e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwoed kaarter kaartboks: kaartbòks (Venray), kaartmajoor: kaartmajoeër (Meerlo, ... ), kaartméjoeër (Venray), kaartmeun: kaatmeun (Kerkrade), kaartmoer: kaartmoeër (Meerlo, ... ), kaartmoo:r (Roermond), kaartmoor (Geistingen, ... ), kaartmouer (Sittard), kaartmouwer (Sittard), kaatmoor (Bocholtz, ... ), käortmoor (Gronsveld), Ss. sub kaart.  kaartmoor (Echt/Gebroek), Sub kaart.  kaartmoor (Uikhoven), Sub kaarte.  kaartmoór (Weert) Fanatieke kaarter. || Hartstochtelijk kaartspeler. || Hartstochtelijke kaarter. || Iemand die graag en veel kaartspeelt. || Iemand die verlekkerd is op kaarten. || Iemand die verzot is op kaarten. || Iemand die verzot is op t kaartspel. || Kaartmaniak. || Man die verzot is op kaarten. || Verwoed kaartspeelster of -speler. || Verwoed kaartspeler, -speelster. || Verwoed kaartspeler. || Verwoede kaartspeler, -speelster. || Vrouw die verzot is op kaarten. || Zie kaartbòks [Iemand die verzot is op kaarten]. III-3-2
verwoed kaarter add. verzot op kaarten: Sub verzot: Hij is verzot op kaarten.  vərzoͅt op koͅuərtən (Lommel) Verzot op kaarten. III-3-2
verwonder staan (vewonderen) verwonderen: verwoondere (Castenray, ... ) verwonderen III-1-4
verwonderd staan (verwonderen) verwonderen: verwoondere (Merselo) verwonderen III-1-4
verzakt spoor ophogen dompen: dõmpǝ (Nunhem), dōmpǝ (Maastricht), dǫmpǝ (Spekholzerheide), omhoogrippen: ǫm(h)ǫwxrepǝ (Bilzen), opdompen: op˱dompǝ (Panningen), ǫp˱dumpǝ (Nunhem), ǫp˱dõmpǝ (Venray), ǫp˱dǫmpǝ (Echt), ophogen: ǫphyǝgǝ (Klimmen), ǫphø̄̄ǝgǝ (Tegelen), opstoppen: opstǫpǝ (Milsbeek), spoor lichten: špōr lextǝ (Nunhem), špōr løxtǝ (Sittard) [N 98, 57; monogr.] II-8
verzegeld broed bruin broed: brun bro.t (Dilsen), brø̜jn brut (Kerkhoven), gesloten broed: gesloten broed (Born, ... ), gǝslōtǝ brōt (Geistingen, ... ), gǝslǫtǝ bruwǝt (Zepperen), gǝšloǝtǝ brut (Heerlen), gǝšlǭtǝ brut (Asenray / Maalbroek, ... ), gǝšlǭtǝ brōt (Beek, ... ), gesloten dop: gesloten dop (Neer), (mv)  gǝšloǝtǝ døp (Heerlen), gǝšlǭtǝ dø̜p (Herten), gesloten koninginnedop: gǝšlǭtǝ kø̄neŋenǝdop (Beek), grauw broed: grauw broed (Opglabbeek), melkbroed: mɛlkbrōt (Noorbeek, ... ), poptoestand: poptuštant (Beek), rijp broed: ri.p brōt (Weert), toe broed: tu brōt (Venlo), tǫw bryt (Houthalen), toeë dop: tuwǝn dop (Stein), (mv)  tuǝ dǫpǝn (Tessenderlo), verdekseld broed: vǝrdeksǝlt brūt (Montzen), verzegeld broed: verzegeld broed (Born, ... ), vǝrzēgǝlt˱ broǝt (Hasselt), vǝrzēgǝlt˱ brut (Meijel), vǝrzēgǝlt˱ bruǝ.t (Diepenbeek), vǝrzēgǝlt˱ bryt (Houthalen), vǝrzēgǝlt˱ brōt (Maasmechelen, ... ), vǝrzīgǝlt˱ brut (Genk) Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a] II-6
verzegelde honing gesloten honing: gesloten honing (Zepperen), gezegelde honing: gezegelde honing (Opglabbeek, ... ), gǝzēgǝldǝ hōneŋ (Diepenbeek), gǝzīgǝldǝ huǝneŋ (Genk, ... ), korfhoning: kø̜rfhuneŋ (Wellerlooi), opgedekte raat: opgǝdęktǝ rǭt (Noorbeek, ... ), rijpe honing: rijpe honing (Asenray / Maalbroek, ... ), ripǝ honeŋ (Venray), rīpǝ hōneŋ (Peij), verzegelde honig: vǝrzēgǝldǝ hø̜nex (Tessenderlo), verzegelde honing: verzegelde honing (Asenray / Maalbroek, ... ), vǝrze.gǝldǝ ho.neŋ (Dilsen), vǝrzēgǝldjǝ hu.neŋ (Weert), vǝrzēgǝldjǝn hōneŋ (Geistingen), vǝrzēgǝldǝ honeŋ (Horst, ... ), vǝrzēgǝldǝ hø̄ǝneŋ (Hasselt), vǝrzēgǝldǝ hōneŋ (Asenray / Maalbroek, ... ), vǝrzęjgǝldǝ ǫwneŋ (Sint-Truiden), verzegelde raat: vǝrzēgǝldǝ rǭt (Asenray / Maalbroek), vǝrzīgǝldǝ rǭt (Noorbeek, ... ), zegelhoning: zegelhoning (Herkenbosch), zēgǝlhoneŋ (Ysselsteyn) Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.] II-6
verzegelen sluiten: slātǝ (Rummen), verdekselen: vǝrdeksǝlǝ (Montzen), verzegelen: verzegelen (Asenray / Maalbroek, ... ), vǝrziǝgǝlǝ (Heerlen), vǝrzēgǝlǝ (Beek, ... ), vǝrzēgǝlǝn (Dilsen), vǝrzęjgǝlǝ (Sint-Truiden, ... ), vǝrzīgǝlǝn (Genk, ... ), (voltooid deelwoord)  vǝrzīgǝlt (Noorbeek, ... ), zegelen: zīgǝlǝn (Millen) Het sluiten van de cellen door de werkbijen met een dekseltje van was. Dit sluiten of verzegelen gaat onmiddellijk vooraf aan het poppestadium van de larven. [N 63, 23a; Ge 37, 71] II-6
verzetten aan de man brengen: ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.  aan de man brengen (Wellen), een grote afzet hebben: ps. omgespeld volgens Frings.  eͅi nə grutən āfzeͅt (Velm), omzetten: umgezatte (Leuken), Opm. "hae verzet gemiddeld vur doezend gölde per daag".  omzetten (Tegelen), Opm. betekent: veranderen van eigenaar.  umzetten (Baarlo), ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  ōm zetten (Urmond), ps. omgespeld volgens Frings.  omzeͅt (Opglabbeek), omzeͅtə (Lanklaar, ... ), ōmzeͅtə (Stokkem), umzɛtə (Rotem), ømzetə (Teuven), opleveren: opleveren (Grathem), opschorten: opschorte (Venlo), ruisel (zn.): roesjel (Swalmen), tegenhouden: ps. omgespeld volgens Grootaers.  tēgəha͂ (Opheers), tegenop komen: ps. omgespeld volgens Frings.  tēgənoͅp kōmə (Lanklaar), uitstellen: uitstellen (Wolder/Oud-Vroenhoven), van de hand doen: ps. omgespeld volgens Frings.  van də hand dun (Mechelen-aan-de-Maas), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje achter hand heb ik letterlijk overgenomen (of bedoelt invuller dit als een "glottishslag": ¿).  van də hand⁄ dōn (Ophoven), verkopen: ps. omgespeld volgens Frings.  vərkupə (Lummen), verpanden: (= verzette; eventueel naar de lommerd brengen).  verpanden (Hoensbroek), verzetten: verzetten (Grathem), (= omzetten van goederen).  verzette (Valkenburg), (= verkoop trachten tegen te houden).  verzette (Klimmen), (= verkopen met het doel een ander beest, met andere hoedanigheden daarvoor in de plaats te kopen.  verzĕĕtte (Panningen), (= zich tegen de prijs der goederen verzetten).  zich verzetten tège (Jabeek), ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.  verzetten (Holtum), ps. niet omgespeld!  verzĕtte (Heythuysen), ps. omgespeld volgens Frings.  hīəl wat vərzøtə (Bree), vərzēͅtə (Hasselt), vərzeͅtə (Diepenbeek, ... ), vərzeͅtən⁄ (Lommel), zix vərzeͅtə (Zichen-Zussen-Bolder), ⁄vər⁄zēͅtə (Boekt/Heikant), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  vər⁄zeͅtən (Neerpelt), zich bedenken: ps. omgespeld volgens Frings.  ex heͅp mex bədaxt (Opglabbeek) Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)] III-3-1
verzinken doordrijven: dōrdrīvǝ (Geulle, ... ), doorjagen: dowǝrjǭgǝ (Wellen), drijven: drīvǝ (Mechelen), indrijven: edrīvǝ (Bleijerheide), endrī.vǝ (Venlo), endrīvǝ (Posterholt, ... ), nagelen doorhouwen: nē̜gǝl dø̜r(h)ōǝ (Bilzen), nagels doorslagen: nǭgǝls˱ dørslǭgǝ (Tessenderlo), nagels drijven: nāgǝls˱ drīvǝ (Ottersum), verzinken: vǝrzɛŋkǝ (Herten) Een spijkerkop met behulp van een drevel tot beneden het oppervlak van het hout indrijven. [N 54, 139a] II-9