e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
machinale hamer chasse: šaš (Eigenbilzen), damphamer: damphamǝr (Spekholzerheide), elektrieke pilon: ēlɛktrikǝ pilǫn (Jeuk), lochtdrukhamer: lox˱drykhāmǝr (Reuver), lōx˱drøkhāmǝr (Montfort), lǫxt˱drø̜khāmǝr (Neeritter), lochthamel: lǫxhāmǝl (Maastricht), lochthamer: loxhāmǝr (Klimmen, ... ), lǫxhāmǝr (Rothem, ... ), lochtpilon: lǫxtpilǫn (Jeuk), lofthamer: lofhamǝr (Simpelveld), lofhāmǝr (Heerlen), luchtdrukhamer: løx˱drøkhāmǝr (Heijen), mechanieke handhamel: mēkanekǝ hanthǭmǝl (Bevingen), pilon: pelōn (Bevingen), pilǫn (Jeuk), plǫn (Eigenbilzen), pneumatique: pnø̜matek (Bilzen), preslofthamer: prɛslofhamǝr (Spekholzerheide), ressort: rǝsǭr (Bilzen), ressort-hamel: rǝsōrhāmǝl (Loksbergen), rǝsǭr(h)ǭmǝl (Bilzen), stamper: štampǝr (Klimmen), štɛmpǝr (Swalmen), stamphamer: stamphāmǝr (Ophoven, ... ), štamphāmǝr (Helden, ... ), stomphamel: stumphǭmǝl (Jeuk), stoomhamel: stōmhāmǝl (Maastricht), stōmhǭmǝl (Zutendaal), štǫwmhāmǝl (Herten, ... ), stoomhamer: stuǝmhāmǝr (Oostrum), stōmhāmǝr (Heijen, ... ), stǫwmhāmǝr (Montfort, ... ), štōmhamǝr (Simpelveld), štōmhāmǝr (Heerlen), štūǝmhāmǝr (Reuver), štǫwmhāmǝr (Helden, ... ), štǭmhāmǝr (Rothem), stoompilon: stūmpilǫn (Jeuk), trilhamel: trelhāmǝl (Swalmen), valhamel: valhāmǝl (Loksbergen), valhamer: valhāmǝr (Ophoven), valhǭmǝr (Tessenderlo), veerhamel: vērhāmǝl (Maastricht), vē̜r(h)ǭmǝl (Bilzen), vījǝrhāmǝl (Loksbergen), veerhamer: vērhāmǝr (Heerlen, ... ), vē̜rhāmǝr (Heijen, ... ), vē̜ǝrhamǝr (Spekholzerheide), vɛ̄rhamǝr (Simpelveld) Hamer, door stoom, perslucht of elektriciteit aangedreven, waarmee zware voorwerpen kunnen worden gesmeed. De machinale hamer wordt doorgaans alleen in fabrieken en grote smederijen gebruikt. Hij bestaat uit een hamergewicht dat tussen loodrechte rails aan een touw of stang is bevestigd en vanaf een bepaalde hoogte naar beneden kan vallen. Wanneer de hamer door stoom wordt aangedreven, spreekt men van een stoomhamer; een hamer op perslucht wordt luchtdrukhamer genoemd. Bij de veerhamer is het hamergewicht aan een bladveer bevestigd om de hamerwerking te verhogen. De veerhamer wordt onder meer gebruikt bij het smeden van spaden en schoppen. [N 33, 70-72; N 33, 76] II-11
machinale steen geperste brik: gǝpēstǝ brek (Boorsem), gǝpɛrs˱dǝ brek (Gronsveld), gǝpɛ̄ǝs˱dǝ brik (Eijsden), geperste steen: gǝpērš˱dǝ štęjn (Rothem), gǝpē̜̜š˱dǝ štęjn (Klimmen), gǝpę ̞rstǝ stiǝn (Meijel), gǝpę ̞rs˱dǝ štęj.n (Tegelen), gǝpę ̞stǝ stijǝn (Tessenderlo), gǝpɛrstǝ štęjn (Susteren), gǝpɛrš˱dǝ štēn (Jabeek), gepreste brik: gǝprę ̞stǝ brek (Hoeselt), gepreste steen: gǝprɛs˱dǝ stiǝn (Sint-Truiden), gǝprɛs˱dǝ stęjn (Neeritter), jǝprɛs˱dǝ štē (Kerkrade  [(meervoud: jǝprɛs˱dǝ šte ̞ŋ)']  ), machinaalsteen: mašenālstęjn (Maastricht), machinekareel: mašenkrēl (Sint-Truiden), machinesbrik: mašins˱brek (Meeuwen), machinesteen: mašī̄nstijǝn (Tessenderlo), mǝšenstin (Lummen), mǝšī̄nǝstęjn (Meeuwen), perssteen: perssteen (Rumpen), pę ̞rsstęjn (Blerick), pɛrsštęjn (Heythuysen), pressteen: prɛsštē (Waubach  [(meervoud: prɛsšteŋ)']  ), prɛsštęjn (Dieteren, ... ), ringovensteen: rēŋǭvǝštęjn (Sittard), strangperssteen: štraŋpę ̞rsštęj.n (Tegelen) Machinaal gevormde baksteen. [N 30, 54f] II-8
machine om roggebrooddeeg te maken broodmachine: bruatmašin (Kerkrade), brūǝtmašīn (Schinveld), brūǝtmǝšin (Helden), broodmengmachine: brōtmeŋmǝšīn (Swalmen), broodsmengmachine: brūtsmęŋmǝšiŋ (Kaalheide), deegmachine: deegmachine (Heugem), dēxmašīn (Waubach), dē̜xmašiŋ (Noorbeek), dęjxmǝšin (Gronsveld), dęjxmǝšīn (Geleen, ... ), dęǝxmašīǝn (Voerendaal), kneedmachine: knētmašīn (Kwaadmechelen), knētmǝšīn (Munsterbilzen), knē̜tmǝšīn (Tungelroy), kneedmachine voor zwartbrood: kni-jmǝsxin vȳr zwart brut (Maaseik), kneemachine: knē̜masxin (Genk), knē̜mǝšīn (Jabeek, ... ), mengmachine: meŋmašin (Blerick), meŋmǝšin (Hout-Blerick), meŋmǝšīn (Neeritter), molen: mø̄lǝ (Rekem), pers: péǝs (Stein), pétrin: pàtrẽ (Lommel), pǝtrē̜n (Sint-Truiden), pǝtrɛ̄ (Houthalen), roggebroodmachine: roggebroodmachine (Ottersum), rø̜kǝ bruǝtmǝsjin (Hout-Blerick), rǫgǝbrutmašin (Oost-Maarland), rǫgǝbruǝtmašin (Heerlen), rǫgǝbrūǝtmǝšīn (Arcen), roggebroodmenger: rogǝbrutmęŋǝr (Gronsveld), roggebroodpers: rǫgǝbrūtpērs (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), roggekneder: rǫgǝaknē̜ jǝr (Bocholt), roggemachine: røgǝmašīn (Beek), rogmenger: rǫgmɛ̄ŋǝr (Neerpelt), zwartbroodmachine: swartbrutmǝšīn (Rumpen), šwatbruǝtmǝšiŋ (Gulpen, ... ) Vergelijk het lemma ''mengmachine voor deeg''. [N 29, 104] II-1
machinegaren machinegaren: machinegaren (Noorbeek), mašinǝgarǝ (Meijel), mašinǝgārǝ (Echt, ... ), mašiŋǝgān (Montzen), mašīngǭn (Bilzen), māšinǝgārǝ (Meerssen), mǝšengārǝ (Schulen), mǝšingārǝ (Geleen), mǝšinǝgarǝ (Meijel), mǝšinǝgārǝ (Born, ... ), mǝšinǝgǭn (Ottersum), mǝšīnǝgārǝ (Herten, ... ), machinerolletje: (mv)  mǝšinrø̜lkǝs (Schinnen), machinesgaren: machinesgaren (Opglabbeek), mašeŋsjār (Bleijerheide), mašiŋsgān (s-Gravenvoeren), mašiŋsgārǝ (Noorbeek), mǝsxinsgã.rǝn (Zolder), mǝšinsgārǝ (Eisden), mǝšīnsgārǝ (Boorsem, ... ), stikgaren: stekgārǝ (As), stekgārǝn (Stein), stekgǭn (Bilzen), stekgǭrǝ (Lanaken), stikgaren (Hopmaal), štikgǭǝn (Eijsden) Fijner soort garen die men gebruikt bij het naaien op de naaimachine. [N 59, 6c; N 62, 57; monogr.] II-7
machinegebouw machinehuis: mašiŋǝhūs (Kelmis) [monogr.] II-4
machinekamer machinekamer: mašiŋǝkāmǝr (Kelmis) Onderdeel van het machinegebouw. [monogr.] II-4
machinenaald machinenaald: mǝšinǝnǭlt (Ottersum), mǝšīnǝnǭlt (Reuver), machinenaalde: mǝšinǝnǭlj (Grevenbicht / Papenhoven), machinesnaald: mǝšīnsnǭltš (Bocholt), machinesnaalde: mǝšīnsnǫlj (Maasmechelen) Naald bestemd voor naaimachines. In het algemeen moet zoɛn naald fijn genoeg zijn om door de stof te gaan zonder deze te beschadigen en toch een oog hebben dat zo groot is dat het garen niet rafelt of breekt (Het Beste Naaiboek, pag. 12).' [N 62, 49c] II-7
machineolie, motorolie machineolie: mašinǝōli (Rothem), mǝšinōli (Helden, ... ), mǝšīnǝōli (Heijen, ... ), machinesolig: mašeŋs˱ǭlex (Spekholzerheide), motorolie: mōtǝrōli (Meerlo), mōtǫrōli (Heijen) Smeerolie voor motoren. [N 33, 307] II-11
machinewerk machinaal werk: mašināl węrǝk (Bleijerheide, ... ), machinewerk: mašinǝwęrk (Geulle), mašinǝwɛ̄rk (Ottersum), mǝšīn(ǝ)wɛr(ǝ)k (Bilzen) Algemene benaming voor timmerwerk dat met behulp van machines wordt verricht. [N 55, 182] II-12
machinezijde gimpgaren: gempgārǝ (Herten), handzij: hanjtjzi (Doenrade), machineszijde: mašiŋszi-j (Bleijerheide), machinezij(de): mašinǝzi (Echt), mǝšinǝzi (Venlo), mǝšinǝzi-j (Neeroeteren, ... ), stikgaren: stikgaren (Hopmaal), stikzij(de): stekzej (Schulen), stekzi (Stein), stekzi-j (As, ... ), stekzāj (Bilzen), stekzē̜j (Meijel), stekzęj (Lanaken, ... ), štekzi (Doenrade, ... ), štekzi-j (Geleen, ... ), štikzi-j (Schinnen), štikzęj (Eijsden), zijde: zi-j (Noorbeek), zijdegaren voor de machine: ziǝgān vø̜r dǝ mašiŋ (Montzen) Zijdegaren voor gebruik op de naaimachine. [N 59, 7d] II-7