e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
outje vrouwelijk lam:   au̯kǝ (Hoepertingen, ... ), ou̯kǝ (Borlo, ... ), ǫu̯kǝ (s-Herenelderen), vrouwelijk schaap in het algemeen:   au̯kǝ (Hoepertingen), ou̯kǝ (Aalst, ... ), yøkǝ (Lauw), øu̯kǝ (Berg), ōu̯.kǝ (Broekom, ... ), ǫu̯kǝ (Schimmert), vrouwelijke geit:   ou̯kǝ (Aalst), ø̜u̯kǝ (Lauw) I-12
ouvrier stutter:   ovri (Lanklaar  [(Eisden)]   [Domaniale]) II-5
ouvrier van het bossèyemint galerijhouwer:   uvri van ǝt bǫsǝmɛnt ([Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) II-5
ouvrier/ovrî houwer:   ouvrier/ovrî (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Zolder]  [Eisden]), uvri (As  [(Zwartberg / Waterschei)]  , ... [Eisden]  [Zwartberg, Eisden]  [Zwartberg, Waterschei]  [Zwartberg]  [Beringen]  [Eisden]  [Eisden]) II-5
ouwe man ingestorte pijler:   awǝ man (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ǫwǝ mān (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Maurits]), ̇ǫwǝ mā. n (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) II-5
ouweheer vader: alleen gezegd door aanstellerige jonge mensen  au̯ən hīr (Maastricht), cf. "Groene boekje"s.v. "ouweheer", de (m.)  auwe(n) heer (Limbricht), cf. ,"Groene boekje"s.v. "ouweheer  awwenhier (Maastricht) III-2-2
ouwehoer grapjas:   auw hooër (Schinnen), aw hoor (Geulle), potsachtig:   aw hoor (Maastricht), pretmaker:   auw-hoor (Schinnen), ouw hōōr (Nieuwenhagen) III-1-4
ouwehoeren kletsen: Van Dale: ouwehoeren, (inform. spreekt.), 1. vervelend kletsen, zemelen, zaniken; -2. langdurig, wat vertrouwelijk, intiem met elkaar praten.  aojhoere (Maasbree), ouw hōōrə (Nieuwenhagen), ouwhoerə (Roermond), òwhoorə (Heerlen), plezier maken:   auw-hoorə (Schinnen), raaskallen: Van Dale: ouwehoeren, (inform. spreekt.), 1. vervelend kletsen, zemelen, zaniken; -2. langdurig, wat vertrouwelijk, intiem met elkaar praten.  ouw hōōrə (Nieuwenhagen), verbeuzelen: Van Dale: ouwehoeren, (inform. spreekt.), 1. vervelend kletsen, zemelen, zaniken; -2. langdurig, wat vertrouwelijk, intiem met elkaar praten.  awhooren (Maastricht), zaniken, zeuren: Van Dale: ouwehoeren, (inform. spreekt.), 1. vervelend kletsen, zemelen, zaniken; -2. langdurig, wat vertrouwelijk, intiem met elkaar praten.  ouwehōērə (Gennep) III-1-4, III-3-1
ouwekutten aanhoudend vragen:   aw kutte (Maastricht) III-3-1
ouwel grote hostie:   ouwel (Valkenburg), stempel: %%meervoud%%  owǝls (Kerkrade) II-1, III-3-3