30419 |
zwaluwstaartinkepingen |
inkepingen:
enkēpeŋǝ (Q015p Stein),
nester voor zwaluwstaartverbindingen:
nɛstǝr vȳr šwalbǝrštats˲vǝrbinduŋǝ (Q121c Bleijerheide),
zwaluwstaart:
zwalgǝštɛrtǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Zwaluwstaartvormige inkepingen die aan de onderzijde van de treden worden aangebracht. Zij passen in eiken latjes van dezelfde vorm die met behulp van houtschroeven op de uitgezaagde boom zijn bevestigd. [N 55, 135a]
II-9
|
30420 |
zwaluwstaartlatten |
zwaluwlatjeren:
šwǫlǝblɛtšǝrǝ (Q121c Bleijerheide),
zwaluwstaartlatten:
zwarbǝlǝstɛrtlatǝ (Q015p Stein),
žwalgǝštɛrtlatǝ (L385p Sint Odilienberg)
|
Zwaluwstaartvormig geschaafde latjes die met behulp van houtschroeven op de uitgezaagde boom zijn bevestigd. Volgens de invuller uit Q 121c waren de latjes in 'eiken' ('ēxǝ') of 'beukehout' ('bøkǝhōts') uitgevoerd. [N 55, 135b]
II-9
|
32028 |
zwaluwstaartmachine |
zwalberstaartmachine:
šwalbǝrštatsmašiŋ (Q204a Mechelen),
zwalfstaartenmachine:
zwɛlfstartǝmǝšin (L163p Ottersum),
zwalgenstaartmachine:
šwalgǝštɛrtmǝšin (L387p Posterholt),
žwalgǝštɛrtmǝšī.n (L330p Herten),
zwalmenstaartmachine:
zwalmǝstɛtmašin (K317p Leopoldsburg),
zwalmerstaartmachine:
zwɛlmǝrstatmǝšīn (Q083p Bilzen),
zwalmstaartenmachine:
zwalǝmstɛrtǝmǝšin (L271p Venlo),
zwaluwstaartmachine:
zwālywstārtmašin (L421p Dilsen),
žwalywštɛrtmǝšīn (L328p Heel)
|
Machine voor het maken van zwaluwstaartverbindingen. Zie ook de lemmata ɛzwaluwstaartɛ, ɛhele gleufzwaluwstaartɛ, etc. in de paragraaf over de houtverbindingen.' [N 53, 230]
II-12
|
32045 |
zwaluwstaartmal |
mal:
mal (Q204a Mechelen),
model:
mǝdęl (L330p Herten),
zwalberstaartmodel:
šwalbǝrštatsmodɛl (Q121c Bleijerheide),
zwalgenstaartmal:
šwalgǝštɛrtmal (L387p Posterholt),
žwalgǝštɛrtmal (L330p Herten),
zwalmenstaartenmal:
zwalǝmǝstɛrtǝmal (L271p Venlo)
|
Hulpwerktuig waarmee de schuinte van de pennen en gaten bij zwaluwstaartverbindingen wordt afgeschreven. Zie ook afb. 137. In Ottersum (L 163) werden zwaluwstaarten met behulp van de zwaaihaak afgetekend. [N 54, 56]
II-12
|
32038 |
zwaluwstaartverbinding |
gezinkt:
jǝtseŋkt (Q222p Vaals),
gezwarbeld:
gǝzwarbǝlt (L329p Roermond, ...
Q015p Stein),
schwalbenschwanz:
schwalbenschwanz (d.) (Q208p Vijlen),
zwalbenstaart:
žwalbǝstart (L434p Limbricht),
zwalberenstaart:
swalǝbǝrǝstart (Q096a Borgharen),
zwarbǝlǝnstart (Q018p Geulle),
šwarbǝlǝštart (L430p Einighausen, ...
Q020p Sittard
[(meervoud: šwarbǝlǝštɛrt)]
),
zwalberstaart:
zwalǝbǝrstart (Q095p Maastricht),
zwalǝbǝrštart (Q101a Sibbe / IJzeren),
zwɛrbǝlstart (Q015p Stein),
šwalbǝrštart (Q099p Meerssen, ...
Q099q Rothem),
šwalbǝrštats (Q121p Kerkrade, ...
Q204a Mechelen),
šwarbǝlštart (Q021p Geleen, ...
Q033p Oirsbeek),
šwarbǝlštat (Q112p Voerendaal),
šwǭlbǝrštart (Q193p Gronsveld),
žwalbǝrštart (Q103p Berg / Terblijt, ...
Q111q Ransdaal),
žwalǝbǝrštart (Q099p Meerssen),
žwarbǝlštart (Q036p Nuth),
žwē̜rbǝlštart (Q196p Mheer),
žwǭǝlbǝrštɛrt (Q193p Gronsveld),
zwalberstaartje:
žwarbǝlštɛrtjǝ (Q021p Geleen),
zwalberstaartverbinding:
zwalǝbǝrstart˲vǝrbendeŋ (Q095p Maastricht),
zwalberstaartverbindung:
šwalbǝrštats˲vǝrbinduŋ (Q121c Bleijerheide),
zwalberstots:
šwalǝbǝrštuts (Q201p Wijlre),
zwalbertenstaart:
šwarbǝltǝštart (Q020p Sittard
[(meervoud: šwarbǝltǝštɛr)]
),
zwalberverbinding:
žwɛlbǝrvǝrbendeŋ (Q203p Gulpen),
zwalberzwans:
šwalbǝršwans (Q222q Wolfhaag / Raren),
šwɛlbǝršwans (Q222q Wolfhaag / Raren),
zwalfstaarttand:
swɛlfstarttānt (L163p Ottersum),
zwalgenstaart:
zwalgǝstart (L431p Dieteren, ...
L373p Roosteren),
zwalgǝstɛrt (L328p Heel, ...
L292p Heythuysen,
L377p Maasbracht,
L382p Montfort,
L381b Peij,
L293p Roggel,
L375p Wessem),
šwalgǝstɛrt (L386p Vlodrop),
šwalgǝštɛrt (L330p Herten, ...
L298p Kessel,
L329p Roermond),
žwalgǝštɛrt (L295p Baarlo, ...
L327p Beegden,
L330p Herten,
L325p Horn,
L298p Kessel,
L290p Panningen),
žwǫlgǝštɛrt (L381a Putbroek),
zwalgenstaartje:
zwalgǝstɛrtjǝ (L378q Berkelaar, ...
L378p Stevensweert),
zwalgenstaartnaad:
zwalgǝnstartnǭt (L267p Maasbree),
zwalgenstaartverbinding:
zwalgǝstɛrt˲vǝrbęnjeŋ (L381b Peij),
žwalgǝštɛrt˲vǝrbendeŋ (L291p Helden),
žwalgǝštɛrt˲vǝrbenjeŋ (L330p Herten),
zwalmenstaart:
zwalmǝstɛrt (L269p Blerick),
šwalmǝstɛrt (L296p Steyl),
žwalmǝštɛrt (L270p Tegelen),
zwalmenstaartverbinding:
zwalǝmǝstɛrt˲vǝrbendeŋ (L271p Venlo),
zwalmerstaart:
zwɛlmǝrstat (Q083p Bilzen),
zwaluwenstaart:
zwālywǝstart (L246a Swolgen),
zwɛlywǝstart (L214a Geysteren),
šwālǝwǝštārt (Q102p Amby),
zwaluwstaart:
šwālywštart (Q117p Nieuwenhagen),
žwǫlyštɛrt (L381a Putbroek),
zwalvenstaart:
zwalvǝnstart (L289p Weert),
zwalǝvǝstɛrt (L289h Boshoven, ...
L289a Hushoven,
L289p Weert),
zwɛlvǝstart (L250p Arcen, ...
L215p Blitterswijck,
L245a Castenray,
L214a Geysteren,
L211p Leunen,
L248p Lottum,
L217p Meerlo,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L210p Venray,
L244a Veulen,
L214p Wanssum),
zwɛlvǝstɛrt (L320p Hunsel, ...
L318p Stramproy,
L318b Tungelroy),
šwalvǝstart (L426p Buchten),
zwalverstaart:
zwa.lǝvǝ(r)stárt (Q001p Zonhoven),
zwɛlvǝrstat (P176p Sint-Truiden, ...
Q078p Wellen)
|
In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.]
II-12
|
31529 |
zwaluwtand |
zwaluwentand:
zwɛløwǝtantj (L246p Horst, ...
L266p Sevenum),
žwalgǝtantj (L329p Roermond),
zwarbeltand:
zwarbǝltant (L423p Stokkem)
|
Elk van de zwaluwstaartvormig ingeknipte tanden van een zwaluwstaartverbinding. Zie ook afb. 196. [N 66, 33b]
II-11
|
24855 |
zwaluwtong |
boekweit:
WLD
bookent (L331p Swalmen),
boekweitswinde:
boqǝswenj (L291p Helden),
boekweitwinde:
WLD
bokeswinj (L292p Heythuysen),
WLD vroeger een veel voorkomend onkruid op zandgrond
bugəswenj (L265p Meijel),
zie WLD.I,4, p.15
boggeswinj (L291p Helden/Everlo),
draai:
WBD
drej (L266p Sevenum),
WLD; Heukels 73
drei-j (L266p Sevenum),
hagenrank:
(bij afbeelding 55)
haagerank (Q208p Vijlen),
wikke:
eigen spelling
wikke (L386p Vlodrop),
wilde boekweit:
weljǝ bǫkǝt (L387p Posterholt),
welǝ bogǝt (Q003p Genk),
welǝ bugǝt (L416p Opglabbeek),
wilde boekend (L216p Oirlo),
wildje bokkentj (L318b Tungelroy),
wilje bookendj (L331p Swalmen),
wille bookwèt (Q098p Schimmert),
-
wilje bòkket (L387p Posterholt),
Bree Wb.
wildzje bògkendsj (L360p Bree),
eigen spellinsysteem hoekig zaad / lastig onkruid
wilde boekend (L265p Meijel),
idiosyncr.
wilde boekend (Q020p Sittard),
wilje bookendj (L374p Thorn),
sic. HB. MOET VAST BOGET ZIJN.
wille boget (Q003p Genk),
WLD
wilde bookenjd (L371p Ophoven),
wilde-boekend (Q098p Schimmert),
wilje bookendj (L382p Montfort),
wille bòòket (Q196p Mheer),
wilde bonen:
wilde-bonen (P219p Jeuk),
WLD
wilboeëne (L300p Beesel),
wilde bonenranken:
wilde-boonranken (P219p Jeuk),
wilde boontjes:
WLD
wildeboontjes (Q015p Stein),
winde:
węi̯nj (L372p Maaseik),
-
weinj (L372p Maaseik),
winj (L382p Montfort),
zaadwinde:
-
ɛsotɛweing (Q071p Diepenbeek),
zwalbentong:
(bij afbeelding 55)
sjwelbe tong (Q208p Vijlen),
zwalbertong:
sjwĕlber tong (Q208p Vijlen),
zwaluwtong:
geen aparte naam
zwaluwtong (Q103p Berg-en-Terblijt),
zelfde
zwaluwtong (L381p Echt/Gebroek),
zwalventong:
-
zwelvetong (L318b Tungelroy)
|
Polygonum convolvulus L. Een zeer algemeen voorkomende slingerplant op bouwland en in wegbermen met groenachtig witte bloempjes in trosjes, die bloeien van juli tot de herfst, en met een meer dan één meter lange dunne windende stengel met pijlvormige bladeren zoals de haag- en akkerwinde. || zwaluwtong [DC 17 (1949)], [DC 60a (1985)] || Zwaluwtong (polygonum convolvulus). Tot meer dan 1 m lange klimplant; de stengels zijn windend, dun en ruw; de bladeren zijn pijlvormig en driehoekig; de bloemen groeien in trosjes in de bladoksels, het bloemdek is driekantig met een smalgevleugelde slip; [N 92 (1982)]
I-5, III-4-3
|
24592 |
zwanebloem |
knisperzaad:
eigen spellinsysteem
knisperzaod (L265p Meijel),
koffiebloem:
Veldeke
kaffeblom (Q117a Waubach),
koffieboon:
koffie-boon (L216p Oirlo),
liest:
liest (L165p Heijen, ...
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
JK / nmaar vD: Zwanebloem?
liest (L164p Gennep),
lis:
lés (P219p Jeuk),
robbendoep:
eigen spelling
robbedoep (L382p Montfort),
waterlelie:
eigen spelling
waterlelie (L382p Montfort),
waterlis:
water lis (Q098p Schimmert),
waterlés (L318b Tungelroy),
Bree Wb.
waterlis (L360p Bree),
idiosyncr.
waterlis (Q020p Sittard, ...
L374p Thorn),
Veldeke
waterlis (L381p Echt/Gebroek),
WLD
water lis (L382p Montfort),
waterlis (Q098p Schimmert, ...
Q015p Stein),
waterlès (L300p Beesel),
zwanebloem:
-
zwanebloem (L210p Venray),
eigen spelling
sjwanebloom (L386p Vlodrop),
zelfde
zwanebloem (L381p Echt/Gebroek),
zwanenbrood:
WBD/WLD
zwanebrood (L329p Roermond)
|
waterlis || zwanebloem [DC 60a (1985)] || Zwanebloem (butomus umbellatus een 100 tot 150 cm hoge plant. De stengels zijn rond; de bladeren groeien rechtop, ze zijn lijnvormig en driekantig; de bloemen groeien in een scherm en zijn witachtig tot bruinroze van kleur, tevens donkerder geaderd. Blo [N 92 (1982)]
III-4-3
|
28411 |
zwanehals |
ganzenek:
ganzǝnɛk (L210p Venray),
zwanehals:
zwanehals (L294p Neer),
zwānǝhals (L265p Meijel),
žwānǝhaws (Q019p Beek)
|
Mandkorf waarbij de resterende staart van de buntspijlen, die aan de top bij elkaar komen, naar beneden is omgebogen als een zwanehals. Dit ombuigen van de buntspijlen of smelen heeft tot doel de top van de korf, die het meest gevoelig is voor de regen, af te dekken. De zwanehals is een variant van de bisschopsmuts. [N 63, 3e]
II-6
|
20209 |
zwangerschap |
dracht:
draacht (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
drach (Q193p Gronsveld),
dracht (P176p Sint-Truiden),
droch (Q071p Diepenbeek),
zwangerschap:
zjwangersjap (Q193p Gronsveld)
|
zwangerschap || zwangerschap, zwangerschapsduur, dracht
III-2-2
|