e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
afluizen aftroggelen:   aaflauzen (Eksel), afluizen (Leopoldsburg), flemen:   afluizen (Meeuwen, ... ) III-3-1
aflusteren afglanzen:   afløstǝrǝn (Genk), ãǝflīstǝrǝ (Schulen), āflestǝrǝ (Lanaken), āflistǝrǝ (As), āfløstǝrǝ (Eisden) II-7
afmaaien graan maaien met de zeis:   afmɛi̯ǝ (Overpelt), āfmɛiǝ (Opitter, ... ), ǭ.fmɛ̄ǝ (Zonhoven), ǭfmɛǝ (Peer), ǭfmɛ̄i̯ǝ (Zutendaal), gras (af)maaien:   af[maaien] (Berverlo, ... ), afmaaien (Heppen), afmai̯n (Meldert), afmē̜ (Spalbeek), afmē̜i̯ǝ (Borlo, ... ), afmǭn (Oostham), afmɛi̯ǝ (Hoepertingen, ... ), afmɛ̄i̯ǝ(n) (Bilzen, ... ), ãfmǭi̯ǝ (Hasselt), øf[maaien] (Groot-Loon), āf[maaien] (Achel, ... ), āfmai̯ǝ (Bilzen, ... ), āfmē̜ǝ (Peer), āfmęi̯ǝ(n) (Sint-Truiden, ... ), āfmīǝ (Houthalen), āfmɛi̯ǝn (Kaulille), āfmɛǝ (Lanaken), ō.f[maaien] (Borgloon), ǫf[maaien] (Genk), ǫu̯f[maaien] (Rijkhoven, ... ), ǫu̯fmē̜i̯ǝ (Riksingen), ǫu̯ǝfmē̜i̯ǝ (Voort), ǭf[maaien] (Beverst, ... ), ǭfmɛi̯ǝ (Hoepertingen), ǭfmɛ̄i̯ǝ (Alken, ... ), ǭfmɛ̄n (Martenslinde), ɛ̄fmɛ̄i̯ǝ (Sint-Lambrechts-Herk), het gras maaien:   aofmeiën (Hoepertingen), āfmiēne (Montzen), maaien met de machine:   ǭ.fmɛ̄ǝ (Munsterbilzen), maaien met de zicht:   ǭ.fmē̜ǝ (Zonhoven), veevoer verzamelen:   afmai̯ǝn (Zolder), afmēǝ (Stevoort), afmęi̯ǝn (Kwaadmechelen), āfmɛi̯ǝ (Ellikom), ǭfmēn (Vlijtingen), ǭfmęi̯ǝn (Vlijtingen) I-11, I-3, I-4, III-2-1
afmachinen machinaal bewerken:   afmašinǝ (Leopoldsburg), afmašīnǝ (Tessenderlo) II-12
afmaken afbijten van koninginnecellen:   afmaken (Kerkhoven), afmaken:   afmākǝ (Milsbeek, ... ), āfmākǝn (Dilsen), ǭfmǭkǝ (Bilzen), beredderen:   aafmake (Neer), beslissen:   aafmake (Weert), bijenoorlog:   afmākǝ (Venray), āfmākǝ (Beek), darren doden:   afmaken (Maasmechelen), āfmākǝ (Weert), ǭfmǭkǝn (Genk), doden:   afmaken (Alken), afmākǝ (Herk-de-Stad), ǫfmā?ǝ (Lommel), een blauwtje lopen:   aâfmaaken (Eksel), inballen:   āfmākǝ (Geulle), karnen:   afmaken (Berverlo), klaarkomen:   aafmake (Tungelroy, ... ), afgemakt (Vijlen), omheinen:   afmaken (Linkhout, ... ), afmaʔǝn (Lommel), afmākę (Leopoldsburg), afmākǝ (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), afmē̜kǝ (Zepperen), afmōʔŋ (Lommel), afmǫ.ʔn (Kwaadmechelen), afmǫu̯kǝn (Kwaadmechelen), afmǭkǝ (Berverlo, ... ), afmǭʔǝn (Oostham), oǝfmoǝkǝ (Genk), āfmākǝ (Achel, ... ), āfmākǝn (Achel, ... ), āvmākǝ (Linde, ... ), ǭfmē̜kǝn (Genk), ǭfmǭkǝ (Rosmeer), smalen:   aafmake (Gulpen, ... ), afmaache (Simpelveld, ... ), strepen maken op het deegbrood:   afmǫkǝ (Kwaadmechelen), afmǫʔ+F19080ǝ (Kwaadmechelen), ten einde brengen:   aaf maake (Sevenum), aaf make (Venlo), aafgemaak (Vlodrop), aafmaake (Herten (bij Roermond), ... ), aafmaakə (Hulsberg, ... ), aafmake (Amby, ... ), aafmaken (Born, ... ), aafmakə (Doenrade, ... ), aafmakən (Urmond), aafmààke (Geleen), aafmáákə (Schinnen), afmaake (Geulle), afmake (Oirlo, ... ), afmaken (Leopoldsburg, ... ), aof make (Maastricht, ... ), aofmaaken (Eigenbilzen), aofmaakə (Maastricht, ... ), aofmake (Caberg, ... ), aofmāākə (Maastricht), aofmáákə (Maastricht, ... ), āāfmāākə (Beesel, ... ), āfmākə (Meeuwen), ààfmààkə (Amstenrade), ààfmáákə (Heerlen), áfmake (Venray), ááfmāākə (Reuver), ááfmááke (Schaesberg), ááfmáákə (Epen, ... ), âafmââke (Swalmen), ââfmake (Schimmert), ââfmâke (Gulpen), ps. boven de áá staan nog lengtetekens; deze combinatieletters kan ik niet maken/omspellen!  afmáákə (Gennep) I-11, I-8, II-1, II-10, II-6, III-1-4, III-2-2, III-3-1
afmaking hek, hekwerk: vb: ich môt nag ein weij aafmake  aafmaking (Herten (bij Roermond)), omheining:   afmāʔŋ (Lommel), āfmākeŋ (Koersel) I-8, III-2-1
afmalen doormalen:   afmalen (Paal), af˱mōǝlǝ (Lummen), āfmālǝ (Mechelen, ... ) II-3
afmarkeren een boomstam afschrijven:   afmarkęjǝrǝ (Tessenderlo) II-12
afmartelen treiteren:   afmartərə (Eupen), zwoegen:   àfgəmètəlt (Loksbergen), ôofmattëlë (Tongeren) III-1-4
afmattend benauwd en vochtig weer:   aofmattənd (Maastricht) III-4-4