e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
omloper langwerpige hoeve:   ømlø̜i̯pǝr (Eisden), omloper:   omloper (Milsbeek), omlø̄pǝr (Roggel), ømluǝpǝr (Meijel) I-6, II-10
ommaaien inkappen, eerste slagen maken met de zicht:   ø[maaien] (Milsbeek, ... ) I-4
ommaken ontbost terrein met een schop omwerken:   ømmākǝ (Milsbeek, ... ), ontginnen:   ømmākǝ (Blerick), rooien:   ømmākǝ (Heijen), spitten:   ømmãkǝ (Gennep, ... ), zomen:   ømmǭkǝ (Gelinden) I-1, I-8, II-7
ommalen opnieuw wannen:   ømā.lǝ (Opgrimbie), sorteren met de machine:   ummālǝ (Berg, ... ) I-4, I-5
ommangelen ruilen (als spel):   ommangele (As) III-3-2
ommegang omgang van de toren:   dr ummegank van dr taoëre (Gulpen) III-3-3
ommegangsprocessie (<lat.) sacramentsprocessie:   oomefanksprocessie (Maaseik) III-3-3
ommeletje pannenkoek:   ömmeletje (Tongeren) III-2-3
ommoren de grond omwoelen:   ǫmōrǝ (Opitter) I-11
omnaaien overhandsen, omslingeren:   omnęjǝ (Neeroeteren), zomen:   ømniǝnǝ (Kerkrade) II-7