējkə (Hees), zēken (Eksel, ... ), zēkə (Beverlo, ... ), zēkən (Houthalen), zēͅi̯kə (Mechelen-aan-de-Maas), zēͅkə (Meldert, ... ), zēͅkən (Helchteren), zeͅikə (Bree, ... ), zeͅkə (Lozen), zii̯kǝ (Mesch), zijke (Beesel, ... ), zijken (Meijel), zijkə (Holtum, ... ), zy:ke (Roermond), zèike (Sint-Truiden), zèikë (Tongeren), zèjke (Panningen), zèke (Kerkrade), zèken (Nieuwenhagen), zèèke (s-Gravenvoeren), zéjken (Ottersum), zéjkə (Baarlo), zékë (Hoeselt), zêke (Beverlo), zāi̯ʔǝ (Kwaadmechelen), zē.kǝ (Beverst, ... ), zēi̯kǝ (Hoensbroek, ... ), zēi̯kǝn (Eksel, ... ), zēkǝ (Amstenrade, ... ), zē̜i̯kǝ (Klimmen, ... ), zē̜kǝ (Helchteren, ... ), zē̜kǝn (Nieuwenhagen), zę.i̯kǝ (As, ... ), zęi̯kǝ (Baarlo, ... ), zęi̯kǝn (Ophoven), zɛ.i̯kǝ (Zutendaal), zɛ̄ʔǝn (Lommel), (= plat).  zeike (Klimmen, ... ), zijke (Meerlo), (= vulgair).  zeike (Weert), (bij "minder benhoofd"volk (fijn, maar langer).  zijke (Lanaken), (eventueel).  zeeke (Hoensbroek), (plat).  zeike (Tungelroy), zēj.ke (Panningen), zijken (Maastricht), (vulgair).  zeeke (Bilzen), [Paragraaf: lichaam]  zeike (Boorsem), Altijd van dieren. Bij mensen triviaal.  zeeke (Oirsbeek), B.v. ich mot zeike wie n Bels karreselpaerd.  zeike (Maasbree), De informant merkt op dat hij 67 jaar is en reeds 30 weg uit Maastricht.  zeike (Maastricht), Dit is echt een grote hoeveelheid.  zeiken (Opglabbeek), Gemeen.  zeike (Neerharen), zeiken (Neerharen), Grof.  zeike (Tegelen), zeiken (Achel), Let wel: de andere informant voor Tongeren, evenals de informanten uit Bilzen (Q 083) en Kerkrade (Q 121) hebben niets ingevuld bij zeiken.  zēͅi:ka (Tongeren), Lomper.  zeiken (Meijel), Minst net.  zeike (Maasbracht), Onbeleefd.  zeike (Ell), Ordinair.  zeike (Baexem, ... ), zeiken (Heugem), Ordinaire taal.  zeike (Maasbracht), Plat.  zeike (Schinnen), zeiken (Maaseik), zijke (Reuver), V.e. dier.  zeiken (Oirlo), Vulgair.  zeeke (Bilzen), zaniken, zeuren:   seiken (Wijlre), zeeke (Vaals), zeike (Caberg, ... ), zeiken (Heythuysen), zeuke (Thorn), Opmerking v.d. invuller (ná vraag 97):  zèken (Eigenbilzen), zeuren, zaniken:   zeîke (Altweert, ... ) I-1, I-11, I-3, III-1-1, III-1-4, III-3-1, III-4-4
zeiken van het lachen schaterlachen:   zeike"van ⁄t lache (Meijel) III-1-4
zeikenat druipnat:   zekenaas⁄ (Bleijerheide, ... ), zie⁄fenaas (Bleijerheide, ... ) III-4-4
zeiker bangerik:   zeiker (Venlo), mier:   sijkers (Velden), zijkers (Baarlo), WBD  zeiker (Helden/Everlo), onnozel persoon:   zêker (Beverlo), penis: Gemeen.  zeiker (Baarlo), Onschuldig.  zeiker (Belfeld), Plat  zeiker (Lommel), Schertsend.  zeeker (Genk), Zeer plat, vulgair. Gemeen.  zeiker (Sint-Huibrechts-Lille), rode bosmier:   zeikers (Helden/Everlo), treuzelaar:   zeiker (Venlo), vrouwelijk geslachtsdeel: Schertsend.  zeiker (Belfeld) III-1-1, III-1-4, III-4-2
zeiker met eten kieskauwer:   zeiker met eate (Blerick) III-2-3
zeikerd bangerik:   enne zeekerd (Schinveld), enne zèikert (Gronsveld), zeikerd (Venlo), zei‧kerd (Velden), zeîkert (Altweert, ... ), zèèkərt (Heerlerheide), Jözzes, waat eine zeikert, dae geit biej ¯t minste oppe luip  zeiker(t) (Echt/Gebroek), bekakt persoon:   zijkərt (Reuver), gierigaard:   zeikerd (Hoensbroek, ... ), zeikert (Gennep), zeikərd (Heel), Algemene note v.d. invuller (geldend voor de gehele vragenlijst):  zeikerd (Tienray), penis:   zeikert (Klimmen), Gemeen.  zeikert (Ell), zijkərt (Holtum), Onschuldig.  zeikert (Klimmen), Plat.  zijkerd (Reuver), pruim:   zeikert (Valkenburg, ... ), slecht paard:   zēǝkǝrt (Heerlen), snotneus:   zeekərt (Heerlen), teelballen: Negatief voor een vervelend iemand.  zeikerd (Oirlo), trage vrouw:   ⁄n zeikərt (Maastricht), treiterkop:   zeikerd (Geleen), treuzelaar:   zaekerd (Castenray, ... ), zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon:   zeikerd (Weert) I-7, I-9, III-1-1, III-1-4, III-3-1
zeikerig gierig:   zeikerig (Sevenum, ... ), zeikərig (Heel) III-3-1
zeikerig kallen bekakt praten:   zeikerig kalle (Weert), bekakte praat /bekakt praten:   zeikerig kalle (Weert) III-1-4, III-3-1
zeikerig praten bekakt praten:   zeikerig praote (Maasbree), bekakte praat /bekakt praten:   zeikerig praote (Maasbree) III-1-4, III-3-1
zeikerij grap:   zēēkərééj (Nieuwenhagen) III-3-1