19950 |
stoken |
polferen:
pulfere (Q101p Valkenburg),
stoken:
staoke (L381p Echt/Gebroek, ...
L271p Venlo),
stuǝkǝ (Q083p Bilzen),
stāwkǝ (P047p Loksbergen),
stōkǝ (L377p Maasbracht, ...
Q095p Maastricht,
L210p Venray),
stōwkǝ (P176p Sint-Truiden),
stōǝkǝ (L374p Thorn),
stǭkǝ (L163a Milsbeek, ...
L163a Milsbeek),
štōͅkə (L330p Herten (bij Roermond)),
štø̄̄kǝ (L381p Echt),
štōkǝ (L290p Panningen),
štǭkǝ (L297p Belfeld, ...
L381p Echt,
Q111p Klimmen,
L322a Nunhem,
L299p Reuver,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen),
štǭxǝ (Q211p Bocholtz)
|
Brandstof toevoeren tijdens het bakproces van pannen en gresbuizen. [monogr.] || Brandstof toevoeren tijdens het bakproces. Wanneer de ringoven met kolen wordt gestookt, wordt de brandstof in de ringoven via de stookpotten in de kamers gebracht. Het stoken vormt de tweede fase in de cyclus die de steen tijdens het bakproces in ringovens, vlamovens en tunnelovens ondergaat. In de opwarmfase wordt de steen gedroogd en verhit, in de stookperiode wordt de steen goed doorbakken en in de afkoelfase wordt hij met behulp van de buitenlucht geleidelijk afgekoeld. [N 98, 139; monogr.] || De stookkanalen tijdens het tichelen bijvullen met brandstof. [monogr.] || stoken || stoken branden
II-8, III-2-1
|
27245 |
stoker |
mulman:
mø̜lman (Q083p Bilzen),
steuker:
štøǝkǝr (Q255p Kelmis),
stoker:
stuǝkǝr (Q083p Bilzen),
stó̜kǝr (L164p Gennep),
stø̜̜̄̄kǝr (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
stōkǝr (Q095p Maastricht, ...
L210p Venray),
stǭkǝr (L163a Milsbeek
[(meervoud: stǭkǝs)]
, ...
L163a Milsbeek
[(stǭkǝs)]
,
L163p Ottersum),
štø̄̄kǝr (L381p Echt, ...
L322a Nunhem,
L290p Panningen,
L299p Reuver),
štø̄̄ǝkǝr (L374p Thorn),
štø̜̜̄̄kǝr (L297p Belfeld, ...
L381p Echt,
Q111p Klimmen,
L322a Nunhem,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen),
štǭkǝr (Q020p Sittard)
|
De arbeider die de oven verzorgt. In L 163 zorgde de stoker ook voor de aanvoer van de brandstof. [N 49, 61b] || De arbeider die tijdens het bakproces het vuur in de pannen- of gresbuizenoven op de vereiste temperatuur houdt. [monogr.] || De arbeider die tijdens het bakproces het vuur in de ringoven op de vereiste temperatuur houdt. Wanneer het vuur in de oven te warm was, zei men in Q 121b dat de oven te gloei (ts\ glø̜j) was. [N 98, 140; monogr.] || De arbeider die tijdens het tichelen regelmatig de stookkanalen opvulde met brandstof. In Q 83 was de inzetter tegelijk ook stoker. Hij werd geassisteerd door de mulman, een handlanger, die, met uitzondering van het uitstrooien van het steenkoolgruis, verschillende werkzaamheden verrichtte. [monogr.; N 98, 119 add.; N 98, 140 add.] || De stoker in de electrische centrale. [monogr.]
II-4, II-8
|
28159 |
stokerschop |
stokerschup:
štø̜xǝršøp (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
stokerschupje:
štø̜ǝxǝršøpjǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Speciaal soort schop die in Q 121 op de Domaniale mijn in onderbandpijlers en in dunne lagen werd gebruikt. [N 95, 760 add.; monogr.]
II-5
|
28024 |
stokkenmeter |
stockmeter:
stockmeter (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei]),
stokkenmeter:
stokkenmeter (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Ondergrondse bediende die de voortschrijding van het werk in de winplaats in verband met het akkoord opneemt. Volgens Defoin (pag. 86) kende men deze functie niet in de Nederlandse mijnen: "Wegens een andere wijze van collectieve loonberekening in Nederlands-Limburg bestaat aldaar het begrip individuele stok niet". [monogr.; Vwo 750]
II-5
|
23095 |
stokpaardje |
stokpaardje:
stokperdje (L210p Venray),
[Met afbeelding].
sjtokpaerdje / sjtekpaerdje? (L329p Roermond),
Uit het A.N. stokpaardje gedeeltelijk vermaastrichtst.
stokpeerdsje (Q095p Maastricht)
|
[Stokpaardje]. || Liefhebberij. || Stokpaardje.
III-3-2
|
31352 |
stokpasser |
aanslagcirkel:
āšlāxtserkǝl (Q121c Bleijerheide),
cirkeltrekker:
serkǝltrękǝr (L217p Meerlo, ...
L213p Well),
diktepasser:
dektǝpɛsǝr (P219p Jeuk),
latpasser:
latpɛsǝr (L330p Herten),
ritser:
retsǝr (L423p Stokkem),
schrijfhaak:
sxrīfhǭk (L246p Horst, ...
L210p Venray),
schuifpasser:
sxyfpasǝr (L210p Venray),
sxø̜jfpasǝr (L414p Houthalen),
šȳfpasǝr (L329p Roermond),
šø̜jfpęsǝr (Q088p Lanaken),
šø̜jfpɛsǝr (L423p Stokkem),
stekpasser:
štɛkpasǝr (L387p Posterholt, ...
L299p Reuver),
štɛkpɛsǝr (L330p Herten),
stokpasser:
stǫkpasǝr (L271p Venlo)
|
Passer, bestaande uit een lange metalen of houten staaf waarop twee stalen punten zijn gemonteerd waarvan er minstens één verstelbaar is. In één van de punten kan soms ook een potloodstift worden gezet. Zie ook afb. 85. De stokpasser wordt vooral gebruikt om cirkels en segmenten met zeer grote straal af te schrijven. [N 33, 252k; N 33, 264; N 64, 81c; N 66, 2c] || Passer, bestaande uit een lange metalen staaf, waarop twee verschuifbare stalen blokjes zijn gemonteerd, die aan de onderzijde voorzien zijn van een kraspunt. De stokpasser wordt vooral gebruikt om cirkels en segmenten met een grote straal af te schrijven. Zie ook afb. 110 en het lemma ɛstokpasserɛ in Wld II.11, pag. 61.' [N 53, 193c]
II-11, II-12
|
20033 |
stokroos |
staakroos:
staakrwaos (L381p Echt/Gebroek),
stamroos:
-
stamroe:e:s (L318b Tungelroy),
stokroos:
schtokrois (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
sjtokroas (Q016p Lutterade),
sjtokroes (Q193p Gronsveld, ...
Q208p Vijlen),
sjtokroeës (Q201p Wijlre),
sjtokroeëze (Q111p Klimmen),
sjtokrois (Q099q Rothem),
sjtokroos (L329p Roermond, ...
Q020p Sittard,
L331p Swalmen),
sjtokroës (Q112c Kunrade),
staukroews (P219p Jeuk),
stok roos (Q098p Schimmert),
stok-roeës (L216p Oirlo),
stokroes (Q202p Eys),
stokroos (L265p Meijel, ...
Q098p Schimmert,
Q171p Vlijtingen),
stokrōēs (L318b Tungelroy),
stokrōūz (L421p Dilsen),
stokrwas (Q018p Geulle),
stòkrŏĕs (Q071p Diepenbeek, ...
Q095p Maastricht),
štokroeəzə (Q192p Margraten),
-
sjokroas (L378p Stevensweert),
sjtokroewes (Q208p Vijlen),
sjtokrwaas (Q103p Berg-en-Terblijt),
stokroes (L267p Maasbree),
stokroos (Q093p Rosmeer),
stokroëes (L210p Venray),
stokroës (L270p Tegelen),
stok’rus (Q071p Diepenbeek),
[Althaea rosea]
stòkróos (Q162p Tongeren),
althea rosea
stoͅkruəs (L424p Meeswijk),
althéa
schtokrois (Q101p Valkenburg),
Bree Wb.
stókruus (L360p Bree),
eigen spelling
sjtokroos (L386p Vlodrop),
stokroos (L382p Montfort),
eigen spellingsysteem
stokroës (L267p Maasbree),
eigen spellinsysteem
stokroes (L265p Meijel),
idem
stokroos (L271p Venlo),
idiosyncr.
sjtokroeës (Q121p Kerkrade),
stokroeəs (L374p Thorn),
stokrōēs (L269p Blerick),
Spelling: \"fonetisch\
stokroes (Q095p Maastricht),
Veldeke
sjtokroeës (Q111p Klimmen),
WBD
stokroës (L266p Sevenum),
WBD/WLD
sjtókrôes (Q113p Heerlen),
stokroos (Q014p Urmond),
stòkrōēs (L417p As),
WLD (verkortingsboogje boven a )
stokròas (L374p Thorn),
zelfde uitspraak
stokroos (L381p Echt/Gebroek),
± Veldeke
stokroeës (L245b Tienray),
stokviolier:
stokfleer (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
zie ook pag. 412
stokfleer (Q095p Maastricht),
violier:
fleer (Q095p Maastricht)
|
stokroos (althea rosea L.) [DC 52 (1977)], [DC 60a (1985)], [N 73 (1975)], [N 92 (1982)]
III-2-1
|
31443 |
stokschaar, bankschaar |
aambeeldscheer:
ambeltsxiǝr (L217p Meerlo),
bankscheer:
baŋkšīr (L423p Stokkem),
doorknipscheer:
dørǝxknepšīǝr (Q121c Bleijerheide),
grote plaatscheer:
grytǝ plātšīǝr (Q099q Rothem),
grǭǝtǝ plātšēr (L329p Roermond),
grote scheer:
grōtǝ šīr (L291p Helden),
kleine plaatscheer:
klęjn plātšīr (L329p Roermond),
slagscheer voor schroefstokbevestiging:
šlāxšīǝr vȳǝr šrufštǫk˱bǝvɛstegeŋ (Q121c Bleijerheide),
staartscheer:
stārtsxīr (L210p Venray),
štɛrtšēr (L329p Roermond),
stekscheer:
štɛkšē̜r (Q098p Schimmert),
stokscheer:
štǫkšīr (L299p Reuver),
vijsbankscheer:
vē̜s˱baŋksxē̜r (P047p Loksbergen)
|
Handschaar voor plaatmetaal waarvan het uiteinde van één tangbeen haaks is omgebogen zodat dit in de bankschroef kan worden geklemd of in een gat in de baan van het aambeeld kan worden geplaatst. Op deze wijze kan meer kracht worden gezet bij het knippen van zwaardere plaatsoorten. Zie ook afb. 140. De informant uit L 329 kende twee uitvoeringen van deze schaar die alleen in grootte van elkaar verschilden. Vgl. de woordtypen grote en kleine plaatscheer. [N 33, 265; N 33, 290; N 64, 3a; N 66, 4a;]
II-11
|
27877 |
stokschoten |
afdekker:
āfdękǝr (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
āfdɛkǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Laura, Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
afdekkeren:
āfdękǝrǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma]),
āfdɛkǝrǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia]),
afdekkers:
āfdękǝrs (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Domaniale, Wilhelmina]
L426p Buchten
[(Maurits)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
āfdękǝš (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Domaniale]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits]),
afdekschoten:
˙af˱dę.kšy.ǝt (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale]),
bovenzolen:
boǝvǝzoǝlǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
stokschoten:
štokšyǝt (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štǫ.kšy.ǝt (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štǫkšȳǝt (Q113p Heerlen
[(Emma)]
, ... [Maurits]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma]),
štǫkšø̄s (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
štǫkšø̄t (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Laura, Julia]),
štǫkšø̄ǝs (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
štǫkšø̄ǝt (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
štǫkšø̜s (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
zolen:
zoǝlǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
zoolschoten:
zoǝlšø̜̄s (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
De schoten die in de stok, het gesteente onder de koollaag, worden aangebracht. Zij bestaan uit de het dichtst bij de vloer gelegen "vloerschoten" en de daarboven gelegen "afdekkers" (MBK II pag. 81). Het woordtype "afdekker" en de daarbij behorende dialectvarianten (Q 112a, Q 113, Q 117a, Q 121c) zijn meervoud. Zie ook het lemma Achterblijvers, Achtergebleven Schoten. [N 95, 435; N 95, 433; monogr.]
II-5
|
20519 |
stokvis |
droge vis:
drIēge vès (L416p Opglabbeek),
drīēge vès (L366p Gruitrode),
gedroogde vis:
gedreugde veis (L382p Montfort),
gedreugde vès (Q077p Hoeselt),
gedreugdje vis (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
gedrūūgde vis (L296p Steyl),
gedrūūëgde vusj (Q117p Nieuwenhagen),
gədrŭegdje véés (L325p Horn),
gedruugde vis
gədruugdə vis (L265p Meijel),
gerookte vis:
geraokte vis (Q171p Vlijtingen),
gezaajte vès (Q095p Maastricht),
gezouten bokkem:
gezoute bukkum (Q203p Gulpen),
gezouten en gedroogde vis:
gezòte en gedruudje ves (L289p Weert),
gezòte en gedrögdje vèsj (L374p Thorn),
gezouten haring:
gezalte (hiering) (L269p Blerick),
gezoute hiering (Q202p Eys),
gezouten vis:
gezaate visj (Q203p Gulpen),
gezaote vusj (Q117p Nieuwenhagen),
gezāāte vis (L296p Steyl),
gezouten vis (L371p Ophoven),
gezoutə vəsj (Q027p Doenrade),
gezááttə vés (L331p Swalmen),
gezôte vusch (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
pieterman:
pieterman (Q020p Sittard),
sprot:
spròt (L271p Venlo),
stekvis:
sjtekvês (L330p Herten (bij Roermond)),
stekvès (Q095a Caberg),
stokvis:
schtokvŏsch (Q098p Schimmert),
schtokvösch (Q113p Heerlen),
schtòkvösch (Q102p Amby),
schtôkvŭsch (Q098p Schimmert),
sjtok vesj (Q019p Beek),
sjtokves (L300p Beesel, ...
L329p Roermond),
sjtokvis (L332p Maasniel, ...
L299p Reuver),
sjtokvisj (Q203p Gulpen, ...
Q121p Kerkrade),
sjtokvusj (Q027p Doenrade, ...
Q111p Klimmen,
Q116p Simpelveld,
Q108p Wijnandsrade),
sjtokvèsj (L432p Susteren),
sjtokvês (L322a Nunhem),
sjtokvêsj (Q193p Gronsveld),
sjtokvösj (L387p Posterholt, ...
Q020p Sittard),
sjtok’visj (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
sjtòkfés (L329p Roermond),
sjtòkveejsj (Q207p Epen),
sjtòkves (L329a Kapel-in-t-Zand),
sjtòkvis (Q015a Meers),
sjtòkvusj (Q117p Nieuwenhagen),
sjtòkvéés (L325p Horn),
sjtòkvösj (Q019p Beek, ...
Q021p Geleen,
Q018a Moorveld (Waalsen),
Q020p Sittard,
Q032b Sweikhuizen,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
sjtòkvözj (Q028p Jabeek),
sjtòkvəsj (Q098p Schimmert),
sjtókv‧eusj (Q116p Simpelveld),
sjtökvösj (Q038p Amstenrade),
sjòkvès (L270p Tegelen),
stjokvüsj (L383p Melick),
stjòkvūsj (Q035p Brunssum),
stjòkvés (L328p Heel),
stok veush (Q096b Itteren),
stokves (L289p Weert),
stokveusj (Q201p Wijlre),
stokvis (L428p Born, ...
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek,
K317p Leopoldsburg,
L217p Meerlo,
L265p Meijel,
L216p Oirlo,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L210p Venray),
stokvisch (Q203p Gulpen),
stokvusch (Q203p Gulpen, ...
L386p Vlodrop),
stokvusj (Q117b Rimburg, ...
Q032p Schinnen,
Q116p Simpelveld),
stokvès (Q083p Bilzen, ...
Q095a Caberg,
L381p Echt/Gebroek,
L320a Ell,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren),
stokvèsj (Q015p Stein),
stokvésj (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
stokvéés (L377p Maasbracht, ...
L267p Maasbree),
stokvéəs (L320b Kelpen),
stokvês (L298a Kesseleik),
stokvîs (L375p Wessem),
stoͅk˃ves (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
stòkvis (L164p Gennep, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
stòkvès (Q095p Maastricht, ...
L416p Opglabbeek),
stòkvèsj (Q015p Stein),
stòkvés (L292p Heythuysen, ...
L320p Hunsel),
stókvis (L246p Horst, ...
L271p Venlo),
stókvés (L325p Horn),
stókvésj (Q014p Urmond),
st‧oͅk˃v‧eͅs (L368p Neeroeteren),
što.k˃ve.š (Q203b Ingber),
kabeljauw
stokvis (L265p Meijel),
Sjtokvösj mót gebook waere: stokvis moet men beuken
sjtokvösj (Q020p Sittard),
spec. kabbeljauw
stòkves (L417p As),
stokvis
stokvösj (Q111p Klimmen),
štoͅ.k˃vøͅ.š (Q202p Eys),
Stokvès mèt unne
stokvès (Q095p Maastricht),
zoute vis:
zaajtevès (Q095p Maastricht)
|
bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] || gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] || panpaling; Hoe noemt U: Een gerookte panpaling [N 80 (1980)] || stokvis
III-2-3
|