24431 |
pompen van de meikever |
aanzitten:
cassettebandje
anzitte (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
bidden:
bidden
bééje (L381b Pey),
eigen spellingsysteem
baeje (Q021p Geleen),
bäe (Q032p Schinnen),
ideosyncr.
beeien (Q027p Doenrade),
centen tellen:
Gronsveld Wb
sénte telle (Q193p Gronsveld),
fladderen:
fladdere (P219p Jeuk),
gaan toeren:
(? - moeilijk leebaar)
gaon toere (L269p Blerick),
geld tellen:
geld tēlle (Q021p Geleen),
geld tille (L386p Vlodrop),
geldtelle (Q095p Maastricht),
geltj têlle (L375p Wessem),
ziej geltj tèlle (L330p Herten (bij Roermond)),
z’n geld telle (Q098p Schimmert),
ideosyncr.
geljd telle (L374p Thorn),
Veldeke (aangepast)
geld telle (L245b Tienray),
WBD/WLD
géljt téllə (L329p Roermond),
WLD
(geld télle) (L271p Venlo),
geld tellen (L428p Born),
gèldj tèllə (L328p Heel),
pompen:
pompe (Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
WBD
pómpə (L265p Meijel),
WLD
po‧mpe (L289p Weert),
pòmpe (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
pômpe (L271p Venlo),
prediken:
praedigge (Q201p Wijlre),
preken:
preken (L321a Ittervoort),
proberen:
Endepols
probeere (Q095p Maastricht),
razelen:
WLD
ráázələ (L271p Venlo),
slijpen:
WBD/WLD
sjlīēpə (L432p Susteren),
starten:
ideosyncr.
sjtarte (L386p Vlodrop),
tellen:
telle (Q203p Gulpen, ...
Q120p Heerlerbaan/Kaumer,
Q039p Hoensbroek,
Q020p Sittard),
tēlle (L329p Roermond),
tillə (Q207p Epen),
tèlle (Q102p Amby, ...
Q016p Lutterade,
Q101p Valkenburg),
tèllen (L332p Maasniel, ...
Q015p Stein),
tèllə (Q098p Schimmert),
Endepols
telle (Q105p Heer, ...
Q187a Heugem),
ideosyncr.
telle (L329p Roermond),
tèlle (Q020p Sittard),
têlle (L383p Melick),
Veldeke
telle (L322p Haelen, ...
Q117a Waubach),
tèlle (L381p Echt/Gebroek),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
telle (Q203p Gulpen),
WBD/WLD
tellen (L371p Ophoven),
tséllə (Q116p Simpelveld),
téllə (Q038p Amstenrade),
téllən (Q014p Urmond),
WLD
telle (Q111p Klimmen, ...
Q095p Maastricht,
Q196p Mheer),
tellə (Q027p Doenrade, ...
Q109p Hulsberg,
Q033p Oirsbeek),
tēlle (Q021p Geleen),
tĕlle (Q098p Schimmert),
tille (Q208p Vijlen),
tèlle (Q019z Geverik/Kelmond),
tèllə (L429p Guttecoven),
téllə (L164p Gennep, ...
Q096b Itteren),
t‧ɛlə (Q202p Eys, ...
Q203b Ingber),
WLD Franse "fais
téélö (L378p Stevensweert),
torren:
bewegen met de vleugels voor het opvliegen
torə (L424p Meeswijk),
ideosyncr.
tárre (L432p Susteren),
vol pompen:
oude spelling
vol pompe (L265p Meijel),
zich gereed maken:
WBD/WLD
zich gerejd make (L417p As)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)] || torren (ww) vd meikever
III-4-2
|
29093 |
pompen, vermaken |
anderen:
ɛndǝrǝ (Q121c Bleijerheide),
arrangeren:
uraŋžīrǝ (L289p Weert),
corrigeren:
kǫrigērǝ (Q198p Eijsden),
hermaken:
hermaken (K361p Zolder),
hɛrmãkǝ (P219p Jeuk),
hɛrmā.kǝ (K361p Zolder),
hɛrmākǝ (Q007p Eisden, ...
L414p Houthalen,
P047p Loksbergen,
Q197p Noorbeek),
hɛrmǫkǝ (P188p Hoepertingen),
hɛrmǭkǝ (Q083p Bilzen, ...
Q162p Tongeren),
hɛrmǭkǝn (Q071p Diepenbeek),
pompen:
pompen (Q165p Hopmaal, ...
Q015p Stein),
pompǝ (Q027p Doenrade, ...
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren),
pumpǝ (Q083p Bilzen),
pømpǝ (L428p Born),
repareren:
repǝrērǝ (Q009p Maasmechelen),
retoucheren:
rǝtušērǝ (Q200p s-Gravenvoeren),
rǝtūšē̜rǝ (P052p Schulen),
veranderen:
veranderen (Q121c Bleijerheide),
vǝrandǝrǝ (L317p Bocholt, ...
L246p Horst,
L265p Meijel,
L416p Opglabbeek,
Q098p Schimmert,
Q101p Valkenburg),
vǝranǝrǝ (Q003p Genk),
vǝraŋǝrǝ (Q007p Eisden, ...
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
Q113p Heerlen,
L330p Herten,
L298a Kesseleik,
Q016p Lutterade,
Q009p Maasmechelen,
L433p Nieuwstadt,
L270p Tegelen),
vǝrāndǝrǝ (Q174p Herderen, ...
Q088p Lanaken,
Q197p Noorbeek,
L163p Ottersum),
vǝrāŋǝrǝ (Q011p Boorsem),
vǝrɛndǝrǝ (Q113p Heerlen, ...
Q253p Montzen,
Q112p Voerendaal),
vermaken:
vermaken (L282p Achel, ...
L312p Neerpelt),
vǝrmākǝ (Q027p Doenrade, ...
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
L416p Opglabbeek,
L299p Reuver,
Q099q Rothem),
vǝrmǭkǝ (Q083p Bilzen),
verpompen:
vǝrpompǝ (Q099p Meerssen, ...
Q111q Ransdaal,
L271p Venlo),
vǝrpumpǝ (Q083p Bilzen),
verzaten:
vǝrzuǝtǝ (Q083p Bilzen)
|
Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW]
II-7
|
27203 |
pompenkamer |
pompenkamer:
pompǝkamǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits]),
pompǝkāmǝr (Q255p Kelmis),
pǫmpǝkāmǝr (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale]),
pompenkot:
pǫmpǝkǫt (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Maurits]),
pompenzaal:
pompenzaal (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Ondergrondse ruimte waar de pompen stonden. [monogr.] || Ondergrondse ruimte waarin de pompen voor de ontwatering van de mijngangen zijn opgesteld. [monogr.; N 95, 788; Vwo 613; Vwo 614]
II-4, II-5
|
31183 |
pompenmaker |
pompenmaker:
pompenmaker (P176p Sint-Truiden),
pompǝmēkǝr (P192p Voort),
pompǝmē̜kǝr (L381p Echt, ...
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
L423p Stokkem),
pompǝmɛxǝr (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
pumpǝmēkǝr (Q002p Hasselt, ...
P193p Mettekoven),
pōmpǝmē̜kǝr (Q096c Neerharen),
pǭmpǝmē̜kǝr (Q088p Lanaken),
pompenslager:
pōmpǝslē̜gǝr (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
pompenteut:
pompǝntø̜̄t (L381p Echt)
|
Koperslager die zich vooral toelegt op het vervaardigen en plaatsen van waterpompen. Toen in L 329 de waterleiding haar intrede deed, bleef daar aanvankelijk pompenmaker het woord om een loodgieter aan te duiden; thans wordt het woord in deze betekenis vrijwel niet meer gebruikt. [N 66, 56; L 34, 17a; monogr.]
II-11
|
31637 |
pompgat |
gietgat:
gēt˲gat (L423p Stokkem),
overloop:
ø̄vǝrlǭp (L423p Stokkem),
pompengat:
pompǝgāt (L423p Stokkem),
pompgat:
pomp˲gāt (Q098p Schimmert),
pomplok:
pomplǭǝk (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
tuitgat:
tø̜jt˲g ̇āt (L329p Roermond)
|
Het gat in het bovenste gedeelte van het pomphuis waarlangs het water in de pompuitloop kan stromen. In L 423 bestond de overgang tussen de pompuitloop en het pomphuis uit een geelkoperen verdikking die ɛschulpɛ (s0hp) werd genoemd.' [N 64, 133s; N 66, 49s]
II-11
|
31649 |
pomphaak |
ijzeren haak:
īzǝra hǭk (Q098p Schimmert),
pompenhaak:
pompǝhǫǝk (Q121c Bleijerheide, ...
Q117p Nieuwenhagen,
Q118p Schaesberg),
pompǝnhǭk (L291p Helden),
pompenhaakje:
pompǝ-ø̜̄kskǝ (L423p Stokkem),
pomphaak:
pǭmphāk (Q088p Lanaken),
pompijzer:
pomp˱ęjzǝr (L414p Houthalen),
pompijzertje:
pomp˱izǝrkǝ (L423p Stokkem),
slothaak:
šlǭthǭk (L329p Roermond)
|
Lange ijzeren stang met kop en haak waarmee men het slot van een pomp kan openen. De zuiger van de pomp dient daartoe eerst verwijderd te worden. De pomphaak wordt gebruikt bij herstellingen of, bij vriesweer, om de pomp te laten leeglopen. Zie ook afb. 243. [N 64, 134a; N 66, 50a]
II-11
|
31634 |
pomphuis |
lijf:
līf (L423p Stokkem),
pomp:
pomp (L414p Houthalen),
pompenbuis:
pōmpǝbȳs (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen),
pompengehäuse:
pompǝjǝhǫjs (Q121c Bleijerheide),
pompenstevel:
pompǝstīvǝl (Q095p Maastricht),
pomphuis:
pomph ̇ūs (L329p Roermond),
pomphūs (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert)
|
Het cilindervormige pomplichaam waarin de pompzuiger verticaal op en neer beweegt. Het pomphuis wordt aan de bovenzijde afgesloten met een deksel. De taps toelopende onderzijde ervan bevat het pompslot dat verhindert dat opgepompt water terug kan stromen naar de ondergrond. Zie ook afb. 236a. Volgens de invuller uit L 423 werd het pomphuis uit rood koper vervaardigd. Zie voor het woordtype pompenstevel (Q 95) ook het Maastrichts woordenboek, s.v. ɛpómpestievelɛ: "bovenste deel van een pomp, waaraan de benedenbuis is bevestigd."' [N 64, 133e; N 66, 49e; monogr.]
II-11
|
28733 |
pompier |
een die kleder verandert:
ęŋǝ dɛ klęjǝr vǝrɛndǝrt (Q253p Montzen),
herstelwerker:
hɛrstęlwęrǝkǝr (P052p Schulen),
klederlapper:
klęjǝrlapǝr (L417p As),
lapper:
lapǝr (Q071p Diepenbeek, ...
P052p Schulen),
pomper:
pōmpǝr (L246p Horst),
pompeur:
pompø̄r (Q165p Hopmaal),
pompier:
pompier (L428p Born, ...
Q099p Meerssen,
Q111q Ransdaal,
Q015p Stein,
L271p Venlo),
pompjē (Q027p Doenrade, ...
Q095p Maastricht,
Q112p Voerendaal),
pompēr (Q007p Eisden, ...
Q016p Lutterade),
pompīr (Q083p Bilzen),
pǫmpiē (L381p Echt),
pompist:
pompest (K361p Zolder),
pompmaker:
pumpmē̜ǝkǝr (Q198p Eijsden),
retoucheur:
retoucheur (Q165p Hopmaal),
rø̜tyšø̜̄r (Q088p Lanaken),
rǝtušø̄r (Q200p s-Gravenvoeren),
rǝtušø̜̄r (Q083p Bilzen),
rǝtȳšǝr (L364p Meeuwen),
änderungssnijder:
ɛndǝroŋsšnīdǝr (Q121c Bleijerheide)
|
Persoon die kleding verandert of de kleermakersknecht die in de pomp werkt, dat wil zeggen de kleermaker die in een confectiemagazijn het confectiewerk passend maakt. [N 59, 195c]
II-7
|
31633 |
pompketel |
crépine:
krēpin (Q088p Lanaken),
filter:
feltǝr (L423p Stokkem),
føltǝr (L414p Houthalen),
zift:
zef (Q121c Bleijerheide),
zuigkop:
zūxkǫp (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
zuigkorf:
zȳxkø̜rǝf (Q098p Schimmert)
|
Metalen bak met gaten aan de onderzijde van de zuigbuis, die verhindert dat er tijdens het pompen ook vuil in de pomp binnenstroomt. Zie ook afb. 239. [N 64, 133t; N 66, 49t]
II-11
|
31650 |
pompkrabber |
pompschraper:
pompšrāpǝr (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
schrapijzer:
šrap˱īzǝr (Q098p Schimmert)
|
Werktuig om een pomp aan de binnenzijde te reinigen. [N 64, 134b; N 66, 50b]
II-11
|