30721 |
plamuur aanbrengen |
plamuren:
plamȳrǝ (L426p Buchten, ...
Q071p Diepenbeek,
Q113p Heerlen,
L414p Houthalen,
P219p Jeuk,
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
L163p Ottersum,
K353p Tessenderlo,
Q117a Waubach),
plǝmȳrǝ (L328p Heel, ...
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
L267p Maasbree,
L265p Meijel,
Q032p Schinnen),
plǝmȳǝ (Q203p Gulpen),
plǝmø̄rǝ (L271p Venlo),
spachteln:
špaxtǝlǝ (Q121p Kerkrade)
|
Plamuur door middel van een plamuurmes of kwast opbrengen. Met behulp van plamuren kunnen schaafstreken en andere onregelmatigheden in het hout worden weggewerkt zodat een volkomen egaal oppervlak ontstaat. [N 67, 71b; div.]
II-9
|
30670 |
plamuurmes |
plamuurmes:
plamȳrmɛs (L414p Houthalen, ...
P219p Jeuk,
L163p Ottersum,
K353p Tessenderlo),
plamȳrmɛts (L426p Buchten, ...
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen,
L267p Maasbree,
Q032p Schinnen,
Q117a Waubach),
plǝmȳrmɛs (Q071p Diepenbeek, ...
L265p Meijel),
plǝmȳrmɛts (Q203p Gulpen, ...
L328p Heel,
L330p Herten,
Q111p Klimmen),
spachtelmes:
špaxtǝlmɛts (Q121p Kerkrade)
|
Werktuig voor het aanbrengen van plamuur en andere vulmiddelen. Het bestaat uit een driehoekig, veerkrachtig stalen blad waaraan doorgaans een houten handvat is bevestigd. De breedte van het blad varieert meestal tussen 2 en15 cm, maar er bestaan ook plamuurmessen met een nog breder blad. Zie ook afb. 96. [N 67, 54b]
II-9
|
31730 |
plank |
berd:
bęrt (K359p Koersel),
bęt (K314p Kwaadmechelen, ...
K357p Paal,
K353p Tessenderlo),
bred:
brējt (Q071p Diepenbeek),
brēt (Q003p Genk),
brē̜.t (Q020p Sittard, ...
Q162p Tongeren),
bręjt (Q083p Bilzen),
bręt (Q116p Simpelveld
[(meervoud: brēǝr)]
),
brɛt (Q121c Bleijerheide
[(meervoud: brēr)]
, ...
Q121a Chevremont
[(meervoud: brēr)]
,
Q284p Eupen,
L164p Gennep,
Q121d Haanrade
[(meervoud: brēr)]
,
L165p Heijen,
Q121e Kaalheide
[(meervoud: brēr)]
,
Q121p Kerkrade
[(meervoud: brēr)]
,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
Q121b Spekholzerheide
[(meervoud: brēr)]
,
L163b Ven-Zelderheide),
deel:
dē̜l (L385p Sint Odilienberg),
dīl (P051p Lummen),
geklikte plank:
gǝklek˱djǝ plaŋk (Q015p Stein),
gǝklek˱dǝ plaŋk (Q020p Sittard),
geploegde plank:
gǝplø̄x˱dǝ plaŋk (L385p Sint Odilienberg),
klikplank:
klekplá.ŋk (Q001p Zonhoven),
plank:
pla.ŋk (Q002p Hasselt, ...
L364p Meeuwen
[(id)]
,
L318b Tungelroy),
plaŋk (L282p Achel, ...
L417p As,
K358p Beringen,
Q072p Beverst,
Q083p Bilzen,
L317p Bocholt,
L360p Bree
[(meervoud: plɛŋk)]
,
Q071p Diepenbeek,
L421p Dilsen,
Q007p Eisden,
L363p Ellikom
[(meervoud: plɛŋk)]
,
Q003p Genk,
P175p Gingelom,
P184p Groot-Gelmen,
L366p Gruitrode
[(meervoud: plɛŋk)]
,
P050p Herk-de-Stad,
K360p Heusden,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
L414p Houthalen,
P219p Jeuk,
L316p Kaulille,
Q152p Kerniel,
K359p Koersel,
Q074p Kortessem,
L422p Lanklaar,
K278p Lommel,
L372p Maaseik,
Q009p Maasmechelen,
L424p Meeswijk,
L364p Meeuwen
[(meervoud: plɛŋk)]
,
P193p Mettekoven,
P214p Montenaken,
P181p Muizen,
L367p Neerglabbeek
[(meervoud: plɛŋk)]
,
L368p Neeroeteren
[(meervoud: plɛŋk)]
,
P117p Nieuwerkerken,
L416p Opglabbeek
[(meervoud: plɛŋk)]
,
Q010p Opgrimbie,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren
[(meervoud: plɛŋk)]
,
L314p Overpelt,
L355p Peer,
Q012p Rekem,
L358p Reppel
[(meervoud: plɛŋk)]
,
L329p Roermond,
L266p Sevenum
[(meervoud: plɛŋk)]
,
L313p Sint Huibrechts Lille,
L385p Sint Odilienberg,
P176p Sint-Truiden,
Q020p Sittard
[(meervoud: plɛŋk)]
,
Q015p Stein,
Q162p Tongeren,
P121p Ulbeek,
P211p Waasmont,
P212p Walshoutem,
Q084p Waltwilder,
P172p Wilderen,
Q073p Wimmertingen,
Q079a Wintershoven,
K361p Zolder,
Q001p Zonhoven,
Q005p Zutendaal),
pláŋk (P213p Niel-Bij-Sint-Truiden),
plāŋk (L282p Achel, ...
P120p Alken,
L215p Blitterswijck,
Q156p Borgloon,
L245a Castenray,
L214a Geysteren,
L286p Hamont,
L352p Hechtel,
P188p Hoepertingen,
K317a Kerkhoven,
Q152p Kerniel,
K314p Kwaadmechelen,
Q088p Lanaken,
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
L209p Merselo,
Q177p Millen,
Q096c Neerharen,
L312p Neerpelt,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L246a Swolgen,
K353p Tessenderlo,
L245b Tienray,
L210p Venray,
L244a Veulen,
Q172p Vroenhoven,
L214p Wanssum,
Q078p Wellen,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
plāǝŋk (P195p Gutschoven),
vloerplank:
flōrplaŋk (L266p Sevenum
[(meervoud: flōrplaŋkǝ of flōrplɛŋk)]
),
vlūrplāŋk (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L212p Maashees,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L210p Venray,
L244a Veulen)
|
In het algemeen een stuk hout waarvan de breedte groter is dan de dikte en de lengte groter dan de breedte. Bij de timmerman heeft het woord plank daarnaast ook nog een meer specifieke betekenis. Het is doorgaans een geschaafd en van messing en groef voorzien stuk hout, dat vaak nog een bepaalde afmeting heeft, namelijk in de breedte tussen 10 en 17.5 cm (4 en 7 duim) en in de dikte tussen 2 en 2.5 cm (0.75 en 1 duim) (Van de Watering, pag. 13). Zoɛn zijdelingse groef in vloerplanken werd in Meeswijk (L 424) en Valkenburg (Q 101) een klik (klek) genoemd. Een ɛdeelɛ is een in de lengte uit een boomstam gezaagd, plat stuk hout, dat nog niet geschaafd is.' [N 50, 73k; N 50, 74b; L 33, 22; L 40, 56; monogr.]
II-12
|
26524 |
plank met gaten |
badding:
badeŋ (L362p Opitter),
kam:
kamp (Q071p Diepenbeek),
plank:
pla.ŋk (Q180p Mal),
plā.ŋk (Q088p Lanaken),
plank bet inkerving:
plaŋk bɛ ɛjnkɛrveŋ (Q074p Kortessem),
plank bet koter:
plaŋk be̜̜ køtǝr (Q078p Wellen),
plaŋk bɛ kuǝtǝr (Q072p Beverst, ...
Q083p Bilzen,
Q071p Diepenbeek,
P055p Kermt,
P057p Kuringen,
Q075p Vliermaalroot),
plā̄ŋk bɛ kuǝtǝr (P058p Stevoort, ...
P056p Stokrooie),
plank bet kotters:
plaŋk be̜̜ kutǝrs (P177a Ordingen),
plank met koter:
pla.ŋk me̜̜t kȳ̄ǝ.tǝr (L362p Opitter),
plank met loker:
plā.ŋk me̜̜t lō.kǝr (Q095p Maastricht),
plank met ronde kotter:
plaŋk męt rǫn ku.tǝr (Q162p Tongeren),
plankje:
plɛŋkskǝ (L362p Opitter),
schuif:
sxø̜̜jf (P071p Nossegem),
standerik:
stɛnǝrek (L417p As),
steel bet gaten:
steǝl bɛ gǭǝtǝ (P050p Herk-de-Stad),
zakplank:
zakplaŋk (Q188p Kanne)
|
Plank met gaten waarin men op verschillende hoogten een plank kan steken naargelang de grootte van de meelzak. In Q 71 had men geen plank maar een kam, een getande schuif, terwijl men in P 53, Q 77a en Q 79 een riem gebruikte. [Vds 168; Jan 173; Grof 190]
II-3
|
21967 |
plank van duivenslag |
bred:
[oorspr. invoer bref, gecorrigeerd rk]
bre[d} (Q202p Eys),
duivenplank:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de dauveplank (Q083p Bilzen),
duivenslag:
dówvəslaach (L417p As),
kijker:
keijker (K359p Koersel),
klep:
de klèp (Q187p Sint-Pieter),
klep (L289p Weert),
klip (L300p Beesel),
klèp (L265p Meijel, ...
L266p Sevenum),
klɛp (L265p Meijel),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
de klep (L214p Wanssum),
loopplank:
loopplank (Q162p Tongeren),
plank:
de plaank (Q187p Sint-Pieter),
de plank (Q111p Klimmen),
pla.ŋk (Q241p Rutten),
plank (L414p Houthalen, ...
Q157p Jesseren,
Q168a Rijkhoven),
plānk (L429p Guttecoven),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
plá.nk (K361p Zolder),
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
plank (L366p Gruitrode),
Opm. v.d. invuller: is dialect!
de plank (Q027p Doenrade),
slag:
de slaag (Q007p Eisden),
sjlaag (Q016p Lutterade, ...
L331p Swalmen,
L386p Vlodrop),
sjlaahg (L330p Herten (bij Roermond)),
sjlāāg (L300p Beesel),
sjloog (Q201p Wijlre),
slag (L210p Venray),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de slaog (Q083p Bilzen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
slaa.ch (K361p Zolder),
Algemene opmerkingen bij deze vragenlijst:
slaag (L374p Thorn),
slagbred:
(o.).
šlā.x˂breͅ.t (Q202p Eys),
val:
val (P219p Jeuk, ...
Q074p Kortessem),
valplank:
de valplank (Q027p Doenrade),
val-plank (P183p Mielen-boven-Aalst),
valplank (Q021p Geleen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
valplá.nk (K361p Zolder),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
v‧alplank (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen)
|
Duivenslag. [Goossens 1b (1960)] || Hoe heet het platform, de plank zelf? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
29355 |
plank van het hakenbord |
draaiplank:
drōplaŋk (P047p Loksbergen)
|
Plank van het hakenbord. Volgens de informant van L 265c is dit een plank met twee handvatten en drie gaten die over de handgrepen van de zwengels wordt geschoven en door twee man in een draaiende beweging kan worden gebracht. [N 48, 67c]
II-7
|
32174 |
plank, legplank |
bred:
bret (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
briǝt (Q003p Genk, ...
P176p Sint-Truiden),
brēǝt (L424p Meeswijk),
brē̜ǝt (Q193p Gronsveld),
(mv)
brejǝr (L417p As),
kastplank:
kasplaŋk (L387p Posterholt),
kãs(t)plāŋk (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
laag:
lǭ.x (Q020p Sittard),
legger:
lęgǝr (Q083p Bilzen),
legsel:
lɛxsǝl (P176p Sint-Truiden),
regaal:
rǝgā.l (Q020p Sittard),
rǝjāl (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
riggel:
regǝl (L417p As),
schap:
sxap (L245a Castenray, ...
L286p Hamont,
L211p Leunen,
K278p Lommel,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
sxāp (L215p Blitterswijck, ...
L245a Castenray,
L214a Geysteren,
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L210p Venray,
L244a Veulen,
L214p Wanssum),
šap (Q095p Maastricht),
šā.p (L424p Meeswijk),
šāp (L360p Bree, ...
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel,
L329p Roermond,
Q020p Sittard,
L318b Tungelroy),
tablet:
tablęt (Q095p Maastricht)
|
Plank in een meubel, en dan met name in een kast. [N 56, 133; N 56, 149a; monogr.]
II-12
|
32175 |
plankdrager |
latje:
lɛtšǝ, latšǝ (Q083p Bilzen),
plankdrager:
plāŋk˱drāgǝr (Q095p Maastricht),
plankendrager:
plaŋkǝdrāgǝr (L387p Posterholt),
schapdrager:
sxāp˱drē̜gǝr (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
traverse:
trávē̜r (L417p As)
|
Van hout, metaal of kunststof vervaardigde steun waarop de legplanken van een kast liggen. [N 56, 149b; monogr.]
II-12
|
26910 |
plankerd |
plankerd:
plaŋkǝrt (L244b Griendtsveen, ...
L265p Meijel),
plankjesturf:
plɛŋkskǝstø̜rǝf (L245p Meterik, ...
L288a Ospel,
L266p Sevenum)
|
Deze turfsoort zit op de diepste plaatsen tussen de zwarte turf in en is bijna gelijk aan vaal veen. [I, 7] || Vaste, grauwe turf die ingedroogd is. [II, 109b]
II-4
|
26513 |
plankje, plaatje |
bel:
bɛl (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt),
blok:
blǫk (P055p Kermt, ...
P177a Ordingen),
blokje:
blø̜kskǝ (Q083p Bilzen, ...
P056p Stokrooie),
blokje hout:
blø̜kskǝ hǭǝt (P188p Hoepertingen),
bolletje:
bø̜lǝkǝ (P051p Lummen),
bǫlǝkǝ (Q077p Hoeselt),
de koord:
dǝ kōǝt (Q077a Alt-Hoeselt),
dop:
dǫp (Q083p Bilzen),
houten blokje:
hǭǝtǝ blø̜kskǝ (P187p Berlingen),
joint-je:
žwę̄kǝ (Q160p Bommershoven),
klos:
klǫs (P057p Kuringen),
klots:
klǫts (Q075p Vliermaalroot),
klotsje:
klǫtskǝ (Q071p Diepenbeek, ...
Q077p Hoeselt),
knop:
knop (L368p Neeroeteren),
koordje:
kø̜tšǝ (P184p Groot-Gelmen, ...
Q160a Haren),
kwakvors:
kwakvrǭs (Q078p Wellen),
leren blokje:
lęǝrǝ blø̜kskǝ (Q164p Heks),
plaat:
plǭǝt (P187p Berlingen, ...
P057p Kuringen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
plaatje:
pløjtšǝ (Q079a Wintershoven),
plētšǝ (P058p Stevoort),
plǫjtšǝ (P050p Herk-de-Stad),
plǭtšǝ (P120p Alken, ...
Q077p Hoeselt),
spijtje:
spęjkǝ (P195p Gutschoven),
stop:
stǫp (P058p Stevoort),
stuk hout:
stø̜k hǭǝt (Q159p Broekom),
stuk leer:
stø̜k lēǝr (Q160p Bommershoven, ...
P195p Gutschoven),
vlotter:
vlǫtǝr (P187p Berlingen),
zinken plaat:
zejŋkǝ plǭǝt (P176p Sint-Truiden)
|
Het uit diverse materialen vervaardigde plaatje of blokje dat in het kaar onder het te malen graan wordt gelegd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛbelɛ. De benaming kwakvors werd in Q 78 aan het plankje gegeven vanwege de vormovereenkomst: het plankje dat in het kaar werd gelegd en door het graan werd ondergehouden was driehoekig en gelijkend op een kikker (Groffils, pag. 164).' [Vds 156; Jan 162; Grof 172]
II-3
|