e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
uitrijzen rijzen, uit de aren vallen:   uitrijzen (Lommel), øtrē̜zǝ (Beringen) I-4
uitrimpselen rafelen: Geh. Weert. De uitspr. is ûtreumselen, en de eu verbeeld (sic) een klank tusschen eu en ue en niet dezelfde als in de woorden: riem of rumpsel (rimpel, plooiken) (XI, 69).  uitrumselen (Weert), NO: oetreumsele.  uitreumsele (Weert) III-1-3
uitritsen ritsen:   uitritsen (Griendtsveen), uitglijden:   aatritsen (Wilderen), aotritsen (Houthalen), eutritsen (Koersel), oatritsen (Hechtel), oetritsen (Gruitrode), ong. uitritsen (Linkhout), ootrétsən (Eigenbilzen), ou-wet rətsen (Ulbeek), outrĕtzen (Diepenbeek), treͅtsə (Beringen), uitritsen (Loksbergen), uutritse (Zutendaal), ūtritsən (Eksel), ø͂ͅtritsə (Herk-de-Stad), øͅtretsə (Hasselt), #NAME?  uitritsen (Linde), - ob `n appelschel.  outritsen (Linde), uitglijden wordt volgens de informant niet gebruikt.  oetritsen (Kleine-Brogel) II-4, III-1-2, III-3-2
uitroep openbare verkoop:   enen oetroop (Gronsveld), ennen ōētreup (Panningen), hauwtroep (Bilzen), inen uitroep (Gorsem), oetreup (Baarlo, ... ), oetroep (Zichen-Zussen-Bolder), oetroop (Herten (bij Roermond), ... ), oetroup (Opgrimbie), ootroop (Waltwilder), ouetroep (Guigoven, ... ), ouitroop (Diepenbeek), outrooep (Wellen), outroop (Ulbeek), outrooəp (Sint-Lambrechts-Herk), ōͅitrop (Diepenbeek), uitroep (Herk-de-Stad, ... ), uutrōēp (Venray), ūtrōp (Opgrimbie), ŭŭtrōēp halde (Oirlo), ówtroop (As), ⁄n uutrōēp (Milsbeek, ... ), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  der ōētroop (Klimmen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  oetrōōp (Schimmert), ps. niet omgespeld!  uitrup (Rummen), ps. niet omgespeld; tussen deze 2 woorden staat een "verbindingsboogje".  oe:t reup (Beegden), ps. omgespeld volgens Frings.  a utrup (Tongeren), ātrup (Sint-Truiden), ātrūp (Niel-bij-St.-Truiden), dən øͅtrup (Hasselt), ēͅtrop (Rummen), ouwtrup (Opheers), ou̯trop (Maaseik), ōu̯trōp (Maaseik), ōu̯trup (Wellen), ōətrop (Diepenbeek), ōətryp (Rosmeer), ōͅi̯trøͅp (Diepenbeek), ōͅutrup (Hoeselt), ōͅu̯trup (Hoeselt), oͅai̯trup (Borgloon), oͅu̯trup (Oud-Waterschei), utr"p (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), utrōp (Teuven), utrup (Val-Meer), ūtrup (Zichen-Zussen-Bolder), øtrup (Wellen), øətrup (Hasselt, ... ), ənən ōͅətrup (Borgloon), ⁄ōͅt⁄rop (Boekt/Heikant), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de "#"staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de "#"omgespeld.  oͅ~ətrup (Wintershoven), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de a staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!  au̯trup (Ketsingen), ps. omgespeld volgens IPA.  a͂u̯trup (Tongeren) III-3-1
uitroepen bekendmaken:   oet roope (Schimmert), oet roopen (Montfort), oetroope (Maastricht, ... ), oētrope (Ten-Esschen/Weustenrade), ootruppen (Eigenbilzen), ōētroopə (Hulsberg), ōētrōōpə (Nieuwenhagen), ówtrōpe (As), bij opbod verkopen:   oetroope (Weert), oetrope (Klimmen), ōētroopə (Epen), (na Heilige Mis).  ówtrōpe (As), roepen:   oetroope (Schimmert) III-3-1, III-3-1
uitroepen (ww.) openbare verkoop: [ww.?, rk]  oes-roffe (Bleijerheide)
uitroeper roeper:   der oetreuper (Klimmen), oesröffer (Bleijerheide), oetreuper (Baarlo, ... ), oetreupər (Holtum), oetro (Grevenbicht/Papenhoven), oetrooper (Ell, ... ), oetroper (Kinrooi, ... ), oetrueper (Mechelen), oetruiper (Limbricht, ... ), oetröper (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), ōētreuper (Mechelen), ōētrooper (Neer), uutreuper (Leuken), ŭŭtrōēper (Oirlo), (= uitroeper).  oetroper (Maastricht), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  d’r oetreuper (Klimmen), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  oetreuper (Eijsden), Opm. bij afmijnen.  ōētreuper (Heerlen), Opm. de in Nederland en Midden Limburg algemeen gebruikelijke jaarlijkse betaaldag was 30 november. In de volksmond: "mèt Sinten Drees".  oetreuper (Tegelen), Opm. de oe is lang.  oetreuper (Roermond), Opm. stoottoon.  ‧oetreuper (Obbicht), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  oetrūper (Mechelen), ōētrēūper (Schimmert), ōētrooper (Oost-Maarland), ps. letterlijk overgenomen.  den oe.treuper (Panningen), ps. omgespeld volgens Frings.  də utrupər (Val-Meer), ōutr"pər (Maaseik), ōu̯tropər (Maaseik), ōͅutripər (Gelieren/Bret), oͅu̯trupə (Oud-Waterschei), utr"pər (Mechelen-aan-de-Maas), utrōpər (Bocholt, ... ), ūtr"pər (Kinrooi, ... ), ūtrōpər (Bocholt, ... ), ūətr"pər (Lanklaar), y(3)̄trōpər (Opglabbeek), øi̯jtrōpər (Bree), ps. omgespeld volgens IPA.  a͂u̯trupər (Tongeren), utrøpər (Rotem), ps. stoottoon.  oe.tr‧euper (Maasniel), stadsomroeper:   oetreuper (Born), oetruiper (Sittard), uitroeper (Zonhoven) III-3-1
uitroetsjen glijden: uitglijden: Indien het onverwacht gebeurd.  uutroetse (Venray), Uitglijden.  ū.tru.tsə (Ingber) III-3-2
uitroffelen tornen:   ōtrøfǝlǝ (Eigenbilzen), ūtrøfǝlǝ (Hulsberg, ... ), ǭtrø̜fǝlǝ (Kortessem) II-7
uitrollen aftrekken, uitwinnen:   uitrollen (Gorsem, ... ), usrǫlǝ (Bocholtz), utrǫlǝ (Einighausen, ... ), øtjrǫlǝ (Meijel), ātrǫlǝ (Duras, ... ), ē̜trǫlǝ (Binderveld, ... ), ōtrǫlǝ (Mopertingen), ōu̯trǫlǝ (Grote-Spouwen), ūtrǫlǝ (Boukoul, ... ), ǫu̯trǫlǝ (Hoepertingen, ... ), ǭ.trǫlǝ (Hasselt, ... ), van zijn plaats rollen:   oetrolle (Venlo), ūtroͅlə (Heerlen) I-4, III-3-2