e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dubbele zool dobbele zool: dobǝlǝ zoal (Geulle), dobǝlǝ zǭl (Montzen), dǫbǝlǝ zuǝl (Bilzen), dubbele lap: dubbele lap (Dilsen), dubbele zool: dubbele zool (Lommel), døbǝlǝ zǭl (Milsbeek, ... ), dø̜bǝlǝ zōl (Meijel), dubbelzool: dubǝlzoal (Bleijerheide), zwie: zwi (Maasbree) De zool over de hele lengte van de schoen. Volgens de informant van Q 253 bestaat een dubbele zool uit een loopzool en een halve zool ter vrijwaring van de loopzool. [N 60, 171b] II-10
dubbele zool [wld ii.10, p. 35] dobbele zool: dobbele zoal (Geulle), Loopzool en halve zool ter vrijwaring van de loopzool.  dobələ zōl (Montzen), Ter versteviging werd de loopzool tweemaal (van gelijke dikte) aangelegd; maar de schoen werd dan wel erg stijf.  dobbele zoël (Bilzen), dobbelzool: Twee lappen over mekaar.  doebbelzoal (Bleijerheide), dubbele lap: dubbel lappen (Dilsen), dubbele zool: dubbele zool (Lommel), #NAME?  døͅbələ zōl (Meijel), Dubbel over de hele lengte.  dubbələ zaoḷ (Milsbeek), Zaol met tussezaol.  dubbələ zaol (Roggel), zwie: zwie (Maasbree) Kent u de uitdrukking "dubbele zool", hoe spreekt u dat uit, wat betekent het woord? [N 60 (1973)] III-1-3
dubbelen dobbelen: dǫbǝlǝ (Stokkem), dubbelen: dø̜bǝlǝ (Roermond) Twee platen metaal op elkaar plaatsen ten einde ze aan elkaar vast te maken. Zie ook de lemmata "felsen", "klinken", etc. [N 66, 43; N 64, 97] II-11
dubbelgeslagen dobbeltgeslagen: dǫbǝltgǝslāgǝ (Loksbergen) Gezegd van touw dat dubbelgeslagen gemaakt is. [N 48, 99a] II-7
dubbelkettingtransporteur beien: bęjǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Maurits]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), beier: bęjǝr (Nieuwstadt  [(Maurits)]  , ... [Zolder]  [Maurits]), dobbelkettentransporteur: dubǝlkɛtǝtranspǫrtø̄r (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]), dobbelkettentrapo: dubǝlkętǝtrāpō (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), dobbelkettingtransporteur: d˙ubǝlkę.teŋtransp˙ǫrtø̄.r (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), dobbeltransporteur: dubǝltranspǫrtø̄r (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), doppele transporteur: dǫpǝlǝ transpǫrtø̄r (Buchten  [(Maurits)]   [Beringen, Houthalen, Eisden]), gusto: gysto (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Maurits]), gøsto (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Maurits]), jankorgel: jaŋkø̜rgǝl (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Maurits]), kettingtoer: kɛteŋtūr (Buchten  [(Maurits)]   [Emma]), kettingtransporteur: kettingtransporteur (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma]), kę.teŋtranspǫ.rtø̄.r (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), kęteŋtranspǫrtø̄r (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), kratsband: kratsba.nt (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale, Wilhelmina]), kratsbant (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Wilhelmina]  [Domaniale]), pantser: pa.nsǝr (Zolder  [(Zolder)]   [Laura, Julia]), pansǝr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]  , ... [Zwartberg]  [Zolder]  [Winterslag, Waterschei]), pantser (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Zolder, Zwartberg, Winterslag, Waterschei]  [Eisden] [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), pantsǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]  [Willem-Sophia]  [Laura, Julia]  [Domaniale]  [Julia] [Zwartberg, Waterschei]), pantser met metnemerketting: pantsǝr met mitnēmǝrkɛteŋ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), pantsergoot: pantsǝrgōt (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]), pantserketting: pantserketting (Zie mijnen  [(Beringen / Houthalen / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), pantsǝrkęteŋ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), prünte: pry.ntǝ (Zolder  [(Zolder)]   [Zolder]), prünter: pry.ntǝr (Zolder  [(Zolder)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), schraper: šrapǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), šrāpǝr (Kerkrade  [(Domaniale / Wilhelmina)]   [Domaniale]), transporteur: transpǝrtø̄r (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), transpǫrtø̄r (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), trapo: trāpō (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Domaniale]) Transportinrichting voor hellend en dalend vervoer van kolen, stenen en materiaal. "Het bestaat uit een lange stilstaande ijzeren goot met omgeplooide zijden, in deze zijden zijn er twee kettingen die langs onder terugkeren. Deze twee kettingen zijn verbonden met schraapijzers die de losgemaakte kolen meenemen. De pantser wordt automatisch tegen het voortschrijdend front geschoven door persluchtcylinders. Het toestel is betrekkelijk nieuw" (Vanwonterghem pag. 169). Het woordtype "pantser" is terug te voeren op het feit dat het apparaat gewoonlijk als zijwanden een paar stevige ijzeren platen heeft. De transporteur kan als geleiding dienen voor een schaafploeg (zie het lemma Koolploeg, Koolschaaf). De woordtypen "gusto", "beien" en "prünte" duiden de fabrikanten van de apparaten aan. De dubbelkettingtransporteur vertoont enige gelijkenis met de schraapgoot. Daarom is een aantal opgaven uit dit lemma terug te vinden in het lemma Schraapgoot. [N 95, 657; N 95, 604; monogr.; Vwo 581; Vwo 582; Vwo 583] II-5
dubbelschaar van de aanaardploeg aanaarders: anārdǝrs (Oirlo), broets: broets (Maasmechelen), dobbel riester: dǫbǝl rēstǝr (Margraten), dobbelschaars: dǫbǝlšārs (Maxet), dubbele schalm: dubbele schalm (Opglabbeek, ... ), dubbelschaars: dubbelschaars (Hushoven), hartjes: hɛrtjǝs (Haelen), hoger: hø̜i̯gǝr (Borgloon), hoogschaar: hyǝxšar (Klimmen), klauwen: klauwen (Panningen), ophoogschaars: ǫphyǝxšārs (Heythuysen), schaar: sxār (Aijen, ... ), šār (Doenrade, ... ), schaard: sxārt (Kronenberg), sxē̜rt (Lottum), schalm: sxalm (Bree, ... ), šalm (As, ... ), schelp: schelp (Diepenbeek, ... ), schulp: schulp (Rummen  [(aan beide zijden buitenwaarts gekruld)]  ), šø̜̄lǝp (Tongeren), šø̜lp (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), vleugelkouter: vleugelkouter (Haelen) Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25] I-5
dubbeltje dubbeltje: dubbelche (Mesch), dubbelke (Heerlen), dubbelsje (Maastricht, ... ), dubbeltje (Baarlo, ... ), dubbeltjə (Holtum), dubbeltsje (Heugem, ... ), dòbbeltje (Weert), döbbelsje (Heugem, ... ), döbbeltje (Blerick, ... ), döbbeltsje (Heer), döbeltje (Meijel), dübbeltje (Herten (bij Roermond)), e dubbeltje (Echt/Gebroek, ... ), e döbbeltje (Maastricht), ee dubbeltje (Eygelshoven, ... ), een dubbeltje (Oirsbeek), ei dubbeltje (Beegden, ... ), ei döbbeltje (Boeket/Heisterstraat, ... ), ein dubbeltje (Baarlo, ... ), ein döbbeltje (Maasbracht, ... ), ein döbbeltsche (Valkenburg), en dubbeltje (Sittard, ... ), en döbbeltje (Oirlo, ... ), u dubbelsje (Wijk), ’n dubbelsje (Gronsveld), ’n dubbeltje (Klimmen, ... ), ’n dubbeltsje (Wijk), ⁄n döbbeltje (Tegelen, ... ), ⁄ne dubbeltje (Grevenbicht/Papenhoven), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  döbbelsje (Maastricht), Algemene opmerking: deze vragenlijst/dit antwoord zo letterlijk mogelijk overgenomen, dus niet omgespeld!  döbbelsje (Maastricht), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  dubbelsje (Ulestraten), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  ’n dubbeltje (Klimmen), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  ’n dubbeltsje (Eijsden), ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.  dubbeltje (Kinrooi), ps. omgespeld volgens Frings.  dobəltšə (Opglabbeek), dybəltšə (Hoeselt, ... ), døbəlkə (Hamont), døbəltšə (Maaseik, ... ), døͅbəlkə (Kaulille, ... ), dəbbəlkə (Lanklaar), dəbəlkə (Neerharen), dəbəltšə (Smeermaas), ə døbəltjə (Teuven), ə døbəltšə (Stokkem), əvdøbəlšə (Maaseik), əvdøbəltšə (Maaseik), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik geïnterpreteerd als een "glottishslag".  døbəltʔə (Zichen-Zussen-Bolder), ps. omgespeld volgens IPA.  døͅbəltʔə (Rotem), dubbie: dubbie (Sittard), geitenoogje: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  geite-uigske (Ulestraten), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  e geite-uigsjke (Klimmen), grosch (<du.): Opm. Germanisme.  grosch (Roosteren), nietje: neetsje (Vlodrop), pietje: pietje (Hoensbroek, ... ), spitsboefje: spitsbeufje (Kerkrade), tien cent: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  tīēn sang (Mechelen), ps. omgespeld volgens Frings.  tīn seͅnt (Hasselt), tien-centstuk: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  tieèn cent sjtök (Welten), ps. omgespeld volgens Frings.  tīənseͅntstēͅk (Bree), tien-centstukje: ee tieëncentstükske (Heerlen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  tiēn cent schtukske (Mechelen), willempje: ee wullemke (Hoensbroek), willemke (Urmond) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duf worden verdoffen: vǝrdo.fǝ (Zonhoven), vǝrdofǝ (As, ... ), vǝrdufǝ (Genk), vermoffen: vǝrmufǝ (Beverst, ... ), versmotsen: vǝrsmotsǝ (Diepenbeek, ... ), vǝrsmutsǝ (Beverst, ... ) Duf worden, gezegd van meel. [JG, 1a] II-3
duffel duffel: duffel (Bocholt, ... ), døfǝl (Boorsem, ... ), dø̜fǝl (Weert), duffeljas: dø̜fǝljas (Eigenbilzen) Dikke wollen stof met lang haardek. [N 62, 90; N 59, 201; MW] II-7
duidelijk duidelijk: dudelig (Heerlen), dudelik (Gronsveld, ... ), duidələk (Meeuwen), dutelik (Maastricht), dŭŭtələk (Meeswijk), déúdələk (Zonhoven), Iech (h)èb ¯et ¯em kliër èn dèèdelek gezee.d: Ik heb het hem klaar en duidelijk gezegd  dèèdelek (Hasselt) duidelijk || duidelijk, gemakkelijk te begrijpen, klaar, helder || duidelijk, klaar, begrijpelijk III-1-4