27814 |
boorhamer met waterspoeling |
boorhamer:
bōrhamǝr (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Emma]),
boorhamer met spoelkop:
bōrhamǝr met špø̄lkǫp (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits]),
bōrhāmǝr met špø̄lkop (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Wilhelmina]),
bōǝrhamǝr met špø̄lkǫp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
boorhamer met spoelkop en waterspülung:
boǝrhamǝr met špø̄lkǫp ęn wasǝršpȳluŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
boorhamer met water:
boarhamǝr męt wātǝr (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
boorhamer met waterspoeling:
bǭrhāmǝr met wātǝršpø̜jleŋ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale]),
hamer met spoelkop:
hamǝr met špø̄lkop (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma, Maurits]),
holboorhamer:
hǫ.lbōrhamǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
natte boorhamer:
nāsǝ bōrhamǝr (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
nātǝ bōrhāmǝr (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Willem-Sophia]),
natte hamer:
nātǝ hamǝr (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
schraamhamer:
šrǭǝmhamǝr (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale]),
sproeihamer:
sprujhamǝr (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits]),
šprujhāmǝr (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
waterboorhamer:
waterboorhamer (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
wā.tǝrbǫ.arh˙amǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
wātǝrboǝrhamǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
wātǝrbūrhāmǝr (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Laura, Julia]),
wātǝrbǭrhāmǝr (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei]),
waterspoelhamer:
wasǝršpø̄lhamǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Boorhamer met waterspoeling. Deze maakt het mogelijk om tijdens het boren via een holle boor water in het boorgat te spuiten. [N 95, 779; monogr.]
II-5
|
31410 |
boorhouder, boorbeugel |
beugel:
bȳgǝl (L289p Weert),
bø̜gǝl (Q099q Rothem),
bø̜jgǝl (P176b Bevingen),
boorbeugel:
bōǝrbȳjǝl (Q121b Spekholzerheide),
bǭrbȳgǝl (Q116p Simpelveld),
boorhouder:
bǭrhǫwǝr (L165p Heijen),
boorklem:
bōrklɛm (L321p Neeritter),
bǭrklɛm (Q111p Klimmen, ...
L382p Montfort),
boorkop:
bōrkǫp (Q121b Spekholzerheide),
bōǝrkǫp (L216a Oostrum),
bǫwǝrkǫp (K353p Tessenderlo),
bǭrkǫp (Q086p Eigenbilzen, ...
L165p Heijen,
Q111p Klimmen,
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
mandrin:
mǫndrē̜ (Q083p Bilzen),
mof:
muf (P219p Jeuk)
|
Houder of beugel aan een boormachine waarin de boorkolf van het boorijzer wordt vastgezet. Zie ook afb. 120. [N 33, 160]
II-11
|
27345 |
boorijzer |
boor:
bawr (P047p Loksbergen),
boor (L421p Dilsen, ...
K317p Leopoldsburg),
bowǝr (K278p Lommel),
buǝr (Q083p Bilzen),
bȳr (L360p Bree, ...
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
bø̄.r (Q002p Hasselt),
bō.r (Q095p Maastricht, ...
L318b Tungelroy),
bōr (L360p Bree, ...
Q018p Geulle,
P047p Loksbergen),
bōǝr (L424p Meeswijk, ...
Q253p Montzen),
bū.r (L289p Weert),
būǝr (L328p Heel),
bǫar (Q121c Bleijerheide),
bǫwr (P176p Sint-Truiden),
bǫwǝr (K353p Tessenderlo),
bǭ.r (L270p Tegelen),
bǭr (L330p Herten
[(n)]
, ...
Q204a Mechelen,
L163p Ottersum,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L385p Sint Odilienberg,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
L271p Venlo),
boorijzer:
bǭ.ri.zǝr (L331p Swalmen),
bǭrīzǝr (Q255p Kelmis, ...
Q095p Maastricht),
bǭwręjzǝr (P219p Jeuk),
boorvlim:
bōrvlēm (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
houtboor:
(h)ōt˱buǝr (Q083p Bilzen),
houtboor (L421p Dilsen),
hø̜̄t˱bǫwǝr (K353p Tessenderlo),
hǫwt˱būǝr (L328p Heel),
hǫwt˱bǭr (L330p Herten),
āt˱bǫwr (P176b Bevingen),
ijzerboor:
ijzerboor (L421p Dilsen, ...
K317p Leopoldsburg),
ē̜zǝrbǫwǝr (K353p Tessenderlo),
īzǝrbūǝr (L328p Heel),
īzǝrbǭr (L330p Herten, ...
Q204a Mechelen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
kuikenboor:
kuikenboor (L387p Posterholt),
metaalboor:
mǝtǭlbuǝr (Q083p Bilzen),
staalboor:
stǭlbǭr (L387p Posterholt)
|
Boorgereedschap. [monogr.] || De metalen staaf die in de boorhouder van de boormachine wordt gestoken en waarmee al draaiend gaten in het te bewerken materiaal gemaakt kunnen worden. Afhankelijk van de bewerkingen die moeten worden uitgevoerd en de soort materiaal waarin geboord moet worden, kan het boorijzer diverse uitvoeringen hebben. Zie ook de lemmata "puntboor", "centerboor", "penboor", "kotterboor", etc. Boorijzers werden vroeger door de smid zelf gemaakt. [N 33, 156] || Werktuig om ronde gaten te maken in hout of metaal, bestaande uit een metalen staaf met snijdende delen. Het boorijzer wordt bevestigd in een handvat, een booromslag of in de kop van een boormachine. [N 53, 160a; N 53, 161b; monogr.]
II-11, II-12, II-4
|
31399 |
boorkolf |
arend:
ārǝnt (L387p Posterholt, ...
L299p Reuver),
booreinde:
bǭrent (L271p Venlo),
boorkolf:
bǭrkǫlǝf (L217p Meerlo),
kolf:
kǫlǝf (L165p Heijen, ...
L291p Helden,
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
L290p Panningen,
Q099q Rothem),
koon:
kōn (Q083p Bilzen
[(conische boorkolf)]
)
|
Het bovenste uiteinde van het boorijzer dat in de boorhouder van de boormachine vastgeklemd wordt. De boorkolf kan verschillende vormen hebben, afhankelijk van het type boormachine. Boorijzers met een vierkante, tapse boorkolf worden gebruikt bij met de hand bediende boormachines. Cilindrische boorkolven die even dik of iets dunner zijn als het boorijzer en conische boorkolven worden in elektrisch aangedreven machines toegepast. [N 33, 157] || Het dikke, aan vier zijden afgeplatte uiteinde van een boorijzer dat in de booromslag wordt bevestigd. [N 53, 175a]
II-11, II-12
|
27364 |
boorkop |
bek:
bɛk (P176b Bevingen),
boorbeitel:
boǝrbēsǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei]),
bōrbēsǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
boorijzerkop:
bǭrīzǝrkǫp (Q095p Maastricht),
boorkop:
boarkǫp (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q015p Stein
[(Maurits)]
, [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
boǝrkǫp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
bōrkǫp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q113p Heerlen,
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L291p Helden,
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Domaniale]
L321p Neeritter,
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Domaniale, Wilhelmina]
L290p Panningen),
bōǝrkǫp (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma]),
bǭrkǫp (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Laura, Julia]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
bǭǝrkǫp (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
bǭ.rkǫp (L331p Swalmen),
bǭrkop (Q255p Kelmis),
bǭrkǫp (L217p Meerlo, ...
L382p Montfort,
L299p Reuver,
Q116p Simpelveld,
Q112z Ten Esschen),
boorkroon:
boarkroan (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
boorkroon (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
boǝrkruǝn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Zwartberg, Waterschei]),
bōrkroǝn (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia]),
bōrkruǝn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Willem-Sophia]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Domaniale]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
bōǝrkrūǝn (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
būrkrūn (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden]),
bǫ.arkr˙uǝn (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale]),
bǭrkron (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma]),
bǭrkruǝn (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
bǭǝrkruǝn (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
kop:
kǫp (L289p Weert),
kroon:
kroon (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Domaniale]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
kroǝn (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
kruǝn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
snede:
snęj (P047p Loksbergen),
tap:
tap (Q111p Klimmen)
|
Het onderste uiteinde van het boorijzer dat op het te bewerken materiaal wordt geplaatst. Afhankelijk van de bewerkingen die moeten worden uitgevoerd en de soort materiaal waarin geboord moet worden, kan de kop van het boorijzer diverse uitvoeringen hebben. Zo hebben boorkoppen van houtboren doorgaans een centreer- of schroefpunt, terwijl spiraalboren van een boorpunt zijn voorzien. Zie ook het lemma "boorkop" in Wld II.5, pag. 76-77. [N 33, 157] || Het uiteinde van de boorstang dat voorzien is van een hardmetalen snede. De boorkop wordt op de boorstang geschroefd of gestoken of kan met de boorstang uit één stuk vervaardigd zijn, de zogeheten monobloc-boorstang. Voordeel van een losse boorkop was volgens een invuller uit Q 121 dat dan niet de gehele boor, die soms wel 3 m lang was, naar de bovengrond getransporteerd hoefde te worden. [N 95, 813; monogr.] || Kop die op de waterboor geschroefd werd: een gewone boorkop of een diamantboor. [monogr.]
II-11, II-4, II-5
|
27813 |
boormachine |
boormachine:
bawrmašen (P047p Loksbergen),
buǝrmǝšīn (Q083p Bilzen),
buǝrmǝšīn (Q083p Bilzen),
bōrmašin (K317p Leopoldsburg),
bōrmašiŋ (Q113p Heerlen, ...
Q121p Kerkrade),
bōrmašīn (L216a Oostrum),
bōrmǝšin (Q071p Diepenbeek, ...
L291p Helden,
L159a Middelaar,
L321p Neeritter,
L290p Panningen,
Q099q Rothem),
bōrmǝšīn (L371p Ophoven),
bōǝrmǝšiŋ (Q121b Spekholzerheide),
bǫwrmašen (P176b Bevingen),
bǭrmaš ̇in (Q005p Zutendaal),
bǭrmašin (L382p Montfort, ...
L271p Venlo,
Q108p Wijnandsrade),
bǭrmašinǝ (L163p Ottersum),
bǭrmašiŋ (Q204a Mechelen, ...
Q116p Simpelveld),
bǭrmǝšin (Q086p Eigenbilzen, ...
Q095p Maastricht,
L163p Ottersum,
L299p Reuver,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
bǭrmǝšīn (L165p Heijen, ...
L330p Herten,
L217p Meerlo,
L192a Siebengewald,
L213p Well),
bǭrmǝšī.n (L330p Herten),
bǭrmǝšīǝn (Q112z Ten Esschen),
kolomboor:
kolǫmbǭr (Q204a Mechelen),
kolomboormachine:
kǫlǫmbōrmašin (L421p Dilsen),
langgatboor:
laŋgāt˱bōr (Q018p Geulle),
laŋk˲gat˱bōr (K317p Leopoldsburg),
langlokboormachine:
laŋklǭx˱bǫarmašiŋ (Q121c Bleijerheide),
tafelboor:
tǭfǝlbōr (K317p Leopoldsburg),
vicker:
vicker (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Eisden])
|
Door perslucht aangedreven, draaiende boormachine waarmee met behulp van een spiraalboor gaten in de koollaag werden geboord. De "Vicker" werd volgens de invuller uit Q 15 vooral gebruikt bij het injecteren in de kool. [N 95, 760 add.] || In het algemeen een werktuig dat met behulp van handkracht of een andere aandrijfkracht in beweging wordt gezet en dient om gaten te boren. In de boorhouder van de boormachine wordt daartoe een boorijzer bevestigd. Zie ook de lemmata "handboormachine", "borstmachine", "borstboormachine", "kolomboormachine", etc. [N 33, 122] || In het algemeen een, al dan niet verplaatsbaar, werktuig dat met behulp van handkracht of een andere aandrijfkracht in beweging wordt gezet en dient om gaten te boren. Dit lemma bevat onder A een aantal algemene benamingen voor de boormachine, terwijl onder B, C en D een aantal meer specifieke boormachines zijn opgenomen. [N 53, 176]
II-11, II-12, II-5
|
31422 |
booromslag |
boor:
bǫwr (K353p Tessenderlo),
bǭwr (P047p Loksbergen),
boordrouw:
bǫardraw (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
booromslag:
bōrømšlāx (Q119p Eygelshoven, ...
Q121p Kerkrade),
bǭromslāx (Q015p Stein),
bǭromšlāx (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
bǭrø̜mšlā.x (L270p Tegelen),
bǭrǫmslāx (L382p Montfort),
boorslag:
bō.rslāx (L318b Tungelroy),
boortje:
børʔǝ (K353p Tessenderlo),
booruitslag:
bū.rȳtslāx (L289p Weert),
boorwinde:
bǫarweŋ (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
boorzwengel:
bōrzweŋǝl (L159a Middelaar, ...
L216a Oostrum),
bōržweŋǝl (L291p Helden, ...
L291p Helden,
L290p Panningen,
L290p Panningen),
bǭrsweŋǝl (L210p Venray),
bǭrswøŋǝl (Q108p Wijnandsrade),
bǭrzweŋǝl (L165p Heijen, ...
L248p Lottum,
L217p Meerlo,
L382p Montfort,
L163p Ottersum,
L192a Siebengewald,
Q015p Stein,
L213p Well),
bǭrzwøŋǝl (Q015p Stein),
bǭršweŋǝl (L294p Neer),
bǭršwøŋǝl (Q111p Klimmen, ...
Q204a Mechelen,
Q116p Simpelveld),
bǭržweŋǝl (L330p Herten, ...
L294p Neer,
L385p Sint Odilienberg,
L270p Tegelen),
bǭržwøŋǝl (Q033p Oirsbeek),
boorzwong:
boorzwong (L421p Dilsen),
bōržwøŋk (Q099q Rothem),
bǫwrzwam (P176b Bevingen),
bǫwǝrzwuŋ (K353p Tessenderlo),
bǭršwøŋk (Q204a Mechelen),
borendrouw:
boarǝdry (Q253p Montzen),
drouw:
dry (Q284p Eupen),
drǫw (Q121b Spekholzerheide),
omslag:
omslag (L426p Buchten),
omslā.x (L424p Meeswijk),
omslāx (L421p Dilsen, ...
L321p Neeritter,
Q015p Stein,
L318b Tungelroy),
omšlāx (Q021p Geleen),
ømslāx (Q095p Maastricht),
ǫmslāx (L381p Echt, ...
L382p Montfort),
ǫmšlāx (L330p Herten, ...
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
L434p Limbricht),
zweng:
zwęŋk (Q095p Maastricht),
zwengel:
zweŋǝl (L271p Venlo),
zwøŋǝl (Q018p Geulle),
zwɛŋǝl (K317p Leopoldsburg),
šweŋǝl (L387p Posterholt),
zwong:
zwo.ŋk (Q162p Tongeren),
zwoŋ (Q162p Tongeren),
zwoŋk (P219p Jeuk),
zwuŋ (K353p Tessenderlo),
zwuŋk (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
zwøŋk (Q019b Groot Genhout, ...
Q095p Maastricht),
zwōŋk (Q005p Zutendaal),
zwǫŋ (K317p Leopoldsburg),
zwǫŋk (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen,
Q180p Mal,
L424p Meeswijk),
šwøŋk (Q020p Sittard
[(meervoud: šwøŋkǝ of šwøŋ)]
),
žwøŋk (Q027p Doenrade, ...
Q099q Rothem),
žwø̄ŋk (Q193p Gronsveld)
|
Een C-vormige houten of metalen kruk waarmee bij de omslagboor een draaiende beweging aan het boorijzer wordt gegeven. Aan de bovenzijde is een leunknop aangebracht waarmee men tijdens het boren met de hand of met de borst druk kan uitoefenen op het boorijzer. Zie ook afb. 81 en het lemma ɛbooromslagɛ in Wld II.11, pag. 84. De omslagboor wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De klompenmaker boort er bijvoorbeeld koppelgaatjes mee in klompen. Zie voor de woordtypen boordrouw en borendrouw uit respectievelijk Kerkrade e.o. (Q 121) en Montzen (Q 253) ook RhWb (I), kol. 1437, s.v. Drau, ø̄das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde Drehbügelø̄.' [N 33, 133; N 53, 161a; N 97, 110a; A 29a, 14a-14b; monogr.] || Een soort beugel in de vorm van een letter C met aan de bovenzijde een knop en aan de onderzijde een boorhouder. De booromslag wordt gebruikt om een boorijzer met de hand rond te draaien. De knop wordt daarbij tegen de borst geplaatst, terwijl tegelijkertijd met de beugel een draaiende beweging wordt gemaakt. Zie ook afb. 128. Zie voor het woordtype drouw (Q 121b, Q 284) ook RhWb I, kol. 1437, s.v. Drau: ...das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde, Drehbügel" en Wbd II.6, pag. 1980, lemma "booromslag", woordtype boordroef (L 205, L 206). [N 33, 153-154; N 33, 143; N 33, 121; monogr.]
II-11, II-12
|
27821 |
boorplatform |
beun:
byǝn (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Zwartberg, Waterschei]),
bȳn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
bȳǝn (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
bønǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits]),
boorbeun:
boǝrbȳn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
bōrbȳn (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Laura, Julia]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Domaniale, Wilhelmina]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Julia]),
bōǝrbȳn (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma]),
bǭǝrbȳn (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Julia]),
boorplaat:
boorplaat (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
boorplateau:
boarplatō (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
bǭrplatō (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Eisden]),
boorplatform:
boarplatfǫrm (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits]),
boorplatform (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits]),
bǭrplātfǫrm (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
boorstelling:
boorstelling (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Zwartberg, Eisden]
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Zolder]),
boortafel:
bǫ.art˙ǫafǝl (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Winterslag, Waterschei]),
stelling:
stø̜leŋ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een op schragen gesteld platform dat het mogelijk maakt hoog gelegen boorgaten te maken. [N 95, 816]
II-5
|
31923 |
boorpunt |
ang:
aŋ (Q001p Zonhoven),
boorpunt:
bǭrpønt (L299p Reuver, ...
L271p Venlo),
centerpen:
sɛntǝrpɛn (L387p Posterholt),
pen:
pɛn (L387p Posterholt),
punt:
pønt (Q204a Mechelen),
pøntj (L330p Herten)
|
In het algemeen de punt van een boorijzer. De woordtypen centerpen en pen, die werden opgegeven door de respondent uit Posterholt (L 387), zijn meer specifiek van toepassing op een, al dan niet van schroefdraad voorziene punt aan het uiteinde van verschillende soorten boorijzers als de centerboor en de slangboor. [N 53, 175b; monogr.]
II-12
|
31943 |
boorsel |
boorlingen:
buǝrleŋǝ (Q083p Bilzen),
boormeel:
bǭrmē̜l (L330p Herten),
boorsel:
boorsel (L421p Dilsen, ...
K317p Leopoldsburg),
būǝrsǝl (L328p Heel),
bǫarsǝl (Q018p Geulle),
bǭrsǝl (L330p Herten, ...
Q204a Mechelen,
L163p Ottersum,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L271p Venlo)
|
Het fijne houtstof dat tijdens het boren uit het boorgat te voorschijn komt. [N 53, 181; monogr.]
II-12
|