e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
strafschop elfmeter, elver: Karte 171.  Elfmeter, Elver (Eupen, ... ), penal: p`nal (Bocholt), Een penalty [penal] schieten.  pənal (Hamont), Penal.  pənal (Hamont), S. pinalti.  pi`nøl (Gemmenich), penalie: p`nalie (Eigenbilzen), penalty (eng.): (pinanti) (Linne), p`naltie. (Kaulille), p`nantie. (Kaulille), pena.ltie (Zolder), penaaltie (Margraten), penaantie (Margraten), penal`ty (Waubach), penalte (Borlo), penalti (Eupen, ... ), penaltie (Blerick, ... ), penalty (Brunssum, ... ), penanti (Merkelbeek), penantie (Baexem, ... ), penanty (Blerick, ... ), pena͂ntie (Maasbracht), pennalti (Mechelen-Bovelingen), penneltie (Beesel), pennetie (Broekhuizenvorst), penál.tie (Hasselt), pi`na.lti (Gemmenich), pi`nalti (Bocholt), pienantie (Ell, ... ), pinalti. (Kwaadmechelen), pinaltie (Echt/Gebroek), pinantie (Itteren, ... ), pinnənti (Beek (bij Bree)), plantie (Stokkem), pê-nal-ti (Widooie), pënaltie (Herten (bij Roermond)), pënnelti (Hoeselt), pə`nalti (Bocholt), pəna.lti: (Kortessem), pəna.nti (Genk), pənalti (Meeuwen, ... ), pənanti (Houthalen), pənantie (Posterholt), pənántie (Geistingen), Beschaafder.  pəna.lti (Genk), Dat was geen penalty [dä was ch@n\\ penanti`j].  penalti`j (Lommel), penanti`j (Lommel), Driemaol körner penantiej!  pənantie:j (Roermond), Eng. penalty straf, boete.  pénnaltï (Tongeren), Eng. penalty.  pena.ltie (Zonhoven), pena.ntie (Zonhoven), Engels: penalty.  penantie (Geistingen), Karte 171.  penalty/penanty (Aubel, ... ), Klemtoon op -a-!  pənantie (Berg-en-Terblijt), Klemtoon op 2e lettergr. en Holl. uitspraak.  penalty (Horn), Ne penalty stampen.  pənalti (Zonhoven), Penalty.  pəna.lti (Hasselt), t Meest gebruikt.  penantie (Beesel), Zonder L; klemtoon 2e lett.  penantie (Roermond), penant: Dat was geen penalty [dä was ch@n\\ penanti`j].  penant (Lommel), pingel: Afl. pingeleer: pingelaar (spec. bij het voetballen).  pingel (Swalmen), strafschop: sjtraof-sjup (Nieuwstadt), strafschop (Grubbenvorst, ... ) (Bij het voetballen) Strafschop, penalty. || (Sport): Strafschop (voetbal). || Elfmeter (im Fussballspiel). || Hij heeft de bal men de hand aangeraakt, het is ... [DC 49 (1974)] || Panalty [sic: penalty]. || Penalty, penanty. || Penalty, strafschop. || Penalty. || Penalty: penalty. || Penalty: sportterm. || Penalty: Strafschop (voetb.). || Pinalti: (Fussb.) Elfmeter. || Pinöl: (Fussb.) Elfmeter. || Strafschop (Engels penalty). || Strafschop in voetbal. || Strafschop zonder hindering op doel (voetbal). || Strafschop, penalty. || Strafschop. [DC 49 (1974)] || Strafschop: Eng. penalty (voetbal). III-3-2
straling kraak: krowk (As), neep: nē̜.p (Zolder), plooi: ploj (Zolder), pluj (Doenrade, ... ), rekking: rekking (Hopmaal), ruimte: ruimte (Stein), rȳmtǝ (Geleen), schuinse plooi: šø̜jnsǝ pluj (Lanaken), slechte pasvorm: šlē̜xtǝ pasvø̜rǝm (Eijsden), straal: strǭl (Echt), straling: strǭleŋ (Eisden), trekking: tręǝkeŋ (Horst), valse plooi: valsǝ plūj (As), vālsǝ pluj (Lanaken), (mv)  valsǝ plōjǝ (Schulen), valse trekking: valse trekking (Reuver), valse vouw: valsǝ vǭw (Meijel), vloeide: vlø̄jdjǝ (Neeroeteren) Straling of trekking in het pand door een te kleine vulling of doordat het binnenwerk te klein staat. [N 59, 95] II-7
strek breedte: brɛjtǝ (Oud-Caberg), dikte: dektǝ (Bilzen), hoge kant: huǝgǝ, huǝx kant (Klimmen), hūgǝ kānt (Noorbeek, ... ), hoge zijde: huǝx ˲zi (Kerkrade), kant: kant (Bilzen), korte strek: kortǝ strek (Bree), korte zijde: kotǝ z ̇i (Kerkrade), lange kant: laŋǝ kant (Maastricht), laŋǝ kaŋk (Tegelen), lange zijde: laŋ zi (Tungelroy), lange, smalle zijde: laŋ šmāl zij (Waubach), neg: nęx (Bilzen), panneresse: panrɛs (Bilzen), panneresse-kant: panrɛskant (Mopertingen, ... ), platte kant: platǝ kant (Weert), rek: ręk (Ell), rɛk (Weert), ruwe zijde: rǫw ziǝ (Bleijerheide), smalle zijde: šmāl zi (Jabeek), strek: strek (Berverlo, ... ), stręk (Maasbree, ... ), strɛk (Bilzen, ... ), štrek (Panningen, ... ), štręk (Helden, ... ), štrɛk (Bleijerheide, ... ), strekkant: štrɛkkānt (Eys), streklaag: štreklǭx (Ulestraten), štrɛklǭx (Klimmen), streksteen: štrekštęjn (Schimmert), štrę ̝kštęjn (Montfort), strekzijde: štrek˲zij (Klimmen), štrɛk˲zi.j (Heerlen), strijkzijde: štrī̄.k˲zij (Waubach), voorkant: vø̄̄rkant (Gronsveld, ... ), vęrkant (Meeuwen), zijde: zi (Nunhem), zij (Hoensbroek), zijkant: zajkant (Sint-Truiden), zijkanjt (Neeritter), zēkánt (Loksbergen), zē̜kant (Tessenderlo), zęjkant (Genk, ... ), zęjkānt (Lommel) De lange smalle zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17b; N 98, 173; monogr.] II-8
strekel, wetstok lat: lat (Piringen, ... ), slijp: slēp (Riemst), slijper: slipǝr (Grathem), slipǝrt (Oost-Maarland), slijplat: sliplat (Neerharen), slijpstek: slēpstęk (Val-Meer), slīpstɛk (Maasmechelen), spaan: (ouder dan streek)  spǭn (Kessenich), strank: strank (Hulst Konijnsberg), streek: strei̯.k (Alken, ... ), strei̯k (Donk, ... ), strē.k (Achel, ... ), strēi̯.k (Kortessem, ... ), strēk (Baexem, ... ), strē̜k (Rosmeer), stręi̯.k (Berlingen, ... ), stręi̯k (Binderveld, ... ), strī.k (Beek, ... ), strīk (As, ... ), strīę.k (Bilzen, ... ), strīǝ.k (Beverst, ... ), strīǝk (Henis), štrē.k (Herten, ... ), štrēk (Baexem, ... ), štrē̜k (Heythuysen, ... ), streekhout: strēkhǫu̯t (Kortessem), štrīkhǫu̯t (Kessel), streeklat: strē̜klat (Aalst, ... ), streekstek: strēkstęk (Maaseik), strī.kstęk (Neerharen), streekstok: strī.kstǫk (Boorsem), strekel: strēi̯kǝl (Oostrum), strēkǝl (Afferden, ... ), strē̜kǝl (Maasbree, ... ), strīkǝl (Vlodrop), štrēkǝl (Baarlo, ... ), strijker: strīkǝrt (Echt), štrīkǝr (Gronsveld, ... ), štrīxǝr (Bocholtz), wetspaan: wetspaan (Houthalen), wetstreek: wętstrēk (Berverlo, ... ), wetstrekel: wetstrekǝl (Meijel) Het gaat in dit lemma over de houten strekel of wetstok, met uitsluiting van de cementen strekel en de wetsteen, die in de volgende lemma''s ter sprake komen. Voor vorm en gebruik van de strekel, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Daar werd al opgemerkt dat het oorspronkelijke onderscheid tussen strekel en wetsteen welhaast is verdwenen. Daar het hier uitdrukkelijk over de houten strekel gaat, zijn de opgaven en aantekeningen als "steen die zo in de handel is" of "met cement eraan" ondergebracht bij wetsteen of cementen strekel; de opgaven voor "strekel" waarin het element "steen" voorkwam waren alle identiek aan de opgaven voor "wetsteen" in de betreffende plaats en zijn dan ook in het lemma ''wetsteen'' ondergebracht. Veel informanten hebben aangetekend dat de houten strekel "heel oud", "nu in ongebruik", "vroeger een eikehouten pen, thans een slijpsteen" (Q 211) was, of dat het "de oudere manier" van strijken was, die nu niet meer voorkomt. In een zevental plaatsen wordt opgemerkt dat men streek met de mathaak; het gaat hier kennelijk om het strijken van de zicht. Het betreft de opgaven mathaak in Q 179; zichtlat in P 197, Q 166 en 242, en zichthaak in P 224, Q 167 en 174. Zie afbeelding 9, nummer 3, waarop de strekel is vastgemaakt aan de steel van de zeis, zoals beschreven in de algemene toelichting bij de paragraaf over de zeis. Opvallend is de afwezigheid van materiaal in Zuidelijk Nederlands Limburg. Kennelijk zijn daar de strekel en het erbij horende zandblok ook uit de herinnering van de informanten verdwenen, of werd vanouds de zeis en de zicht met de wetsteen alleen gewet. Dit laatste werd bovendien in Belgisch Limburg uitdrukkelijk opgegeven in L 419, 423, 424, P 192, Q 6, 7, 10, 12, 13, 88, 91, 94, 155, 156, 157, 159, 170, 171, 172, 179 en 188. [N 18, 80; N 18, 67g; JG 1a, 1b; A 4, 28f; A 23, 16II; L 20, 28f; Lu 1, 16II; Gwn 7 add; monogr.] I-3
strekhamer gladhamer: jlɛthamǝr (Bleijerheide), slaghamer: slāx˱āmǝr (Stokkem), slechthamel: šlɛxhāmǝl (Roermond), strekhamel: štrekhāmǝl (Swalmen), strekhamer: strekhāmǝr (Montfort), strękhāmǝr (Venray), štrękhamǝr (Kerkrade), štrɛkhāmǝr (Helden, ... ), vlakhamer: vlakhāmǝr (Venray) In het algemeen een hamer voor het gladhameren van metalen voorwerpen. De strekhamer kan verschillende vormen hebben. Zie ook afb. 162. [N 33, 67; N 64, 39k; N 66, 6k; monogr.] II-11
strekijzer baguette: baqɛt (Eisden  [(Eisden)]   [Zolder]), haken: huǫkǝ (Zolder  [(Zolder)]   [Zwartberg, Waterschei]), ijzeren schoor: īzǝrǝ šǭr (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Maurits]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), ijzeren wâde: ejzǝrǝ wāt (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]), klam: klam (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]), poussard: poussard (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Eisden]), schoor: šǭr (Geleen  [(Maurits)]   [Zwartberg, Waterschei]), schoorijzer: šǭrīzǝr (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]), speciaal poussard: speciaal poussard (Eisden  [(Eisden)]   [Eisden]), spreize: šprę.jts (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Winterslag, Waterschei]), strekijzer: štrękīzǝr (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), štrɛkīsǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), štrɛkī.zǝr (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Domaniale]), štrɛkīzǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Willem-Sophia]  [Domaniale, Wilhelmina]  [Julia]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Domaniale]), štr˙ɛk˱ī.zǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Laura, Julia]), strekkenijzer: štrɛkǝīzǝr (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]) IJzer voorzien van haak en klem om metalen ondersteuningen in een mijngang tegen verschuiven te verankeren. [N 95, 365; N 95, 416; monogr.] II-5
strekkenlaag gewone laag: gǝwuwǝn lǭx (Tessenderlo), gǝwōwǝn lāx (Lommel), laag: loax (Houthalen), lǫax (Waubach), lǭx (Haler), panneresse: dǝ panrɛs (Bilzen), panrɛxs (Maastricht), panneresse-laag: panrɛsluǝf (Bilzen), panrɛslōx (Sint-Truiden), panrɛslǭx (Mopertingen), platte laag: platǝ lǭx (Rothem, ... ), platǝ lǭǝx (Hoensbroek), reklaag: ręklǭx (Ell, ... ), rɛklǭx (Tungelroy, ... ), strek: štrɛk (Gronsveld, ... ), strekkenlaag: strekǝlǭx (Meeuwen, ... ), strɛkǝlǭx (Maastricht), štrɛkǝlǫax (Kerkrade), streklaag: strekloāx (Meeuwen), streklǭx (Berverlo, ... ), striklǭx (Ottersum), stręklǭx (Maasbree, ... ), strɛklǭx (Tessenderlo), štreklǭx (Helden, ... ), štręklǭx (Houthem, ... ), štrɛklǫax (Bleijerheide, ... ), štrɛklǭx (Eys, ... ), štrɛklǭǝx (Heerlen, ... ), strekse laag: streksǝ lǭx (Leunen, ... ), strɛksǝ lǭx (Heythuysen), štrɛksǝ lǭx (Susteren, ... ), streksteen: štrɛkštē (Kerkrade) Laag in lengterichting liggende bakstenen. Zie ook het lemma 'Strek' in wld ii.8, pag. 75 en afb. 41. [N 31, 23a; monogr.] II-9
strekkenmaat rekmaat: rɛkmǭt (Weert), strekkenmaat: strekǝmoat (Meeuwen), strɛkǝmǭt (Maastricht) De lengte van de strek van een baksteen plus één voeg. Onder de strek verstaat men de lange, smalle zijde van een metselsteen. Zie ook het lemma 'Strek' in wld ii.8, pag. 75. [N 31, 8a] II-9
strekkenverdeellat strekkenlat: štrɛkǝlat (Hoensbroek) Maatlat die is onderverdeeld in eenheden die ieder de lengte van één steen plus één voeg groot zijn. [N 31, 8a] II-9
strekking het strijken: ǝt štrixǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Domaniale]), ǝt štrīkǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Domaniale, Wilhelmina]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), het strijken van de laag: dt štrikǝ van dǝ loax (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Emma]), horizontale lijn: horizontale lijn (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Laura, Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), laagverloop: loǝxvǝrlōp (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Emma, Maurits]), strekking: štrɛkeŋ (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Maurits]), streklijn: štrɛklīn (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Als de hellende koollaag het horizontale vlak, bijvoorbeeld de "verdieping", snijdt, kan men zich een snijlijn denken. Deze snijlijn loopt dus altijd horizontaal en ligt tegelijkertijd in de koollaag. Dit is de strekkingslijn of de strekking. [N 95, 519; N 95, 393; monogr.] II-5