23503 |
zingende mis add. |
kerkzang:
kerrikzang (L288a Ospel),
volkszang:
volkszang (L216p Oirlo)
|
Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27168 |
zink |
zinc:
zē̜k (Q162p Tongeren),
zɛ̃k (Q162p Tongeren),
zink:
tseŋk (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
tsęŋk (Q255p Kelmis),
ze.ŋk (Q095p Maastricht),
zeŋk (L286p Hamont, ...
L414p Houthalen,
Q117p Nieuwenhagen,
Q118p Schaesberg),
zi.ŋk (Q002p Hasselt),
zēŋk (L164p Gennep, ...
Q113p Heerlen,
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
zęŋk (L423p Stokkem)
|
Blauwachtig wit metaal. [monogr.] || Blauwachtig-wit metaal dat in plaatvorm onder meer als dakbedekking wordt gebruikt. Vgl. het lemma "roevendak" in Wld ii.9, pag. 177. Wanneer het wordt verwarmd tot een temperatuur van 120 tot 1500 kan het worden gebogen, bijvoorbeeld tot pijpen, buizen en dakgoten. [N 64, 103 a-b; monogr.]
II-11, II-4
|
31189 |
zinkbewerker |
zingueur:
zɛkø̜r, zɛkø̜̄r (Q162p Tongeren
[(ook gebruikt als benaming voor de loodgieter)]
),
zinkbewerker:
ze.ŋk˱bǝwɛrkɛr (L314p Overpelt
[(bewerkt zink en blik)]
),
zeŋk˱bǝwēkǝr (K360p Heusden),
zeŋk˱bǝwērǝʔǝr (K278p Lommel),
zeŋk˱bǝwęrkǝr (K358p Beringen, ...
Q086p Eigenbilzen,
L368p Neeroeteren,
K357p Paal),
zeŋk˱bǝwęrʔǝr (K314p Kwaadmechelen),
zinkbewerker (L372p Maaseik, ...
P045p Meldert,
L358p Reppel,
P056p Stokrooie),
zēŋk˱bǝwęrǝkǝr (P120p Alken),
zēǝŋk˱bǝwęrkǝr (P117p Nieuwerkerken),
zęjŋk˱bǝwęrkǝr (P176p Sint-Truiden
[(ook gebruikt als benaming voor de loodgieter)]
, ...
Q078p Wellen
[(idem)]
),
zęŋk˱bǝwęrkǝr (P121p Ulbeek),
zęŋk˱bǝwęrʔǝr (K278p Lommel),
zinkman:
ze ̞ŋkman (Q083p Bilzen),
zinkman (Q072p Beverst),
zinkslager:
zeŋkslīgǝr (Q002p Hasselt),
zinkverwerker:
zinkverwerker (P171p Landen),
zinkwerker:
zeŋkwę.rkǝr (L352p Hechtel),
zeŋkwęrkǝr (L356p Grote-Brogel, ...
K359p Koersel,
Q117p Nieuwenhagen,
L355p Peer,
Q118p Schaesberg),
zeŋkwęrǝkǝr (K357p Paal),
zinkwerker (Q121c Bleijerheide, ...
L415p Opoeteren),
ziŋkwęrkǝr (Q091p Veldwezelt),
ziŋkwę̄rkǝr (L415p Opoeteren),
zēŋkwę̄rkǝr (Q088p Lanaken),
zēŋkwɛrkǝr (L314p Overpelt),
zęjŋkwę̄rkǝr (Q007p Eisden),
zęŋkwerkǝr (L423p Stokkem),
zęŋkwørkǝr (L360p Bree),
zęŋkwø̜rkǝr (Q001p Zonhoven),
zęŋkwē̜rkǝr (K361p Zolder),
zęŋkwęrkǝr (Q002p Hasselt, ...
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter),
zęŋkwęrǝkǝr (Q009p Maasmechelen)
|
Ambachtsman die zink en blik verwerkt, dakgoten herstelt, etc. Een aantal opgaven kunnen mogelijk meer algemeen van toepassing zijn op een loodgieter. [N 64, 161b; L 34, 17a-b; monogr.; div.]
II-11
|
27974 |
zinken |
afzinken:
āfzeŋkǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]),
bacteren:
baktērǝ (Q000 Zie mijnen
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei]),
bijstokken:
bištǫkǝ (Q000 Zie mijnen
[(Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]
[Domaniale]),
bęjštǫkǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II]
Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II)]
[Eisden]),
nagraven:
nāgrāvǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
nastokken:
noǝštǫkǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]),
ravaleren:
ravǝlērǝ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
stokken:
štǫkǝ (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]
[Domaniale]),
zenken:
zęŋkǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
zɛŋkǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, ... [Eisden]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Domaniale]
Q000 Zie mijnen
[(Eisden)]
[Maurits]),
zinken:
zeŋkǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Emma]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Laura, Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Julia]),
zinken (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Emma, Maurits])
|
Een opgepofte vloer bijwerken en lager maken om op deze wijze de mijngang weer op hoogte te brengen. Volgens de invuller uit Q 15 hoefde men in dat geval de ondersteuning van de galerij niet te vernieuwen. [N 95, 389; N 95, 903; monogr.; Vwo 75; Vwo 541; Vwo 650; Vwo 870]
II-5
|
27975 |
zinking, effening |
bactage:
bactage (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Eisden]),
baktāš (Q000 Zie mijnen
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
dépiétage:
dēpijǝtāš (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
effening:
ęfǝneŋ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
nagraving:
nāgrāveŋ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
ravalement:
ravlmɛnt (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
rebassenage:
rǝbasnāš (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
Het bijwerken en lager maken van de opgepofte vloer om op deze wijze de mijngang weer op hoogte te brengen. Defoin (pag. 117) merkt over de woordtypen "rebassenage", "dépiétage" en "ravalement" het volgende op: "Doorgaans begint het zwellen van de vloer in het midden van de galerij. Vangt men op tijd met het effenen aan, dan heeft men wat men in ''t Frans rebassenage noemt. Wordt ze later verricht - wanneer het gesteente ook rondom de voet van de stijlen is opgezwollen - dan krijgt zulke bewerking de naam van dépiétage. Ravalement heeft dezelfde betekenis doch verwijst meer naar het lager leggen van spoorrails." [monogr.; N 95, 903; N 95, 389; Vwo 74; Vwo 276; Vwo 306; Vwo 543; Vwo 652; Vwo 653]
II-5
|
30769 |
zinknagels |
asfaltnagelen:
asfaltnē̜gǝl (Q111p Klimmen),
gegalvaniseerde klompennageltjes:
gǝgalvanisērdjǝ klompǝniǝgǝlkǝs (L328p Heel),
klompennageltjes:
klompǝnēgǝlkǝs (L267p Maasbree),
klompǝnē̜gǝlkǝs (Q203p Gulpen),
nagels:
nāgǝls (P219p Jeuk),
tapisseernageltjes:
tapisērnē̜gǝlkǝs (L330p Herten),
tengelnagels:
tɛŋǝlnāgǝls (L163p Ottersum),
tinnageltjes:
tennē̜gǝlkǝs (Q111p Klimmen),
vertinde nagelen:
vǝrtendjǝ nē̜gǝl (L330p Herten),
vǝrtendǝ niɛgǝl (Q032p Schinnen),
vertinde nagels:
vǝrtendǝ nęǝgǝls (Q113p Heerlen),
vertinde nageltjes:
vǝrtendǝ nē̜gǝlkǝs (L265p Meijel),
zinknagelen:
zeŋknęǝl (Q121p Kerkrade),
zinknagels:
(enk)
zeŋknǭgǝl (Q071p Diepenbeek)
|
De doorgaans vertinde, spijkers waarmee de behangjute op het latwerk wordt vastgezet. [N 67, 98d]
II-9
|
27276 |
zinkoxyde |
oxyde:
oksīt (Q255p Kelmis)
|
Verbinding van zink met zuurstof, een zeer licht wit poeder. [monogr.]
II-4
|
27205 |
zinkput |
konkel:
køŋkǝl (L270p Tegelen),
slinksput:
šleŋspøt (L299p Reuver),
sterfput:
štę ̞rǝfpøt (L331p Swalmen),
zenklok:
zęŋklǫk (Q255p Kelmis),
zinkput:
zeŋkpøt (L297p Belfeld),
zęŋkpøt (L381p Echt)
|
Een wat groter gat waar het grondwater samenvloeide en vanwaar het omhooggepompt werd. [monogr.] || Laagste punt in de kleiput, waarin het water samenstroomt. [monogr.]
II-4, II-8
|
31659 |
zinksnijder |
grif:
gref (L423p Stokkem),
kratspen:
kratspɛn (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
kretser:
krɛtsǝr (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
zinkkretser:
zeŋkkrɛtsǝr (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
zinksnijder:
tseŋkšniǝr (Q121c Bleijerheide)
|
Metalen werktuig waarmee de zinkwerker en loodgieter bladzink kan snijden. Het materiaal wordt daarbij niet doorgesneden, maar ingekrast. Zie ook afb. 247. [N 64, 1]
II-11
|
27278 |
zinksulfide |
sulfide:
zølfīt (Q255p Kelmis)
|
Zinkzout van zwavelwaterstofzuur. [monogr.]
II-4
|