28807 |
trevira |
trevira:
trevira (Q009p Maasmechelen)
|
Synthetische vezelstof. [N 62, 75c]
II-7
|
21956 |
trichomonose |
geel:
gael (Q020p Sittard),
gië.l (K361p Zolder),
het geel:
gèal (L429p Guttecoven),
het gael (L381p Echt/Gebroek),
het geel (K359p Koersel, ...
P183p Mielen-boven-Aalst,
P183p Mielen-boven-Aalst,
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren,
Q171p Vlijtingen),
het geil (Q168a Rijkhoven),
het giēēl (Q007p Eisden),
hət géél in də bek (L417p As),
hət géél in də kéél (L417p As),
t’ gêl (L210p Venray),
ət gēͅl (L265p Meijel),
’t gael (L300p Beesel, ...
Q021p Geleen,
Q021p Geleen,
Q111p Klimmen,
L289p Weert,
L289p Weert),
’t gaël (L266p Sevenum),
’t geal (Q016p Lutterade),
’t geel (L426p Buchten, ...
P219p Jeuk),
’t Geel (Q187p Sint-Pieter, ...
Q187p Sint-Pieter),
’t giejèl (Q027p Doenrade),
(= geel).
’t gieel (L414p Houthalen),
(o.).
g‧eͅal (Q202p Eys),
(Trichomonose).
geil (Q157p Jesseren),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
et gië.l (K361p Zolder, ...
K361p Zolder),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
ət géél (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
het géél (L214p Wanssum),
Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld!
gel (L267p Maasbree),
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
geil (L366p Gruitrode),
Opm. v.d. invuller: "Trichomonose"wordt nooit afgekort.
ut gael (Q027p Doenrade),
Opm. v.d. invuller: het volgende over de opmerking "als de lever wordt aangetast zijn de dieren ten dode opgeschreven": dit is niet waar; heb er al een geslacht, met een kans weggevreten door Trichmonose.
gĕil (Q157p Jesseren),
het geels:
geals (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
’t gaels (Q201p Wijlre),
(o.).
g‧ɛals (Q202p Eys),
het mager:
het mager (Q007p Eisden),
maager (Q021p Geleen),
het snot:
’t snoot (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
kroep:
kroep (L330p Herten (bij Roermond)),
mager:
maager (Q021p Geleen),
trichomenage:
Volkse vervorming; vgl. +- als syn. et giël, als één van de tekens voor trichomonose.
triekemenaasj (K361p Zolder),
triekemenéésj (K361p Zolder),
trichomonage:
Tricomonaise (Q162p Tongeren),
trigomonas (Q201p Wijlre),
trikomonas (L417p As, ...
L414p Houthalen),
Trikomonas (K359p Koersel),
trĭĕchŏŏmŏŏnàs (L417p As),
(v.).
trixo.mo.n‧ēͅs (Q202p Eys),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
trichemenas (Q083p Bilzen),
trichomenas (Q083p Bilzen),
ps. er staat een "j"? voor dit woord; weet niet wat invuller hiermee bedoeld?!
triekemenaasj (K361p Zolder),
triekkemenéésj (K361p Zolder),
trichomonose:
trichomonose (P219p Jeuk),
Trichomonose (Q074p Kortessem),
trigomonoose (Q021p Geleen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
trichomenoos (Q083p Bilzen),
trochomotiage:
Trochomotiasse (L426p Buchten)
|
[II]. Duivenziekte: trichomoniase. || Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Trichomonose: ziekte veroorzaakt door een parasitaire bacterie, die vooral huist in bek, keel en krop. Bij de besmette jongen zijn diarree met zure afgang de eerste verschijnselen. Er ontstaan gele ettergezwe [N 93 (1983)] || Keelziekte bij duiven. || Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)], [N 93 (1983)] || Trichomonose, tricomoniase (duivenziekte).
III-3-2
|
28808 |
tricot |
gebreid:
gebreid (L312p Neerpelt),
gestrikt:
gǝstrekt (L317p Bocholt, ...
L414p Houthalen,
P219p Jeuk),
gestrikt goed:
gǝstrek gut (Q162p Tongeren),
strikwerk:
strekwɛrk (Q009p Maasmechelen),
tricot:
treko (Q027p Doenrade, ...
Q162p Tongeren),
tricot (Q121c Bleijerheide, ...
Q071p Diepenbeek,
Q086p Eigenbilzen,
Q007p Eisden,
P188p Hoepertingen,
L312p Neerpelt,
Q197p Noorbeek,
Q098p Schimmert,
Q101p Valkenburg,
Q078p Wellen),
triko (L282p Achel, ...
Q083p Bilzen,
Q003p Genk,
Q113p Heerlen,
Q174p Herderen,
Q016p Lutterade,
Q009p Maasmechelen,
L265p Meijel,
L289p Weert),
trikō (Q011p Boorsem, ...
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L298a Kesseleik,
Q095p Maastricht,
L163p Ottersum,
L299p Reuver,
K353p Tessenderlo),
trikǫ (P047p Loksbergen)
|
Machinaal gebreide stof voor kousen, onderbroeken, borstrokken, lijfjes enz. gebruikt (Van Dale, pag. 2986). [N 62, 88; N 62, 75c; MW]
II-7
|
28809 |
tricotine |
tricotine:
trekǫten (Q083p Bilzen)
|
Kamgaren kostuumstof in fantasie keper- of cotelébinding geweven; met tricotachtig uiterlijk (Bonthond s.v. ø̄tricotineø̄). [N 59, 201]
II-7
|
23672 |
triduüm |
driedaagse:
drèèdoachse (P176p Sint-Truiden),
driedaagse oefening:
driedaagse oefening (L295p Baarlo),
tridum (<lat.):
e tridium (Q203p Gulpen),
e triedijum (Q162p Tongeren),
ee triduüm (Q117p Nieuwenhagen),
ei triduum (Q016p Lutterade),
tridie-um (Q187a Heugem),
tridijum (Q077p Hoeselt, ...
Q095p Maastricht,
L318b Tungelroy),
tridium (L295p Baarlo, ...
L300p Beesel,
Q211p Bocholtz,
Q027p Doenrade,
Q086p Eigenbilzen,
L353p Eksel,
Q021p Geleen,
L352p Hechtel,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L265p Meijel,
L383p Melick,
L209p Merselo,
L382p Montfort,
L433p Nieuwstadt,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard,
L423p Stokkem,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
L271p Venlo,
L386p Vlodrop,
L289p Weert),
tridiun (L192a Siebengewald),
tridiüm (Q019a Neerbeek, ...
Q036p Nuth/Aalbeek),
tridoeoem (P176p Sint-Truiden),
triduum (L282p Achel, ...
L295p Baarlo,
L360p Bree,
L381p Echt/Gebroek,
Q202p Eys,
L371a Geistingen,
L328p Heel,
L426z Holtum,
L426z Holtum,
L320b Kelpen,
L382p Montfort,
L312p Neerpelt,
L416p Opglabbeek,
L371p Ophoven,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L293p Roggel,
L331p Swalmen,
L245b Tienray,
L318b Tungelroy,
Q013p Uikhoven,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L289p Weert,
Q104p Wijk,
Q001p Zonhoven),
triduūm (P197p Heers),
triduu͂m (Q099p Meerssen),
triduwom (P047p Loksbergen),
triduwum (L317p Bocholt, ...
Q095p Maastricht),
triduüm (Q071p Diepenbeek, ...
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q018p Geulle,
P219p Jeuk,
Q111p Klimmen,
Q112c Kunrade,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
Q247p Sint-Martens-Voeren,
Q101p Valkenburg,
Q117a Waubach),
tridəwəm (L265p Meijel),
triedemum (Q111p Klimmen),
triediejoem (Q121p Kerkrade),
triedieum (Q111p Klimmen),
triediewum (L320a Ell),
trieduuwum (L328p Heel),
triedəjium (Q011p Boorsem),
trieëdijum (Q039p Hoensbroek),
trīēdiejəm (Q095p Maastricht),
trídíum (Q098p Schimmert)
|
Een driedaagse godsvruchtoefening, triduüm . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25675 |
trieur |
moutpoets:
mǫwtputs (L318p Stramproy),
sorteerder:
sortērdǝr (L331p Swalmen),
sorteermachine:
sortērmašinǝ (L331p Swalmen),
trieur:
trijø̄r (L318p Stramproy, ...
L331p Swalmen),
triø̄r (L325p Horn, ...
Q095p Maastricht),
triø̄rǝ (O095p Wortegem),
tęriø̄r (Q020p Sittard),
tęriø̄rǝ (Q020p Sittard),
trieur diviseur:
trieur diviseur (Q095p Maastricht)
|
Een modernere en volmaaktere uitvoering van de wanmolen. In de mouterij in L 331 hanteert men de trieur om halve korrels en zaden te verwijderen, terwijl men voor het uitlezen van de te kleine korrels met een sorteerder of sorteermachine werkt. In L 318 gebruikt men de wanmolen ook voor het reinigen van de gerst. Zie ook het lemma ''wanmolen''. [N 35, 1; N 35, 8; monogr.]
II-2
|
22407 |
triktrak |
bak:
? bak (L353p Eksel),
bak (K317p Leopoldsburg),
bakspel:
bakspe:l (L317p Bocholt),
bakspel (Q086p Eigenbilzen, ...
P219p Jeuk),
bakspiël (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
pietjesbak:
pietjesbak (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
Q001p Zonhoven),
pietjesbok (Q091p Veldwezelt),
triktrak:
trektrak (Q117p Nieuwenhagen, ...
L432p Susteren),
trik trak (L298a Kesseleik),
triktrak (Q016p Lutterade, ...
Q095p Maastricht,
L364p Meeuwen,
L382p Montfort,
L216p Oirlo,
L329p Roermond,
Q032p Schinnen,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L289p Weert)
|
het kansspel dat gespeeld wordt op een dubbel bord met puntige figuren, met schijven en dobbelstenen; triktrak [bakspel, bak, triktrakken, tiktakken] [N 112 (2006)] || Het kansspel dat gespeeld wordt op een dubbel bord met puntige figuren, met schijven en dobbelstenen; triktrak [bakspel, bak, triktrakken, tiktakken]. [N 88 (1982)] || het kansspel waarbij m et dobbelstenen geworpen wordt om daarvan winst of verlies te laten afhangen [dobbelen, teerlingen, bollen, smakken, possediezen, tritsen] [N 112 (2006)] || Het kansspel waarbij met dobbelstenen geworpen wordt om daarvan winst of verlies te laten afhangen [dobbelen, teerlingen, bollen, smakken, possediezen, tritsen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22602 |
triktrakken |
bakken:
bakke (Q083p Bilzen),
bakken (L372p Maaseik, ...
Q095p Maastricht,
L371p Ophoven),
bakə (Q095p Maastricht),
bakspel speln:
bakspiël spiële (bakke?) (Q083p Bilzen),
bakspelen:
bakspiële (Q083p Bilzen),
bák speelë (Q162p Tongeren),
pietjesbak:
Vroeger onbekend, behalve pietsjesbak spieële (= caféspel voor volwassenen).
pietsjesbak spieële (L417p As),
trikketrakken:
trikketrakke (Q003p Genk),
triktrakken:
tiktakke (L374p Thorn),
tiktakken (Q015p Stein),
triktakke (L329p Roermond),
triktrakke (Q098p Schimmert, ...
L331p Swalmen),
triktrakken (L428p Born)
|
het kansspel dat gespeeld wordt op een dubbel bord met puntige figuren, met schijven en dobbelstenen; triktrak [bakspel, bak, triktrakken, tiktakken] [N 112 (2006)] || Het kansspel dat gespeeld wordt op een dubbel bord met puntige figuren, met schijven en dobbelstenen; triktrak [bakspel, bak, triktrakken, tiktakken]. [N 88 (1982)] || het kansspel waarbij met dobbelstenen geworpen wordt om daarvan winst of verlies te laten afhangen [dobbelen, teerlingen, bollen, smakken, possediezen, tritsen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
30039 |
trilbeton |
drilbeton:
drelbǝtø.n (Q015p Stein),
gedrilde beton:
gedrilde beton (K359p Koersel),
trilbeton:
trel[beton] (Q111p Klimmen, ...
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
L432p Susteren)
|
Betonsoort die wordt verkregen door de betonspecie met behulp van een triltafel of door middel van betontrilnaalden die in de specie gehouden worden, te verwerken. Op deze wijze ontstaat een zeer dichte betonspecie met een watercementfactor van 0,45. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(beton)' het lemma 'Beton'. [N 30, 47b]
II-9
|
32103 |
triplex |
conterplakkij:
kõ̜tǝrplakē̜j (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
triplex:
triplɛks (L417p As, ...
Q083p Bilzen,
K278p Lommel,
Q095p Maastricht,
L364p Meeuwen,
L387p Posterholt),
trī.ǝplɛks (Q001p Zonhoven)
|
Plaat die gevormd wordt door het kruiselings op elkaar lijmen van drie dunne lagen hout, waardoor het geheel niet kan gaan trekken of krimpen. [N 56, 7a; monogr.]
II-12
|