e-WLD begrippen 
e-WLD

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 17121

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
elektriciteit courant (fr.): Fr. courant  koerrôo (Tongeren), elektriciteit: electriciteit (Maaseik, ... ), elektrisətē.t (Borgloon), électrisscheteit (Ulbeek), ɛləntreksətēͅt (Sint-Truiden), elektriek: ailəktrik (Eisden), allentrik (Kuringen), eeləntrik (Gelinden), elantrik (Sint-Truiden), electriek (Beringen, ... ), electrik (Bree, ... ), elektrik (Beverst, ... ), elentriek (Heppen, ... ), elentrik (Heusden, ... ), eletriek (Eksel, ... ), eletrik (Gingelom, ... ), eleͅtrik (Lanaken), ellectrik (Duras), ellektriek (Kaulille, ... ), ellentriek (Hasselt, ... ), ellentrik (Bilzen, ... ), elletriek (Achel, ... ), elletrik (Beverlo, ... ), elləntrik (Ulbeek), elntrek (Zonhoven), elutrik (Runkelen), eləktrik (Heers, ... ), eləntrek (Meeuwen), eləntrīk (Leopoldsburg), ēlectrik (Zichen-Zussen-Bolder), ēlətrek (Neerglabbeek), ēͅləntreͅk (Opoeteren), ĕllentriek (Kaulille), ĕllentrik (Ophoven), eͅlletriek (Grote-Brogel), eͅlləntrek (Lanaken), eͅləktrek (Houthalen), eͅləntrek (Opgrimbie), eͅləntreͅk (Diepenbeek), eͅləntrik (Hamont, ... ), iletrik (Neerharen), illektrik (Maastricht), illentrik (Alken), illetrik (Diepenbeek, ... ), illətrik (Veldwezelt), ällintreͅk (Beek (bij Bree)), älləntrik (Opitter), äləktrik (Hamont), èlentrik (Wellen), èletriek (Overpelt), èllëtrik (Tongeren), èllɛntriek (Lommel), électrik (Spalbeek), élektriek (Riksingen), élentriek (Eigenbilzen), életriek (Peer), éllectrik (Tessenderlo), élétrik (Martenslinde), øͅlətreͅk (Zolder), əletriek (Hechtel), əlleͅtrik (Rotem), ələktrik (Mielen-boven-Aalst), ələtrik (Herk-de-Stad), ɛlantrek (Sint-Truiden), ɛleͅtrik (Genk), ɛləntrik (Sint-Truiden), ɛlətriek (Zepperen), ɛlətrik (Gutshoven), ɛl’ktrik (\'s-Herenelderen), D¯n èllektrikken draod langs de grens  èllektrik (Maastricht), electrisch  èllëktrik (Tongeren), elektrisch: electrisch (Sint-Huibrechts-Lille), ēlɛktris (Gennep, ... ), ət ēlɛktris (Tungelroy), ɛləktriš (Bleijerheide, ... ), lektriek: lektrik (Zonhoven), lektrisch: lektries (Castenray, ... ), klemtoon op de lek  lɛktriš (Sittard), stroom: stroeëm (Castenray, ... ), stroͅu̯m (Meeswijk), strūəm (Hamont), strø͂ͅi̯m (Meeuwen) electriciteit [ZND 34 (1940)] || electriciteit, electriciteitsinstallatie || electriek || electrisch || electrische spanning || electrische stroom || elektriciteit || stroom, electriciteit III-2-1
elektrisch strijkijzer elektrisch ijzer: ēlęktriš īzǝr (Stein), elektrisch strijkijzer: elęktris štrīkīzǝr (Herten) Strijkijzer van de laatste jaren dat op elektriciteit werkt. [N 59, 21d; N 59, 20] II-7
elektrische centrale centrale: centrale (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Zwartberg, Eisden]  [Wilhelmina]), sǝntral (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]), sɛntral (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Eisden]  [Eisden]), sɛntralǝ (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Maurits]), sɛntrāl (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma]  [Laura, Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Zwartberg]  [Zolder]  [Maurits]), sɛntr˙āl (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Zwartberg, Waterschei]), centrale électrique: sɛntral elɛktrik (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]), de elektrische: dǝ elɛktrišǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]), elektrische centrale: elɛktišǝ sɛntrāl (Lutterade  [(Maurits)]   [Domaniale]), elɛktriksǝ sɛntral (Lanklaar  [(Eisden)]   [Emma]), elɛktrišǝ sɛntrālǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I)]  , ... [Maurits]  [Oranje-Nassau I]), lɛktrisǝ sɛntrālǝ (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]), lɛktrišǝ sęntrāl (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]), lɛktrišǝ sǝntrāl (Heerlen  [(Emma)]   [Julia]), ɛlɛktrišǝ tsɛntrāl (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Eisden]  [Domaniale]) [N 95, 21] II-5
elektrische draadafrastering elektriek: elǝntrek (Heugem), elektrieke draad: elǝntrikǝ drǫǝt (Neerpelt), elektriekse draad: ęlǝntriksǝn drǭt (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), elektrische draad: ēlętsegǝ drǭt (Ten Esschen), schrikdraad: šrekdroat (Kerkrade), šrekdrǭt (Ell, ... ), šrexdroat (Gulpen) Afrastering met onder elektrische stroom staande prikkeldraad of gladde ijzerdraad. [N M, 6a] I-8
elektrische handboormachine elektriekboor: elǝtrek˱buǝr (Bilzen), elektriekboormachine: ēlɛktrik˱bōrmašin (Dilsen), elektrische boor: ēlɛktreš˱ bǭr (Mechelen), elektrische boormachine: ēlɛktrišǝ bǫarmašiŋ (Bleijerheide), elektrische handboor: ēlɛktrisǝ hantj˱bǭr (Reuver), handboormachine: (h)ant˱buǝrmǝšīn (Bilzen), hānt˱bǭrmǝšin (Ottersum), pistoolboor: pistoolboor (Leopoldsburg), revolverboor: rǝvǫlvǝrbūǝr (Heel), rǝvǫlvǝrbǭr (Posterholt, ... ), revolverboormachientje: rǝvǫlvǝrbǭrmǝšiŋkǝ (Herten), revolverboormachine: rǝvǫlvǝrbōrmašin (Dilsen) Draagbare boormachine met min of meer de vorm van een revolver, die wordt aangedreven door een elektromotor en met twee handen wordt vastgehouden. [N 53, 177] II-12
elektrische kachel konstmoeder: konsmǫdǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Het woordtype "konstmoeder", eigenlijk de benaming voor een broedkast voor het uitbroeden van kippe-eieren, was volgens de invuller uit Q 121 een spottende term voor een elektrische warmteverspreider die de mijnwerker op de Domaniale mijn kon opzoeken, wanneer hij verkleumd van een koud werkpunt kwam. [div.] II-5
elektrische soldeerbout elektrieke bout: ęlǝktrekǝ buǝt (Bilzen), elektrieke soldeerbout: elǝktrekǝ sǫldērbǫwt (Stokkem), elektriekhamel: ɛlǝntrekhǭmǝl (Jeuk), elektrische bout: ēlɛktrišǝ bōt (Nieuwenhagen, ... ), ēlɛktrišǝ bōts (Bleijerheide  [(vast en verstelbaar)]  ), ēlɛktrišǝ bǫwt (Neeritter), elektrische loodbout: elɛktrišǝ lyǝbōts (Kerkrade  [(in diverse maten voor veel verschillende werkzaamheden -- ook als pistool)]  ) Soldeerbout die verwarmd wordt door een elektrisch verwarmingselement. Zie ook afb. 187. [N 33, 195a-b; N 33, 202; N 64, 16c] II-11
elektrische tram elektrieken tram: allentrikke tram (Kuringen), eelectrieken tram (Jeuk), eelectrikke tram (Hasselt), elantrikken tram (Sint-Truiden), electrieke tram (Neeroeteren, ... ), electrieken tram (Sint-Huibrechts-Lille), electrike tram (Paal), electriken tram (Diepenbeek, ... ), electrikke tram (Neerhespen, ... ), electrikken tram (Walshoutem), elektrieken tram (Hechtel, ... ), elektriekke tram (Riksingen), elektrike tram (Bocholt, ... ), elektrikke tram (Beverst, ... ), elektrikken tram (Lanaken, ... ), elektriktram (Heers, ... ), elentreke tram (Zonhoven), elentreken tram (Opoeteren), elentrieken tram (Eigenbilzen, ... ), elentrike tram (Meldert), elentriken tram (Beringen, ... ), elentrikken tram (Groot-Loon, ... ), eletrieke dram (Beringen), eletrieke tram (Hamont, ... ), eletrieken tram (Eksel, ... ), eletrike tram (Gingelom, ... ), eletriken tram (Lommel), eletrikke tram (Beringen, ... ), eletrikken tram (Hoepertingen, ... ), eletriquen tram (Rekem), elktrike tram (s-Herenelderen), ellectrieken tram (Hasselt), ellectrikken tram (Duras), ellektrieke tram (Paal), ellektrieken tram (Hechtel, ... ), ellektriken tram (Hasselt), ellentreken tram (Montenaken), ellentrieken tram (Hasselt, ... ), ellentrike tram (Attenhoven), ellentriken tram (Tessenderlo), ellentrikken tram (Bilzen, ... ), ellentriən tram (Oostham), elletrieke tram (Grote-Brogel, ... ), elletrike lamp (Ulbeek), elletrikke tram (Beverlo, ... ), elletrikken tram (Koersel, ... ), ellətriekə tram (Beverlo), elntreken tram (Zonhoven), elntrekn tram (Diepenbeek), eləntrekən tram (Opgrimbie), elətrekə tram (Neerglabbeek, ... ), elətriken tram (Landen), ēlektrīkentram (Hasselt), ēͅlentreken tram (Lanaken), eͅlektrieken tram (Neerpelt), eͅlektrikən tram (Leopoldsburg), eͅletrike tram (Genk), eͅləktrekən tram (Houthalen), eͅləntrikə tram (Sint-Truiden), illektrikken tram (Diepenbeek), illentrikke tram (Alken), illetrikke tram (Val-Meer), illetrikken tram (Neeroeteren), illətriktram (Veldwezelt), letrikke tram (Zonhoven), neltletrikke tram (Meldert), ällĕntekkən tram (Beek (bij Bree)), ällĕtrikĕn tram (Overpelt), älləntrikken tram (Opitter), äləktrikən tram (Hamont), èllentrie-ɛn tram (Lommel), èllentrikken tram (Rotem), éeləntrikken tram (Gelinden), életriken tram (Lommel), əletrieke tram (Hechtel), əlletriken tram (Rotem), ələktrikən tram (Herk-de-Stad), ələtrikken tram (Mielen-boven-Aalst), ɛləntreken tram (Zolder), ɛlətrieken tram (Zepperen), elektriekse tram: ailentriksen tram (Eisden), electrikschen tram (Bocholt), elentriekschen tram (Sint-Huibrechts-Lille), eletrieksche tram (Overpelt), eletriekse tram (Peer), eletriksche tram (Alken, ... ), eletrikse tram (Rijkhoven), ellectrieksen tram (Helchteren), ellentriekschen tram (Kaulille), ellentriksen tram (Nieuwerkerken), elletrieksen tram (Achel), elletriksche tram (Borlo, ... ), elletrikse tram (Neeroeteren), ēlətrekssə tram (Bocholt), illentrikschen tram (Genk), illentriksen tram (Genk), illetrikse tram (Opoeteren), nelntreksen tram (Zonhoven), ələtreksə tram (Bree), elektriekseren tram: elèktriksere drank (Kwaadmechelen), elektrische tram: eiletrise tram (Neerharen), electrische tram (Landen, ... ), electrischen tram (Gorsem, ... ), electrise tram (Lanklaar, ... ), elektrische tram (Maaseik), elektrise tram (Mettekoven), elektrissen tram (Ophoven), eletrische tram (Wellen), eletrischen tram (Ophoven), électrisschen tram (Ulbeek), tram bet de elektriek: tram be de elletrik (Landen), tram elektriek: tram electrik (Velm), tram eleltrik (Waasmont) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
elektromonteur elektricien: elektricien (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Emma]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), elɛkrižę̄ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), elɛktrešę̄ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), elɛktrišęjn (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Maurits]), elɛktrišęn (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), elɛktrišẽ̜n (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Zolder]), elɛktrižię̄n (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Emma]), elɛktrižę̄n (Thorn  [(Maurits)]   [Domaniale]), lɛktrižię̄n (Stein  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]), lɛktrižę̄n (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]), lɛktrǝžēǝn (Heerlen  [(Emma)]   [Maurits]), ø̜lɛktrǝšiɛ̄n (Zolder  [(Zolder)]   [Maurits]), ēlęktrǝšę̄n (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Eisden]), ęlǝktrikšẽ̜ (Hamont  [(Eisden)]   [Zwartberg, Waterschei]), ęlɛktrišę̄ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), ęlɛktrišę̄n (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Zwartberg]  [Willem-Sophia]  [Laura, Julia]  [Julia]  [Domaniale]  [Domaniale]), elektrieker: elɛk`trikǝr (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]), ęlɛktrekǝr (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), ęlɛktrikǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Eisden]  [Domaniale]), elektromonteur: elektromonteur (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ēlɛktro.mǫ.ntø̄.r (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Wilhelmina]) Vakman die op de mijn elektrische licht- en krachtinstallaties aanlegt en repareert. [N 95, 146] II-5
elevator elevator: elǝvātor (Meijel, ... ), ēlē.vā.tǝr (Lauw, ... ), ēlǝvā.tǝr (Maastricht), ēlǝvātǝr (Lummen, ... ), ęlęvātǝr (Alken), jacobsledder: jā.kǫpslø̜dǝr (Maastricht), koker: kǭkǝr (Herten), luikoker: løjkōkǝr (Leunen), pier: pīr (Mechelen), pijp: pī.p (Herten), slang: slaŋ (Mal, ... ), élévateur: elǝvátø̜̄.r (Kanne, ... ), ē.vǝlátø̜̄.r (Rutten), ēlǝvátø̜̄.r (Lanaken, ... ), ęlęvatø̜̄r (Hoepertingen, ... ) Onderdeel van de persmachine, jacobsladder. [II, 114e] || Toestel voor het transport van los graan binnen de molen. In dit lemma is een aantal verschillende inrichtingen voor het vervoer van graan bijeengeplaatst. Met de slang bedoelt men in Q 181 een ø̄vijzel zonder eindeø̄. [N O, 24g; Jan 250; Coe 228; Grof 301; N O, 24h] II-3, II-4