30124 |
profielbalken |
aanzetbalken:
ānzęt˱bɛlǝk (L290p Panningen),
balken:
bɛlǝk (Q111p Klimmen),
centerbalken:
sentǝrbɛlǝk (Q019p Beek, ...
Q097p Ulestraten),
d.i.n.-balken:
denbɛlǝk (L432p Susteren),
draagbalken:
drāx˱balǝkǝ (L321p Neeritter),
drāx˱bɛlǝk (L270p Tegelen),
dragers:
drēgǝrs (L382p Montfort),
gewelfbalkjes:
gǝwø̜lfs˱bɛlǝkskǝs (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
gewelfdragers:
gǝwęlǝf˱drāgǝš (Q039p Hoensbroek),
i-balken:
ībɛlǝk (Q121c Bleijerheide),
ijzeren balken:
īzǝrǝ balǝkǝ (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
īzǝrǝ bɛlǝk (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen,
L318b Tungelroy),
ijzeren dragers:
īzǝrǝ drāgǝrs (L163p Ottersum),
ijzergewelfbalken:
̇īzǝrgǝwø̜lf˱bɛlǝk (L330p Herten),
legers:
lęjgǝrs (L364p Meeuwen),
ontlastingsbalken:
ontlasteŋs˱bɛlǝk (L265p Meijel),
plafondbaddingen:
plafǫnbadeŋǝ (Q095a Oud-Caberg),
poutrelles:
patrels (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
putrɛl (Q013p Uikhoven),
putrɛls (Q095p Maastricht),
pǝtrels (Q019p Beek, ...
Q095p Maastricht,
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert,
L318b Tungelroy),
pǝtręls (K353p Tessenderlo),
pǝtrɛl (L414p Houthalen, ...
P176p Sint-Truiden,
Q013p Uikhoven),
pǝtrɛls (L320a Ell, ...
Q202p Eys,
K278p Lommel,
Q020p Sittard,
L289p Weert),
poutrelletjes:
pǝtrɛlǝkǝs (Q003p Genk),
ribben:
rebǝ (L210p Venray),
schenen:
šenǝ (Q202p Eys, ...
Q121p Kerkrade),
šęnǝ (Q121p Kerkrade),
u-balken:
ȳbɛlǝk (L318b Tungelroy)
|
IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.]
II-9
|
30065 |
profielen |
geschaafde kepers:
gǝsxǭf˱dǝ kęjpǝrs (P176p Sint-Truiden),
hoekpalen:
hōkpø̜̄l (Q028p Jabeek),
paaltjes:
pęlkǝs (Q001p Zonhoven),
palen:
pōlǝ (P176p Sint-Truiden),
planken:
plɛŋk (L360p Bree),
profielen:
profil (L291p Helden, ...
Q100p Houthem,
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden,
Q101p Valkenburg),
profilǝ (Q019p Beek, ...
Q207p Epen,
Q018p Geulle,
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L163p Ottersum,
Q098p Schimmert,
L318b Tungelroy,
Q117a Waubach,
L289p Weert),
provilǝ (L432p Susteren, ...
L270p Tegelen),
prōfilǝ (L316a Lozen, ...
Q099q Rothem),
prǝfelǝ (Q083p Bilzen),
prǝv ̇ilǝ (L290p Panningen),
prǫfelǝ (Q083p Bilzen),
prǫfilǝ (Q121c Bleijerheide, ...
Q202p Eys,
Q113p Heerlen),
prǫfilǝn (Q013p Uikhoven),
prǫvilǝ (Q113p Heerlen),
prɛvilǝ (L210p Venray),
pǝrfelǝ (Q083p Bilzen),
pǝrfilǝ (Q097p Ulestraten),
pǝrvil (L320c Haler),
pǫrfil (Q198a Mesch),
%%de volgende opgaven zijn enkelvoud%%
prǫfil (L414p Houthalen),
profielpalen:
profīǝlpø̜̄ǝl (Q039p Hoensbroek),
pǫrfilpaǝlǝn (K278p Lommel),
profiels:
profels (L364p Meeuwen),
profils (L320a Ell, ...
L382p Montfort,
L321p Neeritter),
provils (L292p Heythuysen),
prǫfels (Q090p Mopertingen, ...
K353p Tessenderlo),
prǫfils (L364p Meeuwen),
pørfels (K353p Tessenderlo),
pǝrfīls (Q003p Genk)
|
Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.]
II-9
|
31448 |
profielijzerschaar |
profielscheer:
profilšīr (L291p Helden
[(idem)]
, ...
L290p Panningen
[(voor staven)]
),
profilšīǝr (L321p Neeritter)
|
Soort metaalschaar waarmee staven met een bijzondere doorsnede geknipt kunnen worden. [N 33, 265]
II-11
|
29496 |
profielmal |
afdraaihoutje:
af˱drɛ̄jhø̜̜̄̄ltjǝ (L163p Ottersum),
kaliber:
kalibǝr (Q095p Maastricht),
klipǝr (Q095p Maastricht),
veer:
vē̜r (L163p Ottersum)
|
Houten voorwerp waarin de vorm van randen van de bodem van de potten is uitgesneden. Bij het afdraaien verkrijgt men zo de gewenste inkerving aan de onderzijde van het produkt. Zie ook afb. 8. [N 49, 34b; monogr.]
II-8
|
32107 |
profielschaaf |
deurmolureschaaf:
dø̄rmǫlȳrsxǭf (K317p Leopoldsburg),
duiveljager:
dȳvǝljē̜gǝr (L385p Sint Odilienberg, ...
Q015p Stein),
duivelsjager:
dȳvǝlsjē̜gǝr (Q018p Geulle),
duivenjager:
dūvǝjē̜gǝr (Q121c Bleijerheide),
fitsenlijstschaaf:
fetšǝlīsšāf (Q204a Mechelen),
holletje:
hø̜̄lkǝ (Q015p Stein),
knoopschaaf:
knupsxǭf (K317p Leopoldsburg),
kraalschaaf:
kralšāf (Q015p Stein),
krālšāf (Q121c Bleijerheide, ...
L385p Sint Odilienberg),
krǭlsxāf (L163p Ottersum),
kreus:
krø̄s (L421p Dilsen),
kreusschaaf:
krø̄ssxǭf (K317p Leopoldsburg),
lijstenschaaf:
l ̇īstǝšāf (Q119p Eygelshoven),
līstǝšāf (L330p Herten, ...
Q204a Mechelen,
Q015p Stein),
lijstschaaf:
lēsšǭf (Q083p Bilzen),
lęjstsxǭf (K317p Leopoldsburg),
moulureschaaf:
mulȳrsxǭǝf (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
mǫlȳrsxǭf (K317p Leopoldsburg),
nottenschaaf:
nǫtǝsxǭf (K317p Leopoldsburg
[(voor vensterramen)]
),
ogiveschaaf:
ǫšifšāf (L421p Dilsen),
ojief:
ojif (Q121c Bleijerheide),
ojīf (L299p Reuver),
ōjif (L385p Sint Odilienberg),
ojiefschaaf:
ajifsxāf (L163p Ottersum),
ojifšāf (L387p Posterholt),
ōjīfšāf (L270p Tegelen),
omgedraaide duiveljager:
omgǝdrɛjdǝ dȳvǝljē̜gǝr (L385p Sint Odilienberg),
papegaaienbek:
papajęjǝbɛk (Q121c Bleijerheide),
papǝgājǝbɛk (Q204a Mechelen),
papegaaienbekschaaf:
papǝgājǝnbɛksxāf (L163p Ottersum),
pǭpǝgǭjǝbɛkšǭf (Q083p Bilzen),
profielenschaaf:
prǫfilǝsxǭf (K317p Leopoldsburg),
profielschaaf:
profilsxāf (L163p Ottersum, ...
L271p Venlo),
profilšāf (Q121c Bleijerheide, ...
Q018p Geulle,
L330p Herten,
L387p Posterholt,
L299p Reuver),
prǝfilšāf (Q204a Mechelen),
prǫfilšāf (Q071p Diepenbeek, ...
L421p Dilsen),
profielschaafje:
prōfilšē̜fkǝ (L385p Sint Odilienberg),
quart-de-rondschaaf:
kwardrǭsxǭf (K317p Leopoldsburg),
kārdrǭsxǭf (K317p Leopoldsburg),
raamprofiel:
rāmprofil (L299p Reuver),
raamschaaf:
rāmšāf (Q121c Bleijerheide, ...
Q018p Geulle,
L299p Reuver),
verkeerde ojief:
vǝrkīrt˱ ojif (Q121c Bleijerheide),
verkeerde ojiefschaaf:
vǝrkērdǝ ajifsxāf (L163p Ottersum)
|
Schaaf waarmee een profiel wordt geschaafd. Zie ook afb. 153. Profielschaven bestaan in veel verschillende uitvoeringen, afhankelijk van het profiel dat geschaafd moet worden. De schaafbeitels en de schaafzolen van profielschaven hebben de tegenovergestelde vorm van het profiel, dat aangeschaafd moet worden. Zie ook de lemmata ɛprofielɛ, ɛkraalprofielɛ, ɛkwart-rondvormig profielɛ, etc.' [N 53, 74a-g; N 53, 75; monogr.]
II-12
|
32108 |
profielschaafbeitel |
beitel:
bęjtǝl (L299p Reuver),
lijstbeitel:
līst˱bęjtǝl (L421p Dilsen),
lijstenbeitel:
līstǝbētǝl (Q204a Mechelen),
moulurenschaafmes:
mǝlȳrǝsxǭfmɛs (K317p Leopoldsburg),
profielbeitel:
profilbęjtǝl (L271p Venlo),
profielmes:
prufilmɛts (Q121c Bleijerheide),
profielschaafbeitel:
profilšāfbęjtǝl (L330p Herten),
schaafbeitel:
šāf˱bęjtǝl (L299p Reuver),
šǭf˱biǝtǝl (Q083p Bilzen)
|
De schaafbeitel van een profielschaaf. [N 53, 55c]
II-12
|
31890 |
profielschuurblok |
contremoulure-tje:
kǫntǝrmǫlȳrkǝ (K317p Leopoldsburg),
geprofileerd schuurblokje:
gǝprǫfilērt šōrblø̜kskǝ (L421p Dilsen),
profielblokje:
profilblø̜kskǝ (L328p Heel),
profielschuurblokje:
profilsxōrblø̜kskǝ (L271p Venlo),
profielschuurcale:
profilšūrkal (L330p Herten),
schuurblok:
šūrblǫk (Q204a Mechelen),
schuurcale:
šūrkal (Q083p Bilzen)
|
Een schuurblok dat voorzien is van een contraprofiel, zodat er profielen en profiellijsten mee geschuurd kunnen worden. Zie ook afb. 61. [N 53, 148c]
II-12
|
19272 |
profiteren |
be-nutzen (< du.):
ausnutzen (du.)
bənótsə (L329a Kapel-in-t-Zand),
de kans hebben:
hij heeft just de kans (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
derbij ziehen (du.):
cf. VD (du.) s.v. I. ziehen 02. resultaat, effect hebben
dərbēͅ.i̯ zi.ə (Q202p Eys),
er kans op zien:
he hit er kans op gezien dat te doen (L352p Hechtel),
gebruik maken:
(gebruik maken) (P184p Groot-Gelmen, ...
P050p Herk-de-Stad),
(van de kans gebruik maken) (K278p Lommel),
er gebruujk va(n) maken (L282p Achel),
gebroek make (L386p Vlodrop),
gebruik maken (K359p Koersel),
gəbrōēk māākə (Q117p Nieuwenhagen),
gəbru:k maken (L314p Overpelt),
van de gelegenheid gebruik maken (L286p Hamont, ...
L286p Hamont,
L316p Kaulille),
van de gelegenheid gebruuk maken (L316p Kaulille),
van de kans gebruik maken (P055p Kermt),
van de kans gəbrīk mōkə (Q003p Genk),
van de kose gebrèk maken (P057p Kuringen),
van een schoone gelegenheid gebruik maken (K317a Kerkhoven),
van n occasie gebreujk maken (L282p Achel),
plukken:
plukken (Q015p Stein),
profijt hebben:
profiet hubbe (Q201p Wijlre),
profiteren:
(van de kans profiteeren) (L312p Neerpelt),
eh profeteede v.d. okowedje (P214p Montenaken),
er van profeteeren (L421p Dilsen),
frofitere (L318b Tungelroy),
hee profeteirt van d`occoize (P172p Wilderen),
hēͅj het van də ocaəsi gəproͅfətērt (L312p Neerpelt),
hij profeteert van ne kanst (L414p Houthalen),
hij profiteert van de gelegenheid (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
hè profiteerde van de occazie (K358p Beringen),
hé profeteerde ter van (P057p Kuringen),
ich profiteer van de gelegenheid (L312p Neerpelt),
pro.fət‧ēərə (Q202p Eys),
profe(n)tère (L362p Opitter),
profeteere (Q095a Caberg, ...
Q021p Geleen),
profeteerə (Q033p Oirsbeek),
profeteiren (L360p Bree),
profetere (L322p Haelen, ...
Q095p Maastricht,
L329p Roermond,
L329p Roermond),
profeteren (Q021p Geleen, ...
L292p Heythuysen,
Q196p Mheer),
profetereren (Q020p Sittard),
profetiere (L216p Oirlo),
profetjèrre (Q077p Hoeselt),
profetère (L360p Bree),
profetére (Q111p Klimmen),
proffenteere (L294p Neer),
proffeteere (L294p Neer, ...
K353p Tessenderlo),
proffeteire (L433p Nieuwstadt),
proffetere (Q002p Hasselt, ...
Q074p Kortessem,
L332p Maasniel,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum),
proffetiere (L210p Venray, ...
L289p Weert),
proffietere (Q121p Kerkrade),
proffiteerə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
proffitere (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
L322a Nunhem),
proffiteëre (Q117a Waubach),
proffitére (L267p Maasbree, ...
L271p Venlo),
proffəteerə (Q032p Schinnen),
proffətérə (Q171p Vlijtingen),
profieteere (Q095p Maastricht),
profietere (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
profietire (Q222p Vaals),
profiteere (Q202p Eys, ...
Q018p Geulle,
Q039p Hoensbroek,
Q016p Lutterade,
Q197p Noorbeek,
L266p Sevenum,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn),
profiteerə (Q109p Hulsberg, ...
Q095p Maastricht,
Q033p Oirsbeek),
profiteerən van d`occa.sie (K353p Tessenderlo),
profiteire (P219p Jeuk),
profitere (Q102p Amby, ...
Q019p Beek,
L330p Herten (bij Roermond),
L246p Horst,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L299p Reuver,
Q098p Schimmert,
Q015p Stein,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L271p Venlo,
Q112p Voerendaal),
profitere và (Q203p Gulpen),
profiteren (L428p Born, ...
Q086p Eigenbilzen,
L353p Eksel,
Q203p Gulpen,
L298a Kesseleik,
K317p Leopoldsburg,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
Q034p Merkelbeek,
L382p Montfort,
L371p Ophoven,
Q032p Schinnen),
profiterə (Q027p Doenrade, ...
L320b Kelpen),
profiterən (Q014p Urmond),
profiteèren (Q008p Vucht),
profiteëren (K314p Kwaadmechelen),
profitiere (L217p Meerlo, ...
L245b Tienray),
profitère (L364p Meeuwen),
profitèren (L362p Opitter),
profuteeru (Q035p Brunssum),
profəēͅrə (L367p Neerglabbeek),
profəntērə (Q010p Opgrimbie),
profəteerə (Q113p Heerlen, ...
L382p Montfort,
L299p Reuver),
profəterə (Q108p Wijnandsrade),
profətērə (L329a Kapel-in-t-Zand),
proofetēērə (L164p Gennep),
proofieteere (L387p Posterholt),
proofiteerə (Q095p Maastricht, ...
L329p Roermond),
prōōfiteerə (L328p Heel),
prŏfətēērə (Q117p Nieuwenhagen),
proͅfəterə (Q088p Lanaken),
proͅfətēͅrə (L364p Meeuwen),
pròfetieëre (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
pròfetéére (L417p As),
pròffetiere (L210p Venray),
pròffəteerə (Q095p Maastricht),
pròffətéərn (Q001p Zonhoven),
pròfəteiərən (K278p Lommel),
pròfətijrə (P047p Loksbergen),
pròfətéérə⁄ (Q035p Brunssum),
prófeteeëre (Q001p Zonhoven),
próffete:re (L329p Roermond),
próffĭĕteerə (Q038p Amstenrade, ...
Q095p Maastricht),
prófĭĕteerə (L265p Meijel, ...
L432p Susteren,
L271p Venlo),
prófĭĕtêêrə (L286p Hamont),
prófənteerə (L424p Meeswijk),
prófəteerə (Q207p Epen, ...
L424p Meeswijk),
prófətéérə (L364p Meeuwen),
prôffetere (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
prôofetêêre (L331p Swalmen),
t er van profiteeren (P050p Herk-de-Stad),
van d oka͂zə proͅfətēͅrə (P176p Sint-Truiden),
van d okōͅsə profətērə (P050p Herk-de-Stad),
van d`occaozie profeteere (K317a Kerkhoven),
van d`occasie profieiren (Q003p Genk),
van d`occasie profiteere (K359p Koersel),
van d`occasie profiteeren (L372p Maaseik, ...
L368p Neeroeteren,
K357p Paal),
van d`occasiej profəteijərə (K353p Tessenderlo),
van d`occazie proffetèren (L415p Opoeteren),
van d`occōͅize profetēeren (Q071p Diepenbeek),
van d`okazie profiteejeren (K353p Tessenderlo),
van d`okhôgə profətèrən (Q086p Eigenbilzen),
van d`okkasiej profəteijərə (K353p Tessenderlo),
van d`okoasie profetére (Q003p Genk),
van d`oͅkajžə proͅfətejrə (P120p Alken),
van d`oͅka͂žə profətērə (Q001p Zonhoven),
van dacoəzə profətijərə (P195p Gutshoven),
van daiə kans profiteere (P117p Nieuwerkerken),
van de gelegeheid profeteere (P181p Muizen),
van de gelegenheid "profəteeren (K360p Heusden),
van de gelegenheid profeteere (L372p Maaseik),
van de gelegenheid profeteeren (L282p Achel, ...
K359p Koersel,
Q012p Rekem,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
van de gelegenheid profeteĕren (L316p Kaulille),
van de gelegenheid profeteêren (L358p Reppel),
van de gelegenheid profiteeren (Q003p Genk, ...
Q152p Kerniel,
L312p Neerpelt,
L312p Neerpelt,
P117p Nieuwerkerken,
L314p Overpelt),
van de gelegenheid profiteiren (K314p Kwaadmechelen),
van de geleigenheid profiteeren (Q096c Neerharen),
van de gelègenheid proffiteeren (L352p Hechtel),
van de gelègenheid proffitère (L360p Bree),
van de kaans profiteeren (L286p Hamont),
van de kans profeteeren (L352p Hechtel),
van de kans profetère (L417p As),
van de kans profetèren (L415p Opoeteren),
van de kans proffeteejeren (K278p Lommel),
van de ocazie proffeteere (L368p Neeroeteren),
van de occaoche profitièren (Q074p Kortessem),
van de occaose profeteeire (Q078p Wellen),
van de occaosje profətjerən (Q084p Waltwilder),
van de occaozje profiteeren (Q073p Wimmertingen),
van de occaoəse profitieəre (P188p Hoepertingen),
van de occasie profeteeren (L352p Hechtel, ...
L355p Peer),
van de occasie profiteere (Q007p Eisden),
van de occasie profiteeren (Q003p Genk, ...
L372p Maaseik,
L372p Maaseik,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L368p Neeroeteren),
van de occasie profiteère (L360p Bree),
van de occasjie profiteeren (Q088p Lanaken),
van de occausie profetiejren (Q079a Wintershoven),
van de occazie profetéren (L317p Bocholt),
van de occādje profeteere (Q002p Hasselt),
van de occoaje profeteire (P176p Sint-Truiden),
van de occoasie profĕtère (Q005p Zutendaal),
van de occose profeteeren (Q072p Beverst),
van de occosje profeteire (P176p Sint-Truiden),
van de occossie profeteire (P176p Sint-Truiden),
van de occože proffetjēren (Q077p Hoeselt),
van de occâze profitēͅrə (P193p Mettekoven),
van de okaje profeteren (Q002p Hasselt),
van de okaje proffitiejere (P121p Ulbeek),
van de okazie profeteeren (K278p Lommel),
van de okkaje profeteere (Q002p Hasselt),
van de okkause profeteere (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
van de okkaze profiteeren (P055p Kermt),
van de okkazie profeteeren (L368p Neeroeteren),
van de okkazje proffeteeren (P184p Groot-Gelmen),
van de okkeadje profiteere (P219p Jeuk),
van de okkoge profetiēre (Q162p Tongeren),
van de okkosje profiteiëre (Q083p Bilzen),
van de əccaeuze proffetiəre (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
van den uigenblik proffetèren (L358p Reppel),
van dij occa-essie proffeti-erren (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
van dij occasie profeteeren (L422p Lanklaar),
van dokasi profətērə (L423p Stokkem),
van dokazi profəterən (K361p Zolder),
van dokōižən profətiēərən (Q071p Diepenbeek),
van dokø͂ͅəzə profetēərə (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
van də gəle.gənhɛit profiterən (L314p Overpelt),
van də gəleəgənɛit profəterən (L421p Dilsen),
van də gəlēͅgənheit proͅfitēͅrə (L360p Bree),
van də gəlijgənhijt profitērə (Q088p Lanaken),
van də gəlègənhɛit profəterən (L312p Neerpelt),
van də oko.žə profəte.rə (Q172p Vroenhoven),
van də oͅkāzi proͅfətēͅrə (L416p Opglabbeek),
van dəkōžə profətīrə (Q156p Borgloon),
van ne kans profəteerə (K359p Koersel),
vanne kans profetère (L360p Bree),
vən də gəlègənhid profəterən (L312p Neerpelt),
#NAME?
heeje profiteert goed van da (P188p Hoepertingen),
(lange e).
profitēre (L381p Echt/Gebroek),
ai als in jamais.
van de accožje profetjairre (Q177p Millen),
Ik heb ervan geprofiteerd (uit iets voordeel trekken).
ich əp tə van geprofitairt (Q007p Eisden),
Te baat nemen.
van d`ókasi profətɛ:rə (Q003p Genk),
te baat nemen:
de gelegenheid te baat nemen (Q002p Hasselt),
uit-nutzen (< du.):
ōētnótsə (Q117p Nieuwenhagen),
uitbalen:
oeētbale (L330p Herten (bij Roermond)),
uitbuiten:
oeētbuite (L330p Herten (bij Roermond)),
voordeel trekken:
veurdeil d⁄r oet trèkke (Q095p Maastricht),
veurdeil trekke (L321a Ittervoort)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] || goed, nuttig gebruik maken van || profiteren || profiteren, voordeel of nut trekken van || Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
27588 |
promotie maken |
bevorderd werden:
bǝfø̜rdǝrt wēǝdǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
bǝvøǫrdǝrt wēǝdǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
bǝvø̄ǝdǝrt wēǝdǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
bǝvø̜rdǝrt wēǝdǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
, ... [Laura, Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
bǝvø̜rdǝrt wē̜rǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, ... [Emma]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
bevorderd zijn:
bevorderd zijn (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei]),
chef gemaakt worden:
chef gemaakt worden (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
een aanstelling krijgen:
eŋ āštɛluŋ krījǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
get meer werden:
gɛt mīǝ wēǝdǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
jɛt mīǝ wēǝdǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
hogerop komen:
huǝjǝrop komǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Willem-Sophia]),
meer loon krijgen:
%%zinnetje%%
dǝ ki.s m˙iǝ l˙uǝn (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Eisden]),
meer werden:
miǝ wēǝdǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Emma]),
opklimmen:
opklømǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
opwerken:
opwerken (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
promotie maken:
promoši mākǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
promōsi mākǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
promoveren:
promoveren (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
promovērǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
, ... [Laura, Julia]
L374p Thorn
[(Maurits)]
, [Emma]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
verhoogd worden:
verhoogd worden (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei])
|
In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003]
II-5
|
18221 |
pronken |
aansteller (zn.):
āānsjtéllər (L299p Reuver),
afsteken:
afsteekə (P047p Loksbergen),
beugelen?:
[met ontronding eu > ee]
bégele (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
blinken:
blinke (L191p Afferden),
de genre uithangen:
zjaar = genre.
də ža:r øͅthaŋən (K278p Lommel),
de grote jan uithangen:
de grutte jan oathange (L352p Hechtel),
de jan-mijn-voeten:
Eig. kloeëten.
de jan mèn vuut oathangen (L352p Hechtel),
de kale jan uithangen:
de kale jan oethange (L369p Kinrooi),
er mooi uitzien:
der mŏj uitzien (L164p Gennep),
fat (zn.):
fat (Q095p Maastricht),
geuren:
geure (L271p Venlo),
grinden:
? WNT: grinden (III), Wellicht niet anders dan een bijvorm van grinnen, grijnzen.
grĕntjen (Q014p Urmond),
groot (bn.):
grāōt (L432p Susteren),
groots (bn.):
greüetsj (Q201p Wijlre),
gruëtsj (Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
grêûtsj (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
groots doen:
gröts doen (L210p Venray),
groots zijn:
greets zien (Q086p Eigenbilzen),
(zien = zijn).
greets zien (Q086p Eigenbilzen),
grootse stinker (zn.):
gruutse stinker (L267p Maasbree),
grootserik (zn.):
greutserik (L331p Swalmen),
grootshans (zn.):
greetshans (Q171p Vlijtingen),
hem snijden:
Opm. bijv. hê sniejt m vandaag = hij prijkt met een nieuw pak.
⁄m snieje (L427p Obbicht, ...
L427p Obbicht),
hovaardig:
hoevaedeg (Q202p Eys),
in het oog lopen:
As ge in `t oewehg wilt loewehpen zijde of hiejel fijn gekliejeht of ne sloddervos.
in `t oewehg lōēwehpen (L355p Peer),
kaal doen:
koal duun (Q005p Zutendaal),
kaal zijn:
kowel zeen (Q078p Wellen),
kwakkel:
kwāākələ (L300p Beesel),
kwekkelen:
kwegkele (L329p Roermond),
ogen uitsteken:
Spelling: <`> = sjwa.
oe:ge oe:tstae:ke (L316p Kaulille),
opdirken:
opdirke (L381p Echt/Gebroek),
opdoffen:
opdoeffə (L328p Heel),
opgedirkt:
o.p˃gəd‧erəkt (Q203b Ingber),
opgedirk (Q019p Beek, ...
Q096b Itteren),
opgedirrik (Q102p Amby),
opgədirkt (L382p Montfort),
opgədirrək (Q095p Maastricht),
òpgədirk (Q095p Maastricht),
opgedoft:
opgedof wie ene sjelleboum (Q016p Lutterade),
opgədoft (L329p Roermond),
opgədóf (Q014p Urmond),
opgemaakt:
o.p˃gəma.k (Q203b Ingber),
opgemaak (Q095p Maastricht),
opgetut:
o.p˃gətø.t (Q202p Eys),
opgezet:
opgezet lope (Q080p Vliermaal),
opmaken:
zich opmake (L299p Reuver),
opscheppen:
opschöppe (L271p Venlo, ...
L289p Weert),
opsjuppe (Q095p Maastricht),
opsjöpə (Q095p Maastricht),
opsjüppe (L433p Nieuwstadt),
ópsjuppə (L265p Meijel),
opschepper:
opschupper (L265p Meijel),
opschepperig (bn.):
opsjöperich (L432p Susteren),
optutten:
zich optutte (L374p Thorn),
opvallend:
op vallend (Q222p Vaals),
opzetten:
zich opzètten (L353p Eksel),
paraderen:
paradjère (Q178p Val-Meer),
peredjèrre (Q077p Hoeselt),
párádièrrë (Q162p Tongeren),
Van iemand die zich graag duur kleedt: sjeitkont, sjeiter, sjisji, prauspot, grutshans (pochhans, iem. met hoge dunk van zichzelf).
parrediëre (Q083p Bilzen),
paraderen (<fr.):
pareteire (P176p Sint-Truiden),
pareren (<fr.):
pareire (P176p Sint-Truiden),
parere (Q095p Maastricht),
praal:
(dit geldt alleen voor een vrouw!).
prel (L322a Nunhem),
pralen:
prale (Q034p Merkelbeek),
praole (Q095p Maastricht),
prāōlə (Q117p Nieuwenhagen),
proale (L300p Beesel),
prààlə (L271p Venlo),
prèllə (L329a Kapel-in-t-Zand),
Opm.: praole is min of meer litteraire taal, het gewone woord is pronke.
praole (Q095p Maastricht),
prijken:
prieeke (L289p Weert),
prieke (L250p Arcen, ...
L333p Asenray/Maalbroek,
L269p Blerick,
Q096a Borgharen,
L434a Broeksittard,
L431p Dieteren,
Q203p Gulpen,
L328p Heel,
L330p Herten (bij Roermond),
L325p Horn,
L320p Hunsel,
L298p Kessel,
L377p Maasbracht,
Q095p Maastricht,
L383p Melick,
Q196p Mheer,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
Q118p Schaesberg,
L268p Velden),
prieken (L216p Oirlo),
priekə (L331p Swalmen),
prijken (L381p Echt/Gebroek, ...
L380p Genooi/Ohé,
L379p Laak,
L364p Meeuwen),
prikə (L364p Meeuwen),
prīēke (L290p Panningen, ...
L329p Roermond),
prīēëkə (Q117p Nieuwenhagen),
pronk:
(o klank dof uitspreken).
pronk (L269p Blerick),
pronken:
bronke (Q207p Epen, ...
Q202p Eys,
Q203p Gulpen,
Q110p Heek,
Q105p Heer,
Q113p Heerlen,
Q022p Munstergeleen,
Q022p Munstergeleen,
Q032a Puth,
Q032a Puth,
L432p Susteren),
bronken (L325p Horn, ...
Q118p Schaesberg),
broonke (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
brŏnke (L432p Susteren),
brŏŏn-ke (Q208p Vijlen),
brònke (L360p Bree),
brónke (Q105p Heer, ...
Q121p Kerkrade),
proenke (P120p Alken, ...
Q083p Bilzen,
L380p Genooi/Ohé,
L379p Laak,
Q034p Merkelbeek),
proenkə (L429p Guttecoven),
pronke (Q102p Amby, ...
L250p Arcen,
L250p Arcen,
L295p Baarlo,
Q196a Banholt,
L327p Beegden,
L327p Beegden,
L300p Beesel,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L297p Belfeld,
Q103p Berg-en-Terblijt,
Q103p Berg-en-Terblijt,
L269p Blerick,
Q096a Borgharen,
L426p Buchten,
Q198p Eijsden,
Q018p Geulle,
Q203p Gulpen,
L328p Heel,
Q077p Hoeselt,
L321a Ittervoort,
L298p Kessel,
Q111p Klimmen,
Q104a Limmel,
Q104a Limmel,
Q016p Lutterade,
Q016p Lutterade,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
L267p Maasbree,
L267p Maasbree,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L383p Melick,
L209p Merselo,
Q196p Mheer,
L382p Montfort,
L294p Neer,
Q033p Oirsbeek,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
L378p Stevensweert,
L378p Stevensweert,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L210p Venray,
Q208p Vijlen,
L386p Vlodrop,
L289p Weert),
pronke(n) (Q030p Schinveld, ...
Q030p Schinveld),
pronken (L282p Achel, ...
Q102p Amby,
L428p Born,
Q096p Bunde,
L381p Echt/Gebroek,
L353p Eksel,
Q202p Eys,
Q170p Grote-Spouwen,
L165p Heijen,
L292p Heythuysen,
L216p Oirlo,
L371p Ophoven,
L371p Ophoven,
L387p Posterholt,
L387p Posterholt,
Q020p Sittard),
pronku (Q035p Brunssum),
pronkə (Q095p Maastricht, ...
L382p Montfort,
Q032p Schinnen,
L331p Swalmen),
proo.nke (L374p Thorn),
proongkə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
proonke (Q095a Caberg, ...
L164p Gennep,
Q193p Gronsveld,
Q193p Gronsveld,
L246p Horst,
Q096b Itteren,
Q188p Kanne,
L211p Leunen,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L245p Meterik,
Q196p Mheer,
L387p Posterholt,
Q187p Sint-Pieter,
Q091p Veldwezelt,
L213p Well,
L215a Wellerlooi,
L215a Wellerlooi,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
proonken (L385p Sint-Odiliënberg, ...
L385p Sint-Odiliënberg,
K361p Zolder),
proonkə (Q207p Epen, ...
Q095p Maastricht,
L329p Roermond),
proŋ?ən (K278p Lommel),
prōnke (L217p Meerlo, ...
L217p Meerlo,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L318b Tungelroy,
L210p Venray),
prŏĕnke (L430p Einighausen, ...
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert),
prŏnke (Q203p Gulpen, ...
L217p Meerlo,
L296p Steyl),
prŏnkə (Q117p Nieuwenhagen),
prŏŏn-ke (L215p Blitterswijck),
prŏŏnke (L191p Afferden, ...
L215p Blitterswijck,
L249p Grubbenvorst,
L249p Grubbenvorst,
L246a Swolgen),
prŏŏnken (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
prunke (L431p Dieteren),
prŭnke (L330p Herten (bij Roermond), ...
Q020p Sittard),
prònke (L360p Bree, ...
Q021p Geleen,
L322p Haelen,
L246p Horst,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
L268p Velden),
prònken (L325p Horn, ...
Q015p Stein),
prònkə (P047p Loksbergen),
pró:nke (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
próngkə (L432p Susteren),
prónke (L417p As, ...
Q113p Heerlen,
L320p Hunsel,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L329p Roermond,
Q020p Sittard,
L245b Tienray,
Q162p Tongeren),
prónkə (Q113p Heerlen, ...
Q032b Sweikhuizen,
L271p Venlo),
prônke (L320a Ell, ...
L330p Herten (bij Roermond),
L267p Maasbree,
Q099p Meerssen,
Q099p Meerssen,
L321p Neeritter,
Q098p Schimmert,
L271p Venlo),
prôonkə (L320b Kelpen),
prûnke (Q020p Sittard),
(o;bijna oo).
pronke (L271p Venlo),
b.v. (h)ië weur an t ~ bè zn noe kestím.
proe.nke (Q002p Hasselt),
b.v. ~ bè zn nou bròk.
prò.nke (Q001p Zonhoven),
gezegde: n opsnijjer.
pronken (L265p Meijel),
op den brøønk zètte brøønkappel
prŏŏnke (L248p Lottum),
Opm. de oe is kort.
proenke (L430p Einighausen),
ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).
prŏnke (L323p Buggenum, ...
L323p Buggenum),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
brŏanke (L429p Guttecoven),
prŏanke (L429p Guttecoven),
pronsen:
proezje (Q095a Caberg),
WNT: prons, Afl. pronsen niet passen, niet goed sluiten, van kleedingstukken. Vgl. pronselen.
proasen, zich - (Q082p Munsterbilzen),
proazen (Q001p Zonhoven),
protsen:
protsen (Q095p Maastricht),
schabbernak:
schabbərnak (P047p Loksbergen),
schijter (zn.):
schijter (L364p Meeuwen),
spiegelen:
sjpēēgələ (Q117p Nieuwenhagen),
spe.gələ (L364p Meeuwen),
speegələ (L416p Opglabbeek),
spegele (L417p As, ...
L360p Bree),
spiegelen (L164p Gennep),
spigələ (L424p Meeswijk),
[spiegelen]
spegele (L360p Bree),
afl. sub spiegel; b.v. bèt heur`n nouwe rè.nk ~.
spīē.gele (Q001p Zonhoven),
Spelling: <`> = sjwa.
spee:g`le (L316p Kaulille),
speeg`le (L317p Bocholt),
staatsen:
sjtatse (Q117a Waubach),
stensen:
[vgl. WNT: stensen, dwingen, pruilen]
sjtense (Q121p Kerkrade, ...
Q098p Schimmert,
Q101p Valkenburg,
Q117a Waubach),
sjtensen (Q032p Schinnen),
sjtensə (Q109p Hulsberg),
sjtènsə (Q027p Doenrade),
sjtèènsə (Q113p Heerlen),
sjténse (Q111p Klimmen),
sjténsə (Q038p Amstenrade),
Note v.d. invuller: stenser = iem. die pronkt, praalt, etc. [vgl. WNT: stensen, dwingen, pruilen]
sjtensə (Q112b Ubachsberg),
ps. woord is niet goed leesbaar! [vgl. WNT: stensen, dwingen, pruilen]
stensen ? (Q015p Stein),
stoefen:
(laupe te) stoe.fe (Q153p Gors-Opleeuw),
sjtōēvə (Q113p Heerlen),
stoefe (P120p Alken, ...
Q083p Bilzen,
Q002p Hasselt,
L352p Hechtel,
P188p Hoepertingen,
P219p Jeuk,
P057p Kuringen,
L372p Maaseik),
stoefen (L282p Achel, ...
Q071p Diepenbeek,
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L414p Houthalen,
P219p Jeuk,
K317a Kerkhoven,
Q240p Lauw,
K317p Leopoldsburg,
K278p Lommel,
Q082p Munsterbilzen,
P176p Sint-Truiden,
K353p Tessenderlo,
Q001p Zonhoven),
stoeffe (Q077p Hoeselt, ...
Q175p Riemst,
Q178p Val-Meer),
stoeffë (Q162p Tongeren),
stofe (L382p Montfort),
stoffen (L371a Geistingen, ...
L371p Ophoven),
stofən (K278p Lommel),
stoufe (P227p Vorsen),
stòffe (L372p Maaseik),
i.e. opscheppen.
stoeffe (Q083p Bilzen),
Spelling: <`> = sjwa.
stòffe (L317p Bocholt),
stóffe (L316p Kaulille),
stoeten:
sjtute (Q200p s-Gravenvoeren),
[sic, stoeten?]
stuuten (Q012p Rekem),
stolzieren (du.):
sjtoltseere (Q116p Simpelveld),
strontsen:
likt doa te stronse (Q003p Genk),
sjtrondse (Q112c Kunrade),
sjtronse (L426p Buchten),
sjtrōnsen (L433p Nieuwstadt),
sjtrŏntze (Q021p Geleen),
sjtrónse (Q020p Sittard),
sjtrónsə (Q113p Heerlen),
stronse (Q039p Hoensbroek),
strŏŏnze (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
štronse (Q035p Brunssum),
ten toon lopen:
tə toon loopən (P047p Loksbergen),
zich aanstellen gelijk een pauw:
zich aanstelle geli-jk ⁄n pàw (L417p As),
zich alles aan het lijf hangen:
ze.x ˂‧aləs ˂‧a gəlī.f ha.ŋə (Q202p Eys),
zich get menen:
zich get mienge (Q203b Ingber),
zich kleden voor op te vallen:
zich kleije vier op te valle (L360p Bree),
zich laten kijken:
zich laote kīēke (L318b Tungelroy),
zwansen?:
sjwanse (Q204a Mechelen)
|
#NAME? || in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen (pronken, prijken, spiegelen, pralen) [N 86 (1981)] || in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || met iets begerenswaardig staan te pronken || opgedirkt op straat flaneren || paraderen || pralen: vertoon maken, snoeven || pralen; pronken, opscheppen || prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)] || pronken, opscheppen || Pronken, prijken. In het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [stoefen, spiegelen, stansen] [N 114 (2002)] || pronken: pralen || stoefen: pronken met || vertoon maken, pronken
III-1-3
|