29087 |
knoopsgat inknippen, insnijden |
inhouwen:
enhǫwǝ (L270p Tegelen),
inknippen:
eknepǝ (Q111q Ransdaal),
enknepǝ (Q007p Eisden, ...
L368p Neeroeteren,
Q112p Voerendaal),
enknepǝn (Q071p Diepenbeek),
inknippen (L416p Opglabbeek),
inpitsen:
īnpetsǝ (Q088p Lanaken),
inslaan:
enšlǭn (L270p Tegelen),
insnijden:
ensni-jǝ (L428p Born, ...
L381p Echt,
L271p Venlo),
ensnęjǝ (L417p As, ...
Q003p Genk,
L246p Horst,
Q095p Maastricht),
enšni-jǝ (Q027p Doenrade, ...
Q021p Geleen,
L330p Herten,
Q016p Lutterade,
Q099p Meerssen,
L299p Reuver),
esni-jǝ (Q200p s-Gravenvoeren),
ešni-jǝ (Q121c Bleijerheide),
insnijden (Q165p Hopmaal),
ęnsnājǝ (Q083p Bilzen),
knoopsgat pitsen:
knyps˲gāt petsǝ (K361p Zolder),
knoopsgaten maken:
knoopsgaten maken (Q015p Stein),
knoopslok maken:
knǭpsluǝk mǭkǝ (Q198p Eijsden),
snijden:
sni-jǝ (L364p Meeuwen, ...
Q197p Noorbeek),
snājǝ (Q083p Bilzen),
snęǝ (P052p Schulen),
šniǝ (Q253p Montzen),
uitsnijden:
uitsnijden (Q165p Hopmaal),
ø̜jtsnęjǝ (K361p Zolder)
|
Het inknippen van het knoopsgat. Dit wordt eerst met krijt op het kledingstuk afgetekend en daarna ingeknipt of ingeslagen met een knoopsgatenschaar of een gaatjestang. [N 59, 138]
II-7
|
28923 |
knoopsgatenbeitel |
beiteltje:
bęjtǝlkǝ (Q088p Lanaken),
doorslag:
doorslag (Q003p Genk),
duǝršlāx (Q111q Ransdaal),
dø̜rslǭx (Q083p Bilzen),
dōrslāx (Q015p Stein),
dōrslǭx (Q165p Hopmaal),
dōršlāx (L428p Born),
gaatjesijzer:
gø̜̄tjǝsīzǝr (Q007p Eisden),
houwpijp:
hǫwpip (Q095p Maastricht),
knoopsgatenbeitel:
knǫwpsgātǝbęjtǝl (L381p Echt, ...
L271p Venlo),
knoopsgatenbeits:
knǫwpsgātǝbęjtš (L433p Nieuwstadt),
knoopsgatentang bet een beitel:
knypsgã.tǝta.ŋ bę nǝ bē.tǝl (K361p Zolder),
knoopsgaterbeitel:
knǫwps˲gātǝrbęjtǝl (L368p Neeroeteren, ...
L270p Tegelen),
knoopsgaterbeiteltje:
knǫwpsgātǝrbęjtǝlkǝ (L330p Herten),
knoopskoterbeitel:
knuǝpskūtǝrbīǝtǝl (Q083p Bilzen),
knoopslokbeitel:
knopslǫkbētǝl (Q253p Montzen),
knoopslokerbeitel:
knopslūkǝrbęǝtǝl (Q200p s-Gravenvoeren),
knopslǭkǝrbitǝl (Q197p Noorbeek),
knǫwpslǭkǝrbęjtǝl (Q016p Lutterade),
prengel:
pręŋǝl (Q121c Bleijerheide)
|
Instrument voor het uitponsen van knoopsgaten. Elk beiteltje heeft de grootte van een knoopsgat; men moet er dus verschillende hebben al naar gelang de grootte van de knoopsgaten (Papenhuyzen III, pag. 12). De informant van Q 83 merkt op dat veel kleermakers in plaats van de knoopsgatenbeitel vroeger de knoopsgatentang gebruikten. [N 59, 29a]
II-7
|
28895 |
knoopsgatenmachine |
(naai)machine voor knoopsloker te maken:
(niǝn)mašiŋ vø̜r knopslǫkǝr tǝ mākǝ (Q253p Montzen),
knoopgatenmachine:
knōpgātǝnmǝšin (L428p Born),
knooplokenmachine:
knōflø̜xmašiŋ (Q121c Bleijerheide),
knoopsgatenmachine:
knawpsgūtǝmašinǝ (Q165p Hopmaal),
knypsgã.tǝmǝšin (K361p Zolder),
knøpsxǭtǝnmǝšin (K361p Zolder),
knōpsgātǝnmašin (L416p Opglabbeek),
knǫwpsgātǝmǝšin (L381p Echt, ...
L433p Nieuwstadt,
L299p Reuver,
L271p Venlo),
knǭpsgātǝmǝšin (Q032p Schinnen),
knǭpsgātǝnmǝšin (Q015p Stein),
knoopsgatermachine:
knø̜jpsgātǝrmǝšīn (L364p Meeuwen),
knǫwpsgātǝrmǝšin (L368p Neeroeteren),
knoopsgaternaaimachine:
knuǝpsgātǝrnē̜jmašīn (L246p Horst),
knoopskotermachine:
knuǝpskūtǝrmǝšīn (Q083p Bilzen),
knoopslokermachine:
knopslūkǝrmašiŋ (Q200p s-Gravenvoeren),
knō ̞psluǝkǝrmǝšin (Q198p Eijsden),
knōpslø̜̄kǝrmǝšin (Q027p Doenrade),
knōpslōkǝrmǝšin (Q088p Lanaken),
knǫwpslōkǝrmǝšin (Q099p Meerssen, ...
Q111q Ransdaal),
naaimachine met de hand bediend:
niǝmǝšin mętǝ ant bǝdēnt (Q007p Eisden),
piketteermachine:
pekǝtērmǝšin (Q016p Lutterade),
strubbel:
strø̜̄bǝl (P052p Schulen)
|
Naaimachine die men gebruikt voor het naaien van knoopsgaten. De informant van L 271 merkt op dat knoopsgatenmachines pas na de Tweede Wereldoorlog verschenen zijn. [N 59, 17d]
II-7
|
28922 |
knoopsgatenschaar |
knooplokenscheer:
knōflø̜xšīr (Q121c Bleijerheide),
knooplokerscheer:
knǫwpslōkǝršēǝr (Q099p Meerssen),
knoopsgatenscheer:
knypsgã.tǝsxiǝr (K361p Zolder),
knø̜jpsgātǝšir (Q095p Maastricht),
knǫwpsgātǝšir (Q007p Eisden),
knǫwpsgātǝšiǝr (L381p Echt),
knǫwpsgātǝšxir (L271p Venlo),
knǭpsgātǝšɛjr (Q032p Schinnen),
knoopsgatenscheertje:
knǫwpsgātǝnšēǝrkǝ (L428p Born),
knoopsgaterscheer:
knuǝpsgātǝrsxir (L246p Horst),
knǫwpsgātǝršēr (L329p Roermond),
knǫwpsgātǝršīr (L330p Herten, ...
L368p Neeroeteren),
knoopsgaterscheertje:
knǫwps˲gātǝrširkǝ (L270p Tegelen),
knoopsgatscheer:
knypsgaǝtsxēr (P052p Schulen),
knűpsgãǝtsxēr (P052p Schulen),
knoopskoterscheer:
knuǝpskūtǝršęjr (Q083p Bilzen),
knoopslokenscheertje:
knō ̞psluǝkǝširkǝ (Q198p Eijsden),
knoopslokerscheer:
knopslūkǝršiǝr (Q200p s-Gravenvoeren),
knopslǭkǝršir (Q197p Noorbeek),
knǫwpslōkǝršēr (Q112p Voerendaal),
knǫwpslǭkǝršiǝr (Q111q Ransdaal),
knǫwpslǭkǝršēǝr (Q021p Geleen),
knǫwpslǭkǝršē̜r (Q016p Lutterade),
knoopslokscheer:
knopslǫkšiǝr (Q253p Montzen)
|
Bijzondere schaar om knoopsgaten mee te knippen. Volgens de informant van Q 253 heeft de schaar een uitsparing over het eerste derde deel van de snede, te beginnen bij het klinknageltje, de niet. De informant van Q 121c vermeldt een knoopsgatenschaar met een stelschroef waarmee de lengte van de knoopsgaten ingesteld kan worden. Volgens Gerritse (pag. 24) bestaan er knoopsgatenscharen met en zonder stelschroef. Om het schaartje zonder schroef te gebruiken knipt men met de knoopsgatentang eerst het gatenrondje op de juiste plaats in en daarna het knoopsgat op de juiste lengte. Zie voor een model knoopsgatenschaar afb. 21. [N 59, 16d; N 59, 26a; N 59, 30b; monogr.]
II-7
|
29002 |
knoopsgatensteek |
knoopkotersteek:
knopkūtǝrstik (Q071p Diepenbeek),
knooplokensteek:
knōplø̜xštex (Q121c Bleijerheide),
knoopsgatensteek:
knoopsgatensteek (Q165p Hopmaal, ...
L416p Opglabbeek),
knøps˲gǭtǝnstēk (K361p Zolder),
knø̜jpsgātǝstēk (Q095p Maastricht),
knǫwpsgātǝnštēk (L298a Kesseleik),
knǫwpsgātǝstēk (L381p Echt, ...
Q007p Eisden,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L271p Venlo),
knǫwpsgātǝštēk (Q099p Meerssen, ...
L433p Nieuwstadt,
L299p Reuver),
knǭpsgātǝstēk (Q015p Stein),
knǭpsgātǝštēk (Q032p Schinnen),
knoopsgatersteek:
knawpsgātǝrstēk (L417p As),
knupsgātǝrstēk (L246p Horst),
knø̜jpsgātǝrstēk (L364p Meeuwen),
knø̜psgatǝrstēk (L265p Meijel),
knǫwpsgātǝrstēk (L368p Neeroeteren),
knǫwps˲gātǝrštēk (L330p Herten, ...
L270p Tegelen),
knoopsgatsteek:
knopsgatstēk (P047p Loksbergen),
knypsgãǝtstēk (P052p Schulen),
knoopskotersteek:
knuǝpskūtǝrstīk (Q083p Bilzen),
knōpskūtǝrštīk (Q032p Schinnen),
knoopslokersteek:
knopslūkǝrstiǝk (Q200p s-Gravenvoeren),
knopslǭkǝrstēk (Q197p Noorbeek),
knōpslø̜̄kǝrštīk (Q027p Doenrade),
knōpslōkǝrstēk (Q088p Lanaken),
knǫwpsloakǝrštek (Q016p Lutterade),
knǫwpslokǝrštēk (Q112p Voerendaal),
knǫwpslǭkǝrštiǝk (Q111q Ransdaal),
knǫwpslǭkǝrštēk (Q021p Geleen, ...
Q016p Lutterade),
knǭpsluǝkǝrštiǝk (Q198p Eijsden),
knoopsloksteek:
knopslǫkštiǝk (Q253p Montzen),
knoopsteek:
knǫwpstik (L428p Born),
overlegsteek:
overlegsteek (Q007p Eisden),
strop:
strop (Q003p Genk, ...
K361p Zolder),
stręp (Q083p Bilzen)
|
Steek voor het maken van knoopsgaten. Men steekt de naald in achter het paskoord of de pasdraad, welke achter de kant van het knoopsgat wordt gelegd en met de linkerhand vastgehouden, en alvorens de naald weer uit te halen slingert men de draad van links naar rechts om de naald heen. Wanneer de draad wordt aangehaald, ontstaat daardoor op de kant van het knoopsgat een nopje. Deze nopjes moeten elkaar aanvullen en regelmatig opvolgen (Gerritse, pag. 47). Er zijn verder diverse soorten knoopsgatensteken. Zie afb. 42. [N 59, 63; N 62, 16a]
II-7
|
28926 |
knoopsgatentang |
gaatjestang:
gaatjestang (K278p Lommel),
gatjǝstaŋ (L163a Milsbeek),
gɛtjǝstaŋ (L267p Maasbree),
gatentang:
gātǝtaŋ (L293p Roggel),
holpijpje:
(mv)
holpipkǝs (L330p Herten),
knoopsgatentang:
knoopsgatentang (L416p Opglabbeek),
knupsxǭtǝntaŋ (K361p Zolder),
knypsgã.tǝtaŋ (K361p Zolder),
knø̜jpsgātǝtaŋ (Q095p Maastricht),
knōpsgātǝtaŋ (Q165p Hopmaal),
knǫwpsgātǝtaŋ (L417p As, ...
L428p Born,
Q007p Eisden,
L433p Nieuwstadt,
L299p Reuver,
L271p Venlo),
knǭpsgātǝngaŋ (Q015p Stein),
knǭpsgātǝtaŋ (Q032p Schinnen, ...
Q015p Stein),
knoopsgatertang:
knuǝpsgātǝrtaŋ (L246p Horst),
knø̜jpsgātǝrtaŋ (L364p Meeuwen),
knø̜psgatǝrtāŋ (L265p Meijel),
knǫwpsgātǝrtaŋ (L417p As, ...
L381p Echt,
L330p Herten,
L368p Neeroeteren),
knǫwpsxātǝrtaŋ (L270p Tegelen),
knoopskotertang:
knuǝpskūtǝrtaŋ (Q083p Bilzen),
knōpskūtǝrtaŋ (Q083p Bilzen),
knoopslokertang:
knopslūkǝrtaŋ (Q200p s-Gravenvoeren),
knō ̞psluǝkǝrtaŋ (Q198p Eijsden),
knōpslø̜̄kǝrtaŋ (Q027p Doenrade),
knǫwpslōkǝrtaŋ (Q099p Meerssen),
knǫwpslǭkǝrtaŋ (Q016p Lutterade, ...
Q111q Ransdaal),
knoopsloktang:
knopslǫktaŋ (Q253p Montzen),
knopskotertang:
knupskūtǝrtaŋ (Q083p Bilzen),
knopsloktang:
knopslǫktaŋ (Q253p Montzen),
ogentang:
yxtaŋ (P052p Schulen),
platte knooploktang:
platǝ knōfloxtsaŋ (Q121c Bleijerheide),
revolvertang:
rǝvǫlvǝrtaŋ (L163a Milsbeek),
tang:
taŋ (Q088p Lanaken, ...
L416p Opglabbeek)
|
Een tang waarmee men knoopsgaten maakt. Volgens de informant van L 163a wordt er met de revolvertang een gaatje gemaakt en maakt men vervolgens een snit. [N 60, 47c] || Tang waarmee men in één keer een knoopsgat kan uitknippen. Tussen de beide grepen van de tang bevindt zich een veer. Het onderste plaatje is aan de binnenzijde voorzien van een verhoging van hard metaal en het bovenste plaatje van een kokertje dat dient tot insnijding van het knoopsgatenrondje (Gerritse, pag. 25). Papenhuyzen (III) zegt niets over de knoopsgatentang, maar toont een tekening van een verstelbare knoopsgatentang (pag. 11). Ook de informant van Q 83 spreekt over een verstelbare knoopsgatentang, waarvan het verstelbare gedeelte het ø̄blokø̄ genoemd wordt. De informant van Q 121c geeft een platte knoopsgatentang zonder rondjes aan. De informanten van L 265 en Q 198 hadden geen tang of kenden deze niet. Zie afb. 22. [N 59, 30b; N 59, 16d; N 59, 29a]
II-10, II-7
|
28860 |
knoopsgatenzijde |
blinkende cordonnet:
blinkende cordonnet (L416p Opglabbeek),
cordonnet:
kordǝnę (P047p Loksbergen),
kǫrdone (Q198p Eijsden),
kǫrdonę (L282p Achel, ...
Q083p Bilzen,
Q165p Hopmaal,
P052p Schulen),
kǫrdonęt (Q165p Hopmaal),
kǫrdęnē (Q020p Sittard),
kǫrdǝnɛ (L417p As, ...
K353p Tessenderlo),
cordonnetzij:
cordonnetzij (P188p Hoepertingen),
knoopgatenzij:
knǫwpgātǝzi (L428p Born),
knooplokenzijde:
knōplø̜xzi-j (Q121c Bleijerheide),
knoopsgaren:
knawpsgārǝ (Q007p Eisden),
knoopsgatenzij(de):
knypsgãtǝzęj (K361p Zolder),
knø̄psgātǝzi-j (Q032p Schinnen),
knø̜psgatǝzi-j (L163p Ottersum),
knø̜psgātǝzęj (Q095p Maastricht),
knǫwpsgātǝzi (L271p Venlo),
knǫwpsgātǝzi-j (L433p Nieuwstadt),
knǭpsgātǝnzi (Q015p Stein),
knoopsgaterzij(de):
knuǝpsgātǝrzi-j (L246p Horst),
knø̜psgatǝrzē̜j (L265p Meijel),
knǫwpsgātǝrzi (L381p Echt, ...
Q020p Sittard,
L270p Tegelen),
knǫwpsgātǝrzi-j (L330p Herten, ...
L368p Neeroeteren),
knoopskoterzijde:
knuǝpskūtǝrzāj (Q083p Bilzen),
knōpskūtǝrzāj (Q083p Bilzen),
knoopslokergaren:
knǫwpsloakǝrgārǝ (Q016p Lutterade),
knoopslokerzij(de):
knopslūkǝrzi-j (Q200p s-Gravenvoeren),
knōpslōkǝrzęj (Q088p Lanaken),
knōpslǭkǝrzi (Q027p Doenrade),
knǫpslǭkǝrzi-j (Q197p Noorbeek),
knǫwpslokǝrzi (Q112p Voerendaal),
knǫwpslōkǝrzi-j (Q021p Geleen, ...
Q111q Ransdaal),
knǫwpslǭkǝrzi (Q016p Lutterade),
knoopslokzijde:
knopslǫkzi-j (Q253p Montzen),
knopenlokerzij:
knø̜jplōkǝrzi (Q099p Meerssen)
|
Knoopsgatenzijde is veelal van betere kwaliteit dan naaizijde en men maakt deze ook nog wel van zuivere echte zijde (Papenhuyzen III, pag. 12). Men gebruikt knoopsgatenzijde voor het naaien van knoopsgaten. [N 59, 7b; N 62, 57; monogr.]
II-7
|
30877 |
knoot |
halkes falkes:
halkǝs falkǝs (L293p Roggel),
halkes riediejes:
halkǝs ridi-jǝs (L293p Roggel),
knobbel:
knubǝl (Q253p Montzen, ...
L293p Roggel),
knǫbǝl (L421p Dilsen),
knod:
knoa (Q121c Bleijerheide),
loot:
lōt (L267p Maasbree)
|
Het been, beentje of botje dat men op de leest legt, als men een schoen moet maken voor iemand die een gebrek aan de voet heeft bijvoorbeeld een eksteroog. [N 60, 188c]
II-10
|
29498 |
knop |
kaliberstreep:
kalibǝrstrī̄p (Q095p Maastricht),
knop:
knop (Q095p Maastricht),
ster:
stār (Q095p Maastricht)
|
Fout in aardewerk, ontstaan door het verkeerd instellen van de kaliber. De woordtypen knop en ster duiden respectievelijk een knop- en stervormige fout in aardewerk aan. De kaliberstreep is een golvende lijn in het aardewerk, ontstaan door een fout die werd gemaakt bij de bewerking van het voorwerp. [monogr.]
II-8
|
24723 |
knop waaruit twijg groeit |
binnenoog:
binnənòwch (L288p Nederweert),
bladknop:
bladknop (L216p Oirlo),
bot:
bot (Q201p Wijlre),
(bloemknop)
bòt (Q088p Lanaken),
IPA, omgesp.
boͅt (K314p Kwaadmechelen),
WBD/WLD
bòt (L417p As),
bottel:
bottels (Q015p Stein),
buitenoog:
bŏĕtənòwch (L288p Nederweert),
eindknop:
eindknoep (L330p Herten (bij Roermond)),
eindknop
éṇṭjknòp (L288p Nederweert),
gemengde knop:
#NAME?
gemengde knoep (L330p Herten (bij Roermond)),
knoop:
knoep (Q202p Eys, ...
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L331p Swalmen),
knuup (L295p Baarlo, ...
Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
knóop (Q095p Maastricht),
eigen spellingsysteem
knoep (Q034p Merkelbeek),
ideosyncr.
knoep (Q039p Hoensbroek),
knôp (Q193p Gronsveld),
LDB
knoep (L329p Roermond),
m.v. knuup
knoep v.d. boum (L269p Blerick),
NCDN
knoap (L378p Stevensweert),
WLD
knauəp (Q096b Itteren),
knoep (Q109p Hulsberg, ...
Q196p Mheer,
L382p Montfort,
Q112b Ubachsberg,
Q208p Vijlen),
knôep (L331p Swalmen),
knop:
de knoep (Q098p Schimmert),
knop (Q018p Geulle, ...
L382p Montfort,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
knōp (Q027p Doenrade, ...
Q095p Maastricht),
knòp (Q032p Schinnen),
knöp (Q095p Maastricht, ...
L381b Pey),
noep (L271p Venlo),
#NAME?
knŏĕp (Q111p Klimmen),
Bree Wb.
knòp (L360p Bree),
Endepols
knóp (Q095p Maastricht),
ideosyncr.
knop (Q121p Kerkrade),
ideosyncr. m.v. knup
knop (L374p Thorn),
IPA, omgesp.
knoͅp (K314p Kwaadmechelen),
Nijmeegs (WBD)
knóp (L265p Meijel),
Veldeke
knop (Q117a Waubach),
Veldeke 1979 nr 1
knop (L210p Venray),
Veldeke aangepast
knop (L245b Tienray),
WBD / WLD
knŏĕp (L300p Beesel),
WBD/WLD
knŏĕp (L416p Opglabbeek),
knòp (Q113p Heerlen, ...
Q095p Maastricht),
WLD
knop (Q095p Maastricht, ...
Q001p Zonhoven,
Q001p Zonhoven),
knŏĕp (Q032b Sweikhuizen),
knóp (Q027p Doenrade),
WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms o met nasaleringsteken)
knŏĕp (L322p Haelen),
± WLD
knop (L288a Ospel),
knoppel:
knŏĕpəl (Q207p Epen),
loot:
laot (L382p Montfort),
leut (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
loot (Q018p Geulle, ...
L321a Ittervoort,
Q112b Ubachsberg),
eigen fon. aanduidingen
loot (L320a Ell),
eigen spellingsysteem
laot (Q034p Merkelbeek),
loeët (L217p Meerlo),
lót (Q021p Geleen),
ideosyncr.
loot (Q020p Sittard),
Veldeke
laot (L381p Echt/Gebroek),
WBD/WLD
loat (Q016p Lutterade),
WLD
lōēt (L271p Venlo),
WLD eu langgerekt uitspreken
leut (Q032p Schinnen),
oog:
aowe (Q197p Noorbeek),
aug (L246p Horst, ...
L382p Montfort,
L299p Reuver,
L296p Steyl,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
auge (L295p Baarlo, ...
Q098p Schimmert),
auw (Q203p Gulpen),
aùg (Q096c Neerharen),
ee oog (Q039p Hoensbroek),
nuuj oug (L330p Herten (bij Roermond)),
oach (Q222p Vaals),
oeg (L414p Houthalen, ...
P219p Jeuk),
ooch (Q077p Hoeselt),
oog (L320c Haler, ...
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
Q116p Simpelveld),
oug (Q102p Amby, ...
L269b Boekend,
L421p Dilsen,
L330p Herten (bij Roermond),
L433p Nieuwstadt),
ouge (L288a Ospel, ...
L318b Tungelroy),
ow (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
òwch (L288p Nederweert),
ôûch (L381b Pey),
‧ōx o. (Q202p Eys, ...
Q203b Ingber),
#NAME?
ewch (Q086p Eigenbilzen),
(bladknop)
oou̯ch (Q088p Lanaken),
Bree Wb.
uig (L360p Bree),
eigen spellingsysteem
aug (Q095p Maastricht, ...
Q032p Schinnen),
oeg (L265p Meijel),
oèg (L265p Meijel),
eigen spellingsysteem ook wel
oeëg (L217p Meerlo),
Endepols
oug (Q095p Maastricht, ...
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
ideosyncr.
aow (Q198p Eijsden, ...
Q197p Noorbeek),
aug (L386p Vlodrop),
oug (Q020p Sittard, ...
L432p Susteren),
ôug (Q193p Gronsveld),
oude spellingsysteem afhankelijk van de plant
ogen (L265p Meijel),
Veldeke
aug (L322p Haelen),
’n oug (Q111p Klimmen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
’n auw (Q203p Gulpen),
Veldeke aangepast
oeëg (L245b Tienray),
Veldens dialekt
aug (L268p Velden),
Venlo e.o.
aug (L267p Maasbree),
WBD / WLD
oug (L300p Beesel),
WBD/WLD
aog (Q095p Maastricht),
oag (L371p Ophoven),
ooch (Q113p Heerlen),
oog (Q117p Nieuwenhagen),
ouch (L329a Kapel-in-t-Zand, ...
Q095p Maastricht,
L432p Susteren,
Q014p Urmond),
òwch (Q095p Maastricht),
’n oug (Q095a Caberg),
WBD/WLD waar men van afsnijdt om te oculeren
aug (L417p As),
WBD\\WLD
ooch (Q038p Amstenrade),
WLD
aoch (Q108p Wijnandsrade),
aog (L382p Montfort),
aogh (L429p Guttecoven),
auch (L326p Grathem, ...
Q096b Itteren,
L320b Kelpen),
aug (Q021p Geleen, ...
L328p Heel,
L298a Kesseleik,
L267p Maasbree,
L387p Posterholt,
L374p Thorn),
oag (Q019z Geverik/Kelmond),
oog (L164p Gennep, ...
Q033p Oirsbeek,
Q118p Schaesberg),
oug (L271p Venlo),
oágt (L428p Born),
ōēg (L210p Venray),
òèg (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
’n âôg (Q098p Schimmert),
WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)
auch (L322p Haelen),
± WLD
ouch (Q111p Klimmen),
oug (L289p Weert),
± WLD = oog
aawg (Q171p Vlijtingen),
scheut:
sjeut (L318b Tungelroy),
eigen spellingsysteem = oèg
sjeut (L265p Meijel),
Endepols
sjeut (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
ideosyncr.
scheut (Q033p Oirsbeek),
WLD
scheut (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
L382p Montfort),
slapend oog:
shlaopəṇjṭ òwch (L288p Nederweert),
sjlaopendj oug (L330p Herten (bij Roermond)),
slaopənt oou̯ch (Q088p Lanaken),
spruitje:
WLD
spruutsjəs (Q095p Maastricht),
uitlopen (ww):
WLD
oêtluipen (L271p Venlo)
|
De knop waaruit scheuten of loten te voorschijn komen (loot, oog, knop). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: de bladknoppen waaruit de scheuten of loten tevoorschijn komen (oog?) [N 72 (1975)] || Hoe noemt u: de verschillende soorten ogen (buitenoog, binnenoog, slapend oog, eindoog) (Nb. vragen 94 en 95 ontbreken!) [N 72 (1975)]
III-4-3
|