e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sjees -> rijtuig rijtuig: rijtuûg (Oirlo) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
sjees -> tilbury (wld i.13) tilbury (eng.): tilbriejə (Kapel-in-t-Zand), tilbərie (Diepenbeek), Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  tĭlbəriĕ (Nieuwenhagen), Opm. v.d. invuller: breed, overdekt, met 3 personen naast elkaar.  tilbury (Jeuk) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
sjees -&gt; tonneau (wld i.13) tonneautje (<fr.): Opm. v.d. invuller: open; 2 wielen, trekt op een tilbury.  tonneauke (Jeuk) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
sjees = dogkar (wld i.13) dogkar (<eng.): dokar (Noorbeek), dokkar (Gulpen, ... ), dokkər (Doenrade), (v.).  doͅ.kk‧ār (Eys) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
sjerp band: band (Eksel, ... ), bandj (Tungelroy), bant (Herk-de-Stad), bAnt (Linkhout), bānt (Lommel, ... ), bent (Lommel), bandlint: bantlēnt (Val-Meer, ... ), burgemeestersjaal: børəgəmestəršal (Diepenbeek), burgemeestersjerp: bøgəmēstəršeͅrp (Riksingen), børgəmeͅistəršeͅrp (Mechelen-aan-de-Maas), ceintuur: centuur (Sint-Truiden), sentuur (Borgloon, ... ), çuntuier (Borgharen), ceremoniesjerp: sɛrəmənišeͅrp (Opheers), eresjerp: ērəšeͅrp (Tongeren), ērəšeͅrəp (Eigenbilzen), foulard (fr.): volār (Beringen), grote sjerp: groête sjerp (Bergen), lint: lent (Beringen, ... ), lĕnt (Sint-Truiden), lint (Grazen (WBD), ... ), lintsj (Bocholt), léntš (Bree), lintas: lēntas (Kaulille), processiesjerp: pərseͅsišeͅrp (Stokkem), schleife (du.): [Van Dale (DN): Schleife, 1. strik(je), lus, lint; vlinderdasje]  sjleif (Bleijerheide), schoudersjerp: sjouwersjerp (Stevensweert), schutterssjerp: sjutters sjerp (Maasniel), sierlint: serlint (Mechelen-aan-de-Maas), sjaal: sjal (Lummen), sjarp: sjarp (Neeritter), sjerp: jerp (Thorn), scherp (Brunssum, ... ), sjaerp (Klimmen, ... ), sjerp (Amstenrade, ... ), sjerrep (Margraten, ... ), sjerəp (Velm), sjirp (Baarlo), sjèrp (Eijsden, ... ), sjèrrep (Einighausen, ... ), sjérp (Brunssum, ... ), sjɛrp (Paal), šerp (Bree, ... ), šeͅrp (Beringen, ... ), šeͅrəp (Hasselt, ... ), šɛrp (Wintershoven), šɛrəp (Boorsem), žerəp (Kermt), bv van wol gebreid maar om de h als gedragen  sjerp (Maasbracht), sluier: sjluijer (Haelen), sluier (Ell), sluijer (Nunhem), slør (Achel), slø̄r (Vliermaal), strik: strik (Hoeselt, ... ), tricolor (<fr.): trĕkəlōͅr (Boekt/Heikant), zijden band: zejə bānt (Teuven) sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)] III-1-3
sjoelbak schuifbak: schuiëfbak (Vorsen), sjoelbak: shoelbak (Eigenbilzen), sjoelbak (Amby, ... ), sjulbāk (Venray), sjūlbak (Maastricht), šulbak (Eksel), Recent.  sjoelbak (As) het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] || Sjoelbak. III-3-2
sjoelen sjoelbak spelen: sjoelbak spiële (Bilzen), sjoelbakken: sjoelbakke (Bilzen, ... ), sjoelbakken (Achel, ... ), sjulbakə (Amstenrade, ... ), Antwoord onderlijnd bij de suggesties.  sjoelbakken (Jeuk), sjoelen: sjoele (Alken, ... ), sjoelen (Brunssum, ... ), sjoelle (Bilzen, ... ), sjoelë (Hoeselt), sjoële (Veldwezelt), sjulə (Beesel, ... ), sjūlə (Maastricht, ... ), [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  sjoelen (Heers), of sjoele? [rk; opg. stond in vak pag./nr.]  s}joele (Weert), Ss. sjoelbak.  sjoele (Posterholt), {z. toel.}: wordt niet gespeeld  / (Eksel) het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] || Sjoelen, sjoelbakken. || Sjoelen. III-3-2
sjoelen add. bopspelen: Haringspel, soort sjoelbakken op een vierkante tafel van ongeveer 1,25 meter met gaten op de vier hoeken waar men de schijven die op de tafel lagen in moest laten schuiven. Er waren schijven van verschillende kleuren. Iedere speler had zijn eigen kleur en moest alleen die schijven in de gaten trachten te spelen. De schijven lagen middenin in de vorm van een H. Dit spel werd veel gespeeld in het patronaat s zondags of na de vesper.  bopspeule (Nederweert, ... ) Haringspel (z. toel.) III-3-2
skip skip: skep (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale]  [Domaniale]) Bak waarmee kolen in grote hoeveelheden door de schacht vervoerd kunnen worden zonder dat daarbij gebruik gemaakt hoeft te worden van mijnwagens. Volgens de invuller uit Q 121 werd skipvervoer maar op enkele mijnen toegepast. De Domaniale, de mijn waarvoor hij invult, kende dit systeem bijvoorbeeld niet. [N 95, 77; monogr.] II-5
skipvervoer skipvorderung: skepvø̜rdǝroŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Emma]) Kolenvervoer in een hoofdschacht met behulp van een skip. [monogr.] II-5