e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brevier brevier (<lat.): bre-veer (Vijlen), breeveer (Kessel), breveer (Amby, ... ), breveir (Bingelrade, ... ), breveër (Panningen), brevēēr (Buggenum, ... ), brevier (Afferden, ... ), briveer (Schinveld), brəveer (Swalmen), (m.).  breveer (Meerssen), m.  berveer (Heerlen), misschien, maar niet gangbaar  brevier (Blitterswijck) brevier [SGV (1914)] III-3-3
bridgen (kaartspel) bridgen (<eng.): britsje (Doenrade, ... ), bridgen  bretsjə (Maastricht) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
brief brief: bre.f (Amby, ... ), bre.if (Linkhout, ... ), bre.iv (Hasselt), bre.v (As, ... ), bre.əf (Hegelsom), bre.əv (Beringe, ... ), bre:f (America, ... ), bre:v (Maaseik), breef (Amby, ... ), brei.f (Hasselt), breif (Bingelrade, ... ), breëf (Panningen), brēēaf (Banholt), brēēf (Arcen, ... ), brēf (As, ... ), brĕĭf (Schinnen), bri.f (Beverlo, ... ), bri.if (Alken), bri.iəf (Hoepertingen), bri.jəf (Hoepertingen), bri.v (Berg, ... ), bri:f (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), bri:v (Diepenbeek, ... ), bri:əf (Opheers, ... ), brief (Bilzen, ... ), briejf (Kermt), brieëf, brief (Wellen), brif (Achel, ... ), briif (Borlo, ... ), briv (Genk), brièf (Waasmont), briəf (Zonhoven), brī:f (Montzen), brīeef (Hasselt), brīēf (Afferden, ... ), brīf (Loksbergen, ... ), bri̯.i.f (Eupen), brê.f (Kessel, ... ), brê:f (Broekhuizen), brê:v (Bocholt), brî.f (Beringen, ... ), brî.v (Bilzen, ... ), brî.əf (Koersel), brî:f (Blitterswijck, ... ), brî:v (Houthalen), brɛ.f (Opoeteren), brɛ.if (Vaals), doar gêêf ik ouw èn briefke van = dat verzekeri u  brīēf (Merselo) brief [RND], [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] III-3-1
briefkaart briefkaart: breef-kaart (Sevenum), breefkaart (Amby, ... ), breefkaat (Eys, ... ), breefkaert (Maastricht), breefkāārt (Maastricht), breefkààrt (Susteren), breefkáárt (Geleen, ... ), breefkáát (Epen, ... ), breifkaart (Nieuwstadt, ... ), breéfkaart (Mheer), breêfkaart (Weert), brēēfkaart (Schimmert), briefkart (Meijel, ... ), brifkaat (Simpelveld), briêfkaart (Venray), brīēfkaart (Tienray), brīēfkārt (Oirlo), brĭĕfkaort (Gennep), brèèfkáárt (Swalmen), bréefkaart (Blerick), br‧eefkaa.rt (Grathem, ... ), (v.).  br‧ēfkā.t (Eys), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  breefkáárt (Maastricht), Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  briefkaart (Meerlo), Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  brēēfkāāt (Nieuwenhagen), ss. sub brief [bree:f].  breefkaart (Roermond), gele kaart: geel kaart (Leopoldsburg), kaart: de kaart (Venray), koat (Hoeselt), postkaart: poskaart (Geleen, ... ), poskaat (Gulpen, ... ), poskaot (Diepenbeek, ... ), poskoat (Eigenbilzen), poskôot (Hoeselt), postkaart (Bree, ... ), postkaot (Diepenbeek), postkoa-w-ert (Eksel), pōstkaart (Tienray), poͅstko.ət (Niel-bij-St.-Truiden), pòskáát (Heerlen), pòstkaart (As), pòstkaot (Sint-Truiden), pòstkoot (Loksbergen), póskáárt (Venlo), póstkao.rt (Zonhoven), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  póstkáárt (Opglabbeek), gall.  poskaa.rt (Hasselt), gall.; Fr. carte postale.  póstkao.rt (Zolder), Mondelinge informatie RK  poskaot (Riemst, ... ), ps. omgespeld volgens Frings!  poͅska͂rt (Houthalen), ps. omgespeld volgens RND!  poͅska͂rt (Meeuwen), Sam. met post 2.  postkaart (Lommel), Sub post [pos], sam.  postkaart (Meeswijk), Sub post [post], sam.  postkaart (Hamont), Sub post [post], ss.  postkaart (Meeuwen), Sub post I, sam.  postkaart (Zonhoven), vgl. Fr. carte postale.  poskaart (Weert) briefkaart || de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] || postkaart = briefkaart || postkaart, briefkaart || prentbriefkaart III-3-1
briesen blazen: bloǝzǝ (Jeuk, ... ), blusǝ (As), bluǝ.zǝ (Berlingen, ... ), bluǝzǝ (Opheers, ... ), bluǫ.zǝ (Hopmaal, ... ), bluɛ.zǝ (Rijkhoven), blu̯ǫ.zǝ (Heks), blu̯ǫzǝ (Tongeren), blōǝzǝ (Binderveld, ... ), bleren: blērǝn (Belfeld), briesen: brisǝ (Arcen, ... ), brisǝn (Houthalen, ... ), brisǝnǝ (Horn), brizǝ (Achel, ... ), brišǝ (Afferden, ... ), brēsǝ (As, ... ), brēšǝ (Amby), bręi̯sǝ (Lummen), brīsǝ (Aalst, ... ), brīzǝ (Berg, ... ), bruisen: brusǝ (Thorn), bruzǝ (Maasniel), bruzǝn (Achel), brušǝ (Boorsem, ... ), bružǝ (Rothem), brū.sǝn (Achel, ... ), brū.šǝ (Dilsen, ... ), brūsǝ (Kessel, ... ), brūǝsǝ (Nederweert, ... ), brullen: brelǝ (Venray), briljǝ (Swalmen), brølǝ (s-Herenelderen, ... ), brø̜lǝ (Klimmen, ... ), brēlǝ (Rosmeer), jameren: jīǝmǝrǝ (Herten), kreunen: kriǝnǝ (Waubach), protsen: prǫtsǝ (Maastricht), pruisen: prausǝ (Beverst, ... ), prau̯.sǝ (Berg, ... ), prau̯zǝ (Gingelom, ... ), proi̯zǝ (Lanaken), prusǝ (Leopoldsburg, ... ), prusǝn (Kleine-Brogel), prušǝ (Eijsden, ... ), prø̜̄.sǝ (Beringen, ... ), prø̜̄sǝ (Berverlo, ... ), prø̜̄ǝ.sǝ (Kozen, ... ), prø̜sǝ (Kwaadmechelen, ... ), prø̜sǝn (Oostham), prāsǝ (Borlo, ... ), prāzǝ (Duras), prō.sǝ (Grote-Spouwen, ... ), prōsǝ (Montfort), prő̜̄.sǝ (Schulen), prő̜̄ǝ.sǝ (Alken, ... ), prő̜u̯sǝ (Bilzen), prő̜u̯sǝn (Peer), prū.sǝ (Eksel, ... ), prū.sǝn (Neerpelt, ... ), prū.šǝ (Neerharen), prūsǝ (Diepenbeek), prūšǝ (Gronsveld), prūǝsǝ (Gingelom), prǫu̯.sǝ (Hoeselt, ... ), prǫu̯sǝ (Genk, ... ), prǭ.sǝ (Beverst, ... ), prǭsǝ (Bokrijk, ... ), prǭu̯.sǝ (Werm), prǭu̯ǝ.sǝ (Kortessem), prǭzǝ (Halen), prǭǝ.sǝ (Berlingen, ... ), prǭǝ.zǝ (Voort), prɛ̄sǝ (Binderveld, ... ), pruisten: prustǝ (Eigenbilzen, ... ), prő̜̄.stǝ (Boekhout), prūstǝ (Baexem, ... ), prǭǝ.stǝ (Gelinden, ... ), pruitsen: prutšǝ (Brunssum), prūtšǝ (Heerlerheide), snorken: šnǝkǝ (Heek, ... ), snuiven: snuiven (Opitter, ... ), snuvǝ (Blerick, ... ), snȳvǝ (Meijel, ... ), snūvǝ (America, ... ), snūǝvǝ (Nederweert), šnuvǝ (Mechelen, ... ), šnūvǝ (Bleijerheide, ... ), snurken: snø̜rǝkǝ (Vorsen), spruisen: spru.sǝ (Bocholt, ... ), sprusǝ (Maxet, ... ), spruzǝ (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), sprū.sǝ (Kessenich), sprū.sǝn (Kaulille), sprū.zǝ (Lanklaar, ... ), sprū.šǝ (Boorsem, ... ), sprūzǝ (Maaseik, ... ), sprūšǝn (Vucht), sprūǝsǝ (Opglabbeek), sprű.sǝ (Beek, ... ), sprű̄.sǝ (Grote-Brogel), sprǫu̯žǝ (Rotem), spr˙ūžǝ (Leut), spr˙ūžǝn (Elen), šprusǝ (Baarlo, ... ), špruzǝ (Herten, ... ), šprušǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), šprūsǝ (Heerlen, ... ), šprūšǝ (Heer, ... ), spruitsen: šprutsǝ (Hoensbroek, ... ) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
brik brak: brak (Klimmen), brik: brek (Eigenbilzen, ... ), bręk (Montzen), brikje: brekjǝ (Velden), brekskǝ (Gulpen), jachtwagen: jaxtwāgǝ (Heel, ... ), jaxwāgǝ (Oirsbeek), wagonet: wagonęt (Kinrooi, ... ) Vierwielig hoog rijtuig waar men van achteren in gaat en waarin de banken tegen de zijwanden van de bak geplaatst zijn. De koetsier heeft een aparte bok. Dit type rijtuig werd vaak door deftige heren gebruikt om op jacht te gaan. [N 17, 5; N 101, 11; N G, 51; monogr] I-13
briket briket: breket (Meeswijk, ... ), brekeͅt (Houthalen, ... ), brekèt (Oirlo), brekét (Castenray, ... ), brekët (Sittard), brekət (Eksel), brekɛ̝t (Kanne), brek‧eͅt (Kinrooi), brieket (Arcen, ... ), briekèt (Leopoldsburg, ... ), brik (Bree, ... ), briket (Blerick, ... ), brikette (Hoeselt, ... ), brikeͅ (Hamont), brikeͅt (Lanklaar), brikket (Weert), brikkette (Helden/Everlo), brikèt (Maastricht, ... ), brikét (Rekem), brikétte (As, ... ), brikêt (Ell), brikët (Guttecoven), brīkeͅt (Neeroeteren), brəkeͅt (Montfort), (bruinkool)  brikette (Sittard), In de oorlog werd kolenslik = sjlam gestookt.  briket (Nunhem), Omdat de kaole zo duur zeen, sjtaoke-ver briekette  brie:ket (Roermond), uit steenkool of bruinkool  brekèt (Klimmen), Verklw. breketje  breket (Heerlen), briketje: Mèt brikètte stoke  brikètsje (Maastricht), ei: Dië mòt ee(j)kes stoo.ke vurre stoof ao.ën te haa.ge: eierkolen in de kachel waarborgen een bestendige, gelijkmatige warmte  ee.j (Zonhoven), eierkolen: ai̯ərkoͅalə (Bleijerheide, ... ), eierkole (Maasbree), eierkoole (Maastricht), eierkoolen (Bocholt), eierkóle (Maastricht), eijerkaole (Roermond), eiərkōālə (Nieuwenhagen), eͅi̯ərkōͅlə (Gennep, ... ), äjerkōlen (Hamont), ‧eͅi̯ərkōͅlə (Sittard), eitjes: eikes (Jeuk, ... ), eͅi̯kəs (Meeswijk), kluit: kluute (Haanrade), klyt (Bleijerheide, ... ), klütte (Kerkrade), #NAME?  kly(3)̄t (Eupen), geperste blokken kolen  kluit (Jeuk), geperste steenkool  kløt (Kuttekoven), koolbriket  klø&#x0304.t (Borgloon), samengeperste kool: briket  klø͂ͅt (Herk-de-Stad), steenkoolbriket  klōͅt (Zepperen), kly(3)̄t (Molenbeersel), kluitje: steenkoolbriketjes  klø͂ͅi̯tšəs (Diepenbeek) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] || blokje samengeperst steenkolengruis || bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] || briket || bruinkoolbriket || eierbriketten || eierkolen || eiervormige kolen || Hoe noemt u de vette kolen? [N 104 (2000)] || kluit, steenkoolbriket [ZND 28 (1938)] || langwerpig stuk brandstof uit geperst kolengruis || Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] III-2-1
brikettenfabriek briketfabriek: brekɛtfabrik (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Domaniale]), brikętfabrik (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Domaniale, Wilhelmina]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), brikɛtfabrik (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Julia]  [Laura, Julia]  [Domaniale]), brīkętfabrik (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Maurits]), briketsfabriek: brikɛtsfabrik (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), brikettenfabriek: bri.kę.tǝfabri.k (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma]), brikettenfabriek (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]  , ... [Maurits]  [Winterslag, Waterschei]), brikɛtǝfabrik (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Maurits]  [Domaniale]  [Maurits]), brikɛtǝfǝbrek (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), brǝkɛtǝfabrik (Heerlen  [(Emma)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), briketterij: brikɛtǝri (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Laura, Julia]), brikhuis: brekǝs (Eygelshoven  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), kluithuis: klytǝs (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale]  [Willem-Sophia]  [Laura, Julia]  [Domaniale]  [Domaniale]), klytǝš (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), klȳtǝs (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) De fabriek waar eierkolen en blokbriketten gemaakt werden. Op de Domaniale mijn werden alleen eierkolen gefabriceerd. Voordat er briketfabrieken waren, werden hoofdzakelijk stukkolen verkocht voor huisbrand, aldus de informant van Q 113. Deze stukkolen werden voor het stoken in kleine stukken geslagen, waardoor ook een vergruizing optrad. Het ontstane gruis werd gemengd met natte leem als bindmiddel. Hiervan werden dan klonten, klytǝ, gemaakt en na droging gestookt. [N 95, 16; monogr.; N 95A1, add.] II-5
brikettenpers briketfabriek: brikɛtfabrik (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), brikettenpers: brikettenpers (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Winterslag, Waterschei]), brikɛtǝpę̄š (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), eierbriketpres: ajǝrbrikɛtprɛs (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Julia]), eierbrikettenpers: ęjǝrbrekɛtǝpę̄š (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ęjǝrbrikɛtǝpę̄š (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), eierkolenpres: ajǝrkoǝlǝprɛs (Chevremont  [(Julia)]   [Emma]), ɛjǝrkǭǝlǝprɛs (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]), kluitenpres: klytǝpręs (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), klytǝprɛs (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Wilhelmina]  [Domaniale]), pres voor eierbrikets: prɛs vyǝr ajǝrbrikɛts (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Wilhelmina]) De briketten- of eierkolenfabriek produceert industriebriketten en eierkolen. In de met oververhitte stoom verwarmde mengketels vindt versmelting van pek en magere fijnkool plaats, waarna het deegachtige mengsel naar de persen vloeit waar het in de gewenste vorm wordt samengeperst. [N 95, 112] II-5
bril achterbred: axtǝrbrēt (Thorn), bred: brit (Maaseik, ... ), brēt (Boorsem, ... ), brēǝt (Grathem, ... ), brē̜t (Val-Meer), bręi̯t (Meeswijk), brīt (Maaseik), brīǝt (Opglabbeek), brɛ̄t (Maasniel, ... ), bril: brel (Bocholt, ... ), brelǝ (Herkenbosch), brēl (Gronsveld, ... ), brēǝl (Neerharen), brē̜l (Kanne, ... ), bręl (Veldwezelt), brilbred: brelbrɛt (Mechelen), brilplank: brelplaŋk (Klimmen), draaibred: drɛ̄brɛ̄t (Guttecoven), draaiplank: draaiplank (Bree), drɛ̄plaŋk (Waltwilder), koningsbred: kø̄neŋs˱brē̜t (Buchten), plank: plãk (Lanklaar), trulbred: trø̜̄lbrēt (Meerssen), trø̜lbrēǝt (Meeswijk), trø̜lbrɛ̄t (Klimmen), trulplank: trø̄lplaŋk (Neerharen), trø̜lplaŋk (Klimmen), trø̜lplāŋk (Mechelen), vregelbred: vrēgǝlbrēt (Oirsbeek), vręi̯gǝlbrēt (Geleen), vregelsbred: vrēgǝls˱brɛt (Waubach), windplank: wenjplaŋk (Opitter) Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c] I-13