21222 |
sjees -> rijtuig |
rijtuig:
rijtuûg (L216p Oirlo)
|
een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21235 |
sjees -> tilbury (wld i.13) |
tilbury (eng.):
tilbriejə (L329a Kapel-in-t-Zand),
tilbərie (Q071p Diepenbeek),
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
tĭlbəriĕ (Q117p Nieuwenhagen),
Opm. v.d. invuller: breed, overdekt, met 3 personen naast elkaar.
tilbury (P219p Jeuk)
|
een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21240 |
sjees -> tonneau (wld i.13) |
tonneautje (<fr.):
Opm. v.d. invuller: open; 2 wielen, trekt op een tilbury.
tonneauke (P219p Jeuk)
|
een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21242 |
sjees = dogkar (wld i.13) |
dogkar (<eng.):
dokar (Q197p Noorbeek),
dokkar (Q203p Gulpen, ...
Q111p Klimmen,
Q033p Oirsbeek),
dokkər (Q027p Doenrade),
(v.).
doͅ.kk‧ār (Q202p Eys)
|
een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18686 |
sjerp |
band:
band (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
K278p Lommel),
bandj (L318b Tungelroy),
bant (P050p Herk-de-Stad),
bAnt (P046p Linkhout),
bānt (K278p Lommel, ...
Q209p Teuven),
bent (K278p Lommel),
bandlint:
bantlēnt (Q178p Val-Meer, ...
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
burgemeestersjaal:
børəgəmestəršal (Q071p Diepenbeek),
burgemeestersjerp:
bøgəmēstəršeͅrp (Q158p Riksingen),
børgəmeͅistəršeͅrp (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ceintuur:
centuur (P176p Sint-Truiden),
sentuur (Q156p Borgloon, ...
Q095p Maastricht),
çuntuier (Q096a Borgharen),
ceremoniesjerp:
sɛrəmənišeͅrp (P222p Opheers),
eresjerp:
ērəšeͅrp (Q162p Tongeren),
ērəšeͅrəp (Q086p Eigenbilzen),
foulard (fr.):
volār (K358p Beringen),
grote sjerp:
groête sjerp (L192p Bergen),
lint:
lent (K358p Beringen, ...
L372p Maaseik,
Q158p Riksingen),
lĕnt (P176p Sint-Truiden),
lint (P108p Grazen (WBD), ...
K317p Leopoldsburg,
P044p Zelem),
lintsj (L317p Bocholt),
léntš (L360p Bree),
lintas:
lēntas (L316p Kaulille),
processiesjerp:
pərseͅsišeͅrp (L423p Stokkem),
schleife (du.):
[Van Dale (DN): Schleife, 1. strik(je), lus, lint; vlinderdasje]
sjleif (Q121c Bleijerheide),
schoudersjerp:
sjouwersjerp (L378p Stevensweert),
schutterssjerp:
sjutters sjerp (L332p Maasniel),
sierlint:
serlint (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
sjaal:
sjal (P051p Lummen),
sjarp:
sjarp (L321p Neeritter),
sjerp:
jerp (L374p Thorn),
scherp (Q035p Brunssum, ...
Q113p Heerlen,
Q204a Mechelen),
sjaerp (Q111p Klimmen, ...
L163p Ottersum),
sjerp (Q038p Amstenrade, ...
L297p Belfeld,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L269p Blerick,
Q211p Bocholtz,
L269b Boekend,
Q035p Brunssum,
L426p Buchten,
L290a Egchel,
L288c Eind,
L320a Ell,
L429p Guttecoven,
L330p Herten (bij Roermond),
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
L426z Holtum,
L325p Horn,
L269a Hout-Blerick,
Q015b Kerensheide,
Q111p Klimmen,
L434p Limbricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L159a Middelaar,
Q022p Munstergeleen,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
Q117p Nieuwenhagen,
L322a Nunhem,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q198b Oost-Maarland,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
Q014p Urmond,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L210p Venray,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
Q104p Wijk),
sjerrep (Q192p Margraten, ...
L289p Weert),
sjerəp (P174p Velm),
sjirp (L295p Baarlo),
sjèrp (Q198p Eijsden, ...
Q039p Hoensbroek),
sjèrrep (L430p Einighausen, ...
Q204a Mechelen),
sjérp (Q035p Brunssum, ...
Q032a Puth),
sjɛrp (K357p Paal),
šerp (L360p Bree, ...
Q096c Neerharen,
L416p Opglabbeek),
šeͅrp (K358p Beringen, ...
Q002p Hasselt,
K278p Lommel),
šeͅrəp (Q002p Hasselt, ...
Q176a Ketsingen,
L422p Lanklaar,
L420p Rotem,
Q162p Tongeren),
šɛrp (Q079a Wintershoven),
šɛrəp (Q011p Boorsem),
žerəp (P055p Kermt),
bv van wol gebreid maar om de h als gedragen
sjerp (L377p Maasbracht),
sluier:
sjluijer (L322p Haelen),
sluier (L320a Ell),
sluijer (L322a Nunhem),
slør (L282p Achel),
slø̄r (Q080p Vliermaal),
strik:
strik (Q077p Hoeselt, ...
Q177p Millen,
L318b Tungelroy),
tricolor (<fr.):
trĕkəlōͅr (K361a Boekt/Heikant),
zijden band:
zejə bānt (Q209p Teuven)
|
sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22408 |
sjoelbak |
schuifbak:
schuiëfbak (P227p Vorsen),
sjoelbak:
shoelbak (Q086p Eigenbilzen),
sjoelbak (Q102p Amby, ...
Q083p Bilzen,
L269p Blerick,
L317p Bocholt,
L428p Born,
L381p Echt/Gebroek,
Q003p Genk,
Q193p Gronsveld,
L429p Guttecoven,
Q120p Heerlerbaan/Kaumer,
L330p Herten (bij Roermond),
Q109p Hulsberg,
Q188p Kanne,
L316p Kaulille,
L369p Kinrooi,
K317p Leopoldsburg,
L267p Maasbree,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
L364p Meeuwen,
L265p Meijel,
L382p Montfort,
L216p Oirlo,
L329p Roermond,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q020p Sittard,
K359a Stal,
Q015p Stein,
Q015p Stein,
L331p Swalmen,
L245b Tienray,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo),
sjulbāk (L210p Venray),
sjūlbak (Q095p Maastricht),
šulbak (L353p Eksel),
Recent.
sjoelbak (L417p As)
|
het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] || Sjoelbak.
III-3-2
|
22477 |
sjoelen |
sjoelbak spelen:
sjoelbak spiële (Q083p Bilzen),
sjoelbakken:
sjoelbakke (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
L320a Ell,
Q207p Epen,
Q018p Geulle,
Q203p Gulpen,
L328p Heel,
Q096b Itteren,
L321a Ittervoort,
Q188p Kanne,
Q111p Klimmen,
L267p Maasbree,
L382p Montfort,
L294p Neer,
Q033p Oirsbeek,
L387p Posterholt,
Q012p Rekem,
L329p Roermond,
Q200p s-Gravenvoeren,
Q098p Schimmert,
L266p Sevenum,
L331p Swalmen,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
L374p Thorn,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
Q117a Waubach,
Q201p Wijlre),
sjoelbakken (L282p Achel, ...
L353p Eksel,
L320c Haler,
Q039p Hoensbroek,
K278p Lommel,
L371p Ophoven,
K357p Paal,
Q014p Urmond),
sjulbakə (Q038p Amstenrade, ...
Q117p Nieuwenhagen),
Antwoord onderlijnd bij de suggesties.
sjoelbakken (P219p Jeuk),
sjoelen:
sjoele (P120p Alken, ...
L269p Blerick,
Q027p Doenrade,
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
L322p Haelen,
Q203b Ingber,
L329a Kapel-in-t-Zand,
L320b Kelpen,
Q016p Lutterade,
Q095p Maastricht,
L217p Meerlo,
Q034p Merkelbeek,
Q196p Mheer,
L433p Nieuwstadt,
Q033p Oirsbeek,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q032p Schinnen,
L331p Swalmen,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L210p Venray),
sjoelen (Q035p Brunssum, ...
Q086p Eigenbilzen,
P188p Hoepertingen,
P219p Jeuk,
K317a Kerkhoven,
L298a Kesseleik,
K359p Koersel,
L383p Melick),
sjoelle (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen,
L331p Swalmen,
L386p Vlodrop),
sjoelë (Q077p Hoeselt),
sjoële (Q091p Veldwezelt),
sjulə (L300p Beesel, ...
Q202p Eys,
L164p Gennep,
Q113p Heerlen,
L265p Meijel,
Q117p Nieuwenhagen,
L432p Susteren,
L271p Venlo),
sjūlə (Q095p Maastricht, ...
L299p Reuver),
[Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]
sjoelen (P197p Heers),
of sjoele? [rk; opg. stond in vak pag./nr.]
s}joele (L289p Weert),
Ss. sjoelbak.
sjoele (L387p Posterholt),
{z. toel.}:
wordt niet gespeeld
/ (L353p Eksel)
|
het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] || Sjoelen, sjoelbakken. || Sjoelen.
III-3-2
|
23086 |
sjoelen add. |
bopspelen:
Haringspel, soort sjoelbakken op een vierkante tafel van ongeveer 1,25 meter met gaten op de vier hoeken waar men de schijven die op de tafel lagen in moest laten schuiven. Er waren schijven van verschillende kleuren. Iedere speler had zijn eigen kleur en moest alleen die schijven in de gaten trachten te spelen. De schijven lagen middenin in de vorm van een H. Dit spel werd veel gespeeld in het patronaat s zondags of na de vesper.
bopspeule (L288p Nederweert, ...
L288a Ospel)
|
Haringspel (z. toel.)
III-3-2
|
28248 |
skip |
skip:
skep (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Bak waarmee kolen in grote hoeveelheden door de schacht vervoerd kunnen worden zonder dat daarbij gebruik gemaakt hoeft te worden van mijnwagens. Volgens de invuller uit Q 121 werd skipvervoer maar op enkele mijnen toegepast. De Domaniale, de mijn waarvoor hij invult, kende dit systeem bijvoorbeeld niet. [N 95, 77; monogr.]
II-5
|
28249 |
skipvervoer |
skipvorderung:
skepvø̜rdǝroŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Emma])
|
Kolenvervoer in een hoofdschacht met behulp van een skip. [monogr.]
II-5
|