18400 |
borstrok |
borst:
bøst (P048p Halen),
borstlap:
boͅrslap (P051p Lummen),
borstlijf:
boͅrstlīf (Q007p Eisden),
borstlijfje:
boͅslaifkə (Q177p Millen),
boͅsleͅfkə (Q162p Tongeren),
borstrok:
boersjrok (Q096a Borgharen),
boorsrok (Q095a Caberg, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q104p Wijk),
boorstrok (L265p Meijel),
borschrok (Q019p Beek, ...
Q101p Valkenburg),
borsjrok (Q022p Munstergeleen, ...
Q097p Ulestraten),
borsrok (Q019p Beek, ...
L269b Boekend,
L381p Echt/Gebroek,
Q018p Geulle,
L330p Herten (bij Roermond),
Q039p Hoensbroek,
L298p Kessel,
L372p Maaseik,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L299p Reuver,
Q020p Sittard,
L378p Stevensweert,
L432p Susteren,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L289p Weert),
borstrok (L269p Blerick, ...
L320a Ell,
L326p Grathem,
Q039p Hoensbroek,
L321a Ittervoort,
Q028p Jabeek,
Q015b Kerensheide,
L422p Lanklaar,
L377p Maasbracht,
L321p Neeritter,
Q117p Nieuwenhagen,
L322a Nunhem,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L216p Oirlo,
Q030p Schinveld,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
L210p Venray,
L210p Venray,
L210p Venray,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert),
borstrok [boͅrstroͅk} (Q096c Neerharen),
bosroͅk (Q080p Vliermaal),
bōͅrstroͅk (L282p Achel),
boͅrsroͅk (Q011p Boorsem, ...
Q007p Eisden,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L424p Meeswijk,
L371p Ophoven,
Q012p Rekem),
boͅrstrok (P055p Kermt),
brosrok (Q119p Eygelshoven),
bòòrsrok (L387p Posterholt),
bórsjròk (Q039p Hoensbroek),
bórsrók (L329p Roermond),
bórstrok (L329p Roermond, ...
L329p Roermond),
+/- 1945
borstrok (L210p Venray),
Dunner dan sjtoep.
borsjrok (Q098p Schimmert),
gebreid van jaeger
borsrok (L271p Venlo),
gedragen onder het hemd
borstrok (Q198p Eijsden),
in enkele gevallen nog gedragen door mensen ouder dan 70
borstrok (L245b Tienray),
informant: is van tricot
borstrok (L287p Boeket/Heisterstraat),
informant: voor mannen
borsrok (L332p Maasniel),
Mannen.
borstrok (Q113p Heerlen),
mannenonderhemd met mouwtjesm gedragen door mannen vanaf ±14 jaar
borsrok (Q222p Vaals),
nog maar zeer zelden gedragen
borsrok (L318p Stramproy),
vgl. humperok* (hemdrok).
boorsrok (Q095p Maastricht),
werd onder het hemd gedragen
borsrok (Q118p Schaesberg),
wordt gedragen over het lijfke
boorsrok (Q096b Itteren),
wordt nog gedragen door mensen op hogeren leeftijd
boorsrok (Q095p Maastricht),
wordt nog gedragen door vrouwen van boven de 55 jaar
borsrok (L270p Tegelen),
zie ook lyfke.
boësrok (Q193p Gronsveld),
borstrokje:
borströkske (L372a Aldeneik),
brassiretje (<fr.):
brasjèèrke (P176p Sint-Truiden),
cache-corset (fr.):
kaskorsē (L286p Hamont),
kaškoͅrse (Q002p Hasselt),
kaṣkorse: (K357p Paal),
casaquin (fr.):
Fr. casaquin, voor vrouwen
kazekĕ (Q013p Uikhoven),
combinaison (fr.):
koͅmbĕnezo͂ (Q002p Hasselt),
flanel:
In zomer. WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.
flanel (Q098p Schimmert),
WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.
flanel (Q035p Brunssum),
gestrikt ondergoed:
gestrik ondergoed (Q086p Eigenbilzen),
giletje (<fr.):
žəlēkə (L360p Bree),
hart:
hat (P222p Opheers),
hemdenrok:
hemperok (L269a Hout-Blerick),
humperok (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
[sic, cfr. ook vraagstelling]
humperok (Q095p Maastricht),
hemdrok:
haemdrók (L266p Sevenum),
haemprok (L269p Blerick, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
hemdrok (L246p Horst, ...
L216p Oirlo),
heͅmproͅk (K278p Lommel),
himdrok (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray),
hŭmprok, heumpròk (Q095p Maastricht),
hémdrok (L164p Gennep),
hémprok (L295p Baarlo),
hêmprok (L289p Weert),
+/- 1925
hemdrok (L210p Venray),
gemaakt van flanelm molton of wol
himdrok (L210p Venray),
Ontwikkeling van homorganische (bilabiale) b na m.
heͅmbrok (K278p Lommel),
vroeger gemaakt van flanel en nu meer interlock of jaegerwol
himdrok (L210p Venray),
hemdsrok:
hempsrok (L270p Tegelen),
hemsrŏk (L265p Meijel),
hĕĕmdsrok (L290p Panningen),
heͅmsroͅk (L265p Meijel),
hĭmpsrók (L290a Egchel),
hémsròk (L265p Meijel),
spelling: Frings
hömsròk (K357p Paal),
jupon (fr.):
Van Dale (FN): jupon, (onder)rok.
jupon (Q001p Zonhoven),
kamizool (<fr.):
kamesaol (L423p Stokkem),
kamezaol (L318b Tungelroy),
kamezol (Q077p Hoeselt),
kammezaol (L326p Grathem, ...
L322a Nunhem,
L329p Roermond),
kammezool (L369p Kinrooi, ...
Q001p Zonhoven),
kammezòòl (L322p Haelen),
gedragen door mensen vanaf 50 jaar in de winter
kammezool (L320a Ell),
kamizooltje (<fr.):
kammezeulke (L326p Grathem),
keurslijf:
kieërslijf (Q083p Bilzen),
knooplijfje:
met knopen
knōōpliefke (Q039p Hoensbroek),
lijf:
lewf (L420p Rotem),
lijfje:
lafkə (P222p Opheers),
lefkə (K358p Beringen, ...
P044p Zelem),
leifke (Q198b Oost-Maarland, ...
Q104p Wijk),
leifkə (L420p Rotem),
lejfke (L360p Bree),
lejfkə (L423p Stokkem),
lēͅfkə (P176p Sint-Truiden),
lĕfkə (K361a Boekt/Heikant),
leͅ`fkə (L352p Hechtel),
leͅfkə (P049p Donk (bij Herk-de-Stad), ...
P048p Halen,
P050p Herk-de-Stad,
P055p Kermt,
K353p Tessenderlo,
P174p Velm,
Q080p Vliermaal,
P044p Zelem),
leͅifkə (Q003p Genk, ...
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
leͅjfkə (Q178p Val-Meer),
lie:fke (L265p Meijel),
liefje (Q121c Bleijerheide),
liefke (Q038p Amstenrade, ...
L269b Boekend,
Q035p Brunssum,
L290a Egchel,
L326p Grathem,
Q112a Heerlerheide,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
Q015b Kerensheide,
Q111p Klimmen,
Q198a Mesch,
Q196p Mheer,
L368p Neeroeteren,
L312p Neerpelt,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
L266p Sevenum,
L378p Stevensweert,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q117a Waubach),
lifke (L434p Limbricht, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
lifkə (L316p Kaulille),
lijfke (Q198p Eijsden, ...
Q095p Maastricht),
līēfke (Q098p Schimmert, ...
L378p Stevensweert),
līfkə (L317p Bocholt),
lyfke (Q193p Gronsveld),
lèfke (P176p Sint-Truiden),
léjfke (L360p Bree),
lɛfkə (K357p Paal),
[sic]
lēkə (K317p Leopoldsburg),
citaat informant: "als kind tot +-10 droegen wij een liefkem daarna gelukkig niet meer
liefke (L432p Susteren),
informant: bij kinderen
liefke (L290p Panningen),
informant: is van linnen
liefke (L287p Boeket/Heisterstraat),
informant: voor vrouwen
liefke (L332p Maasniel),
sleeptoon
lîefke (Q117a Waubach),
Uitsl. verkl.
liefke (L289p Weert),
onderjak:
ondǝrjak (Q255p Kelmis),
onderjakje:
ondərjeͅkskə (L360p Bree),
onderlijf:
onderlijf(ken) (K278p Lommel),
ondəRlai.f (Q162p Tongeren),
onnerlijf (Q180p Mal),
oͅndərlif (L360p Bree),
oͅnərlef (Q093p Rosmeer),
oͅnərlēv (Q170p Grote-Spouwen),
u:nərlif (L416p Opglabbeek),
unərlēͅf (Q076p Romershoven),
óngerlief (L432p Susteren),
ôôngerlief (L321p Neeritter),
onderlijfje:
onderlefke (P107a Rummen (WBD)),
ongerlifke (Q020p Sittard),
onərleifkə (Q086p Eigenbilzen),
oͅndərleͅfkə (Q156p Borgloon),
oͅndərlifkə (Q209p Teuven),
oͅnərleͅfkə (Q158p Riksingen),
óngerliefke (L318b Tungelroy),
onderstoep:
ongerstub (Q035p Brunssum),
oondersjtuub (Q204a Mechelen),
oͅndərštup (Q209p Teuven),
onderwambuis:
ondərwaməs (K318p Beverlo),
onnerwammes (P051p Lummen),
overwerpkiel:
uvverwerpkeel (Q211p Bocholtz),
slaaplijf:
slapleif (K278p Lommel),
slāpleͅif (K278p Lommel),
sloapli-jf (L360p Bree),
sloaplijf (L360p Bree),
sloplēͅf (Q071p Diepenbeek),
slōplēͅf (P218p Borlo),
sluopla.if (Q162p Tongeren),
sləplēͅf (K318p Beverlo),
sləpleͅf (K314p Kwaadmechelen),
stoep:
schtoep (Q204a Mechelen, ...
Q098p Schimmert),
sjtŏĕb (Q111p Klimmen),
sjtub (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
sjtup (Q035p Brunssum, ...
Q039p Hoensbroek,
L434p Limbricht,
Q099p Meerssen,
L433p Nieuwstadt,
L433p Nieuwstadt,
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q030p Schinveld,
Q015p Stein,
Q097p Ulestraten),
sjtuup (Q032a Puth),
sjtüp (Q111p Klimmen),
stup (Q018p Geulle, ...
L326p Grathem,
Q077p Hoeselt,
L432p Susteren),
stuûp (L360p Bree),
borstrok wordt veelal vervangen door een T-shirt
sjtuup (Q207p Epen),
Kort boerenbovenkleed.
schtoeb (Q101p Valkenburg),
nog gedragen bij koud weer
sjtoeb (Q111p Klimmen),
stoepje:
sjtupke (L430p Einighausen),
sjtuupke (L330p Herten (bij Roermond)),
sjtüpke (Q117a Waubach),
stoepke (L360p Bree),
stübke (Q032a Puth),
tabbaard:
Tabberd.
tabərt (K318p Beverlo),
tricot (fr.):
triko (Q013p Uikhoven),
wambuis:
wa(oͅ)məs (P054p Spalbeek),
waməs (K358p Beringen),
wawmes (Q020p Sittard),
wāməs (Q156p Borgloon),
wambuisje:
weimeske (L421p Dilsen),
weməskə (K361p Zolder),
weͅjməskə (L360p Bree),
wollen lijf:
wolle lief (Q032a Puth)
|
#NAME? || 1. borstrok || 2) borstrok voor vrouwen || borstrok || borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen || borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || borstrok, warme onderkleding, gedragen over het hemd (borsrok, hemdrok, hemdsrok, hemsrok) [N 02 (1960)] || borstrok, warme wollen onderkleding || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)] || borstrok; trui in vestvorm met knopen, slagerstrui || destijds een borstrok die over het nachthemd gedragen werd || Een onder het werkhemd gedragen hemd om het zweet in op te vangen. [monogr.] || hemdrok || Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] || Vrouwenondergoed [ook: lingerie, linergie?] [N 114 (2002)] || warm onderkledingstuk, boven het hemd gedragen || wollen borstrok
II-4, III-1-3
|
18603 |
borstrok (voor mannen) |
boezem:
buzəm (P055p Kermt),
borstlap:
bo:slap (Q079a Wintershoven),
boͅslap (P218p Borlo),
bustlap (P107a Rummen (WBD)),
bøstlap (P048p Halen),
borstlijf:
boͅrstlīf (Q007p Eisden),
borstlijfje:
boͅslaifkə (Q177p Millen),
borstrok:
boersjrok (Q096a Borgharen),
boorsrok (Q096b Itteren, ...
Q095p Maastricht),
boorsròk (Q104p Wijk),
borschrok (Q032a Puth, ...
Q098p Schimmert,
Q101p Valkenburg),
borsjrok (Q111p Klimmen, ...
Q099p Meerssen,
Q022p Munstergeleen,
L387p Posterholt),
borsrok (Q211p Bocholtz, ...
L269b Boekend,
L381p Echt/Gebroek,
L330p Herten (bij Roermond),
Q039p Hoensbroek,
L269a Hout-Blerick,
L298p Kessel,
L372p Maaseik,
L332p Maasniel,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
L378p Stevensweert,
L378p Stevensweert,
L318p Stramproy,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
Q117a Waubach),
borstrok (L269p Blerick, ...
L320a Ell,
L320a Ell,
Q113p Heerlen,
L321a Ittervoort,
Q028p Jabeek,
L321p Neeritter,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L216p Oirlo,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L210p Venray,
L210p Venray,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert),
bortstrok (L245b Tienray),
bosrok (Q121p Kerkrade),
bōͅrstroͅk (L286p Hamont),
boͅrsroͅk (Q011p Boorsem, ...
L371p Ophoven,
L423p Stokkem),
boͅrstrok (P055p Kermt),
bórsjròk (Q039p Hoensbroek),
bórsrók (L329p Roermond),
bórstrok (L329p Roermond),
hiereboorsrok (Q095p Maastricht),
mansborstrok (L422p Lanklaar),
mansbosroͅk (Q080p Vliermaal),
mansluuborsrok (L300p Beesel),
mansluujborstrok (L322a Nunhem),
gebreid van wol
borstrok (L432p Susteren),
gemaakt van flanel of jaegerwol
borstrok (L210p Venray),
gemaakt van interlock
borstrok (L378p Stevensweert),
gemaakt van jaeger of flanel
borsrok (L432p Susteren),
gemaakt van jaegerwol, flanel of molton
borsrok (L433p Nieuwstadt),
gemaakt van katoen
borstrok (Q036p Nuth/Aalbeek),
borstrokje:
borströkske (L372a Aldeneik),
borststoep:
borssjtoep (Q039p Hoensbroek),
flanelletje:
WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.
flenelke (L290a Egchel),
giletje (<fr.):
zjileke (P051p Lummen),
hart:
hat (P222p Opheers),
hemdrok:
haemdrók (L266p Sevenum),
hemdrok (L246p Horst),
himdrok (L210p Venray, ...
L210p Venray),
hémprok (L295p Baarlo),
gemaakt van flanel
himrok (L210p Venray),
gemaakt van jaeger of katoen
haemprok (L271p Venlo),
hemdsrok:
hempsrok (L270p Tegelen),
hĕĕmdsrok (L290p Panningen),
heͅmsroͅk (L265p Meijel),
kamizool (<fr.):
kamezol (Q077p Hoeselt),
kamezool (Q014p Urmond, ...
Q001p Zonhoven),
kamizool (L321p Neeritter),
kammezaol (L326p Grathem, ...
L329p Roermond),
kaməsol (P222p Opheers),
kaməzoəl (P048p Halen),
kaməzōl (P051p Lummen, ...
P044p Zelem),
kaməzoͅl (L360p Bree),
kaoməza͂ol (L416p Opglabbeek),
keͅməzoəl (P049p Donk (bij Herk-de-Stad)),
kŏmmezōl (L352p Hechtel),
gemaakt van katoen
kammezaol (L318b Tungelroy),
kerelsborstrok:
gemaakt van flanel
kels borstrok (L210p Venray),
lijfje:
lefkə (Q002p Hasselt, ...
P044p Zelem),
leifke (Q198b Oost-Maarland, ...
Q104p Wijk),
leifkə (L420p Rotem),
leͅfkə (Q156p Borgloon, ...
P174p Velm),
liefke (L269b Boekend, ...
Q111p Klimmen,
Q196p Mheer,
L368p Neeroeteren,
Q117a Waubach),
lifkə (L282p Achel, ...
Q007p Eisden),
lijfke (Q198p Eijsden),
lyfke (P050p Herk-de-Stad),
lɛfkə (K357p Paal),
manslĕfkə (K361a Boekt/Heikant),
manslifkə (L316p Kaulille),
manslīfkə (L317p Bocholt),
manslèfke (P176p Sint-Truiden),
manəleͅifkə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
manəleͅjfkə (Q178p Val-Meer),
onderlijf:
(ónər)laif (Q176a Ketsingen),
mansonərlēf (Q086p Eigenbilzen),
mansoͅnərlēv (Q170p Grote-Spouwen),
onderlijf (K278p Lommel),
oͅndərlēͅf (P176p Sint-Truiden),
oͅndərleͅf (Q002p Hasselt),
oͅnərlef (Q093p Rosmeer),
oͅnərleͅ`f (Q077p Hoeselt),
óngerlief (L432p Susteren),
onderlijfje:
(ónər)leͅfkə (Q176a Ketsingen),
onderléjfke (L360p Bree),
oonderlīēfke (Q204a Mechelen),
oͅndərlifkə vøͅr manslyj (Q209p Teuven),
onderstoep:
ongersjtuup (Q032p Schinnen),
oondersjtuub (Q204a Mechelen),
ònderstoep (Q038p Amstenrade),
óngersjtup (L434p Limbricht),
gemaakt van tricot
ongerstuup (Q116p Simpelveld),
onderwambuis:
ondərwaməs (K318p Beverlo),
overhemd:
Overhemd.
ōvərhøͅm (K318p Beverlo),
slaaplijf:
mānsslepleͅf (K314p Kwaadmechelen),
slapleif (K278p Lommel),
slāpleͅif (K278p Lommel),
stoep:
manslujschtoep (Q204a Mechelen),
sjtoeb (Q111p Klimmen),
sjtŏĕb (Q111p Klimmen),
sjtup (L433p Nieuwstadt, ...
Q033p Oirsbeek,
Q015p Stein,
Q097p Ulestraten),
sjtuup (Q207p Epen),
sjtüp (Q111p Klimmen),
stup (L326p Grathem, ...
L420p Rotem,
L432p Susteren),
Dikke of dunne -.
sjtoep (Q098p Schimmert),
stoepje:
sjtupke (L430p Einighausen, ...
Q111p Klimmen),
stübke (Q032a Puth),
stüpke (Q112a Heerlerheide),
gemaakt van wol of katoen
sjtupke (Q020p Sittard),
tabbaard:
Tabberd.
tabərt (K318p Beverlo),
tricot (fr.):
triko (Q013p Uikhoven),
wambuis:
manswāməs (Q156p Borgloon),
wammes (P051p Lummen),
wamməs (K353p Tessenderlo),
waməs (K314p Kwaadmechelen),
wambuisje:
weməskə (K361p Zolder),
wollen lijf:
wolle lief (Q032a Puth),
zweethemd:
zweithemd (L269b Boekend)
|
borstrok voor mannen [N 25 (1964)] || Mannenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18602 |
borstrok (voor vrouwen) |
boezem:
bu:wəzəm (P222p Opheers),
boezempje:
buzəmkə (P055p Kermt),
borstlijf:
boͅrstlīf (Q007p Eisden),
boͅslaif (Q162p Tongeren),
borstlijfje:
boͅslaifkə (Q177p Millen),
borstrok:
boerschrok (Q198a Mesch),
boersjrok (Q096a Borgharen),
borschrok (Q101p Valkenburg),
borsjrok (Q022p Munstergeleen),
borsrok (Q211p Bocholtz, ...
L381p Echt/Gebroek,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
borstrok (L269p Blerick, ...
L377p Maasbracht,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L216p Oirlo,
L210p Venray,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert),
boͅrsroͅk (Q011p Boorsem, ...
L371p Ophoven),
bórsjròk (Q039p Hoensbroek),
bórsrók (L329p Roermond),
vrobosroͅk (Q080p Vliermaal),
vrollie [borstrok} (L210p Venray),
vroulieborstrok (L322a Nunhem),
vrouwluuborsrok (L300p Beesel),
vrəliborstrok (L422p Lanklaar),
flanel in de winterm katoen in de zomer
boorsrok (Q096b Itteren),
gemaakt van flanel
borsrok (L298p Kessel, ...
L271p Venlo),
gemaakt van flanel of gebreid van jaegerwol (katoen)
borstrok (L245b Tienray),
gemaakt van gebreid weefsel, bv. wol
damesboorsrok (Q095p Maastricht),
gemaakt van gebreide wol, flanel of keper
borstrok (L210p Venray),
katoen of trict
borsrok (Q117a Waubach),
borstrokje:
borströkske (L372a Aldeneik),
cache-corset (fr.):
kaskorsē (L286p Hamont),
kaskərseͅiə (P178p Brustem),
kaš kəRseͅt (Q162p Tongeren),
kaškoͅRse (Q002p Hasselt),
cache-corsetje (<fr.):
kaskoͅrseͅkə (K358p Beringen, ...
K358p Beringen),
Fr. cache-corset.
kásj-kórseeke (dim.) (Q001p Zonhoven),
cache-misre (<fr.):
kasjmie`zèr (Q193p Gronsveld),
corselet (<fr.):
Van Dale: corselet (Fr., verkl. v. Ofr. cors), combinatie van korset en bustehouder. *Van Dale (FN)!
koͅRslē (Q002p Hasselt),
devant (fr.):
dəva͂ (P048p Halen),
flanelletje:
gemaakt van flanel of interlock WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.
flanelke (Q032p Schinnen),
WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.
flanelleke (L210p Venray),
gestrikt lijfje:
gesjtrik liefke (L331p Swalmen),
hemd:
humme (P050p Herk-de-Stad),
hemdrok:
haemdrók (L266p Sevenum),
hemdrok (L216p Oirlo),
himdrok (L210p Venray, ...
L210p Venray),
hemdsrok:
hempsrok (L270p Tegelen),
interlock (eng.):
Van Dale: interlock (Eng.), 1. dubbel breigoed van fijne garens, waarbij de lussen in de dwarsrichting niet op dezelfde hoogte liggen; - 2. ondergoed van zulk weefsel.
interlok (L318b Tungelroy),
jak:
jak (P048p Halen, ...
P051p Lummen),
jeͅk (P049p Donk (bij Herk-de-Stad)),
jupon (fr.):
gemaakt van flanel
jupon (Q001p Zonhoven),
kamizool (<fr.):
kamezoal (L329p Roermond),
kammezaol (L329p Roermond),
kamizooltje (<fr.):
kamizölke (L246p Horst),
keurslijf:
kieërslijf (Q083p Bilzen),
lijf:
līēf (Q032a Puth),
lijfje:
(ôônger)liefke (L321p Neeritter),
lafkə (P222p Opheers),
lefkə (P044p Zelem),
leifke (Q198b Oost-Maarland, ...
Q104p Wijk),
leifkə (L420p Rotem),
lejfke (L360p Bree),
lejfkə (L423p Stokkem),
lēkə (P055p Kermt, ...
P051p Lummen,
P054p Spalbeek),
lēͅfkə (P176p Sint-Truiden),
leͅfkə (Q002p Hasselt, ...
P174p Velm),
liefje (Q121p Kerkrade),
liefke (Q038p Amstenrade, ...
L295p Baarlo,
L269b Boekend,
Q035p Brunssum,
L290a Egchel,
L320a Ell,
L326p Grathem,
Q112a Heerlerheide,
L330p Herten (bij Roermond),
Q039p Hoensbroek,
L269a Hout-Blerick,
Q015b Kerensheide,
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
Q196p Mheer,
L368p Neeroeteren,
L322a Nunhem,
L290p Panningen,
Q030p Schinveld,
Q015p Stein,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
Q117a Waubach),
lifke (Q028p Jabeek, ...
L434p Limbricht,
Q020p Sittard),
lifkə (L282p Achel, ...
Q007p Eisden,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
lijfke (Q198p Eijsden, ...
Q095p Maastricht),
līfkə (L265p Meijel),
lèfke (P176p Sint-Truiden),
lɛfkə (K357p Paal),
vrŏlilĕfkə (K361a Boekt/Heikant),
vrèùlilifkə (L316p Kaulille),
vrölieliefke (L312p Neerpelt),
vrəlīlīfke (L317p Bocholt),
wēverleͅifkə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
wēvərleͅjfkə (Q178p Val-Meer),
gemaakt van flanel of molton
liefke (L320a Ell),
gemaakt van flanle of wol
liefke (Q207p Epen),
gemaakt van tricot
liefke (L387p Posterholt),
Ook voor kinderen.
liefke (Q113p Heerlen),
onderbloes:
onderbloes (L271p Venlo),
onderkleed:
oͅndərkleͅit (L360p Bree),
onderlijf:
oͅnərlef (Q093p Rosmeer),
oͅnərleͅ`f (Q077p Hoeselt),
u:nərlif (L416p Opglabbeek),
ungərlewf (L420p Rotem),
vreleionərlēf (Q086p Eigenbilzen),
wēvərsoͅnərlēv (Q170p Grote-Spouwen),
óngerlief (L432p Susteren),
onderlijfje:
onderléjfke (L360p Bree),
ongerliefke (L321a Ittervoort),
ongerlīēfke (L378p Stevensweert),
oonderlīēfke (Q204a Mechelen),
oͅndərleͅfkə (Q156p Borgloon),
oͅndərlifkə vøͅr vroͅlyj (Q209p Teuven),
oͅnərleͅfkə (Q158p Riksingen),
underlīēfke (Q098p Schimmert),
ungərlĕifkə (L372p Maaseik),
òngerliefke (Q039p Hoensbroek),
óngerliefke (L329p Roermond),
gemaakt van wol
onderlijfken (K278p Lommel),
onderstelsel:
oͅndərsteͅlsəl (P218p Borlo),
onderstoep:
oondersjtuub (Q204a Mechelen),
onderstoepje:
onger-sjtuubke (Q111p Klimmen),
onderwambuis:
ondərwaməs (K318p Beverlo),
overgooier:
euvergöjer (L353p Eksel),
piszieltje:
WNT: pissen, afl. pisziel, zieltje of wollen rok, die als onderkleed over het hemd gedragen wordt, thans vooral door kinderen. In Limburg gewoonlijk piszielke.
piszieëlke (Q111p Klimmen),
pullover:
gebreid of geweven
pulover (Q013p Uikhoven),
slaaplijf:
slapleif (K278p Lommel),
slāpleͅif (K278p Lommel),
vralislepleͅf (K314p Kwaadmechelen),
stel:
steͅl (Q071p Diepenbeek),
stoep:
sjtoep (Q098p Schimmert),
sjtŏĕb (Q111p Klimmen),
vrolujschtoep (Q204a Mechelen),
stoepje:
sjtubke (Q098p Schimmert),
sjtupke (L430p Einighausen),
stupke (L326p Grathem),
stüpke (Q014p Urmond),
vrouluusjtupke (Q097p Ulestraten),
gemaakt van wol
sjtuubke (Q111p Klimmen),
suppe:
Suppe. WNT: zie sub hanssop: De tot eene koppeling geworden eigennaam Hans Sop, vertaling van hd. Has Supp(e), de naam van eene komische tooneelfiguur die ontleend is aan de Franschen Jean Potage.
səpə (K358p Beringen),
WNT: zie sub hanssop: De tot eene koppeling geworden eigennaam Hans Sop, vertaling van hd. Has Supp(e), de naam van eene komische tooneelfiguur die ontleend is aan de Franschen Jean Potage.
səpə (P046p Linkhout),
tabbaard:
Tabberd.
tabərt (K318p Beverlo),
wambuis:
vrolēiwāməs (Q156p Borgloon),
vrøliwa(oͅ)məs (P054p Spalbeek),
wambuisje:
weməskə (K361p Zolder),
wollen lijf:
gemaakt van wolm later acryl
wolle lief (Q032a Puth),
ziepel:
[Vgl. WNT ziep, zip, zipe, zjip, zjup: 1. vest, kort wambuis; 2. Door boeren gedragen borstrok (onder het bovenkleed gedragen)...]
sipəl (K353p Tessenderlo)
|
borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] || cache-corset (Fr.): onderlijfje || eng vrouwenonderlijfje zonder baleinen || Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18248 |
borstspeld |
agrafe (fr.):
əgraf (Q078p Wellen),
borstspang:
borstspang (L321p Neeritter),
bŏrspang (L372p Maaseik),
boͅrstspang (L360p Bree, ...
L422p Lanklaar,
L420p Rotem),
bórstsjpang (L329p Roermond),
borstspeld:
bors-sjpeld (L270p Tegelen),
boͅrspeͅl (Q002p Hasselt),
boͅrstspeͅl (L316p Kaulille, ...
P055p Kermt),
boͅrstspeͅl(kə) (L317p Bocholt),
boͅstspeͅl (P046p Linkhout),
Bros-spèl (L216p Oirlo),
bøstspeͅl (K314p Kwaadmechelen),
bəstspeͅl (K353p Tessenderlo),
Borstspeld.
bəstspel (K317p Leopoldsburg),
broche (fr.):
broche (L353p Eksel, ...
Q039p Hoensbroek,
Q098p Schimmert,
Q104p Wijk),
bros (L271p Venlo, ...
K361p Zolder),
brosch (Q032a Puth),
brosche (P107a Rummen (WBD)),
brosj (K318p Beverlo, ...
Q113p Heerlen,
Q111p Klimmen,
Q095p Maastricht,
Q022p Munstergeleen,
L433p Nieuwstadt,
P222p Opheers,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
broš (P222p Opheers, ...
Q080p Vliermaal),
broͅs (L286p Hamont),
broͅš (Q071p Diepenbeek, ...
P051p Lummen,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q177p Millen,
Q012p Rekem,
P176p Sint-Truiden,
P054p Spalbeek,
Q162p Tongeren),
bruš (Q188p Kanne),
bròsj (Q071p Diepenbeek),
brós (L322p Haelen),
[Fax Maurice Moyaerts 18/03/02]
broche (P227p Vorsen),
[oorspr. invoer Bros]
bros (L216p Oirlo),
Borstsierraad; grote doekspeld.
brosj (Q095p Maastricht),
Broche.
broš (K358p Beringen),
Et. Fr. broche.
bròsj (Q162p Tongeren),
Fr. broche.
brosj (Q003p Genk, ...
Q193p Gronsveld),
brósj (Q001p Zonhoven),
Fr. broche. Zie ook afb. p.84.
broisj (Q002p Hasselt),
Vgl. Fr. broche.
brosj (L289p Weert),
clip (eng.):
klïp (Q162p Tongeren),
clips (<eng.):
[sic] Van Dale: clip (Eng.), 2. sierspeld.
klips (Q036p Nuth/Aalbeek),
dasspeld:
dasschpeld (Q101p Valkenburg),
dobbelspang:
dobbelsjpang (Q193p Gronsveld),
doekspang:
dookspang (Q095p Maastricht),
dookspeng (L326p Grathem),
doekspengel:
dooksjpengel (L322a Nunhem),
grote spang:
groötespang (L377p Maasbracht),
grote toespeld:
grutə to͂ͅspeͅl (P055p Kermt),
haarspang:
horspaŋ (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
knipspang:
knipsjpang (Q020p Sittard),
knipsjpang? (Q097p Ulestraten),
knipspang (Q032a Puth),
knopspang:
knupspaong (L416p Opglabbeek),
knöpspang (Q033p Oirsbeek),
knopspeld:
knopspeͅl (Q076p Romershoven),
knopspäl (L265p Meijel),
knopspɛ:l (Q079a Wintershoven),
knoͅpspeͅl (Q156p Borgloon, ...
Q156p Borgloon),
knopspengel:
knopspingel (Q180p Mal),
kopspang:
koͅpspang (Q086p Eigenbilzen, ...
Q093p Rosmeer),
kramspang:
Door de week.
kremsjpang (Q111p Klimmen),
neusdoekbroche (<fr.):
nøusdukbrogə (P218p Borlo),
neusdoekenspeld:
nuzzekespeld (L210p Venray),
neusdoekspang:
nuzzikspang (Q095p Maastricht),
neusdoekspeld:
(was vroeger van glas)
nuisdookspeld (L269a Hout-Blerick),
Neusdoekspel.
nøzøkspeͅl (K318p Beverlo),
plaggenspang:
plakke-sjpang (Q111p Klimmen),
plagspang:
plaxspaŋ (Q170p Grote-Spouwen),
sicherheitsnaald (<du.):
zicherheetsnold (Q121p Kerkrade),
sierspang:
sierspang (Q015p Stein),
s Zondags.
seer-sjpang (Q111p Klimmen),
sierspeld:
sierspel (L289p Weert),
sluitspang:
sjloeetsjpang (L330p Herten (bij Roermond)),
sloetspang (Q121a Chèvremont, ...
L289p Weert),
sluitspeld:
sloétspe͂l (L289p Weert),
spang:
(grōēse) sjpang (Q211p Bocholtz),
schpang (Q204a Mechelen, ...
Q098p Schimmert),
sjpang (Q198p Eijsden, ...
L430p Einighausen,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
Q111p Klimmen,
L434p Limbricht,
Q204a Mechelen,
Q196p Mheer,
Q030p Schinveld,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen,
Q117a Waubach),
spang (Q038p Amstenrade, ...
L269p Blerick,
L317p Bocholt,
L269b Boekend,
L360p Bree,
L360p Bree,
Q095a Caberg,
Q077p Hoeselt,
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren,
L371p Ophoven,
L420p Rotem,
Q015p Stein,
L378p Stevensweert,
L423p Stokkem,
L318b Tungelroy),
spang (spengske) (L360p Bree),
spang [spang} (Q096c Neerharen),
spaŋ (Q007p Eisden, ...
Q003p Genk),
špang (L423p Stokkem),
Opg.: verschicherongnald of spang.
spang (Q121p Kerkrade),
spangetje:
speͅngskə (L317p Bocholt),
speld:
sjpeld (L295p Baarlo),
spel (L360p Bree),
spelt (L266p Sevenum),
speͅl (K318p Beverlo, ...
P048p Halen,
K278p Lommel,
P174p Velm),
spɛl (P222p Opheers),
spengel:
[WLD II.7: lm. speld, spengel (blz. 36)]
speŋəl (Q158p Riksingen),
toespang:
toespang (L320a Ell, ...
Q014p Urmond),
touwspang (Q198b Oost-Maarland),
toͅuspaŋ (Q178p Val-Meer, ...
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
tušpaŋ (Q209p Teuven),
tuwspang (L360p Bree),
tû(w)spang (L360p Bree),
Ook dobbelsjpang.
toûwsjpang (Q193p Gronsveld),
ss. sub spang.
tówspang (Q013p Uikhoven),
zie spang.
tówspang (Q013p Uikhoven),
toespeld:
tawspeͅl (Q076p Romershoven),
tāspeͅəl (P178p Brustem),
toespèl (K318p Beverlo),
toespèèl (L265p Meijel),
toespél (L164p Gennep),
toewspeld (L246p Horst),
touspel (Q003p Genk),
toͅuwspeld (L352p Hechtel),
tuwspel (P044p Zelem),
tūspeͅl (P049p Donk (bij Herk-de-Stad), ...
P048p Halen,
P044p Zelem),
tôuspel (Q074p Kortessem),
tøͅspeͅl (Q002p Hasselt),
betekenis: werd meestal met veiligheidsspeld langs de achterzijde gesloten
tøspeͅl (Q002p Hasselt),
De toe speld (de touwe spel).
tau speͅl (K361a Boekt/Heikant),
Toe (= dicht, gesloten) + speld.
toauwspèl (L282p Achel, ...
L286p Hamont),
Toespeld.
tuspel (K358p Beringen),
toespengel:
tōēsjpéngel (L322p Haelen),
i.e. een toe speld (=veiligheidsspeld).
tau speŋəl (Q162p Tongeren),
versicherungnaald (<du.):
Opg.: verschicherongnald of spang.
versicherongnald (Q121p Kerkrade),
versicherungsnaald (<du.):
verzicheróngsnold (Q121p Kerkrade)
|
*toespeld [veiligheidsspeld] || agrafe: spang, gesp om een kledingstuk te doen sluiten, meestal haak || borstsieraad van vrouwen en meisjes || borstspeld || broche || broche, sierspeld || broche: borstspeld || broche: grote doekspeld, borstsieraad, inz. van vrouwen en meisjes || broche: sierspeld || sierspeld [N 114 (2002)] || sierspeld; vrouwendoekspeld, speld van schoenen || sluitspeld || sluitspeld, speld waarvan de punt wordt vastgezet in een dopje of haakje zodat men zich daaraan niet kan bezeren, voor de luier || speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] || veiligheidsspeld || voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18323 |
borststuk van een schort |
bavette (fr.):
bavet (K317p Leopoldsburg, ...
K317p Leopoldsburg),
boezel:
bozəl (Q012p Rekem),
boezelaar:
boezelair (Q096a Borgharen),
boezeleer (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
boezelier (Q177p Millen),
boezem:
boezem (Q019p Beek, ...
K358p Beringen,
K358p Beringen,
K361a Boekt/Heikant,
Q156p Borgloon,
Q035p Brunssum,
Q086p Eigenbilzen,
Q077p Hoeselt,
P055p Kermt,
Q204a Mechelen,
Q033p Oirsbeek,
L420p Rotem,
Q098p Schimmert,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
P176p Sint-Truiden,
L423p Stokkem,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg,
Q080p Vliermaal,
Q104p Wijk,
Q104p Wijk,
Q104p Wijk),
boezembe (Q071p Diepenbeek),
boeëzem (Q111p Klimmen),
boosum (Q014p Urmond),
boozem (Q038p Amstenrade, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
Q035p Brunssum,
Q028p Jabeek,
Q111p Klimmen,
Q099p Meerssen,
Q022p Munstergeleen,
Q032a Puth,
Q020p Sittard,
Q101p Valkenburg),
bozem (L368p Neeroeteren, ...
Q020p Sittard),
bozəm (Q007p Eisden),
boëwzem (Q039p Hoensbroek),
bōzem (L430p Einighausen),
bōzəm (Q011p Boorsem, ...
Q209p Teuven),
buzəm (L282p Achel, ...
K358p Beringen,
P218p Borlo,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q093p Rosmeer,
P176p Sint-Truiden,
P174p Velm),
buəzəm (Q002p Hasselt),
būzem (Q076p Romershoven),
būzəm (K358p Beringen, ...
K361a Boekt/Heikant,
Q156p Borgloon,
P222p Opheers,
Q158p Riksingen,
Q162p Tongeren),
bŭzəm (P049p Donk (bij Herk-de-Stad)),
bôêzem (Q039p Hoensbroek),
böözem (Q030p Schinveld),
boezemlapje:
buzəmleͅpəkə (P044p Zelem),
boezemstuk:
buzəmstøk (L317p Bocholt),
buzəmstøͅk (L316p Kaulille),
boezeroen:
boezeroen (Q039p Hoensbroek),
buzərun (L422p Lanklaar),
borst:
brös (Q121p Kerkrade),
böst (K314p Kwaadmechelen),
bøst (K314p Kwaadmechelen),
borstlap:
der bröslap (Q039p Hoensbroek),
borststuk:
borststuk (L326p Grathem),
borststök (L320a Ell),
bo͂ͅrste͂ͅk (L416p Opglabbeek),
bwosteuk (Q178p Val-Meer),
böststuk (K318p Beverlo),
bəststøk (K318p Beverlo),
bovenste stuk van de voordoek:
bovəstə stək van də vəreung (P046p Linkhout),
bovenste, het -:
bø̄vəstə (Q002p Hasselt),
bovenstuk:
baovesjtök (L331p Swalmen),
bovestuk (L312p Neerpelt),
bovvesjtuk (Q211p Bocholtz),
bweuverstuk (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
frontje:
fruntje (Q020p Sittard),
hart:
hert (L290a Egchel, ...
L325p Horn,
K278p Lommel,
L270p Tegelen),
hartje:
hartje (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
hatteke (P176p Sint-Truiden),
herdje (L381p Echt/Gebroek),
hertje (L330p Herten (bij Roermond), ...
L325p Horn,
L269a Hout-Blerick,
L269a Hout-Blerick,
L332p Maasniel,
L321p Neeritter,
L290p Panningen,
L329p Roermond,
L270p Tegelen,
L289p Weert),
hertjes (L270p Tegelen),
hertsje (Q198p Eijsden),
heͅtəkə (K353p Tessenderlo),
hèrtje (L378p Stevensweert),
hartje
hetteke (K353p Tessenderlo),
hartlapje:
hertlepke (L321a Ittervoort, ...
L289p Weert),
help:
heləp (L286p Hamont),
hemdje:
heumpke (Q198b Oost-Maarland),
hondsgetuig:
honsgetuug (Q193p Gronsveld),
honsXətuiX (K357p Paal),
hònsgetèèg (K357p Paal),
moeilijk leesbaar
hònsXətaoX (K357p Paal),
lapje:
lepke (Q039p Hoensbroek),
lijf:
lief (Q015p Stein),
līēf (L246p Horst, ...
L246p Horst),
lijfje:
liefke (Q117p Nieuwenhagen, ...
L271p Venlo),
modestietje (<fr.):
Fr. modestique [?].
modestieke (Q002p Hasselt),
platstuk:
WNT: plat (III), ss. platstuk, 3. Gewestelijk (hier en daar in Z.-Ndl.) als naam voor de beide schouderstukken van een kiel of hemd, van achteren tegen elkaaar genaaid.
plat steͅk (L360p Bree, ...
P055p Kermt),
plat stək (P048p Halen, ...
Q079a Wintershoven),
platstuk (L353p Eksel, ...
L216p Oirlo,
L216p Oirlo),
platstək (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
platstukje:
WNT: plat (III), ss. platstuk, 3. Gewestelijk (hier en daar in Z.-Ndl.) als naam voor de beide schouderstukken van een kiel of hemd, van achteren tegen elkaaar genaaid.
platstukske (Q096c Neerharen),
scholkje:
schölkske (L312p Neerpelt),
schouderstuk:
sjouverstök (L318b Tungelroy),
šoͅwərst^k (L372p Maaseik)
|
benaming voor corset, bh en jarretelles || boezemdoekje: kanten doekje achter de bloes om het décolleté wat te bedekken || borststuk aan een boezelaar || borststuk aan een boezelaar of schort || borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
28959 |
borstsuçon |
borstsuçon:
borssǝqon (L428p Born),
bōrssǝzõ (Q088p Lanaken),
bōrstsøzon (L246p Horst, ...
L271p Venlo),
bōrsǝsoŋ (Q095p Maastricht)
|
Volgens de informant van L 271 loopt deze suçon vanaf de zijzak naar de helft van de middenborst. [N 59, 94c; N 59, 94b]
II-7
|
33968 |
borsttuig |
borstgescheer:
bors˲gǝšīr (L330p Herten),
børs˲gǝšēr (L383p Melick),
bǫrst˲gǝšēr (L324p Baexem, ...
L322a Nunhem),
bǫrst˲gǝšīr (L209p Merselo),
bǫrst˲gǝšīǝr (L322p Haelen, ...
L328p Heel,
L325p Horn,
L319p Molenbeersel,
L294p Neer),
bǫrs˲gǝšiǝr (L270p Tegelen),
bǫrs˲gǝšēr (L331p Swalmen),
borstgetuig:
borstgetuig (Q011p Boorsem, ...
L421p Dilsen,
L366p Gruitrode,
L361p Tongerlo,
Q013p Uikhoven,
P044p Zelem),
borst˲gǝtȳx (L325p Horn),
buš˲gǝtȳx (Q198b Oost-Maarland),
bø̜st˲gǝtǫǝx (K353p Tessenderlo),
bōrst˲gǝtȳx (L265p Meijel, ...
L290p Panningen),
bōrs˲gǝtȳx (Q095p Maastricht, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
bǫrs(t)˲gǝtø̜x (Q002b Kiewit),
bǫrst˲gǝtȳx (L317p Bocholt, ...
L320a Ell,
L370p Kessenich,
L369p Kinrooi,
L289b Leuken,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
L318p Stramproy,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
bǫrst˲gǝtøi̯x (L420p Rotem),
bǫrst˲gǝtø̜x (K278p Lommel),
bǫrst˲gǝtēi̯x (L360p Bree),
bǫrst˲gǝtī.x (L417p As),
bǫrst˲gǝtīǝx (L416p Opglabbeek),
bǫrs˲gǝtȳx (L422p Lanklaar, ...
Q009p Maasmechelen,
L332p Maasniel,
L374p Thorn,
L271p Venlo),
bǫrs˲gǝtø̜i̯x (L372p Maaseik),
bǫrs˲gǝtē̜x (Q002p Hasselt),
bǫrs˲gǝtęx (Q004p Gelieren Bret),
bǫst˲gǝtø̜̄ǝx (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
bǫs˲gǝtai̯x (Q180p Mal),
bǫs˲gǝtø̜̄x (Q071p Diepenbeek),
borsthaam:
borshām (L429a Berg, ...
L426p Buchten,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L426z Holtum,
L434p Limbricht),
borsthaam (L419p Elen, ...
Q018p Geulle,
L364p Meeuwen,
Q018a Moorveld,
L294p Neer,
L362p Opitter,
L358p Reppel,
L432p Susteren,
Q172p Vroenhoven),
boršhām (L429p Guttecoven),
broshām (Q112a Heerlerheide, ...
Q020p Sittard),
busthǭm (Q198b Oost-Maarland),
buǝshǭm (Q193p Gronsveld),
bōrshǭm (Q187p Sint Pieter, ...
Q096d Smeermaas),
bōršhām (Q204a Mechelen, ...
Q099q Rothem),
bǫ.shǭ.m (Q072p Beverst),
bǫ.shǭm (Q077p Hoeselt, ...
Q168a Rijkhoven,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern),
bǫrsthām (Q033p Oirsbeek, ...
L355p Peer,
Q014p Urmond),
bǫrst˱ām (L371a Geistingen, ...
L370p Kessenich,
L369p Kinrooi),
bǫršhām (Q111p Klimmen, ...
Q032a Puth,
Q097p Ulestraten),
bǫs(h)ǭm (Q083p Bilzen),
bǫshǭ.m (Q155a Neerrepen, ...
Q158p Riksingen),
bǫshǭm (Q082p Munsterbilzen, ...
Q182p Nerem,
Q076p Romershoven,
Q155p Werm),
bǭ.shǭ.ǝm (Q164a Widooie),
bǭ.shǭm (Q080p Vliermaal, ...
Q075p Vliermaalroot,
Q079a Wintershoven),
borstlap:
bøstlap (P044p Zelem),
borststuk:
borststuk (L269p Blerick, ...
K359p Koersel,
Q096c Neerharen),
bǫrsstøk (L413p Helchteren, ...
L423p Stokkem),
bǫrsstęk (L366p Gruitrode),
bǭrststøk (L312p Neerpelt),
borsttuig:
borsttȳx (L377p Maasbracht, ...
L271p Venlo),
bricole:
bricole (K315p Oostham),
drekhaam:
drękǭm (Q091p Veldwezelt),
gareel:
gareel (K318p Berverlo, ...
Q171p Vlijtingen),
gre ̞e.l (P178p Brustem),
grendǝl (Q090p Mopertingen),
grięl (P188p Hoepertingen, ...
P121p Ulbeek),
griɛl (P187p Berlingen, ...
Q159p Broekom,
Q157p Jesseren,
Q074p Kortessem),
grēl (P176a Melveren),
grē̜l (Q163p Berg, ...
Q170p Grote-Spouwen,
Q174p Herderen),
gǝril (P118a Wijer),
gǝriǝl (P120p Alken, ...
P115p Duras,
Q153p Gors-Opleeuw,
Q079p Guigoven,
P173p Halmaal,
Q152p Kerniel,
P118p Kozen,
P222p Opheers,
P177a Ordingen,
Q078p Wellen,
P172p Wilderen,
Q073p Wimmertingen,
P177p Zepperen),
gǝrēl (P113p Binderveld, ...
P175p Gingelom,
P117p Nieuwerkerken,
P176p Sint-Truiden),
gǝrē̜l (Q094p Hees, ...
Q175p Riemst),
gǝręi̯l (Q156p Borgloon),
gǝręlj (P192p Voort),
hondentuig:
hondentuig (P047p Loksbergen),
hondsgetrek:
hǫns˲gǝtrø̜k (Q002a Godschei),
hondsgetuig:
hondsgetuig (P053p Berbroek, ...
P049p Donk,
P050p Herk-de-Stad,
P057p Kuringen,
P051p Lummen,
P045p Meldert,
P052p Schulen,
P056p Stokrooie),
hons˲gǝtø̜̄x (K314p Kwaadmechelen, ...
K361p Zolder),
hons˲gǝtī.x (L416p Opglabbeek),
hons˲gǝtīi̯.x (L418p Niel-bij-As),
hānts˲gǝtȳx (L314p Overpelt),
hǫns˲gǝt>x (K357p Paal),
hǫns˲gǝtø̜̄.x (Q071p Diepenbeek, ...
Q001p Zonhoven),
hǫns˲gǝtø̜̄i̯.x (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
hǫns˲gǝtø̜i̯.x (L414p Houthalen),
hondshaam:
hondshaam (L424p Meeswijk, ...
L423p Stokkem),
honšhām (Q019a Neerbeek),
hǫntsām (L422p Lanklaar, ...
Q006p Leut,
Q008p Vucht),
ophaam:
o.phām (P177p Zepperen),
paardsgetuig:
pęts˲gǝtø̜x (P107a Rummen),
plathaam:
plashām (Q211p Bocholtz),
plathām (Q121c Bleijerheide, ...
L426p Buchten,
Q113p Heerlen,
Q020p Sittard,
Q112z Ten Esschen,
Q014p Urmond,
Q117a Waubach),
trekhaam:
trekhām (Q203a Reijmerstok, ...
Q197a Terlinden,
Q101p Valkenburg),
veldhaam:
vɛlthām (Q111p Klimmen),
voorlap:
vøi̯rlap (P048p Halen),
voorste borstgetuig:
vø̄rstǝ bǫrst˲gǝtø̄x (K358p Beringen),
wagengescheer:
wāgǝgǝšiǝr (L270p Tegelen),
wagentuig:
wāgǝtȳx (L387p Posterholt, ...
L270p Tegelen)
|
Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51]
I-10
|
18082 |
borstvliesontsteking |
fleuris:
fl":rəs (Q010p Opgrimbie),
fl"rəs (Q160p Bommershoven, ...
Q202p Eys,
Q095p Maastricht,
L319p Molenbeersel,
Q012p Rekem),
fl"ərəs (Q203b Ingber),
fle.rəs (L364p Meeuwen),
fleeres (Q093p Rosmeer, ...
Q171p Vlijtingen),
fleerəs (P055p Kermt),
fleiris (Q083p Bilzen),
fleres (K353p Tessenderlo),
fleris (L360p Bree),
flerus (P057p Kuringen),
fleures (Q102p Amby, ...
P182p Buvingen,
Q193p Gronsveld,
P197p Heers,
Q088p Lanaken,
L332p Maasniel,
P183p Mielen-boven-Aalst,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
Q200p s-Gravenvoeren,
Q098p Schimmert,
Q178p Val-Meer,
P174p Velm,
Q117a Waubach),
fleuris (Q102p Amby, ...
L417p As,
Q019p Beek,
L428p Born,
Q027p Doenrade,
Q086p Eigenbilzen,
Q007p Eisden,
L353p Eksel,
L353p Eksel,
L320a Ell,
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
L366p Gruitrode,
Q203p Gulpen,
L320c Haler,
L286p Hamont,
L352p Hechtel,
K360p Heusden,
L414p Houthalen,
L321a Ittervoort,
P219p Jeuk,
L329a Kapel-in-t-Zand,
L329a Kapel-in-t-Zand,
Q111p Klimmen,
Q112c Kunrade,
Q016p Lutterade,
L267p Maasbree,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L383p Melick,
Q034p Merkelbeek,
Q196p Mheer,
L319p Molenbeersel,
L382p Montfort,
L294p Neer,
L368p Neeroeteren,
L433p Nieuwstadt,
L371p Ophoven,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
L378p Stevensweert,
L331p Swalmen,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg,
L271p Venlo,
L289p Weert,
L354p Wijchmaal,
Q201p Wijlre,
Q108p Wijnandsrade,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven,
K361p Zolder),
fleurīs (L265p Meijel),
fleurus (Q198p Eijsden, ...
K317p Leopoldsburg,
Q015p Stein,
L386p Vlodrop),
fleurès (Q078p Wellen),
fleurës (L422p Lanklaar),
fleurəs (Q038p Amstenrade, ...
L300p Beesel,
Q207p Epen,
P047p Loksbergen,
P176p Sint-Truiden),
fleŭris (Q035p Brunssum),
flēres (L360p Bree),
flēreəs (L355a Linde),
flēris (L417p As),
flērəs (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
flēürəs (L299p Reuver),
flĕŭris (Q098p Schimmert),
fluirus (P047p Loksbergen),
flurris (L265p Meijel),
fluuris (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
fluèris (L381p Echt/Gebroek),
flūūres (Q033p Oirsbeek),
flèùeris (L374p Thorn),
flèùris (L432p Susteren),
flééres (L416p Opglabbeek),
flêures (L331p Swalmen),
flêûris (L322a Nunhem),
flë:rəs (Q089p Martenslinde),
flöres (K318p Beverlo, ...
Q077p Hoeselt,
Q253p Montzen),
flööris (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
flø:rəs (P179p Aalst-bij-St.-Truiden, ...
Q001p Zonhoven),
fløreͅs (Q167p Koninksem),
fløris (P188p Hoepertingen),
flørəs (P186p Gelinden, ...
L286p Hamont,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
P183p Mielen-boven-Aalst,
Q158p Riksingen,
L420p Rotem,
P176p Sint-Truiden,
Q001p Zonhoven),
flø͂ͅYrəs (Q156p Borgloon),
fløͅres (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
fløͅrəs (Q080p Vliermaal),
flûurəs (Q113p Heerlen),
flərəs (K353p Tessenderlo),
Kil. pleuris.
fleeres (Q002p Hasselt),
Volgens de informant wordt dit woord gebruikt om een longontsteking - in het Fr. pneumonie en niet pleurésie - aan te duiden.
fleurres (K315p Oostham),
longontsteking:
longontstékking (L265p Meijel),
pleuris:
pleiris (Q021p Geleen),
pleures (L216p Oirlo),
pleuris (L269b Boekend, ...
Q095a Caberg,
L164p Gennep,
Q203p Gulpen,
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
Q109p Hulsberg,
L320b Kelpen,
L298a Kesseleik,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
L294p Neer,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q116p Simpelveld,
Q187p Sint-Pieter,
Q197a Terlinden,
L245b Tienray,
Q222p Vaals,
Q101p Valkenburg,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L210p Venray,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
pleurus (L269p Blerick, ...
Q117p Nieuwenhagen),
pleurəs (L328p Heel, ...
Q014p Urmond),
pluuris (L217p Meerlo),
plö:res (Q253p Montzen),
plöeris (L432p Susteren),
(druuge en natte pleuris)
pleuris (L269p Blerick)
|
pleuris [ZND 05 (1924)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] || pleuritis
III-1-2
|
29975 |
borstwering |
afsluiting:
afslē̜teŋ (K318p Berverlo),
boeiplank:
bujplaŋk (L318b Tungelroy),
borst:
bros (Q113p Heerlen),
bøst (K353p Tessenderlo),
bǫǝrst (L210p Venray),
borstwering:
borstwering (Q039p Hoensbroek),
borswē̜reŋ (L330p Herten),
boršwē̜reŋ (L387p Posterholt),
bøstwęjǝreŋ (K353p Tessenderlo),
bø̜stwē̜jǝreŋ (K353p Tessenderlo),
bōrstwēreŋ (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
bōrswēreŋ (Q095p Maastricht),
bǫrstwē.reŋ (L290p Panningen),
bǫrstwēreŋ (L289b Leuken, ...
L382p Montfort,
L163p Ottersum,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
bǫrstwē̜reŋ (Q113p Heerlen, ...
L316a Lozen,
L163p Ottersum,
L385p Sint Odilienberg,
Q013p Uikhoven),
bǫrswēreŋ (Q193p Gronsveld, ...
Q039p Hoensbroek,
Q194p Rijckholt,
L271p Venlo),
bǫrswē̜reŋ (L330p Herten, ...
L270p Tegelen),
bǫršwēreŋ (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
bǫršwē̜reŋ (Q111p Klimmen),
bǫšwē̜reŋ (Q098p Schimmert),
borstwerk:
borstwē̜rǝk (L364p Meeuwen),
bōrstwęrek (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
bōrstwę̄rek (L265p Meijel),
bǫrstwęrǝk (L211p Leunen),
bǫrstwɛrǝk (L320a Ell),
brusting:
brøsteŋ (Q202p Eys),
brüstung:
brystuŋ (Q121c Bleijerheide),
galerijplank:
galǝriplaŋk (L364p Meeuwen),
geländer:
gelɛndǝr (Q202p Eys),
jǝlɛndǝr (Q121c Bleijerheide, ...
Q121p Kerkrade),
gevelsteun:
gījǝvǝlstø̜jn (Q078p Wellen),
grijpplank:
grīpplaŋk (Q111p Klimmen),
hulpplank:
hølǝpplāŋk (Q095a Oud-Caberg),
leuning:
leuning (Q113p Heerlen),
lø̄neŋ (Q019p Beek, ...
L320a Ell,
Q018p Geulle,
L291p Helden,
L211p Leunen,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L163p Ottersum,
L290p Panningen,
Q097p Ulestraten,
L210p Venray),
lø̜̄neŋ (L321p Neeritter, ...
Q099q Rothem,
L270p Tegelen),
rugbred:
røk˱brɛt (Q121c Bleijerheide),
rugleuning:
rexlējǝneŋ (Q003p Genk),
rugleuning (Q039p Hoensbroek),
røkløneŋ (Q194p Rijckholt),
røklø̄neŋ (Q098p Schimmert),
røxlø̄neŋ, røklø̜jniŋ (P176p Sint-Truiden),
rø̜klø̄neŋ (Q019p Beek, ...
Q197p Noorbeek,
L432p Susteren,
Q197a Terlinden,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
schermplank:
šɛrǝmplaŋk (L330p Herten),
schoor:
šǭr (Q019p Beek),
schrikplank:
šrekplaŋk (Q113p Heerlen),
schutzbred:
šuts˱brɛt (Q121p Kerkrade
[(meervoud: šuts˱brēr)]
),
steigerkop:
stęjgǝrkǫp (L382p Montfort),
steigerleun:
štīgǝrlø̄n (Q113p Heerlen),
steigerleuning:
stęjgǝrlø̄neŋ (L271p Venlo),
stellingleun:
stęleŋlø̜n (L316a Lozen),
stellingleuning:
stɛleŋlē̜neŋ (L364p Meeuwen),
tussenstuk:
tøsǝstø̜k (Q095a Oud-Caberg),
valplank:
valplaŋk (L289b Leuken, ...
K278p Lommel,
L265p Meijel,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
veiligheidsplank:
veiligheidsplank (L292p Heythuysen, ...
L414p Houthalen,
L289p Weert),
zoldermuur:
zøldǝrm ̇ūr (Q121c Bleijerheide)
|
Het 70 tot 100 cm hoge, gemetselde bovenstuk tussen zoldervloer en dak. Zie ook afb. 49a. [N 31, 34e; N 54, 155] || Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.]
II-9
|
18528 |
borstzak(je) |
binnenmaal:
bənəma.l, -ə, -meͅlkə (L368p Neeroeteren),
borstmaal:
borsmaal (Q007p Eisden),
borstmoͅ.l (Q165p Horpmaal),
borstmaaltje:
borstméélkə (L417p As),
borstmêëlke (Q003p Genk),
boͅrsmēͅlkə (L422p Lanklaar),
bòsméélkə (Q083p Bilzen),
borsttas:
boeësj-tes (Q198p Eijsden),
boorsj-tésj (Q099p Meerssen),
boorstaes (Q104p Wijk),
bors-tèsj (Q121c Bleijerheide),
borstes (L330p Herten (bij Roermond), ...
L246p Horst,
L378p Stevensweert,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
borstesch (L428p Born),
borstesj (Q027p Doenrade),
borsttès (L322p Haelen, ...
L312p Neerpelt),
borsttèsj (Q015p Stein),
bōrsteͅs (Q088p Lanaken),
borsttasje:
boersjtesjke (Q096a Borgharen),
boorsteske (Q095p Maastricht),
bors-tèske (L271p Venlo),
borschtèschke (Q101p Valkenburg),
borsj-tesjke (Q111p Klimmen),
borstesjke (Q016p Lutterade, ...
L433p Nieuwstadt,
Q020p Sittard),
borsteske (L269b Boekend, ...
L381p Echt/Gebroek,
L299p Reuver),
borstteske (L381p Echt/Gebroek, ...
L321p Neeritter,
K361p Zolder),
bòrstèsjkə (L426z Holtum),
bórsteske (L329p Roermond),
borstzak:
borstzak (Q003p Genk, ...
L322a Nunhem),
borszak (L271p Venlo),
borstzakje:
boorszekske (Q095a Caberg),
boorszèkskse (Q095p Maastricht),
borstzakje (L416p Opglabbeek),
borszekske (Q015b Kerensheide),
bórszekske (L329p Roermond),
bôrst-zekske (L192p Bergen),
bovenbuideltje:
bovəbul’jə (K314p Kwaadmechelen),
bōvəbøͅlkə (K358p Beringen),
bovenmaal:
bòvəmāl (L423p Stokkem),
bovenmaaltje:
boͅvəmɛlkə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
būəvəmēlkə (L420p Rotem),
bôeveméélkə (Q083p Bilzen),
bovenste buideltje:
b.v. he ha ö stùferke in-t booveste bölke va zène jas.
booveste bölke (K318p Beverlo),
bovenste maaltje:
buúveste mèèlke (L364p Meeuwen),
voor sigaren, pijp, sigarettepijpje, "stofferke
buúveste mèèlke (L364p Meeuwen),
boventas:
baovetès (L326p Grathem),
bouvetès (P176p Sint-Truiden),
bouvəteͅs (P050p Herk-de-Stad),
boventasje:
baove teske (L332p Maasniel),
baove-tèske (L270p Tegelen, ...
L270p Tegelen),
baoveteske (L295p Baarlo, ...
L330p Herten (bij Roermond)),
baovetèske (L210p Venray),
bauvetéske (P107a Rummen (WBD)),
bouvetäske (P108p Grazen (WBD)),
boveteske (L353p Eksel, ...
L353p Eksel),
bovəteͅskə (P048p Halen, ...
P044p Zelem),
bōvətēͅskə (L282p Achel),
bōvəteͅskə (P046p Linkhout),
bōvətɛskə (K361p Zolder),
boͅuvəteͅskə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
böveteske (P051p Lummen),
bøvəteͅəskə (P055p Kermt),
buideltje:
bulkə (K357p Paal),
bəlkə (K318p Beverlo),
gilettas (<fr.):
gilie-tes (Q187a Heugem),
gilettasje (<fr.):
sgielietesjke (Q019p Beek),
zielietèschku (Q198a Mesch),
hartmaal:
hḁtmōͅl (Q156p Borgloon),
jassentasje:
jassetèske (L290a Egchel),
kamizoolstasje (<fr.):
camesoolstesjke (Q035p Brunssum),
kammesolstesjke (Q033p Oirsbeek),
klein buideltje:
klein builtje (K278p Lommel),
(klein builtje)
klämbøͅl?jən (K278p Lommel),
klein maaltje:
kl;i moͅlkə (P222p Opheers),
kle mølkə (Q178p Val-Meer),
klee mèelke (Q200p s-Gravenvoeren),
klēͅn melkə (Q093p Rosmeer),
kleͅin maəlkə (Q080p Vliermaal),
kleͅin mōͅlkə (Q076p Romershoven),
kleͅin mølkə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
klein tasje:
klei teͅskə (P218p Borlo),
klein tejske (Q022p Munstergeleen),
klein tèske (L288c Eind),
klē teəskə (P052p Schulen),
leftasje:
leftaeske (Q104p Wijk),
leftesjke (Q035p Brunssum),
lefzakje:
lefzekske (L269p Blerick, ...
L159a Middelaar,
Q104p Wijk),
lokkertjestasje:
lokkertjesteske (L320a Ell),
maaltje:
maalke (L420p Rotem),
maolke (Q071p Diepenbeek),
meëlke (L414p Houthalen),
mēͅlkə (Q086p Eigenbilzen, ...
L422p Lanklaar,
L416p Opglabbeek,
L371p Ophoven),
molkə (P188p Hoepertingen),
mōͅalkə (Q079a Wintershoven),
mōͅlkə (Q071p Diepenbeek),
mäölke (Q198p Eijsden),
mølkə (Q162p Tongeren),
møͅlkə (Q176a Ketsingen),
in jas en vest
mèùlke (Q198b Oost-Maarland),
plakjestas:
[sic] (mog. Van Dale: plak 1 / 4, 2 / 5).
plékskesjtaesj (Q111p Klimmen),
pochet (<fr.):
porchit (Q106p Bemelen),
porsjet (Q033p Oirsbeek),
posjet (Q039p Hoensbroek),
pošeͅt (P174p Velm),
poͅšeͅt (Q002p Hasselt),
pəšɛt (P049p Donk (bij Herk-de-Stad)),
pochetje (<fr.):
pochke (P176p Sint-Truiden),
pochétje (Q032a Puth),
posjetje (L289p Weert),
poͅšeͅtšə (Q012p Rekem),
pochetmaaltje (<fr.):
posjetmaolke (Q156p Borgloon),
posjétméélke (L368p Neeroeteren),
pošetmøͅlkə (Q158p Riksingen, ...
Q162p Tongeren),
poxeͅtmeͅlkə (L372p Maaseik),
poͅšətmaelkə (L360p Bree),
pəsetmelkə (Q077p Hoeselt),
pochettas (<fr.):
pezjéttaesj(ke) (Q111p Klimmen),
pochettasje (<fr.):
pezjéttaesj(ke) (Q111p Klimmen),
pochet-tèsjke (Q196p Mheer),
pochetteschke (Q113p Heerlen),
pochettesjke (L434p Limbricht),
pochetteske (Q095p Maastricht),
pochettäske (P108p Grazen (WBD)),
pochettèske (Q193p Gronsveld),
porchetteske (Q095p Maastricht),
porsjèt tèjsjke (Q204a Mechelen),
posjetteske (L331p Swalmen),
posjettèske (L318b Tungelroy),
požeͅteͅskə (P176p Sint-Truiden),
poͅšeͅtēͅskə (Q209p Teuven),
pəšeͅteͅskə (P048p Halen),
[Allicht gewoon spellingsvariant]
pochetteteske (Q111p Klimmen),
pochetzak (<fr.):
pochet-zak (L271p Venlo),
pochetzakje (<fr.):
porchetzekske (Q098p Schimmert),
posjötzekske (L360p Bree),
poͅšetzekskə (Q002p Hasselt),
poͅšeͅtseͅkskə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
pəšɛtzɛkskəs (Q011p Boorsem),
schijttasje:
[denominatief van schijten; los van scheet]
sjēttééske (L290p Panningen),
sigarentasje:
segaarentééske (L290p Panningen),
segaaretēsjke (Q111p Klimmen),
segaretèsjke (L430p Einighausen),
sigaretesjke (Q039p Hoensbroek),
stikzakje:
stèkzekske (L329p Roermond),
stoefermaaltje:
[Van Dale: stoefzakdoek, <gew.> pochet]
stufərmølkə (Q177p Millen),
stoefertje:
[Van Dale: stoefer -> stoefzakdoek, <gew.> pochet]
stufərkə (Q007p Eisden),
stoeferzakje:
[Van Dale: stoefzakdoek, <gew.> pochet]
stoeferzakske (K353p Tessenderlo),
tas op de borst:
tɛ̄jš opən brost (Q253p Montzen),
tasje:
teschjke (Q112a Heerlerheide),
tesjke (Q117a Waubach),
teske (L269p Blerick, ...
L381p Echt/Gebroek,
L318b Tungelroy),
teͅskə (K358p Beringen, ...
K358p Beringen,
K361a Boekt/Heikant),
tèsjke (L426p Buchten, ...
L429p Guttecoven,
Q014p Urmond),
tèske (L265p Meijel),
vestjestasje:
vesjesteske (L247p Broekhuizen, ...
L266p Sevenum),
wambuismaaltje:
weͅimesmēͅlke (L360p Bree),
zakdoekentasje:
zakdoketeschke (Q099p Meerssen),
zakje:
zakske (K317p Leopoldsburg)
|
borstzak || borstzakje van een jas || borstzakje van vest || de buitenzak ter hoogte van de borst [N 59 (1973)] || pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)], [N 23 (1964)]
III-1-3
|