e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
notenzang notenzang: nuǝtǝzaŋk (Maxet), nōtǝzaŋk (Weert) Het geluid dat de kammen maken wanneer zij goed werken. [N O, 11o] II-3
notulen afschrift: aafsjrift (Pey), geschrift: geschrif (Heerlerbaan/Kaumer), notulen: de notule (Klimmen, ... ), nootullə (Roermond), nootuule (Herten (bij Roermond)), nootuulə (Hulsberg, ... ), nootūūlə (Venlo), nootŭŭlə (Epen, ... ), notele (Reuver, ... ), notele(n) (Velden), notule (Amby, ... ), notulen (Blerick, ... ), notulle (Ell, ... ), notullen (Ophoven), notuln (Brunssum), notulə (Doenrade, ... ), notulən (Maastricht), notuule (Geulle, ... ), nōōtələ (Maastricht), nóttŭŭllə (Heerlen), nótŭŭllə (Meijel), nótŭŭlə (Susteren), nótèle (Maastricht), (v.mv.).  n‧ōty.lə (Eys), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  nooteelə (Maastricht), Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  notule (Meerlo), Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  nōōtūūlə (Nieuwenhagen), protocol: prottekol (Kerkrade), stukken (mv.): sjtukker (Schaesberg), verslag: versjlaag (Bunde, ... ), verslaag (As, ... ), vərsjlaach (Kapel-in-t-Zand), vərslaach (Urmond), vərslaog (Diepenbeek), vərslàg (Loksbergen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  vərsláág (Opglabbeek), ps. omgespeld volgens Frings!  vərslāx (Houthalen) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
noveen boete: boote (Geulle, ... ), #NAME?  boot (Uikhoven), negenste: neigeste (Sint-Truiden), Klank: être  nêgeste (Jeuk), noveen (<lat.): də nøvɛ̄n (Montzen), ein nooveen (Lutterade), ing noveen (Nieuwenhagen), n noveen (Gulpen), ne nóveen (Tongeren), nooveen (Maastricht, ... ), nouvieen (Weert), noveen (Achel, ... ), novein (Sint-Truiden, ... ), novejən (Loksbergen), novēēn (Boorsem, ... ), novēn (Meijel), noviën (Schinnen), novèèn (Sittard) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
noveen add. boete houden: `ne boot hawwe (Maastricht), noveen (<lat.) houden: noveel hawwe (Maastricht), noveen haoje (Horn) Een negendaagse godsvruchtoefening, novene, noveen. [N 96B (1989)] III-3-3
nummer nummer: nomǝr (Ospel, ... ), numǝr (Kelmis), nømǝr (Griendtsveen) Het nummer dat iedere arbeider in de grotere bedrijven bezat en dat ook overal op zijn gereedschap stond. [monogr.] || Nummer op het turfveldje ter herkenning. [II, add.] II-4
nummeren aanduiden: aanduiden (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Emma]), aankrijten: ākritǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Emma)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), de treden nommereren: dǝ tretǝ nomǝrīrǝ (Bleijerheide), de treden numeroteren: dǝ trē̜ǝ numǝrǝtiǝrǝ (Bilzen), markeren: markeren (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Eisden]), merken: merken (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), merkǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), mę̄.rǝkǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Winterslag, Waterschei]), nommeren: nomǝrǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina] ), numǝrǝ (Ottersum), nǫmǝrǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Maurits]  [Domaniale]  [Laura, Julia]  [Julia]  [Domaniale]), nummeren: nummeren (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]), nømǝrǝ (Sint Odilienberg), nø̜mǝrǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]  , ... [Maurits] ), tekenen: tę̄kǝnǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Winterslag, Waterschei]), van een opschrift voorzien: van ęjn opšreft vø̄rzēn (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De treden en de daarmee overeenkomende nesten in de spil een nummer geven om de constructie gemakkelijk in elkaar te kunnen zetten. [N 55, 98] || Mijnwagens met krijt voorzien van een nummer of een merkteken om ze op deze wijze te kunnen tellen. [monogr.; N 95, 677; N 95, 682] II-5, II-9
nutteloze arbeid verrichten bezig houden: bezig houden (Leopoldsburg), geen avance (fr.) zijn: ginə əvàns zén (Loksbergen), geen zin hebben: det haet genne zin (Venlo), geen zweck (du.) haan: da.t ha.t˃ g‧eͅŋə tsweͅ.k (Eys), moeite voor niks doen: müjte vur niks doeë (Wijlre), nergens goed voor zijn: da.t ˂e.s nøͅ.rəgəs˃ go.t˃ vy.ər (Eys), nergens op stalen: det staaljd nöages op (Thorn), niks uithalen: det haoltj niks oet (Montfort), nutteloos zijn: dat is nutteloos (Oirsbeek), onbenullig werk: onbenullig werk (Eys), onnodig prutsen: onneudig preutsə (Montfort), onnodig werk: onnuëdig werk (Gulpen), onnèùdig werk (Noorbeek, ... ), oonnudig wèrrek (Maastricht), onnodig werk doen: onneudig werk doon (Schimmert), onneuzel werk doon (Hoensbroek), onnuudig werk doon (Maasbree), oonnudig werrek doen (Maastricht), onnut werk doen: onnöt werrek doon (Weert), schadelijk werk: sjaejelik werk (Herten (bij Roermond)), tijd verknoeien: tied verdôên (Eksel), tied verknoojə (Montfort), tiet verknojən (Urmond), tīēd verknōēie (Amby), tīēt fərknôêjə (Reuver), voor niks werken: veur nieks werke (Roermond), veur niks werke (Hoeselt), vrineksweͅrkə (Meeuwen), water naar de maas dragen: watər nao de māās drāāgə (Beesel), werk zoeken: werk zuike (Sittard), wérkzĕŭke (Schimmert), zich moede maken op niks: zich meeg māke op niks (As), zijn tijd verdoen: zenen tied verdoen (Maastricht), zwecklos (du.) werk: tswèkloos-wérk (Heerlen), zwecklos (du.) werk doen: tswèklōōs wèrk dōēë (Nieuwenhagen) nutteloze arbeid verrichten [N 85 (1981)] III-1-4
nutteloze arbeid verrichten; nutteloos werkf gekloot: Det geklwaot mòt noe mer èns ophwäöre  geklwaot (Echt/Gebroek) geknoei, minderwaardig werk III-1-4
nylon nylon: nylon (Rothem) Vol-synthetische vezelstof, die steenkool en kalk tot grondslag heeft (Bonthond s.v. ø̄nylonø̄). [N 62, 75c] II-7
nylonkous darmen (mv.): derm (Susteren), glazen kous: gloaze kòòse (Sint-Truiden), hoos: haose (Posterholt), kous: kaozə (Mechelen-aan-de-Maas), ko:s (Wintershoven), koos (Lummen), kouse (Boeket/Heisterstraat), kousen (Lutterade), kousse (Tungelroy), kousə (Maaseik), kousenboks: kooseboks (Eksel), nylon: neejlons (Kanne), neilons (Einighausen, ... ), nielons (Grathem), nijlon (Hoensbroek), nijlons (Baarlo, ... ), nilon (Tongeren), nilóͅs (Leopoldsburg), niloͅs (Eisden, ... ), nilôs (Leopoldsburg), nīlaonə (Bocholt), ny(3)lons (Hoensbroek), nylons (Amstenrade, ... ), nèjlon (Mechelen), nylonhoos: neilon-haoze (Klimmen), neilonhaoze (Limbricht), nēͅlo hōsə (Ophoven), neͅiloͅn ūəzə (Rotem), nijlon haoze (Roermond), nilaohoëze (Bilzen), nilonhoos (Zichen-Zussen-Bolder), nilo͂ͅhōͅzə (Teuven), niloͅŋhōͅzə (Teuven), nilàgwos (Val-Meer), nilə hōzə (Boorsem), ny(3)̄lonhoase (Hoensbroek), nylon haoze (Maasbracht, ... ), nylon hoese (Oost-Maarland), nylon wuse (Eigenbilzen), nylon-haoze (Klimmen), nylonghwaosche (Millen), nylonhaos (Munstergeleen), nylonhoase (Hoensbroek), nylonkous: `nil†v kou.sə (Tongeren), naílon koúsə (Ketsingen), neilonkousen (Wijk), neiloͅn kōsə (Boekt/Heikant), nei̯lon koose (Boekt/Heikant), nelaokosə (Donk (bij Herk-de-Stad)), nellonkaase (Beverlo), nellonkèùse (Kwaadmechelen), nelonkøͅsə (Kwaadmechelen), neloŋ koͅəsə (Velm), nelo͂ͅ kōsə (Borlo), neloͅnkasə (Beverlo), nelø͂ͅkoͅsə (Hasselt), nēͅilo͂køüsə (Bree), nēͅlon kāsə (Zelem), neͅiloͅnkoͅusə (Kaulille), neͅiloͅŋkoͅwsə (Achel), neͅloͅn koͅusən (Hamont), niellon kooësen (Eksel), nijlonkous (Stein), nilā kōͅsə (Borgloon), nillon kouəsse (Borgloon), nilo(n) koͅsə (Linkhout), nilon koosen (Beringen), nilon koste (Opheers), nilon koͅusə (Lanklaar), nilonkaasə (Lommel), nilonkaose (Paal), nilonkoose (Beringen), nilonkose (Diepenbeek), nilonkousen (Neerharen), nilonkōsə (Beringen), nilō kōsə (Romershoven), nilō køysə (Opglabbeek), nilōͅ kōͅsə (Hasselt), nilōͅnkos (Herk-de-Stad), nilóͅ koose (Boekt/Heikant), nilóͅkes (Leopoldsburg), nilo͂ kōͅsə (Sint-Truiden), nilo͂ͅ koͅsə (Halen), nilo͂ͅkōsə (Riksingen), niloͅkoͅəsə (Kermt), niloͅn kosən (Beringen), niloͅn+kas (Lommel), nilòkoͅusə (Rekem), nilònkaosə (Paal), nilôôkòusë (Tongeren), nolo͂koͅusə (Mechelen-aan-de-Maas), nylon koos (Sint-Truiden), nylon kousen (Maastricht, ... ), nylonkouse (Borgharen, ... ), nylonkousen (Neeroeteren, ... ), nöloonkèùse (Tessenderlo), nølōŋkøͅs (Tessenderlo), Fr. nylon &lt; Eng. ss. sub nylon.  nielo͂ kóó.se (Zonhoven), nijlón kóó.se (Zonhoven), panty (eng.): Modernisme.  penties (Bilzen), Pas recent.  pāēntis (Kinrooi), stretch (eng.): schtrets (Valkenburg) #NAME? || breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] || nylonkous || nylonkousen [N 24 (1964)] || Vrouwenkousen [kousen, hosen] [N 114 (2002)] III-1-3