20871 |
amandel |
almandel:
almandel (Q095p Maastricht),
amandel:
amai̯ndəl (Q284p Eupen),
amandel (P047p Loksbergen),
ama‧i.ndəl (Q284p Eupen),
ámāndəl (P176p Sint-Truiden),
Bittere zeute ammanjele Zelf ammanjele pelle is n hèls werk
amma:njel (L329p Roermond),
mandel (du.):
mandel (Q113p Heerlen, ...
Q095p Maastricht),
man’del (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
De amandele laote sjnieë: de amandelen laten knipen
mandel (Q020p Sittard)
|
amandel [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || amandel (vrucht) || Mandel
III-2-3
|
30810 |
ambacht van schoenmaker |
het schoesteren:
ǝt šustǝrǝ (Q253p Montzen),
schoenmaker:
šunmākǝr (L265p Meijel),
šōnmę̄kǝr (Q018p Geulle, ...
L293p Roggel),
schoenmakersstiel:
schoenmakersstiel (K278p Lommel),
schoensvak:
šoŋsfax (Q121c Bleijerheide),
schoester:
sxustǝr (L266p Sevenum),
šustǝr (Q027p Doenrade, ...
L293p Roggel),
schoestergilde:
sxustǝrgeldǝ (L267p Maasbree),
schoestersvak:
sxustǝrsvak (L163a Milsbeek),
šustǝšfax (Q121c Bleijerheide),
stiel:
stil (L417p As)
|
[N 60, 221a]
II-10
|
25955 |
ambachten |
ambachten:
ambaxtǝn (L355p Peer),
op ambacht gaan:
ǫp ambax ˲gon (L318a Keent)
|
Diverse werkzaamheden in de molen uitvoeren zoals zeilen repareren en molenstenen scherpen. [A 42 A, 50 add.]
II-3
|
28415 |
ambrosiuskorf |
ambrosius:
ambrosius (L294p Neer),
ambrosiuskaar:
ambrusiǝskār (L289p Weert),
ambrōsiǝsko.ar (Q071p Diepenbeek),
ambrosiuskorf:
ambrosiuskorf (L384p Herkenbosch),
ambrōsiǝskørf (L372p Maaseik),
ambrōsiǝskø̜rf (P120p Alken, ...
Q019p Beek,
P107p Geetbets,
L246p Horst,
L210p Venray),
ambrōsiǝskø̜rǝf (L414p Houthalen),
ambǫwsiǝskø̜rǝf (P176p Sint-Truiden),
bisschopkorf:
beskǫpkɛrf (Q002p Hasselt),
bisschopskorf:
bisschopskorf (L428p Born)
|
Korf die een afbeelding is van bisschop Ambrosius, de patroon van de imkers. De korf wordt op deze wijze vervaardigd, meer als eerbetoon aan de H. Ambrosius of als curiositeit dan als een vorm die maatgevend of modern is. Hij dient om de zegen van de patroon van de imkers af te roepen. [N 63, 3f]
II-6
|
27698 |
ambtenaar |
aangestelde:
āgǝštɛldǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Winterslag, Waterschei]),
ambtenaar:
ambtenaar (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
amtǝnę̄r (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, ... [Zwartberg]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
beambte:
beambte (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Julia]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Domaniale, Wilhelmina]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
bǝamtǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I]
Q119p Eygelshoven
[(Laura / Julia)]
, [Domaniale]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV / Emma)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV, Emma]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Laura, Julia]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
bediende:
bediende (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Eisden]
Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Winterslag, Waterschei]),
bǝdēndǝ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Zwartberg, Eisden]
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Eisden]),
bureauman:
byroma.n (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Laura, Julia]),
bǝroma.n (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zolder]),
die met die witte anzüge:
dī met di wisǝ a.ntsøx (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
die met kraag en binde:
dī met krāx ɛn bint (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Julia]),
employé:
employé (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Zolder]),
heren:
h˙ērǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Domaniale]),
hoge heren:
huǝx hērǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kantoorpik:
kantoorpik (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale]),
pennelekker:
pɛnǝlɛkǝr (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Emma]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
schrijver:
šrīvǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma])
|
Het algemene woord voor de ambtenaar op de mijn. Een woordtype als "pennelekker" is echter spottend bedoeld. Een schrijver zit op kantoor. [N 95, 140; monogr.]
II-5
|
27524 |
ambtenaar van het staatstoezicht |
einfahrer:
ajnfarǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
einfahrer (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
ęjnfarǝr (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
inspecteur de mine:
enspɛktø̄r dǝ men (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
inspecteur van de staat:
inspecteur van de staat (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale]),
inspektor:
enšpɛktǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Zwartberg])
|
Controlerend technisch ambtenaar van het Staatstoezicht. Volgens de informant uit Q 113 kon de "Einfahrer" altijd en onaangekondigd komen. De hoofdopzichter werd in een dergelijk geval door de portier per telefoon gewaarschuwd en die waarschuwde de afdeling. [N 95, 166]
II-5
|
28574 |
amerikaans vuilbroed |
amerikaans vuilbroed:
amērikāns vulbrōt (L371a Geistingen),
broedpest:
brutpɛst (K317a Kerkhoven)
|
Broedpest. Zie de toelichting bij het lemma Europees Vuilbroed. Het Amerikaans vuilbroed tast in hoofdzaak het gesloten broed aan. De zegels zinken in en vertonen gaatjes. De aangetaste celinhoud is tot slijmerige draden te trekken. Onder het misvormde celdeksel liggen de poppen dood op hun rug. Het is een zeer besmettelijke en gevaarlijke bijenziekte. Het melden van deze ziekte is wettelijk verplicht. [N 63, 27]
II-6
|
19815 |
ameubelement |
meubelement:
møかləmaŋ (Q121e Kaalheide/Onderspekholz)
|
ameubelement
III-2-1
|
19740 |
ameublement |
ameublement:
amø͂ͅbləmeͅ.nt (Q002p Hasselt),
\'n eikehoute meubelement
a:mmuibelement (L329p Roermond),
Fr. ameublement
amø͂ͅbləmeͅ.nt (Q002p Hasselt),
eetplek:
ētplak (P176p Sint-Truiden),
huiskamerameublement:
hoeskamerammuibelement (L329p Roermond),
huiskamermeublement:
hoeskamermuibelement (L329p Roermond),
meublement:
meublemint (Q095p Maastricht),
mubblement (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
møかləmaŋ (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
\'n eikehoute meubelement
muibelement (L329p Roermond),
¯n aajd meublemint verkoupe
meublemint (Q095p Maastricht),
salle è manger (fr.):
sàllëmōozjée (Q162p Tongeren),
Fr. salle à manger
sàllëmôozjé (Q162p Tongeren),
salon:
sàllōo (Q162p Tongeren),
sàllôo (Q162p Tongeren),
Ich mòt mich ne nouwe selón k؉.pe: ik moet me een nieuw salonameublement aanschaffen
selón (Q001p Zonhoven),
salonnetje:
saloͅnəʔən (K278p Lommel),
slaapkamer:
slōpkōͅmər (P176p Sint-Truiden),
slaapkamerameublement:
sjlaopkamerammuibelement (L329p Roermond),
slaapkamermeublement:
sjlaopkamermuibelement (L329p Roermond)
|
ameubelement || ameublement || de meubels in een salon || huiskamerameublement || meubels van de eetkamer || meubels van slaapkamer || meubels voor de eetkamer, huiskamerameublement || meubilering || meublement || salonameublement || salonmeubels || slaapkamerameublement
III-2-1
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
(am)pulle (Q207p Epen),
ampoele (L317p Bocholt, ...
P197p Heers,
Q247p Sint-Martens-Voeren),
ampoelen (Q086p Eigenbilzen),
ampoelle (P219p Jeuk, ...
P176p Sint-Truiden),
ampōēle (Q011p Boorsem),
ampul (L360p Bree, ...
Q202p Eys,
L352p Hechtel,
L376p Linne,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ampulle (L295p Baarlo, ...
Q211p Bocholtz,
Q086p Eigenbilzen,
L371a Geistingen,
L429p Guttecoven,
L328p Heel,
L328p Heel,
Q187a Heugem,
Q039p Hoensbroek,
L426z Holtum,
L426z Holtum,
L325p Horn,
L414p Houthalen,
L320b Kelpen,
L298p Kessel,
Q111p Klimmen,
L432a Koningsbosch,
Q112c Kunrade,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
L383p Melick,
L382p Montfort,
L433p Nieuwstadt,
L216p Oirlo,
L416p Opglabbeek,
L288a Ospel,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q020p Sittard,
L423p Stokkem,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L245b Tienray,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L386p Vlodrop,
L386p Vlodrop,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
L289p Weert,
Q104p Wijk),
ampulle, ampölle (Q095p Maastricht),
ampullen (L282p Achel, ...
Q071p Diepenbeek,
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L209p Merselo,
L371p Ophoven,
Q013p Uikhoven,
Q001p Zonhoven),
ampullə (P047p Loksbergen),
ampŭl (Q117p Nieuwenhagen),
ampŭllə (Q095p Maastricht),
ampöl (Q111p Klimmen, ...
Q032b Sweikhuizen),
ampölle (Q027p Doenrade, ...
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
Q121p Kerkrade,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
Q197a Terlinden,
Q101p Valkenburg),
ampølə (L265p Meijel),
ampøͅl (L382p Montfort),
ampøͅllə (L293p Roggel),
ampøͅlə (L295p Baarlo, ...
L381p Echt/Gebroek,
L320a Ell),
ampülle (Q095p Maastricht),
de ampul (Q203p Gulpen),
de ampulle (Q111p Klimmen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
àuspóele (P176p Sint-Truiden),
ampulletjes (<lat.):
ampullekens (Q001p Zonhoven),
kannetje voor water en wijn:
kenke veur water en wien (L270p Tegelen),
kannetjes:
de kennekes (Q162p Tongeren),
kenke (L266p Sevenum),
kenkes (L318b Tungelroy),
kennekes (L312p Neerpelt),
kentjes (Q112b Ubachsberg),
potjes:
de pötsjes (Q162p Tongeren),
petjes (L415p Opoeteren),
peͅtjəs (L416p Opglabbeek),
pètjes (Q086p Eigenbilzen),
pötjes (K353p Tessenderlo),
pøͅtəkəs (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
pɛtjes (P219p Jeuk),
pullen (<lat.):
de pølə (Q253p Montzen),
pulle (L300p Beesel, ...
L192a Siebengewald),
pälle (Q016p Lutterade),
pøͅlə (L295p Baarlo, ...
L265p Meijel,
L299p Reuver),
water- en wijnkannetje:
waoter en het wienkanneke (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
water- en wienkenneke (Q095p Maastricht),
water- en wijwaterkannetje:
het water en t wijwaterkenneke (L355p Peer),
wijn- en waterkannetje:
wien en waterkenke (L266p Sevenum),
wijnpotje:
wēējən pəttəkə (P047p Loksbergen)
|
De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|