32153 |
in dessin belijmen |
dessin maken:
desē̜ mākǝ (L417p As),
een bloem maken:
ęjn blōm mākǝ (L417p As),
figuren maken:
figyrǝ mākǝ (L417p As),
in dessin plekken:
ɛn dęsẽ̜ plɛkǝ (Q083p Bilzen),
mozaïeken:
mōzaikǝ (L387p Posterholt)
|
Het grondhout volgens een bepaalde tekening beplakken met fineer. Zie ook het lemma ɛfriserenɛ.' [N 56, 25]
II-12
|
32339 |
in duigen vallen |
rateren:
rājǝrǝ (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
verratelen:
vǝrrā.tǝlǝ (Q020p Sittard),
vǝrrātǝlǝ (L424p Meeswijk, ...
Q101p Valkenburg),
vǝrrōtǝlǝ (K318p Berverlo),
vǝrrǭ.tǝlǝ (Q162p Tongeren),
vǝrrǭtǝlǝ (Q003p Genk),
verraten:
vǝrrājǝ (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
verrateren:
vǝrrājǝrǝ (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen)
|
Gezegd van een vat dat in stukken uiteenvalt als gevolg van het losraken van duigen en banden. [monogr.]
II-12
|
22786 |
in een beek baden |
baden:
an de bieëk boiën (Q003p Genk),
baaien (L352p Hechtel, ...
L415p Opoeteren,
K357p Paal),
baaien in de beèk (Q012p Rekem),
baaiën (L317p Bocholt),
baaən (K314p Kwaadmechelen),
baje in n biek (L289p Weert),
baoje (Q095p Maastricht),
baon (P176p Sint-Truiden),
baone (P176p Sint-Truiden),
bāje (Q012p Rekem),
bājeə (Q002p Hasselt),
bāə (Q002p Hasselt),
beaiën (P219p Jeuk),
bēn (P176p Sint-Truiden),
boaien (P175p Gingelom),
boien (K278p Lommel),
boijə (P051p Lummen, ...
K357p Paal),
boiə (P045p Meldert),
boje (P185p Engelmanshoven),
booun (K353p Tessenderlo),
boyen (P176p Sint-Truiden),
boə (P050p Herk-de-Stad),
boəuə (P219p Jeuk),
bōə (K353p Tessenderlo, ...
P044p Zelem),
bōͅe (P047p Loksbergen),
bōͅije (Q172p Vroenhoven),
bōͅiə (K315p Oostham),
bōͅne (P176p Sint-Truiden),
bōͅə (P046p Linkhout),
bâje (Q002p Hasselt),
bè (P197p Heers),
bòəiən (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
bôije (P192p Voort),
en de beek baaie (Q002p Hasselt),
en de beek baje (Q002p Hasselt),
en də bēk bōͅe (P050p Herk-de-Stad),
en ein biek bāje (L360p Bree),
en m slūst baojen (L286p Hamont),
en n beek baaie (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
en n beek bōͅien (Q071p Diepenbeek),
en n beik baoə (P188p Hoepertingen),
en neu bēk baoje (Q002p Hasselt),
en än bīk bāie (L359p Beek (bij Bree)),
en ən bēk bājə (Q001p Zonhoven),
en ən bēk ba͂je (L414p Houthalen),
ene beek baoë (P057p Kuringen),
enən bēk baiə (P195p Gutshoven),
enən bēk baoiə (P195p Gutshoven),
in de bak baje (Q002p Hasselt),
in de beek baaien (K358p Beringen, ...
K358p Beringen,
P176p Sint-Truiden),
in de beek bajen (P121p Ulbeek),
in de beek baoien (P183p Mielen-boven-Aalst),
in de beek baojen (L312p Neerpelt),
in de beek baoən (K353p Tessenderlo),
in de beek bāje (L366p Gruitrode),
in de beek beië (P184p Groot-Gelmen),
in de beek boaien (L286p Hamont),
in de beek boje (P219p Jeuk),
in de beek bowejen (K278p Lommel),
in de beik boae (Q078p Wellen),
in de bek baaie (K358p Beringen),
in de bek baien (K358p Beringen),
in de biek baaien (L372p Maaseik),
in de poel baôen (Q175p Riemst),
in een beek baaien (K357p Paal, ...
L355p Peer,
L313p Sint-Huibrechts-Lille),
in een beek bajen (L355p Peer),
in een beek baoien (K357p Paal),
in een beek baoën (K314p Kwaadmechelen),
in een beek boiə (P116p Gorsem),
in een beek bouwen (K353p Tessenderlo),
in een beek buie (P051p Lummen),
in ein biek bajen (L372p Maaseik),
in ejn baik gaon baaien (Q012p Rekem),
in en bak baade (Q259p Lontzen),
in en beek baaie (L316p Kaulille),
in en beek baaien (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
in en beek baien (L414p Houthalen),
in en beek booiën (K318p Beverlo),
in ien beek baaien (L413p Helchteren, ...
L414p Houthalen),
in n beek baaien (L316p Kaulille, ...
Q199p Moelingen,
L355p Peer),
in n beek baaiën (L316p Kaulille),
in n beek baijen (Q002p Hasselt),
in n beek bajen (L316p Kaulille),
in n beek baoien (L282p Achel, ...
Q088p Lanaken),
in n beek baoje (K359p Koersel),
in n beek baojen (K278p Lommel),
in n beek bauen (P046p Linkhout),
in n beek booje (K318p Beverlo),
in n beek bōjjen (K359p Koersel),
in n beek bâën (P056p Stokrooie),
in n beik böën (Q078p Wellen),
in n bieek baaien (L421p Dilsen),
in n biek baaie (L372p Maaseik),
in n biek baaijen (L358p Reppel),
in n biek buie (Q089p Martenslinde),
in n bjeek bauiën (Q168a Rijkhoven),
in n bjek boaie (Q093p Rosmeer),
in n bjek bôjen (Q090p Mopertingen),
in n bïek baoien (Q090p Mopertingen),
in òn bek baie (L316p Kaulille),
in ən beek baə (P120p Alken),
inəmbēəkbāəjə (K317p Leopoldsburg),
zeg ɛn bēg bājə (Q012p Rekem),
zich bouen (K314p Kwaadmechelen),
änən bēk bājə (Q001p Zonhoven),
èn ein biek baajen (L416p Opglabbeek),
èn n beek baje (Q002p Hasselt),
én ein biëk bauje (Q158p Riksingen),
ai als je vais uitspreken
een n bjaik baojen (Q178p Val-Meer),
baden
zich bāje (Q010p Opgrimbie),
cfr Engelse wat???
boə (P058p Stevoort),
cfr. Engelse boy
boyjen (Q170p Grote-Spouwen),
en zoals in het Franse banne
gan baoien (Q003p Genk),
on op zn Frans uitgesproken
bonjen (K316p Heppen),
op kniehoogte door lopen
èu èn beek baie (Q078p Wellen),
ou kort
een n zouw baojen (Q178p Val-Meer),
oy zoals in het Engelse toy
boyə gaon in de beek (P197p Heers),
ôi zoals in het Eng boy
in n bjèk bôien (Q086p Eigenbilzen),
baderen:
boijərə (P121p Ulbeek),
in een beek baddere (P051p Lummen),
in ien beek badderen (P176p Sint-Truiden),
moeilijk leesbaar
en een beeïk bojjerə gou (Q083p Bilzen),
poedelen:
zich baden, een bad nemen, vooral in beken of vijvers
zeX pudələ (Q012p Rekem),
waden:
en n beek waaie (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
in de biëk waaien (L368p Neeroeteren),
in een biek waaijen (L368p Neeroeteren),
in ein beek waaje (L369p Kinrooi),
waaie (L371p Ophoven),
waaien in de biek (L368p Neeroeteren),
waaien in en beek (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
[...] Uitgestorven.
waje (L330p Herten (bij Roermond)),
door het water lopen
wāje (Q010p Opgrimbie),
voeten en benen
waaien (Q010p Opgrimbie)
|
[De jongensspelen: 15]. Pootje baden. || In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
26815 |
in een grote hoop zetten |
een grote hoop turf zetten:
ęnǝ gruǝtǝ huǝp tø̜rǝf zetǝ (L266p Sevenum),
grote schranken zetten:
gruǝtǝ sxrɛŋk zetǝ (L288a Ospel),
hoop kluiten zetten:
huǝp klūtǝ zetǝ (L245p Meterik),
in een bult zetten:
en ęnǝ bølt zętǝ (L244b Griendtsveen),
in een grote schrank zetten:
en ęnǝ gruǝtǝ šraŋk zetǝ (L265p Meijel),
in een hoop zetten:
en ęnǝ huǝp zetǝ (L210p Venray)
|
[I, 79b]
II-4
|
27316 |
in een ruk |
in een slag:
en eŋǝ šlāx (Q255p Kelmis),
in een tog:
en eŋǝ tsok (Q255p Kelmis)
|
In één ruk met de mijnlift zonder onderbreking naar beneden gaan. [monogr.]
II-4
|
26279 |
in elkaar grijpen |
goed kammen:
gōt kɛmǝ (L330p Herten),
goed passen:
gut pasǝ (P058p Stevoort),
in de voegen draaien:
ęn ǝ vūgǝ drɛǝ (Q164p Heks),
in mekanderen pakken:
ɛn mǝkānǝrǝ pakǝ (P051p Lummen),
ineen lopen:
ęnɛjn lő̜wpǝ (Q160p Bommershoven, ...
P188p Hoepertingen),
ineenkammen:
enēnkamǝ (Q083p Bilzen),
juist kammen:
žyst kamǝ (L372p Maaseik),
kammen:
kammen (L289p Weert),
kamǝ (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q083p Bilzen,
Q077p Hoeselt,
L316p Kaulille,
L372p Maaseik,
L292a Maxet,
P177a Ordingen,
P176p Sint-Truiden),
kęjmǝ (L292a Maxet),
kɛmǝ (P184p Groot-Gelmen, ...
P195p Gutschoven,
Q160a Haren),
opeen draaien:
ǫpɛjn drɛǝ (Q159p Broekom),
pakken:
pakǝ (P120p Alken, ...
P053p Berbroek,
P187p Berlingen,
P195p Gutschoven,
Q077p Hoeselt,
L321a Ittervoort,
Q074p Kortessem,
L362p Opitter,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
L361p Tongerlo,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven),
sporen:
spø̄rǝ (L164p Gennep),
tanden:
tānǝ (P187p Berlingen)
|
Het in elkaar grijpen van kammen en staven. Het aswiel van de standerdmolen loopt rechtstreeks in één of meer rondsels of bonkelaars boven het staakijzer; dat van de Hollandse molen loopt in een rondsel of in een bonkelaar die op zijn beurt weer meerdere rondsels boven staakijzers kan aandrijven. Bij de watermolen grijpen de kammen van het aswiel in het algemeen in de staven van een rondsel onder het staakijzer of, bij een molen met meer steenkoppels, in een rondsel dat een groot horizontaal wiel, het kroonrad, aandrijft. Het kroonrad kan op zijn beurt één tot vier rondsels in beweging brengen. [N O, 11a; Vds 94; Jan 113; Grof 104]
II-3
|
26269 |
in gang zetten |
aantrekken:
āntre ̞kǝ (L292a Maxet),
āntrękǝ (L289p Weert),
aanzetten:
ānzɛtǝ (L319p Molenbeersel)
|
De molen, na stilstand, weer in werking stellen door de vang te lichten en door eventueel een eruit gelicht tandwiel of rondsel weer mee te laten draaien. [N O, 13c]
II-3
|
21985 |
in goede conditie (zijn) |
er goed op staan:
sjteit der good op (L331p Swalmen),
stieet ter goed op (L289p Weert),
ze stuit-t-er good op (L381p Echt/Gebroek),
fit (zijn):
fit (L386p Vlodrop),
goed (zijn):
ze is goot (L417p As),
goed erop staan:
stjeit good trop (Q016p Lutterade),
ze sjteit goot drop (Q027p Doenrade),
Opm. v.d. invuller: is iets minder sterk uitgedrukt, maar wordt frekwenter gebruikt.
ze sjteet goad drop (Q027p Doenrade),
goed in orde (zijn):
god in orde (Q202p Eys),
gôêd in orde (L210p Venray),
goed staan:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
ze stût goed, vur ien te zetten (L214p Wanssum),
goed zitten:
ze zit goed (K359p Koersel),
goede conditie:
gooi condiesje (Q016p Lutterade),
goede stelling:
goow sjtèlling (Q021p Geleen),
in conditie (zijn):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
z’ ès èn kondiēse (Q083p Bilzen),
Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:
in konditie (L374p Thorn),
in goede conditie (zijn):
in gooj kòndĭĕsĭĕ (L417p As),
in goede vorm (zijn):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
in gooj vorm (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
in het vorm (zijn):
ze is in ’t vorm (Q162p Tongeren),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ze ès int fórem (K361p Zolder),
in orde (zijn):
ze is in orde (Q201p Wijlre),
in topvorm (zijn):
in tòp voermə (L429p Guttecoven),
in vorm (zijn):
dei is in form (Q157p Jesseren),
en vø͂ͅrəm (L265p Meijel),
in form (L414p Houthalen),
in fòrm (L417p As),
in veurm zien (Q187p Sint-Pieter),
s’ es in form (P183p Mielen-boven-Aalst),
ze es en form (Q168a Rijkhoven),
ze is i vorm (Q111p Klimmen),
ze is in ferm (Q074p Kortessem),
ze is in form (Q007p Eisden),
ze is in forme (P219p Jeuk),
ze is in vorm (L426p Buchten, ...
Q027p Doenrade),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
z’ ès èn form (Q083p Bilzen),
op haar punt zitten:
(rood bolletje dat op het borstbeen op- en afgaat).
ze zit óp (hit) hur punt (nestduif) wa.nt ze hee.t ne bluutkoo.gel (K361p Zolder),
sterk (zijn):
sjterk (L330p Herten (bij Roermond)),
supervorm (zn.):
super-form (L266p Sevenum),
topvorm (zn.):
topform (Q021p Geleen),
topvorm hebben:
zə ha.t toͅ.p˃v‧oͅrəm (Q202p Eys),
vorm:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
form (L366p Gruitrode),
vorm hebben:
die hāēt form (L300p Beesel),
zo zuiver als een zon zijn:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ze ès zoe zeù.ver as en zón (K361p Zolder)
|
Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
30157 |
in groefleger liggen |
groefleger liggen:
grūǝflęgǝr legǝ (L210p Venray),
in de laag liggen:
en dǝ lǭx liqǝ (Q111p Klimmen),
in het leger liggen:
en ǝt lē̜gǝr legǝ (L265p Meijel),
in lager liggen:
e lāgǝr liqǝ (Q202p Eys),
leger liggen:
lēgǝr legǝ (Q198a Mesch),
op het leger leggen:
ǫp˱ ǝt lēgǝr lęqǝ (Q100p Houthem, ...
Q095p Maastricht,
Q101p Valkenburg),
op het leger liggen:
ǫp˱ ǝt lɛ̄gǝr leqǝ (Q098p Schimmert),
op laag leggen:
op lǭx lɛgǝ (Q113p Heerlen),
op zijn kant liggen:
ǫp ˲zinǝ kant legǝ (Q039p Hoensbroek),
op zijn leger metselen:
ǫp ˲zǝn lē̜gǝr mɛtsǝlǝ (Q018p Geulle),
op zijn natuur liggen:
ǫp ˲zinǝ natȳr legǝ (Q039p Hoensbroek),
op zijn zijde liggen:
ǫp ˲zǝn zi legǝ (L316a Lozen)
|
Gezegd van natuursteen die volgens de stand waarin hij in de groeve werd aangetroffen is gemetseld. Metselwerk dat op deze wijze was uitgevoerd, werd in K 353 'bruut metselwerk' ('brøt m'tsǝlw'rǝk') genoemd. [N 31, 31e]
II-9
|
22033 |
in groep vliegen |
bij het kudde blijven:
be ’t kəd blijven (P219p Jeuk),
in de klat vliegen:
ien de klat vlīēge (L210p Venray),
in de kudde slaan:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
èn de kèt slon (Q083p Bilzen),
in de troep vliegen:
in den trop vleege (Q027p Doenrade),
in een klat vliegen:
en ønə klat vlīgə (L265p Meijel),
in een kudde vliegen:
in en ket vliege (Q074p Kortessem),
(kùt = kudde).
in e kùt vlīē.ge (K361p Zolder),
in een troep vliegen:
in eine trop vleege (Q021p Geleen),
in une trop vleege (Q027p Doenrade),
in het kind vliegen:
in het keend vliegen (Q162p Tongeren),
in het kudde vliegen:
in ’t köd vlege (Q111p Klimmen),
in klat vliegen:
in klad vleege (Q187p Sint-Pieter),
in kudde vliegen:
in kut vlege (Q187p Sint-Pieter),
klatvliegen:
klat vleege (L289p Weert),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
kladvliege (L214p Wanssum),
rondvliegen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
ró.ntvlīē.ge (K361p Zolder),
trainen:
traine (L266p Sevenum),
trekken:
trekkə (L417p As),
trèkken (Q007p Eisden),
zich kudden:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
zích kèdde (Q083p Bilzen)
|
Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het rondcirkelen rond het hok? [N 93 (1983)] || Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: in groep vliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|