e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
naarswaarzen kibbelen: [cf. suggestie naarswaarzen bij vraagstelling]  naaswate (Nunhem) III-3-1
naarzaam ijverig:   nêrzaam (Beesel), nêrzem (Horst) III-1-4
naas afschuining:   nās (Heel), bek van de schaar:   nās (Mechelen, ... ), binnenneus:   nās (Maasbree), binnenneus [wld ii.10, p. 39]:   naas (Maasbree), bovenneus:   nās (Posterholt), bovenneus [wld ii.10, p. 25]:   naas (Posterholt), dagschoot:   nās (Mechelen, ... ), hamerpin:   nǭs (Bilzen), kieskeurig persoon: (persoon!).  nāās (Nieuwenhagen), klauw van een bankhaak:   nās (Stein), muilband:   nās (Bocholtz, ... ), nǫjs (Rosmeer), nǭs (Waltwilder), nǭǝs (Lauw, ... ), naaf:   nās (Aubel, ... ), nǭs (Hoeselt, ... ), neus:   nās (Diepenbeek, ... ), neus van de lepelboor:   nās (Geulle, ... ), neus van een schoen:   naas (Baarlo, ... ), naas vanne sjoe (Maasbracht), naos (Eijsden, ... ), nas (Hasselt), naze (Maasbree), nāās (Heerlen, ... ), nāsfandəršōn (Teuven), neuslap:   nās (Maasbree, ... ), ploeghoofd, ploegzool:   nās (Hushoven, ... ), punt van het blad van de zeis:   nās (Hoensbroek, ... ), snuit:   nā.s (Niel-bij-As), nās (Bree, ... ), nǫǝs (Vlijtingen), nǭas (Rutten), nǭs (Berg, ... ), nǭǝs (Henis, ... ), snuit van de wagen:   nās (Eisden, ... ), nōs (Rosmeer), steenneus:   n ̇ās (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]  , ... [Domaniale]  [Willem-Sophia]), nās (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Laura, Julia]  [Domaniale]), wel:   nǭs (Bilzen) I-1, I-1, I-12, I-13, I-3, I-9, II-10, II-11, II-12, II-5, II-9, III-1-3
naas (van de schaars) bek van de schaar:   nās (Berg) III-1-4
naas van de ploeg ploeghoofd, ploegzool:   nās ˲van dǝ plōx (Berg, ... ) I-1
naasband kinriem:   nās˱banjtj (Maasniel), muilband:   nās˱bant (Klimmen), nǭs˱ba.nt (Diets-Heur, ... ), nǭs˱bã.nt (Grote-Spouwen, ... ), nǭs˱bá.nt (Nerem, ... ), nǭs˱bā.nt (Berg, ... ), nǭǝs˱ba.nt (Rijkhoven), nǭǝs˱bā.nt (Hoeselt, ... ), neusriem:   nās˱banjtj (Maasniel) I-10, II-11
naasgat neusopening (6):   naasgaat (As, ... ), naasgater (Echt/Gebroek) III-3-2
naasje bovenneus:   nę̄skǝ (Maasbree), bovenneus [wld ii.10, p. 25]:   naeske (Maasbree) II-10, III-1-3
naaskap binnenneus:   nāskap (Posterholt) II-10
naasknevel praam:   nāsknēvǝl (Helchteren) I-10