e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inbijten afslijten: afsletjǝ (Meijel), opslijten: opslę̄tǝ (Lummen), sletig worden: slētex wø̜rǝ (Paal), slētix wørǝ (Lummen), te diep werken: tǝ dēp werǝkǝ (Thorn), uitlopen: ūtlǫwpǝ (Einighausen), verslijten: (de kammen zijn) vǝrslętǝ (Wellen) Het slijten van de kammen van het aswiel en de staven van het rondsel. [N O, 14g; Grof 105] II-3
inbraak, stopmijnen bouchon: bouchon (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Zwartberg, Winterslag]  [Eisden] [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), bouchonmijnen: busõ̜menǝn (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zwartberg, Waterschei]), einbruch: ęjnbrøx (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]), inbraak: ebrāk (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale, Wilhelmina]), enbrāk (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina] [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), inbraak (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Maurits]  [Emma]  [Julia]  [Maurits]  [Maurits]  [Emma]  [Maurits]  [Eisden]), ˙ębrā.k (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), inbrok: ebrox (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Laura, Julia]  [Willem-Sophia]  [Domaniale]), ebrux (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), inbrokschoten: ebroxsø̜̄s (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Winterslag, Waterschei]), stop: stop (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]  , ... [Beringen, Zolder, Houthalen, Waterschei, Eisden] [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), stopmijnen: stǫpmenǝn (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]) De schietgaten die in het midden van het schietfront liggen. De schoten worden dusdanig geplaatst dat uit het front een wigvormig stuk wordt geschoten om de werking van de latere schoten te vergemakkelijken. [N 95, 800; N 95, 431; N 95, 435; monogr.; Vwo 170, Vwo 393; Vwo 752] II-5
inbranden door wrijven inbranden: dør vrīvǝ enbrandǝ (Meijel), heet afcoulissen: hęjt āfkulizǝ (Roggel), inbranden: enbranǝn (Dilsen), imbrāndǝ (Milsbeek), inbranden (Lommel), ęnbranǝ (Bilzen), polieren: polīrǝ (Bleijerheide), warm insmeren: wę̄rǝm ę̄šmę̄rǝ (Montzen), warm maken: wɛrm mākǝ (Maasbree) Het aanbrengen van de was met een warm polijstinstrument. Na het likken of aftrekken worden hak en kanten ingebrand. Dit gebeurt niet om deze alleen maar glimmend te maken maar ook om ze hechter en beter bestand te maken tegen de invloeden van vocht en nattigheid. [N 60, 134c] II-10
indigestie (hebben) bedorven maag: bedorreve maag (Weert), bedörven moag (Stein), buikloop: bōëk-lōëp (Sevenum), buikpijn: boe.kpie.n (Kelpen), boekpien (Geleen, ... ), boekpien ? (Reuver), boekpèng (Eksel), bŭŭkpien (Gennep), {bu.kpijn}  boekpijng (Eksel), de beest begaaid hebben: ich hem de bieëst begoajd (Eksel), hardlijvig (zijn): haardlievig (Neer, ... ), indigestie: endegeste (Hoepertingen), endezjesti (Kinrooi), indegesde (Eigenbilzen), indegeste (Hoeselt, ... ), indegestie (Eksel, ... ), indesjeste (Eigenbilzen), indezjestie (Bree, ... ), indezjesting (Kanne), indezjêste (Borgloon), indiegesti-j (Maaseik), indiĕgestiĕ (Venlo), indiĕzjestiĕ (As), indigest (Vliermaal), indigeste (Alken, ... ), indigestie (Caberg, ... ), indigiste (Zonhoven), indigèstie (Nieuwenhagen), indizjeste (Eigenbilzen), īndigestíe (Schimmert), ondizjestie (Maaseik), èndizjêste (Bilzen), èndëzjestë (Hoeselt), éndezjeste (Hoeselt), éndëzjestë (Tongeren), NB: dizjestie = spijsvertering.  indizjestie (Maastricht), knorren in de buik: knòrre in de bōēk (Stein), krampen: krampə (Montfort), maag van streek: d`r maag và sjtrieëk hubbe (Gulpen), de maag van sjtrēēk (Geleen), der maag van striek (Gulpen), dər māch va štri.ək (Eys, ... ), maag van sjtrèèk (Noorbeek, ... ), mag van streek (Heythuysen), van sjtreek (Roermond), maag verkleind: máách vèrklènt (Epen), maagkramp: maagkramp (Venlo), maagpijn: maagpien (Montfort), maagpijn (Tessenderlo), maogpijn (Maastricht), mook: moek (Maasbree), niet recht te goed zijn: niet recht tegoei zijn (Gruitrode), niet verteerd (zijn): nej vertjad (Vlijtingen), ongedaan zijn: ongedooên ziên (Eksel), ongemoed (zijn): ongemooid (Maasniel), ongemoojd (Roermond), ôngəmoot (Reuver), ôongemôôjt (Swalmen), ongemoed gegeten: ongemoodj geaete (Kinrooi), ontstelde maag: ōēnstəldə māāg (Opglabbeek), onverduwen (zijn): WNT: onverduwlijk - onverdouwelijk: 1) Niet kunnende verteren... 2) Onverteerbaar.  ōnvərdowəŋ (Montzen), op de maag liggen (hebben): get op der maag liek (Wijlre), Omschrijving.  t ete lik miech op de maag (Boorsem), opgeblazen gevoel: opgeblaosə geveul (Doenrade), opgestijfd zijn: opgestiefdj zeen (Ell), overeten: (zich) euver ète (Schimmert), aoveraete zien (Venray), dae haet sich euver-aete (Herten (bij Roermond)), euvereate (Lutterade), euverete (Maastricht), euvergééte (Montfort), euverète (Geulle, ... ), euverête (Rekem), euvureĕtu (Brunssum), euvərééten (Urmond), ich hem mich eûvereeten (Eksel), ivərɛ.tə (Meeuwen), overèten (Achel), ueverète (Merkelbeek), uivergette (Loksbergen), uuëv’raete (Bocholt), uvv’raete (Kaulille), z’n eigen overeten (Lommel), èùeverèète (Thorn), ôverète (Meijel), üverëte (Gronsveld), overladen maag: der maag euverlááne (Kunrade), euverlaaje (Tungelroy), eûverloajen (Eksel), hè hit zèn maag euverlaaje (Hechtel), maag overladen (Lommel), moag uiverloawe (Wellen), overlaaie maag (Peer), overladen maag (Lommel), uvvərlaanə maag (Simpelveld), uəvərla maag (Wijnandsrade), overlaste maag: overlaste maag (Gruitrode), overvreten: euvervraete (Posterholt, ... ), euvervreitte (Vlodrop), êûvervraete (Nunhem), övərvraetə (Grevenbicht/Papenhoven), penspijn: penspieën (Bocholt), pênspèng (Eksel), slechte afgang: sjlechte aafgank (Neer, ... ), stijfvreten: NB: räöpsje = boeren.  sjtiefvraete (Geleen), te gegeten: toe ge èten (Meijel), te veel gegeten: ich hem teveûl ge-eeten (Eksel), te veul (Schimmert), te veul geèten (Achel), te vuul geraete (Blerick), te vöäl gegete (Waubach), tevùil gètte hömme (Gors-Opleeuw), vastzitten: het zitj vast (Neer, ... ), wéréj zitte vast (Neer, ... ), vergierd zijn: Oververzadigd, opgeblazen zijn.  vergiert zè.n (Borgloon), verstopping: verstjopping (Neer, ... ), vervreten: vervraete (Venlo), vervrète (Kesseleik), vərvrétə (Kapel-in-t-Zand), volle maag: voele maag (Weert), volvreten: volvréétə (Schimmert), zieke maag: zeeke maag (Weert), zwaar op de maag liggen (hebben): leet zwaor op de maag (Venlo) Constipatie: verstopping, hardlijvigheid (beslotenheid, constipatie, obsteeg afgaan). [N 84 (1981)] || Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] || Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)] III-1-2
indragen indragen: endrāgǝ (Echt, ... ), inschurgen: enšø̜rǝgǝ (Thorn) De gedroogde pannen naar de oven brengen. [monogr.] II-8
indrogen van het grauwveen indrogen: endryǝgǝ (Meijel, ... ) Het grauwveen droogt wel minder in dan het zwartveen. [II, 109a] II-4
industriekool gaskolen: gāskoalǝ (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Maurits]), gāskoǝlǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Eisden]), gāskōlǝ (Lanklaar  [(Eisden)]   [Emma]), gāskǭlǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]  , ... [Laura, Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), gaskool: gāskoal (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), gāskǫǝl (Heerlen  [(Emma)]   [Willem-Sophia]), gāskǭl (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale, Wilhelmina]), jāskoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Maurits]  [Domaniale]), gasvlamkolen: gāsvlamkǭlǝ (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), gasvlamkool: gāsvlamkoal (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale, Wilhelmina]), gāsvlamkǫǝl (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), jāsvlamkoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Maurits]  [Domaniale]), industriekool: industriekool (Oirsbeek  [(Emma)]   [Winterslag, Waterschei]), vetkolen: vętkoalǝ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]  , ... [Emma, Maurits]  [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), vɛtkōlǝ (Meijel  [(Emma / Maurits)]   [Maurits]), vɛtkǭlǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), vɛtkǭǝlǝ (Heerlen  [(Emma)]   [Maurits]), vetkool: vetkool (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Zwartberg, Eisden]  [Maurits]  [Emma]), vę.tk˙ǫal (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]), vętkǭl (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), vɛtkoal (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]  [Emma]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), vɛtkoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]  [Julia]  [Domaniale, Wilhelmina]), vɛtkǫǝl (Heerlen  [(Emma)]   [Laura, Julia]), vɛtkǭl (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]  , ... [Willem-Sophia]  [Zwartberg, Waterschei]), vette: vette (Lanklaar  [(Eisden)]   [Eisden]), vette kool: vette kool (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]), vɛtǝ kōl (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]), vɛtǝ kōǝl (Hamont  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), vlamkolen: vlamkolen (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]), vlamkoǝlǝ (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Zwartberg, Waterschei]), vlamkūlǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]), vlamkǭlǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]  , ... [Laura, Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), vlamkool: vlamkoal (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]), vlamkoǝl (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Emma]  [Domaniale]), vlamkǫǝl (Heerlen  [(Emma)]   [Eisden]), vlamkǭl (Buchten  [(Maurits)]   [Domaniale, Wilhelmina]) Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.] II-5
ineenslaan ineenslaan: enęjnšlǭn (Beringe) Verdraaiingen in het touw slaan. [N 48, 105b] II-7
informeren (onoverg.) bevragen: bevragen (Meeuwen), bevraoge nao (Venlo), bevraoge noa eemes (Weert), bəvraogə (Beesel), er achter gaan: achtergoon (Eksel), er achter zien te komen: er achterzeen te kome (Tungelroy), ergens over willen weten: örges euver wille wete (Herten (bij Roermond)), get navragen: get naovraogə (Kelpen), informeren: ienformiere (Venray), ienformieren (Venray), infermere (Maasbree, ... ), informeere (Maastricht), informeerə (Doenrade, ... ), informere (Echt/Gebroek, ... ), informeren (Eys, ... ), informerə (Oirsbeek), informiere (Vaals), informère (Schimmert), informére (Klimmen), informéére (As), infŏrmeerə (Maastricht), infòrmeerə (Maastricht), infərmeerə (Epen), onformeren (Stein), inlichtingen vragen: inliegtingə vraogə (Maastricht), inligtingə vroage (Montfort), um inliechtinge vraoge (Maastricht), inwinnen: inwinnen (Ittervoort), komen horen: ik kwaam is hŭŭre (Sevenum), koome hūūre (Sevenum), nagaan: nao goa (Merkelbeek), naogaon (Neer, ... ), napluizen: naopluuze (Ell), navraag doen: naovraog doon (Geulle, ... ), navragen: naovraoche (Kapel-in-t-Zand), naovraoge (Geleen, ... ), naovraogə (Doenrade, ... ), nâovrâôge (Swalmen), nazoeken: naozuke (Oirlo), opzoeken: opzeke (Bree), polsen: pòlse (As), polshoogte pakken: pòlshīēgte pàkke (As), recherche instellen: rechéze instellen (Meijel), rondvragen: roowd vrage (Jeuk), uithuggelen: oet huggele (Beek), uitpluizen: oetpluize (Maastricht), uitvinden: ⁄tfie:ne (Herten (bij Roermond)), uitvragen: oetvraoche (Kapel-in-t-Zand), uitzoeken: oetzuike (Sittard), utjzuke (Meijel), ûtzeke (Bree), visiteren: cf. VD fr. "visiter"0.3  visəntijrə (Loksbergen), vragen naar: vraoge (Maastricht), vraogə nòr (Gennep), vroage (Vlodrop), zich umhren (du.): eumhöre (Hoeselt), zich bevragen: zex bəvrōͅgə (Meeuwen), zich bevraoge (Nunhem, ... ), zich bevraogen (Heythuysen), zich bevraogə (Heel, ... ), zich bevroage (Vlijtingen), zich erkundigen (< du.): erkoendieë (Kerkrade), erkondigen (Kesseleik), erkundige (Geleen), erkundigen (Hoensbroek, ... ), erkunjige (Lutterade), zich erkundige (Waubach), ziech erkoendigə (Simpelveld), zich informeren: zich informere (Amby, ... ), zich informerə (Wijnandsrade), zich informiere nao wat (Tienray), ziech informeere (Caberg), ziech informere (Maastricht), ziech informēērə (Maastricht), zich na get bevragen: zich naoget bəvraogən (Urmond), zich na get informeren: sich noa get informeren (Gulpen), zich navragen: zich naovraogə (Oirsbeek), zich op de hoogte stellen: op de heugte stjelle (Melick), zich umhren (du.): umhuure (Schaesberg), umhüren (Wijlre), ze.x ˂øͅ.mh‧yərə (Eys), zich umhuure (Mheer), zich umhūūrə (Nieuwenhagen), zich ómhūūrə (Amstenrade), zig omhu.ərə (Hulsberg), ómhûurə (Heerlen) inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)] III-1-4
informeren (onverg.) zich umhren (< du.): ziech umhu’re (Bleijerheide, ... ) naar iets informeren III-1-4