e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in cassettes plaatsen incasseren: ǝŋkasērǝ (Maastricht), incassetteren: enkasɛtērǝ (Maastricht) Ongebakken aardewerkprodukten in cassettes of staanders plaatsen om ze in de oven te bakken. [monogr.] II-8
in de breedte ploegen in de breedte bouwen: in dǝ bretǝ bǫu̯ǝ (Merselo), in dǝ brętǝ bǫu̯ǝ (Mook), in de breedte ploegen: en dǝ brędjǝ plōgǝ (Heythuysen), in een korte voor ploegen: en ęŋ kótǝ vū ̞r plogǝ (Simpelveld), in het wars bouwen: in ǝt wars˱ bǫu̯ǝ (Aijen, ... ), in het wars ploegen: en ǝt wī ̞ǝrs plōgǝ (Cadier), kort voren: kǫrt ˲vōrǝ (Lottum, ... ), op de korte voren bouwen: op ˲dǝ kǫrtǝ vōrǝ bǫu̯ǝ (Lottum), tewars bouwen: twę̄(ǝ)rs˱ bǫu̯ǝ (Horst), tǝwę̄rs˱ bǫu̯ǝ (Kronenberg) Omdat men slechts korte voren kan ploegen en zeer vaak moet keren, wordt een akker alleen maar in de breedte geploegd wanneer hij een bijzondere bewerking nodig heeft. [N 11A, 116b] I-1
in de doodskist leggen de kist toedoen: de kist toedoon (Neeroeteren), gekist worden: gekis wère (Schimmert), gezerkt worden: gëzerrëk (Hoeselt), in de kist leggen: de doje én de kis legge (Hoeselt), doeje in de kis legge (Maastricht), ien de kiest legge (Tienray), in də keest léggə (Meijel), in ok kis leggə (Vlijtingen), znd 32, 20;  in de kist leigen (Reppel, ... ), in de kist steken: znd 32, 20;  hum in de kist steeken (Rekem, ... ), in de zerk leggen: e.n də zeͅrək l‧ɛqə (Eys), inkisten: eenkiste (Kanne), ēēnkisten (Amby), i kiste (Vaals), i-kiste (Kerkrade), i-kistə (Heerlen), ikiste (Wijlre), in kiste (Stein), inkiste (Guttecoven), inkisten (Heerlerbaan/Kaumer), inzerken: i-zerke (Klimmen), inzerekke (Itteren), inzerke (Beek, ... ), inzerreke (Maastricht), inzérreke (Voerendaal), izérreke (Voerendaal), kisten: eine kiste (Schimmert), keeste (Meijel, ... ), kestə (Oirsbeek), kĕste (Geleen), kieste (Diepenbeek, ... ), kiesten (Schinnen), kiestə (Roermond), kis-tə (Maastricht), kisse (Hoeselt), kiste (As, ... ), kisten (Achel, ... ), kistn (Brunssum), kistte (Vorsen), kistë (Tongeren), kistə (Beesel, ... ), kistən (Urmond), késtə (Amstenrade, ... ), (kisde, gekis).  kiste (Maastricht), (laot ôw me kieste vur ge doeëd ziet!).  kieste (Oirlo), (vroegere benaming). uitdrukking: laot ow nie kieste.  kieste (Tienray), naober  kiste (Sittard), Note v.d. invuller: opgebaard liggen = op sjouf likke.  kiste (Herten (bij Roermond)), znd 32, 20;  kiste (Rekem, ... ), kisten (Houthalen, ... ), kîesten (Ulbeek, ... ), lichten: lichten (Eksel), lijken: lèè.ke (Zolder), zerken: zaerke (Genk), ze.rreke (Hasselt), zerke (As), zè.rreke (Kuringen), zé.rreke (Zonhoven), zérkə (Meeswijk), zérrəkə (Niel-bij-St.-Truiden), znd 32, 20;  zerke (Beringen, ... ), zerken (Gorsem, ... ), zerrəkə (Zonhoven, ... ), zérkə (Zepperen, ... ), znd 32, 20; cf. WNT s.v. "zerk (I)"; Afl. "zerken (II)"ww. (een lijk) in een doodkist leggen; kisten  zerken (Lommel, ... ), zê.rk = doodskist  zê.rke (Gors-Opleeuw) de dode in de kist leggen || een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] || een doode lijken (vooraleer hij gekist wordt) [ZND 32 (1939)] || een lijk in de doodskist leggen || in de doodskist leggen || in de lijkkist leggen || kisten || kisten; lijk in de doodskist leggen || zerken, kisten III-2-2
in de kleimolen bewerken klei malen: klęj mālǝ (Tegelen), leem malen: lēm mǭlǝ (Gennep, ... ), leem molderen: lēm mø̜ldǝrǝ (Ottersum) De klei met behulp van de kleimolen snijden en mengen. Deze werkzaamheden bevorderen de plasticiteit en doorkneedbaarheid van de klei. [N 49, 17b] II-8
in de kleimolen brengen insteken: enštē̜kǝ (Tegelen), leem in de molen smijten: lēm in dǝ mø̄̄lǝ smitǝ (Ottersum), leem inladen: lēm inlǭjǝ (Ottersum), leem insmijten: lēm insmitǝ (Ottersum) Klei in de kleimolen brengen. [N 49, 17a] II-8
in de kraag staan in de kraag staan: en dǝr krāx štoǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Zwartberg, Eisden]) Gezegd van een metalen stijl, waarvan de bovenstijl door de druk tot op het slot is ingedrukt. [monogr.] II-5
in de lengte ploegen in de langeweg bouwen: in dǝ laŋǝwęx˱ bǫu̯ǝ (Mook, ... ), in de langeweg ploegen: in dǝ laŋǝwę̄ǝx plōgǝ (Rijckholt), in de lengte bouwen: in dǝ lɛ ̝ŋtǝ bǫu̯ǝ (Merselo), in de lengte ploegen: en dǝ leŋdjǝ plōgǝ (Heythuysen), en dǝ lɛŋdǝ plōgǝ (Cadier), in een lange voor ploegen: en ęŋ laŋ vū ̞r plo ̞gǝ (Simpelveld), in het lengs bouwen: in ǝt lɛŋs(t)˱ bǫu̯ǝ (Aijen, ... ), met de langste voor ploegen: met ˲dǝ laŋstǝ vǭr plōgǝ (Margraten), op de lange voren bouwen: op ˲dǝ laŋ vōrǝ bǫu̯ǝ (Lottum), op de langeweg bouwen: op ˲dǝ laŋǝwę̄x˱ bǫu̯ǝ (Horst, ... ), op de lengt bouwen: op ˲dǝ Ięŋt bǫu̯ǝ (Horst) Doorgaans bewerkt men een akker op deze wijze, omdat men dan zo lang mogelijke voren kan ploegen en zo min mogelijk hoeft te keren. [N 11A, 116a; monogr.] I-1
in de lucht naaien in de locht naaien: en dǝ lox niǝ (Ransdaal), en dǝ lox nēǝ (Voerendaal), en dǝ lox nęjǝ (Echt), en dǝ lōx nēǝ (Nieuwstadt), en dǝ lōx nɛjǝ (Reuver), enǝ lox niǝjǝ (Eisden), ęn dǝ lǫx nēǝ (Bilzen), in de lucht naaien: in de lucht naaien (Hopmaal), in gen locht naaien: e gǝn lox niǝjǝ (s-Gravenvoeren), e jǝn luǝt niǝnǝ (Bleijerheide), met de draad de locht in: męt dǝn drǭt dǝ lox īn (Lanaken), met een lange vaam naaien: męt ēnǝ laŋǝ vām nęjǝ (Neeroeteren), op de buste naaien: op de buste naaien (Opglabbeek), vrij naaien: vrej niǝnǝ (Montzen) Zonder de steun van de knieën naaien. Dit is slecht voor lendenen en rug. [N 59, 71b] II-7
in de moestuin werken bedjes maken: beͅdəkəs mākə (Stokrooie), gardenieren: gardeneere (Brunssum, ... ), gardeneeren (Welten), gardənēre (Herten (bij Roermond), ... ), gardəneͅi̯rə (Sittard), gerdenere (Blerick, ... ), hof vaardig maken: huəf vi̯arəx mōͅkə (Mal), hoven: heuve (Meijel), hoove (Valkenburg, ... ), hove (Boeket/Heisterstraat, ... ), hoven (Ospel, ... ), hōvə (Genk, ... ), hōͅve (Opglabbeek), hōͅvə (Bocholt, ... ), huuve (Waubach), hűəvən (Achel), høve (Helden/Everlo), hø̄ven (Lommel), hø̄və (Maaseik), hø͂ͅvə (Blerick, ... ), høͅvə (Boekend), hovenieren: hooveneere (Wolder/Oud-Vroenhoven), houveneere (Borgharen), hoveneere (Eijsden, ... ), hoveneren (Geulle, ... ), hovveneere (Maastricht), hovənīrə (Melveren), hōvənēre (Echt/Gebroek, ... ), hōvənīre (Diepenbeek, ... ), hōvənīrə (Overrepen, ... ), hōͅveneere (Heythuysen, ... ), hōͅvənēre (Boukoul, ... ), hōͅvəneͅi̯rə (Sittard), hoͅvənīre (Beverst), ovənīrə (Sint-Truiden), in de gaarde werken: in de gaard wirke (Brunssum, ... ), in der gaad werke (Ubachsberg), in der gaad wirke (Heerlen), in der gaard wirke (Voerendaal), inne gaat wirke (Eys), in de hof werken: in den hōͅf wirke (Neer), in den höf wirke (Sittard), in d’n hōͅf werke (Tegelen), inne hōͅf werkə (Horn), in de koolhof werken: in de koelef werke (Bemelen), in de koelef wirke (Oirsbeek, ... ), in de koeleuf werke (Ubachsberg), in de koelhof wirke (Bingelrade), in de kolf wirke (Wittem/Partei), in de koolhof wirke (Sittard), in de kooluf wirke (Schinveld), in der kolluf werke (Noorbeek, ... ), inne koelef wirke (Eys), in de moestem werken: i de moessem wirke (Einighausen), in der mostem werke (Noorbeek, ... ), in der mostem wirke (Eckelrade), rebatten maken: rebatte maken (Schimmert), tuinen: tuine (Maasniel, ... ), tuinieren: tuineere (Tegelen), tuiniere (Buchten, ... ), tuinneere (Weert) [N 11 (1961)] [N P (1966)] I-7
in de ondergrond werken in de fond werken: en ǝ fǫ̃ węrkǝ (As  [(Zwartberg)]  ), in de kuil werken: en dǝ kul węrkǝn (Zie mijnen  [(Eisden)]  [Zwartberg]), in de put gaan werken: ɛn ǝ pɛt goan wɛ̄rǝkǝ (Hasselt [Waterschei]), in gen kuil werken: e gǝn kul werkǝ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Eisden]), naar andreetje gaan: nǭ andrēkǝ gūn (As  [(Waterschei)]   [Eisden]) Algemene benaming voor het werken in het ondergrondse gedeelte van de mijn. Andreetje in het woordtype "naar Andreetje gaan" duidt op de mijn "André Dumont" te Waterschei. [N 95, 115 add; monogr.; Vwo 429; N 95, 2] II-5