34508 |
broedmachine |
broedmachine:
brymǝšin (Q071p Diepenbeek),
brȳ.mašin (L414p Houthalen, ...
Q001p Zonhoven),
brēi̯mǝšin (L417p As),
brēmǝšīn (Q005p Zutendaal),
bręi̯mǝšin (L418p Niel-bij-As, ...
L416p Opglabbeek),
brīmǝšen (Q002a Godschei),
brīmǝšīn (Q072p Beverst, ...
Q003p Genk,
Q081a Heesveld-Eik,
Q082p Munsterbilzen)
|
Toestel dat dient om eieren kunstmatig uit te broeden door middel van een kunstmatige warmte. [JG 1a]
I-12
|
28469 |
broednest |
broedkrans:
brytkrāns (L414p Houthalen),
brōtkrans (Q019p Beek, ...
L372p Maaseik),
broednest:
bro.tnɛst (L421p Dilsen),
broednest (L428p Born, ...
Q003p Genk,
Q002p Hasselt,
L384p Herkenbosch,
K278p Lommel,
Q009p Maasmechelen,
L294p Neer,
L416p Opglabbeek,
L270p Tegelen,
L244d Ysselsteyn),
brutnēst (L265p Meijel),
brutnęs (Q113p Heerlen),
brutnęst (K317a Kerkhoven),
brutnɛst (L333p Asenray / Maalbroek, ...
K353p Tessenderlo),
bruwǝtnęjs (P177p Zepperen),
bruǝ.tnęs (Q071p Diepenbeek),
brø̄tnęst (L374p Thorn),
brōtnes (L271p Venlo),
brōtnęs (Q019p Beek),
brōtnęst (L371a Geistingen, ...
L246p Horst),
brōtnɛs (L381b Peij),
brōtnɛst (L333p Asenray / Maalbroek),
brūtnēs (Q253p Montzen),
brūtnęs (L329p Roermond),
brūtnęst (L210p Venray),
broedraam:
(mv)
brø̄trāmǝ (L374p Thorn),
broedraat:
brutrǭt (L329p Roermond),
broeikamer:
brø̜jkāmǝr (L289p Weert),
broeinest:
brujnēst (L215a Wellerlooi),
brø̄jnes (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
brø̄jnest (Q015p Stein),
brø̄jnęs (L330p Herten),
brø̄nes (Q018p Geulle),
brø̜jnɛst (L289p Weert),
nest:
nest (P107a Rummen, ...
P176p Sint-Truiden),
nęǝst (P120p Alken)
|
Plaats waar de moer of koningin de eieren legt. Ze gaat uit van één raat en bouwt op de nevenraten via rondjes het broednest uit. Het broednest krijgt uiteindelijk ongeveer de vorm van een bol. Het woordtype broedkrans duidt op het feit dat een aantal werkbijen in een krans de koningin begeleidt bij het leggen van de eieren. De krans werkbijen voorziet de koningin voortdurend van voedsel. [N 63, 19; N 63, 10d; N 63, 18]
II-6
|
34502 |
broeds |
broedig:
brø̄ex (Q030p Schinveld),
broedkarig:
brou̯.ǝtkalex (Q002p Hasselt),
brudkǭlix (P186p Gelinden, ...
P197p Heers),
brudkǭrex (P050p Herk-de-Stad),
brui̯kǭrex (P176p Sint-Truiden),
brui̯tkē̜rex (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
brukǭrex (P048p Halen, ...
P046p Linkhout),
brutkaǝrex (P058p Stevoort),
brutkoi̯rex (Q075p Vliermaalroot),
brutkorǝx (P176p Sint-Truiden),
brutkø̜rex (P050p Herk-de-Stad),
brutkārex (Q071p Diepenbeek, ...
P057p Kuringen,
P117p Nieuwerkerken,
Q078p Wellen),
brutkǫręx (P107a Rummen),
brutkǭrex (P180p Kerkom, ...
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden),
bruǝdkǫǝrǝx (P188p Hoepertingen),
brykarex (K361a Boekt Heikant),
brykōrex (Q183p Vreren),
brūdkǫrex (P052p Schulen),
brūtkãlex (Q071p Diepenbeek),
brūtkãrex (Q156p Borgloon),
brūtkārex (Q002p Hasselt),
brūtkǭ.rǝx (Q156p Borgloon),
brūtkǭrex (Q074p Kortessem),
brūu̯tkǫu̯tǝx (P222p Opheers),
broeds:
brots (L329p Roermond),
brui̯s (L165p Heijen, ...
L210p Venray,
L215a Wellerlooi),
bruts (L250p Arcen, ...
L430p Einighausen,
L249p Grubbenvorst,
L217p Meerlo,
Q099p Meerssen,
Q003a Oud-Waterschei,
L296p Steyl,
L213p Well),
brȳi̯s (L244b Griendtsveen),
brø̄i̯s (Q095p Maastricht, ...
Q187p Sint Pieter,
L378p Stevensweert),
brø̄ts (L324p Baexem, ...
L269p Blerick,
L434a Broeksittard,
L381p Echt,
L320a Ell,
L330p Herten,
L320p Hunsel,
L377p Maasbracht,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
L299p Reuver,
L385p Sint Odilienberg,
Q187p Sint Pieter,
L289p Weert,
Q005p Zutendaal),
brø̄tš (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q009p Maasmechelen),
brø̜̄i̯ts (L379p Laak, ...
L380p Ohé),
brø̜i̯ts (Q032p Schinnen),
brēts (L360p Bree),
broedsgezind:
briǝsgǝzent (Q003p Genk),
kloekachtig:
klukɛxtex (Q196p Mheer),
kloekend:
klukǝnt (L290p Panningen),
kloeketig:
klukǝtex (Q035p Brunssum),
kloeks:
kluks (L191p Afferden, ...
L215p Blitterswijck,
L245a Castenray,
L164p Gennep,
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
Q030p Schinveld,
L266p Sevenum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
toks:
tuks (L213p Well)
|
Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.]
I-12
|
22040 |
broedschotel |
broedbak:
breubak (Q187p Sint-Pieter),
d’r brujbak (Q111p Klimmen),
broedkom:
breuj kom (Q201p Wijlre),
breujko‧mp (L289p Weert),
bruikomp (Q202p Eys),
(m.).
br‧øͅi̯ko.mp (Q202p Eys),
broedkommetje:
breuikömpke (Q016p Lutterade),
broedschotel:
breu-sjootel (L429p Guttecoven),
breuj sjuttəl (L300p Beesel),
breujschoeetel (L289p Weert),
breujsjôttel (L331p Swalmen),
breuschootel (Q021p Geleen),
broejschôtel (L210p Venray),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
breuj-sjóttəl (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
broei-schôttel (L214p Wanssum),
kom:
komp (Q201p Wijlre),
sjöttel (L330p Herten (bij Roermond)),
nestkom:
neskomp (Q027p Doenrade),
niskomp (Q027p Doenrade),
nestschotel:
nessjötel (L426p Buchten),
nèssjotel (L381p Echt/Gebroek),
néssheutel (Q168a Rijkhoven),
schaal:
sjaol (L386p Vlodrop),
schotel:
kômp (L330p Herten (bij Roermond)),
schoetel (L417p As),
schòttel (L266p Sevenum),
sjchôôtel (Q007p Eisden),
sjootel (Q027p Doenrade, ...
Q021p Geleen),
šotəl (L265p Meijel),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’ne sjèttel (Q083p Bilzen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
en schoo.tel (K361p Zolder),
ië.re schoo.tel (K361p Zolder),
Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:
sjootel (L374p Thorn),
Opm. v.d. invuller: uitgesproken als "skeutel".
schotel (Q162p Tongeren),
teil:
teel (Q074p Kortessem, ...
P183p Mielen-boven-Aalst,
Q171p Vlijtingen),
teil (Q157p Jesseren, ...
P219p Jeuk),
tejl (L417p As),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
’nen teel (Q083p Bilzen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
en teel (K361p Zolder),
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
teel (L366p Gruitrode),
teilt:
teelt (L414p Houthalen)
|
Hoe heet verder: aarden schotel dienend als nest? [N 93 (1983)], [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34505 |
broedse kip die men niet wil laten broeden |
broed:
brui̯ (L314p Overpelt),
brūǝt (Q071p Diepenbeek),
broedetig (bijvgl. nmw.):
brø̄i̯ǝtǝx (Q096p Bunde),
broedheks:
brȳhęks (Q162p Tongeren),
brøhęks (K361p Zolder),
brø̄thęks (L318b Tungelroy),
brēhęks (L416p Opglabbeek),
brē̜i̯hęks (L360p Bree, ...
L416p Opglabbeek),
broedhen:
bruthin (Q079a Wintershoven),
brȳhen (Q077p Hoeselt),
broedhoen:
brø̜̄thōn (L322p Haelen),
broedkarige:
blutkoregǝ (P176p Sint-Truiden),
brikarǝgǝ (Q002p Hasselt),
bruǝtkārǝgǝ (Q002p Hasselt),
broedkarige hen:
brutkǫrǝgǝ hen (P055p Kermt),
brutkǭrigǝ hin (P048p Halen),
brutkǭrǝgǝ hen (Q078p Wellen),
bruǝtkãlegǝ hen (Q072a Rapertingen),
brōtkõ̜rǝgǝ hen (Q156p Borgloon),
brūǝtkǭǝlegǝ hen (Q071p Diepenbeek),
broedprij:
brø̄prii̯ (Q097p Ulestraten),
broedse:
brotsǝ (P107a Rummen),
brø̄tsǝ (L321p Neeritter, ...
L329p Roermond),
broedse brok:
(mv)
brø̄tsǝ brokǝ (L288c Eind),
broedse hen:
brutsǝ hęn (L268p Velden),
brytsǝ hē̜n (L265p Meijel),
brø̄tsǝ hen (L318b Tungelroy),
broedse hoen:
brou̯tsǝ hou̯n (L369p Kinrooi),
brui̯sǝ hun (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
brø̄tsǝ hōn (L292p Heythuysen),
broedse kip:
brutsǝ kep (Q101p Valkenburg),
broedzatige:
bruǝtzātęgǝ (Q002p Hasselt),
broeiende hen:
brø̄i̯ǝndǝ hen (L289b Leuken),
broeier:
bryi̯ǝr (L286p Hamont, ...
L316p Kaulille),
brø̄i̯ǝr (L317p Bocholt, ...
L332p Maasniel),
brø̄ǝr (L317p Bocholt),
broek:
bruk (L324p Baexem, ...
L371p Ophoven,
L290p Panningen),
brok:
brok (L289h Boshoven, ...
K278p Lommel,
L318b Tungelroy,
L368b Waterloos),
brǭk (L422p Lanklaar),
brok die kloekt:
brǫk di kloktj (L288a Ospel),
de zit in hebben (werkw. uitdr.):
(de kip) hē̜t dǝ zet en (L331p Swalmen),
fots:
fots (L270p Tegelen),
hen die immer loopt te kloeken:
hen di ømǝr lø̜p te klukǝ (Q111p Klimmen),
kloek:
kluk (L295p Baarlo, ...
K318p Berverlo,
L331b Boukoul,
Q119p Eygelshoven,
Q112a Heerlerheide,
Q187a Heugem,
Q197p Noorbeek,
Q198b Oost-Maarland,
L331p Swalmen,
Q197a Terlinden,
Q209p Teuven),
klūk (L383p Melick),
kloekende hen:
klukǝndǝ hęn (L290p Panningen),
kloekende hoen:
klukǝndǝ hōn (L326p Grathem),
kloekheks:
klukhɛks (L269p Blerick),
kloekhen:
klukhen (P054p Spalbeek),
klukhęn (L266p Sevenum),
kloekse hoen:
kluksǝ hun (L159a Middelaar),
kloekse kip:
kluksǝ kip (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum,
L268p Velden),
klok:
klǫk (L282p Achel),
klots:
klots (K314p Kwaadmechelen),
klǫts (K278p Lommel, ...
K357p Paal),
klotshen:
klotshen (K358p Beringen),
leegloperd:
lēxlø̜i̯pǝrt (L382p Montfort),
misbroed:
mesbrut (Q198b Oost-Maarland),
prok:
prok (Q022p Munstergeleen),
tosser:
tosǝr (L270p Tegelen),
tosserd:
tosǝrt (L268p Velden)
|
[N 19, 43b]
I-12
|
24133 |
broedsel |
broed:
broed (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht),
brūt (Q201p Wijlre),
brūt (Q162p Tongeren),
JK. of van bijen?
brūt (P047p Loksbergen),
broedsel:
bretsǝl (L416p Opglabbeek, ...
L415p Opoeteren),
brotsǝl (Q121p Kerkrade),
brou̯tsǝl (K359p Koersel),
brui̯sǝl (K317p Leopoldsburg),
brui̯ǝsǝl (K314p Kwaadmechelen),
bruuëtsel (P176p Sint-Truiden),
bryi̯sǝl (K318p Berverlo),
brytsǝl (Q163p Berg, ...
Q072p Beverst,
L353p Eksel,
P197p Heers,
P188p Hoepertingen,
L414p Houthalen,
P171p Landen),
brȳsǝl (Q162p Tongeren),
brȳtsǝl (P050p Herk-de-Stad, ...
Q162p Tongeren),
brøi̯sǝl (L422p Lanklaar),
brøtsǝl (P045p Meldert),
brøǝsǝl (L316a Lozen),
brø̄sǝl (L372p Maaseik),
brōtsǝl (L360p Bree),
brūsǝl (P196p Veulen),
gebroed:
gǝbrī (Q083p Bilzen),
hik:
ook: worp van zoogdieren
hik (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
kipsel:
kepsǝl (K318p Berverlo),
kipsel (K318p Beverlo),
leg:
leͅk (L424p Meeswijk),
nest:
nês (Q193p Gronsveld),
tuit:
taojt (Q196a Banholt),
cf vD sv tuit, klanknaabootsend voor kip, enz.
taojt (Q196p Mheer)
|
[L A2, 357; monogr.]broed [ZND m] || broedsel || broedsel van vogels || gebroed || leg v vogels || nest jonge vogels, worp || nest, worp
I-12, III-4-1
|
34503 |
broedziek |
broed:
brȳ (Q169p Membruggen),
broedkarig:
blū.tkǭǝrex (P227p Vorsen),
brudkǫrǝx (P055p Kermt),
brui̯dkǫrǝx (P053p Berbroek),
brui̯tkǭrex (P052p Schulen),
brukǭdex (P047p Loksbergen),
brutkǭrǝx (P179p Aalst, ...
P113p Binderveld,
P218p Borlo,
P049p Donk,
Q002a Godschei,
P173p Halmaal,
P219p Jeuk,
P180p Kerkom,
P176a Melveren,
P214p Montenaken,
P117p Nieuwerkerken,
P176p Sint-Truiden,
P056p Stokrooie,
P172p Wilderen),
brutkǭǝdex (P175p Gingelom),
brutkǭǝrex (P178p Brustem, ...
P174p Velm),
bryi̯kǭrex (P045p Meldert),
brȳkǭrix (Q162p Tongeren),
brȳkǭrǝx (P046p Linkhout),
brøu̯kǭdex (P167p Laar),
brū.tkārex (Q002p Hasselt),
brū.tkǫrex (P177a Ordingen),
brū.tkǭ.rex (Q160p Bommershoven),
brū.tkǭ.ǝrex (Q078p Wellen, ...
P177p Zepperen),
brū.tkǭrix (P195p Gutschoven),
brū.tkǭrǝx (P187p Berlingen, ...
P186p Gelinden,
Q002a Godschei,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
Q165p Hopmaal,
Q152p Kerniel,
P220p Mechelen-Bovelingen,
P223p Rukkelingen-Loon,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q166p Vechmaal,
P118a Wijer,
Q073p Wimmertingen,
Q079a Wintershoven),
brūdkǭrex (P057p Kuringen),
brūi̯.tkǭrex (P118p Kozen),
brūi̯tkǭrǝx (P120p Alken),
brūtkǫrex (Q162p Tongeren, ...
P192p Voort),
brūtkǭdex (P197p Heers),
brūtkǭrex (P115p Duras, ...
P058p Stevoort),
broeds:
brēts (L361p Tongerlo),
broedziek:
brø̄dzēk (L318b Tungelroy),
brø̄tsēk (L328p Heel),
brø̄t˲zēk (L325p Horn),
brēi̯zēk (L366p Gruitrode),
broedzot:
brui̯zǫt (K278p Lommel),
zitziek:
zetzēk (L295p Baarlo, ...
L267p Maasbree)
|
Gezegd van een kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [JG 1a, 1b, 2c; S 5; monogr.]
I-12
|
33614 |
broeibak |
broeibak:
breubak (Q102p Amby, ...
L300p Beesel,
Q103p Berg-en-Terblijt,
L426p Buchten,
L431p Dieteren,
Q021p Geleen,
L291p Helden/Everlo,
L298p Kessel,
Q016p Lutterade,
L267p Maasbree,
Q099p Meerssen,
Q196p Mheer,
Q022p Munstergeleen,
L290p Panningen,
Q098p Schimmert,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten),
breujbak (L295p Baarlo, ...
L327p Beegden,
L297p Belfeld,
L269p Blerick,
Q096a Borgharen,
L434a Broeksittard,
L323p Buggenum,
L381p Echt/Gebroek,
Q198p Eijsden,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L328p Heel,
Q105p Heer,
Q113p Heerlen,
L330p Herten (bij Roermond),
L325p Horn,
L320p Hunsel,
Q104a Limmel,
L377p Maasbracht,
L382p Montfort,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
L387p Posterholt,
Q032a Puth,
L299p Reuver,
Q030p Schinveld,
L385p Sint-Odiliënberg,
Q187p Sint-Pieter,
L378p Stevensweert,
L296p Steyl,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
Q014p Urmond,
L268p Velden,
Q208p Vijlen,
L289p Weert),
breuubak (Q207p Epen),
broeibak (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L215p Blitterswijck,
L249p Grubbenvorst,
L246p Horst,
L211p Leunen,
L248p Lottum,
L209p Merselo,
L245p Meterik,
L216p Oirlo,
L266p Sevenum,
L246a Swolgen,
L210p Venray,
L215a Wellerlooi),
broejbak (L164p Gennep, ...
L217p Meerlo,
L213p Well),
bruibak (Q029p Bingelrade, ...
Q027p Doenrade,
L430p Einighausen,
L380p Genooi/Ohé,
L429p Guttecoven,
L379p Laak,
Q117b Rimburg),
bruijbak (Q032p Schinnen, ...
Q020p Sittard),
brujbak (Q035p Brunssum, ...
Q202p Eys,
Q110p Heek,
Q111p Klimmen,
Q033p Oirsbeek,
Q118p Schaesberg,
Q116p Simpelveld),
bruujbak (L244b Griendtsveen),
brø͂ͅbak (Q203p Gulpen, ...
Q204a Mechelen),
broeikas:
breujkas (L427p Obbicht),
breukas (Q101p Valkenburg),
broeikast:
broeikast (L165p Heijen),
serre:
saer (Q095p Maastricht)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
25388 |
broeien |
begieten:
bǝgitǝ (P117p Nieuwerkerken),
bǝgītǝ (Q180p Mal),
beschudden:
bǝšø̜dǝ (Q180p Mal),
broeien:
broeien (L211p Leunen),
brȳjǝ (L265p Meijel),
brøjǝ (Q187a Heugem, ...
L331p Swalmen,
L289p Weert),
brøjǝn (Q198a Mesch, ...
L163p Ottersum),
brø̄jǝ (L269p Blerick, ...
L269b Boekend,
L426p Buchten,
Q198p Eijsden,
Q198p Eijsden,
Q202p Eys,
Q113p Heerlen,
L330p Herten,
L325p Horn,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
Q204a Mechelen,
L319p Molenbeersel,
L321p Neeritter,
L321p Neeritter,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q099q Rothem,
L318p Stramproy,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
brø̄jǝn (Q039p Hoensbroek, ...
L377p Maasbracht),
brø̄ǝ (Q019p Beek, ...
Q103p Berg / Terblijt,
Q018p Geulle,
Q203p Gulpen,
L291p Helden,
L290p Panningen),
brø̜jǝ (Q121c Bleijerheide, ...
L330p Herten,
Q121p Kerkrade,
Q204a Mechelen,
Q036p Nuth,
Q020p Sittard,
Q118a Terwinselen),
brø̜jǝn (Q039p Hoensbroek, ...
Q121p Kerkrade,
L211p Leunen),
broelen:
brølǝn (Q011a Kotem),
broelingen:
(men heeft) gǝbrøjǝliŋt (L163p Ottersum),
brø̄leŋǝ (Q012p Rekem),
broelingen afbranden:
brølǝŋǝ ǭfbjanǝ (Q175p Riemst),
gieten:
gētǝ (L318b Tungelroy),
heet water deropschudden:
hęjt wātǝr drǫp šø̜dǝ (L432p Susteren),
inweken:
enwē̜kǝ (L413p Helchteren),
koken:
kōkǝ (Q117a Waubach),
kokend water over zijn body schudden:
(het varken krijgt) kǭkǝnt wātǝr ø̄vǝr zin bǫdi gǝsxø̜t (L269p Blerick),
nat schouwen:
nāt šǫwǝ (L265p Meijel),
overgieten:
ø̄vǝrgītǝ (L413p Helchteren),
schampen met heet water:
šampǝ mǝt hęjt wātǝr (L366p Gruitrode),
schouwen:
skā (P211p Waasmont),
sxaɛ (P177p Zepperen),
sxā (P120p Alken, ...
P050p Herk-de-Stad),
sxān (L413p Helchteren, ...
P051p Lummen,
P176p Sint-Truiden),
sxāǝ (P108p Grazen, ...
Q002p Hasselt),
sxāǝn (K358p Beringen, ...
P057p Kuringen),
sxōvǝ (K278p Lommel),
sxǫwǝ (L312p Neerpelt),
sxǫwǝn (L316p Kaulille, ...
L312p Neerpelt),
šawǝ (Q091p Veldwezelt),
šuǝn (Q072p Beverst),
šā (Q156p Borgloon, ...
Q074p Kortessem,
Q158p Riksingen,
Q078p Wellen),
šāa (Q162p Tongeren),
šājǝn (Q071p Diepenbeek),
šān (Q072p Beverst, ...
Q003a Oud-Waterschei),
šāǝ (Q080p Vliermaal),
schroeien:
sxrøjǝ (L289p Weert),
šrujǝn (L420p Rotem),
šryjǝ (L320a Ell, ...
L292p Heythuysen),
šrø̄jǝ (L270p Tegelen),
schudden:
šø̜dǝ (L318b Tungelroy),
verbranden:
verbranden (K357p Paal),
water opgieten:
wǭtǝr ǫpgītǝ (L413p Helchteren),
wɛtǝr ǫpgītǝ (P057p Kuringen),
weken:
węjkǝ (Q162p Tongeren)
|
Het door warmte gecombineerd met vocht bederven van het meel. [N O, 39g] || Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.]
II-1, II-3
|
30779 |
broeiglas |
broeiglas:
brujglas (L163p Ottersum),
brø̄jglas (Q113p Heerlen),
broeikasglas:
brø̄kas˲glās (Q203p Gulpen),
kasglas:
kas˲glās (Q111p Klimmen),
serreglas:
sē̜rglās (L426p Buchten),
sē̜rglǭs (Q071p Diepenbeek),
sē̜rǝglās (Q203p Gulpen),
sęjǝrglas (K353p Tessenderlo),
sɛrǝglas (Q113p Heerlen),
sɛrǝglawǝs (P219p Jeuk),
šē̜rglās (L330p Herten),
tuindersglas:
tø̜jndǝrs˲glas (L265p Meijel),
tø̜jndǝrs˲glās (L330p Herten)
|
Groen gekleurd glas dat vroeger door tuinders voor broeibakken en kassen werd gebruikt. [N 67, 89h]
II-9
|