e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstelbare sponningschaaf regelbare rabatschaaf: rēgǝlbōrǝ rabatsxǭf (Leopoldsburg), schaaf met verstelbare zool: šāf met ˲vǝrštɛlbārǝ zǭl (Herten), verstelbare rabatschaaf: vǝrštęlbār rābatšāf (Sint Odilienberg), vǝrštęlbārǝ rābatšāf (Tegelen), verstelbare schaaf: vǝrštęlbārǝ šāf (Reuver), verstelbare sponningschaaf: vǝrstęlbārǝ sponeŋsxāf (Venlo), vǝrštelbārǝ špǫneŋšāf (Mechelen), vǝrštɛlbārǝ špǫneŋšāf (Herten), verstelbare spundhobel: vǝrštɛlbārǝ špoŋkhubǝl (Bleijerheide), verstelschaaf: vǝrstɛlšāf (Geulle) Sponningschaaf met verstelbare geleider(s), zodat de breedte en eventueel ook de diepte van de te schaven groef geregeld kan worden. [N 53, 65; N 53, 63b] II-12
verstelbare voerluiken bakdeuren: bak˱dø̄rǝn (Neerpelt), hooiloker: høi̯lǭkǝr (Ransdaal), kleppen: klɛpǝ (Halen), koedekken: kudękǝ (Leuken), kudɛkǝ (Ell, ... ), kōdɛkǝ (Grathem), kǫu̯dɛkǝ (Ospel), koedeurtje: kūdi̯ęrkǝ (Grote-Spouwen), koeiendekken: kui̯ǝndękǝ (Meldert), kødękǝ (Lanklaar), kø̄i̯dękǝ (Maastricht), koeienhekken: kø̄i̯hɛkǝ (Holtum), luiken: lūkǝ (Montfort), planken: plaŋkǝ (Boekt Heikant), trogluik: trǭxlūk (Swalmen), voederklep: vui̯ǝrklɛp (Diepenbeek), voerdeurtje: vurdø̜rkǝ (Achel), voergat: vōrgāt (Opglabbeek), voerluiken: vōrlūkǝ (Haelen, ... ), (enk)  vōrluu̯k (Rotem), voerplank: vōrplaŋk (Blerick) Verstelbare luiken, die de voergang afscheiden van de voerbak en de koeienstand, komen vooral in het noorden van Nederlands-Limburg voor. Door de luiken wordt het voer vanuit de voergang in de voerbak gedaan. Waar deze onbekend zijn, zijn vaak benamingen voor een ruif voor koeien vermeld. Deze zijn verzameld in het lemma "ruif voor de koeien" (2.2.19). [N 5 A, 37d; monogr.] I-6
verstellen flikken: flekǝ (Bleijerheide, ... ), herstellen: herstellen (Oostham), lap inzetten: lap enzɛtǝ (Houthalen), lap inzetten (Oostham), lap op naaien: lap op nē̜jǝ (Ottersum), lap op nɛ̄jǝ (Meijel), lap opzetten: lap opzetten (Neerpelt), lap opzɛtǝ (Noorbeek), lap upsętǝ (Tessenderlo), lappen: lappen (Achel, ... ), lapǝ (Eigenbilzen, ... ), lapperen: lɛpǝrǝ (Boorsem), oplappen: oplappen (Achel, ... ), oplapǝ (Bocholt, ... ), opzetten: opzetǝ (Kesseleik), repareren: repareren (Jeuk), repǝrērǝ (Hasselt, ... ), stuk derop zetten: štøk drop sętsǝ (Bleijerheide), štøk dǝrop zɛtǝ (Schimmert), stuk inzetten: stuk inzetten (Diepenbeek), støk ęjnzętǝ (Hoepertingen), stē̜k ęnzɛtǝn (Munsterbilzen), štøk enzɛtǝ (Schimmert), stuk opzetten: stuk opzetten (Neerpelt), stø̜k opzętǝ (Maasmechelen), stukken: støkǝ (Afferden, ... ), stø̜kǝ (Blerick, ... ), štøkǝ (Mechelen, ... ), štø̜kǝ (Amby, ... ), stukkeren: støkǝrǝ (Baarlo), stø̜kǝrǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), štøkǝrǝ (Eys, ... ), štø̜kǝrǝ (Brunssum, ... ), uitstukken: ytstøkǝ (Blitterswijck, ... ), ūtstøkǝ (Boorsem), ūtstø̜kǝ (Helden, ... ), uitstukkeren: øtjstøkǝrǝ (Meijel), ūtstøkǝrǝ (Thorn, ... ), ūtstø̜kǝrǝ (Urmond, ... ), ūtštøkǝrǝ (Munstergeleen, ... ), ūtštø̜kǝrǝ (Beegden, ... ), verlappen: vǝrlapǝ (As), verstellen: verstellen (Meerssen, ... ), vǝrstɛlǝ (Schulen), verzaten: vǝrzoǝtǝ (Bilzen, ... ), vǝrzǭtǝ (Maastricht) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
versterkte zijwand, dijk dijk: dēk (Kortessem), dęek (Hoeselt), dę̄k (Alken, ... ), dī.k (Aldeneik, ... ), molendijk: mø.lǝndī.k (Kessenich, ... ), mø̄jlǝdę̄k (Groot-Gelmen), mīǝ.lǝdī.k (Opglabbeek), mīǝ.lǝndī.k (Neeroeteren, ... ), zijwand: zęjwānt (Kuringen), zęǝwānt (Diepenbeek, ... ) Dijk vōōr de sluizen, meestal aan die kant van de beek waar de bewoners van de molen het meest komen. De dijk bestaat uit planken die tegen rechtstaande spijlen bevestigd zijn of is een versteviging uit aarde of beton en loopt gewoonlijk vier of vijf meter verder stroomopwaarts dan de vloer. Zie ook afb. 67. [Vds 31; Jan 29; Grof 35] II-3
verstevigingsbalk jok: jox (Kelmis) Balk ter versteviging van een schacht of een hulpschacht. Deze werd aangebracht wanneer de toestand van het gesteente dit vereiste. Vier van deze balken vormden samen een ondersteuning. Voor een schacht werd vierkant eikenhout gebruikt en voor een hulpschacht rond dennenhout. [monogr.] II-4
verstevigingsspijlen dwarsspijlen: dwarsspilǝ (Venray), houten spijlen: hōtǝ špilǝ (Heerlen), korfstekker: kɛrfstɛkǝr (Genk), pennen: (enk)  pɛ̄n (Montzen), reutelstekken: rø̄tǝlstɛkǝ (Weert), roerstekken: rø̄ǝrstɛkǝ (Venlo), speetstekken: špētstɛkǝ (Asenray / Maalbroek  [(gespleten)]  ), (enk)  spētstɛkǝ (Houthalen), speetstekker: speǝtstɛkǝr (Zonhoven  [(stokken die in een kaar gestoken worden waartegen de bijen hun wastafels kunnen maken)]  ), spieën/spijen: spęjǝ (Diepenbeek), spijlen: spi-jlǝ (Peij), spilǝ (Born, ... ), spilǝn (Dilsen), spīlǝ (Maaseik, ... ), špi.ǝlǝ (Herten), špilǝ (Beek), špīlǝ (Tegelen), spleetstekker: šplētštɛkǝr (Roermond), spleten: šplētǝ (Noorbeek, ... ), sponnen: (enk)  spon (Diepenbeek), stekken: stekken (Opglabbeek, ... ), stɛkǝ (Kerkhoven, ... ), stɛkǝn (Hasselt), štɛkǝ (Beek), stekker: stękǝr (Geistingen), stokken: stokken (Achel) Spijlen die door de korf worden gestoken ter versteviging en ondersteuning van de ratenbouw. Enkele stroringen onder de kop steekt de imker een stuk of drie spijlen loodrecht op de kopspijlen en een stuk lager weer een drietal, terwijl enkele ringen boven de onderkant nog eens een paar spijlen komen. De spijlen zijn doorgaans van sporkehout of de vuilboom gemaakt maar er zijn er ook van wilge-, esse-, populiere-, beuke- en notehout. [N 63, 6b; N 63, 5e; N 63, 6c; Ge 37,14] II-6
verstnadig verstandig: verstenjig (Stokkem) verstandig III-1-4
verstoppertje spelen acree spelen: acree spelen (Posterholt), bellemuisje spelen: bellemüske speule (Afferden), de eerste variant gebruik(te) ik niet actief  béllemuu.ske speule (Gennep), De kiender spulde béllemuuske.  béllemuuske (Gennep), bergehuisje spelen: bergehuuske sjpele (Reuver), bergen hŭŭske spele (Beesel), bergemannetje spelen: bergemengke (Echt/Gebroek), bergemenke spelen (Echt/Gebroek), /  bergemenke spuuële (Maaseik), bergemenneke (Maaseik, ... ), Eén moet zoeken.  bergemenke (Maaseik), t Zelfde als buutsjlaon. Zie aafklatsje.  bergemenke sjpeele (Sittard), Weer höbbe fein bergemenke gespeeldj.  bergemenke (Echt/Gebroek), bergemuisje doen: bergemuusje doon (Steyl), bergemuuske doon (Weert), Ook: stok doon.  ber`gemuuske [doon} (Weert), Sub stok doon.  bergemuuske doon (Weert), bergemuisje spelen: be[r}gemuuske speule (Lottum), berge muuske (Reuver), bergemuuske (Blerick, ... ), bergemuuske speule (Baarlo, ... ), bergemuuske speulen (Arcen), bergemŭŭske speule (Meerlo), bergemŭŭske spë (Grubbenvorst), bergemüske (Tegelen, ... ), bĕrgemuuske spöle (Swolgen), /  Bergemuuske (Venlo), bergemüske (Tegelen), Aan dit spel kon n onbeperkt aantal kinderen deelnemen.  bergemüske (Tegelen), Als de gevondene eer aan de "pot"was moest hij driemaal op de "pot"kloppen en roepen: Ieën, twieë, drie, potaaf!  bergemüske speule (Meerlo, ... ), Bergemuuske spelen heet elders: verstekenspelen, piepmuuske spelen, enz.  bergemuuske spelen (Weert), ps. deels omgespeld volgens Frings.  bergemuske [spø͂ͅle (Sevenum), Sub sjtokverberge: Werd ook bergemüske genoemd.  bergemüske (Baarlo), Vorige generaties noemden dit bergemuuske (speule?)  bergemuuske (speule?) (Venlo), bergespel hellen: bergesjpeel (Sittard), Hierbij werd geroepen, als allen zich hadden verstopt: fani, fani, katsj, katsj, verbastering van fini, fini, cache, cache.  bergesjpeel (Sittard), Sub verbergesjpeel. Zie: kinderspelen.  bergesjpeel (Sittard), bergespelen: Het daarbij gebruikte rijmpje fanie, fanie, katsj, katsj is een verbastering van het Frans: fini, fini, cache, cache.  bergesjpeele (Sittard), vgl. pag. 29: Verstoppertje spelen.  berge sjpeele (Sittard), berghuisje spelen: berghuuske (Maasniel), berghuuske sjpeèle (Asenray/Maalbroek), bergmannetje doen: bergmenke dóon (Herten (bij Roermond)), Wanneer we het woord "bergmenke"analyseren, dan moet ik opmerken dat het hierin voorkomende "berg", niets te maken heeft met een berg. Juist "vertaald"betekent bergmenke immers: bergmannetje.  bergmenke doon (Herten (bij Roermond)), bergmannetje spelen: bergmenke (Maasniel, ... ), bergmenke sjpeele (Kapel-in-t-Zand), bergmenke sjpele (Herten (bij Roermond), ... ), bergmenke speele (Heel), bergmenke spele (Maasbracht), bergmenke spelen (Horn), bergmenneke spelen (Sint-Odiliënberg), bĕrgmĕnke sjpele (Beegden), beͅrgmeͅnkə sjēlə (Roermond), /  bergmenke (Roermond, ... ), cf. Beenen, op sich Hertes  bergmenke (Herten (bij Roermond)), z.: buutsjlaon.  berchmènke sjpeele (Sittard), bergmuisje spelen: beͅrxmøͅskə (Tienray), busverstoten: busj verstoette (Heerlen), /  busj verstoette (Heerlen), buutslaan: Zie aafklatsje.  buutsjlaon (Sittard), cache (<fr.) spelen: /  kasj spéle (Mechelen-aan-de-Maas), cachen (<fr.): cachen (Eisden), kache (Eisden), /  cache (Eisden), kache (Eisden), we verstopten ons en de zoeker moest aftellen tot 20,dan werd er caasj geroepen en er werd gezocht in de richting van het geluid;je werd soms aangetikt of je moest proberen het vertrekpunt of het hol(hoal) te bereiken . roepen:hoal.  casjen (Leut), ewegsteken: e weg steke (Velm), fanie doen: fannie (Lommel), (ww.)  faniej doen (Lommel), /  faniej (Lommel), faniej (doen) (Lommel), fannie (Lommel), Waarschijnlijk is dit woord een overblijfsel uit een of ander kinderrijmpje, dat door de "vanger"of "vangster"gezongen werd tijdens de periode dat de andere deelnemers of deelneemsters zich moesten verstoppen.  fanij} doen (Lommel), fanie spelen: fanij} spelen (Lommel), haantje haan doen: hainjen haon doen (Tessenderlo), haantje haan spelen: hainken haon spelen (Tessenderlo), haveren: haveren (Zonhoven), Afgeleid van z. haa.ver [toevluchtsoord, veilige plaats (voor de zoeker bij het zoekspel of verstoppertjesspel). Vgl. Fr. le havre (toevluchtsoord; wijkplaats). Z. ook Lb. Id. haver-en-daver (bij het verstekenspelen)].  haa.vere (Zolder), Op den haa.ver, ien, twie, drei.  haa.vere (Zolder), Z. ook o. verstoppertje. - Vgl. pag. 522: verstoppertje (spelen), z.o. *haveren 1, muis 1, *piebergen, *verstekertje (spelen).  hao.vere (Zonhoven), Óp den haa.ver 1, 2, 3!  haa.vere (Zolder), hegschool houden: hegschool houwe (Griendtsveen), kekschōl halden (Heijen), kakelemannetje spelen: Nao de sjwaol gaon weer kakelemeunke spele.  kakelemeunke (Echt/Gebroek), kiet verbergen: kietverberge (Lutterade), kiet versteken: kiet versjteeke (Geleen), kiskassen: kiskasse (Echt/Gebroek), kletsje doen: kletske dōn (Neeroeteren), kloek spelen: /  kloek sjpuuële (s-Gravenvoeren), kloekepiep hellen: kloekepiep helle (Mheer), koek hellen: koek helle (Gronsveld), Zie ook: toûw hawe, hoën [Dit [toûwhawwe] gebeurt als volgt: degene die de medespelers moet zoeken staat, terwijl hij het gezicht met de handen of benedenarm bedekt, met het hoofd tegen een boom of muur geleund. Hij telt tot een van tevoren afgesproken getal terwijl de andern zich verstoppen. Is hij met tellen klaar dan roept hij: "Ich kaom"].  koek helle (Gronsveld), koek spelen: koek schpeule (Eijsden), koekbergen: koekbergen (Geistingen, ... ), /  koekberge (Geistingen), Koek roepen en zich verbergen.  koekbergen (Geistingen), koekeloerens spelen: koekeloores speele (Bommershoven), koekepiep spelen: koekepiep [spelen} (Doenrade, ... ), koekepiep [speule} (Maastricht), koekepiep schpele (Mheer), koekepiep sjpele (Montzen), koekepiep spele (Borgharen), koekepiep spelen (Geleen), koekepiep speule (Sint-Pieter), koekepiep späle (Montzen), koekepîp schpèle (Montzen), kōēkepiep schpele (Heer), kukə`pī.p [spääle} (Gemmenich), koekgaar spelen: NB pag. 70 kook: koek.  kookgaar spele (Echt/Gebroek), koekoekbergen: Opm. is een kinderspel.  koekoeberge(n) (Obbicht), koeksteken: kuk stèken (Vroenhoven), /  kuk stèken (Vroenhoven), koekverbergen: koek verberege (Itteren), koek verberge (Berg-en-Terblijt, ... ), koek verbergen (Kesseleik), koekverberge (Bocholtz, ... ), koekverbergen (Brunssum, ... ), koekverberrege (Amby), koekverbĕrge (Heek), koĕk verberge (Valkenburg), kookverberge (Eygelshoven), kŏĕk verberge (Schimmert), kukvərbēͅrgə (Heerlen), kukvərbeͅrgə (Nieuwenhagen), kukvərbeͅrəgə (Eys, ... ), /  koekverbergen (Heerlen), koekverberje (Kerkrade), [verwijzing naar blz. 33]:  kokverberge (Schinnen), Hgd. guck: kijk.  koek verberge (Valkenburg), Zie ook: versjtupperke.  koekverberge (Heerlen), koekversteken: koe versjteeke (Geulle), koe-ek verstjaeke (Grevenbicht/Papenhoven), koeek versteke (Born), koek versjteeke (Epen), koek versjteëke (Brunssum), koek verstèken (Urmond), koekversjtaeke (Spaubeek), koekversjteeke (Guttecoven), koekversjteke (Terlinden), koekverstëke (Grevenbicht/Papenhoven), kukvərstēͅkə (Urmond), /  Koe-ek versjtaeke (Grevenbicht/Papenhoven), koekversjtaeke (Spaubeek), koekverstëke (Grevenbicht/Papenhoven), Sub kook.  kook versjteëke (Brunssum), koetsverbergen: koetsverberge (Bunde), /  koetsverberge (Bunde), kuikelemuisje spelen: kukelemüske (Tegelen), kuumesteken: t is kuum is de roep waarmee de vanger het begin van het zoeken aankondigt  kuumesteke (Vlijtingen), loeloekens spelen: Syn. pie:(p)bêr"gë spélë.  loelloekkës (spélë). (Tongeren), loeren: /  loere (Amstenrade), loeren (Ulbeek), loeroekens spelen: Misschien hetzelfde als loelloekkës (Du.): z. ald. (verstoppertje).  (òp) lōērōēkës és gèi(n) kattës (Tongeren), lonkelonk spelen: Geh. Kerkom. Lonkelonk komt van lonken, omdat degene die eraan is in den lonkhoek moet wachten. Verbergensteken is een verdubbeld woord: verbergen of wegsteken ware genoeg. Dat laatste uit Zonhoven. (t Daghet in den Oosten XII, 146)  lonkelonk spelen (Kerkom), lonken: loenke (Ulbeek), lonke (Lauw), lonkka (Koninksem), /  loe.nke (Hasselt), loenke (Hoepertingen, ... ), lonken (Lauw), lonken pakken: lu:nkə pakə (Hoepertingen), lonken spelen: S. lonkaartspelen, R. lonkenspelen, Lb. Id. lonkelonk spelen, T. lonke spelen; bij loe.nke lonken.  loe.nke spe.le (Hasselt), Wille ve loenke spele?Zullen wij verstoppertje spelen?  loenke (spele) (Kortessem), lonkenaar spelen: lonkenair (Halen), lonkens spelen: loenkes speele (Riksingen), lonkertje spelen: loenkerke (Kuringen, ... ), /  loe.nkerke spe.le (Hasselt), loenkerke (Sint-Lambrechts-Herk), loenkerke (spele) (Hasselt), loenkerke spele (Hasselt), loenkerke spelen (Godschei, ... ), loengke = lonken  loengkerke (Hasselt), S. lonkaartspelen, R. lonkenspelen, Lb. Id. lonkelonk spelen, T. lonke spelen; bij loe.nke lonken.  loe.nkerke spe.le (Hasselt), lonkkat spelen: launkat spelen (Heers), lonkat (Borlo), /  lonkkat speele (Mechelen-Bovelingen), [of twee opg.?]  lonkkat lonkes (Mielen-boven-Aalst), luip doen: Zie versteken.  luup doon (Uikhoven), luip spelen: liep spele (Sint-Truiden), ly(3)̄p spele (Sint-Truiden), lyp spele (Sint-Truiden), er staat lyp  lup spələ (Sint-Truiden), luipen: /  liepe (Rijkel), muisje verbergen: musske verberge (Tungelroy), muuske verberge (Tungelroy), Wïj duun muu.ske verbé.rge én gïj mót m zien.  muu.ske verbé.rge (Gennep), öpke, döpke, reubesöpke  muuske verberrege (Tungelroy), muisjepiep spelen: muskəpiep spéle (Kuringen), Sub muis, (1).  möske piep spee.ële (Zonhoven), u of oe?  muskepiep spelen (Wellen), nonklonk spelen: nonkklonk (Loksbergen), omstaan: ómsjtaon (Roermond), opzoekens spelen: oͅpsyəkəs spelen (Niel-bij-St.-Truiden), petotten: petott`n (Diepenbeek), /  petotte (Diepenbeek), ook "piepleberge"wordt in het dialect gezegd  petotte (Diepenbeek), pag. 11-13: Er wordt uitgepot en t spel kan beginnen. Wie begint, gaat tegen de muur staan en telt af. De andere spelers gaan zich verstoppen. Als er iemand gezien wordt moet men zo snel mogelijk naar de staanplaats om af te kloppen. De spelers die zich verstopt hebben, trachten de zoeker af te kloppen. Zo gaat het spel verder tot iedereen afgeklopt is of tot deandere spelers de zoeker afklopten.  petott`n (Diepenbeek), pielepost spelen: pielepost (Meerlo), piepbergen: pieberge (Tongeren), piebergen (Houthalen), piepbergen (As), /  pie bergen (Hoeselt), pieberge (Tongeren), piep bergen (Tongeren), piepbergë (Hoeselt), [Met afbeelding].  piebërgë (Hoeselt), Hij mag zo lang op zoek gaan tot hij alle spelers gevonden en afgeklopt heeft. Het kan ook dat snuggere spelers hem verschalken en hem zelf afkloppen. Dan is het spel afgelopen en mag de afklopper nu zelf de zoeker spelen.  piepbergë (Hoeselt), Syn. loelloekkës (spélë).  pīē(p)bêr"gë (Tongeren), Z. ook o. verstoppertje. - Vgl. pag. 522: verstoppertje (spelen), z.o. *haveren 1, muis 1, *piebergen, *verstekertje (spelen).  pīēbérrege (Zonhoven), ¨Versje geroepen bij het "bieberge": Höpke döpke barieke ...Dit vroeg om een weerwoord van de verstopte. Liefst een rijm bvb poesjenkes harieke  bieberge (Membruggen), piepbergen spelen: piepberge spele (Vliermaal), /  pie(p)bêrgë speelë (Tongeren), piepebergen: piepebarege (Koninksem), I, II, III (II en III meestal pie:bêr"gë).  pīēpëbêr"gë (Tongeren), piepekloek hellen: piepekloek helle (Mheer), piepekoek doen: piepekoek doon (Buchten), piepekoek spelen: piepekoek sjpeele (Sittard), piepekoek spelen (Doenrade, ... ), piepelebergen: piepeleberrege (Diepenbeek), ook "piepleberge"wordt in het dialect gezegd  piepleberge (Diepenbeek), piepeleverbergen spelen: piepelenverbergen spiele (Bilzen), piepeliep versteken: piepeliep versteke (Boorsem), /  piepeliep versteken (Mechelen-aan-de-Maas), piepeltje verbergen: piepelke verberge (Bilzen), piepelke verbêrge (Bilzen), piepelkeverbarge (Martenslinde), /  piepelke verbêrge (Bilzen), piepen: /  piepen (Henis), piepje doen: Sub piep dün (of spélë). Vgl. pie:(p)bêr"gë spélë, loelloekkës spélë.  pïpkë dün (Tongeren), piepje spelen: Sub piep dün (of spélë). Vgl. pie:(p)bêr"gë spélë, loelloekkës spélë.  pïpkë spélë (Tongeren), piepjebergen: piepk`berge (Bocholt), piepk`berr`ge (Kaulille), piepke berge (Ophoven), piepke bergen (Eksel, ... ), piepke-bergen (verstoppertje) (Kinrooi), piepkebergen (Hamont, ... ), piepkɛberge (verstoppertje) (Bocholt), piepkɛberrɛge (verstoppertje) (Kaulille), pipke berge (Hamont), pipkebergen (Peer), pīpke berjen (Sint-Huibrechts-Lille), pīəpkə beərgən (Peer), /  piepke berge (Ophoven), piepke bergen (Achel, ... ), piepke-berge (Kinrooi), piepkebergen (Bree, ... ), piepkɛberge (Bocholt), piepkɛberrɛge (Kaulille), Heet heeft te maken met het reg. ww. piepen en zich verbergen.  piepke berge (Bree), Sub piep.  pipkə beͅrəjə (Hamont), piepjeverbergen: piepke verberge (As), piepke verbergen (Hamont, ... ), piepkeverberge (Ell), pipkeverbergen (Rotem), pipkəvərbeͅrgə (Opglabbeek), pīpke verberge (Molenbeersel), pīpkə vərbeͅrgə (Bree), /  piepke verbergen (Dorne, ... ), piepkeverbergen (Hamont, ... ), Geh. Asch. (t Daghet in den Oosten XV, 17)  piepkenverbergen (As), Of verstèèke.  piepke verbaerge (Genk), pieplambergen: pieplamberrege (Diepenbeek), piepmuis spelen: piep-moes spele (Blitterswijck), piepmoes speule (Merselo, ... ), bij het tellen tot 100: schiet in de boks dat het zo dondert  piepmoes (Oirlo), piepverbergen: piep verberge (Eisden), piepverberge (Lanklaar), piepversteken: piep versjtêke(n) (Schinveld), piepverstèèke (Stokkem), /  piep versteike (Stokkem), piep verstéke (Stokkem), pietverbergen spelen: pietverberge spjeule (Eigenbilzen), poepverbergen: /  poepverbergen (Eisden), poepversteken: /  póepverstaeke (Elsloo), we verstopten ons en de zoeker moest aftellen tot 20,dan werd er caasj geroepen en er werd gezocht in de richting van het geluid;je werd soms aangetikt of je moest proberen het vertrekpunt of het hol(hoal) te bereiken . roepen:hoal.  poepversteiken (Leut), poeverbergen: poe verbergen (Eigenbilzen), /  poe verberge (Eigenbilzen), poeversteken: poeversteeke (Stein), poffen: poefe (Stein), pot-potten: pot-potte (variant van verstoppertje om bij ontdekking met een pot op een steen te slaan) (Kinrooi), potje schoppen: /  pötje sjöppe (Helden/Everlo), potje-stamp: potteke stamp (Sint-Truiden), potteke-stamp (Halen), pottekestamp (Genk), /  potteke stamp (Sint-Truiden), [L 360: pötsje, L 317: potje]  potteke stamp (Peer), variant op verstoppertje, met een oorspronkelijk een blikje (pottke) dat moet worden weggetrapt  potteke stamp (Tessenderlo), potje-tik: poteke tik (Heusden), potjeversteken: #NAME?  pətəkə vərstēkə (Eksel), potstampen: potstampe (Bocholt), pag. 13-15: Potstampen is eigenlijk hetzelfde spel [zie petott`n] maar met n pot in het midden staan. Nu dient de pot als staanplaats. Er moet ook op de pot afgeklopt worden. De spelers die al eraan waren, worden verlost door de pot weg te stampen. De zoeker moet de pot opnieuw zetten en opnieuw aftellen.  potstampe (Diepenbeek), potverbeuren: put vərb"rə (Venlo), potverlossen: meisjes: pot verlossen (Eksel), poͅt vərloͅsə (Nieuwenhagen), poͅt vərlussə (Eksel), schuilen gaan: /  goan schèle (Hasselt), schuit roepen: sjuut roupe (Nieuwstadt), schuuruiten: [sic]  sjuuruute (Grevenbicht/Papenhoven), slaapjagen: Slaapjagen, joeg slaap. Geh. Neerpelt. (t Daghet in den Oosten XIV, 149)  slaapjagen (Neerpelt), steken: stijken (Stein), stok afwinnen: sjtokaaf winne (Panningen), stokaafwinne (Helden/Everlo), stok bestelen: stok bestêle (Neeritter), stokbestêle (Hunsel), stok doen: stok doon (Weert, ... ), ook: bergemuuske doon  stok doon (Weert), Ook: bergemuuske doon.  stok doon (Weert), Sub ber`gemuuske.  stok doon (Weert), stok-af!: Dit is n variant op bergemüske, maar met wat meer actie.  sjtok-aaf! (Tegelen), stokjagen: stokjage (Maasbree), stokken: sjtokke (Swalmen, ... ), sjtoͅkə (Swalmen), stoklopen: stokloupe (Heythuysen), stokspelen: stjoksjpeele (Neer), stok speule (Merselo), stokspeule (Nederweert), Sub stok doon.  stokspeûle (Nederweert), stokverbergen: stok verberge (Heythuysen), stokverberge (Blerick, ... ), stokverbergen (Blerick, ... ), stoͅkvərbɛ̄rgə (Meijel), stókverbèèrege (Meijel), stókverbèèrge (Meijel), /  stókverbèèrge (Meijel), Werd ook bergemüske genoemd. Wat höbbe de kinger n lol mèt sjtokverberge.  sjtokverberge (Baarlo), stop verbergen: stoop verberge (Meijel), stoppertje spelen: stopperke (Leopoldsburg), stoppeskat spelen: /  stoppeskat (Sint-Truiden), Sub keingerspeile.  stoppeskàt (Sint-Truiden), stoppiepje doen: stoppiepke doon (Thorn), stoppiepje verbergen: stoppiepke (Ittervoort, ... ), stoppiepke verbergen (Haler), stoͅpipkə vərbɛrgə (Kelpen), /  stoppieke (Kessenich), stoppiepke (Thorn), tellen: /  têllen (Kinrooi), tielepossen: tiele posse (Reuver), tielepost spelen: tielepols speule (Horst), tillepos speulen (Grubbenvorst), toe spelen: spel waarbij een wicht verstopt en toe roept en dan komt de ander hem zoeken  toe speile (Borgloon), tokken spelen: /  toeke spelen (Wellen), tuisje spelen: tuuske spele (Kortessem), Sub loenke: syn. tuuske spele.  tuuske spele (Kortessem), verbergemannetje spelen: verberege menneke (Maastricht), verberegemenneke speule (Maastricht), verberge menneke (Maastricht), verbergemeneke speule (Maastricht), verbergemenneke speule (Maastricht, ... ), verbergemenneke spĕle (Lanaken), vərbeͅrgə meͅnəkə (Maastricht), vərbeͅrəgə meͅnəkə (Maastricht), /  verbergemenneke (Maaseik, ... ), verbergemenneke speule (Maastricht), verbergemenneke/ (Maastricht), Laote ver - speule aon de Sint-Jaan.  verberregemenneke (Maastricht), verbergemuisje spelen: verbergemuuske (Velden), /  verbergemuuske (Velden), verbergen: verberge (Belfeld, ... ), Verberge (Montfort), verberge (Sevenum, ... ), verbergen (Sint-Odiliënberg, ... ), verberje (Kerkrade), z. verberge (Brunssum), zich verberge (Lutterade), *: verouderd. Bv. Kóm, vr gaon os verberge.  (zich) verberge (Posterholt), /  Verberge (Montfort), verbergen doen: verberge doon (Rekem), verbergen hellen: Verbórje of nit, iech kom (uitroep na het aftellen bij het verstoppertje spelen).  verberje helle (Kerkrade), verbergen spelen: verberge sjpeele (Posterholt), verberge sjpele (Posterholt), verberge sjpelen (Geleen), verberge spele (Rekem), verbĕrrege sjpeele (Limmel), verbergespel hellen: verbergesjpeel (Sittard), verbergesjpeel helle (Sittard), Zie: kinderspelen.  verbergesjpeel (Sittard), verbergesteken: Zie lonkelonk. (t Daghet in den Oosten XII, 147).  verbergensteken (Kerkom), verbergmannetje spelen: verbergmenke sjpele (Posterholt), Verbergmenke en naoluiperke sjpele.  verbergme:nke [sjpele} (Roermond), verbergspelletje spelen: verbergspeulke speul (Nederweert), verkruipertje spelen: verkrupertje (Kerkhoven), /  verkrupertje (Kerkhoven), verrasseverras spelen: vərḁsəvərḁs (Niel-bij-St.-Truiden), verschuilertje spelen: /  verschulerke (Houthalen), verstekeling doen: verstekeling doon (Neeroeteren), versteken: versjtaeke (Posterholt), versjteeke (Doenrade, ... ), versjte͂ke (Puth), versjtèche (Bocholtz, ... ), versjtêke (Guttecoven), versteeken (Eksel), versteken (Tessenderlo, ... ), verstèke (Broeksittard, ... ), verstèken (Eksel), verstêke (Bingelrade, ... ), zich versjteike (Ingber), /  versjtaeke (Sittard), versjteke (Heer), verstaeke (Echt/Gebroek), versteeken (Eksel), versteken (Eksel), vérsteke (Eksel), Allee, giê mot uch verstiêke.  verstiêke (Maaseik), Sub piepke verbaerge.  verstèèke (Genk), vgl. pag. 261: versjtoppe: 1. Verbergen.  (zich) versjtaeke (Herten (bij Roermond)), Zoûw vr ôs goën -: verstoppertje spelen.  versjtëke (goën) (Gronsveld), versteken spelen: versteke spelen (Heusden), versteken spelen (Heusden, ... ), versteëke spee.le (Zolder), verstijke spjele (Zichen-Zussen-Bolder, ... ), verstië.ke spee.le (Zolder), verstäke späle (Montzen), verstèke spjele (Val-Meer), /  verstèke spjéle (Zichen-Zussen-Bolder), Sub verstië.ke, 2: verstoppen (Nl. versteken is in deze betek. vero.). Vgl. Du. verstecken.  verstië.ke spee.le (Zolder), Zie: kinderspelen.  versjtaeke sjpeele (Sittard), verstekeningetje spelen: vərstè.əkəniŋskə spelen (Zonhoven), Z. ook o. verstoppertje. - Vgl. pag. 522: verstoppertje (spelen), z.o. *haveren 1, muis 1, *piebergen, *verstekertje (spelen).  verstië.keningske (spee.ële) (Zonhoven), verstekens spelen: Ze spilde verstêkes.  verstêkes (Beverlo), verstekeringetje spelen: verstekeringske (Zonhoven), /  verstekeringske spele (Zonhoven), verstekertje doen: verstekerke doon (Itteren), verstekertje houden: /  versteekerke haên (Eksel), verstekertje spelen: versjtaekerke sjpele (Posterholt), verstaekerke (Bilzen), versteekerke hâen (speelen) (Eksel), versteiekerke (Zolder), versteikerke (Meeuwen), verstekerke (Kanne, ... ), verstekerke spelen (Koersel), verstekerke spijle (Wellen), verstekertje spielen (Genk), verstèikkerke spièle (Hees), verstèjkerke (Stal), verstèkerke (Eigenbilzen), verstèkerke speile (Kanne), verstèèkerke spele (Kanne), verstèèkerke spjèlle (Val-Meer), verstékerke spiehle (Genk), verstêkerke spjêle (Riemst), /  verstaekerke (Bilzen), versteekerke (Wellen), versteiekerke (Zolder), versteikerke (Meeuwen), verstekerke (Kanne), verstekerke spele (Eisden), verstekerke spelen (Godschei, ... ), verstekerke spiele (Genk), verstekerke spijle (Wellen), versteërke spele (Neerharen), verstiekerke (Rotem), Verstiekerke spulen (Elen), verstiekerke spülen (Dilsen), verstèikkerke spièle (Hees), verstèkerke (Beverst, ... ), verstèkerke spiëlen (Eigenbilzen), verstèèkereke spele (Kanne), verstèèkerke spieële/ (Genk), verstèèkerke spjèlle (Val-Meer), verstèèkerke spjééle (Zichen-Zussen-Bolder), versté-ekerke spele (Hasselt), verstékerke spiehle (Genk), verstêkerke spjêle (Riemst), 1 deelnemer moet de anderen, die zich ergens verstopt hebben, zoeken.  vərstɛ.kərkə (Meeuwen), Z. ook o. verstoppertje. - Vgl. pag. 522: verstoppertje (spelen), z.o. *haveren 1, muis 1, *piebergen, *verstekertje (spelen).  verstië.kerke (spee.ële) (Zonhoven), Z.o. verstoppen [verstië.ke: versteken. Kil. versteken, abscondere, celare; vgl. Du. verstecken].  verstië.kerke spe.le (Hasselt), verstekertjes spelen: verstêkerkes speele (Stevensweert), verstekeslets spelen: verstekeslets (Peer), /  verstekeslets (Peer), verstekespel (zn.): verstèkespel (Welkenraedt), verstoppelen spelen: de eerste variant gebruik(te) ik niet actief  verstoppele speule (Gennep), verstoppeltje spelen: verstoppeltje speule (Afferden, ... ), Duude mit verstoppeltje speule? Ik zal m zin.  verstoppeltje [speule} (Gennep), verstoppen: versjtoppe (Melick), verstoppen (Schimmert), /  rond de blok en verstoppen (Stevensvennen), ziech verstoppe (Maaseik), verstoppertje hellen: /  verschtupperke hèlle (Schinnen), verstoppertje spelen: verschtuperke (Schinnen), versjtupperke sjpeele (Schinnen), versjtöpperke (Nuth/Aalbeek, ... ), versjtöpperke sjpele (Swalmen), versjtøͅpərkə sjp"ələ (Eijsden), versjtøͅpərkə sjpilə (Oirsbeek), versjupperke sjpele/ (Sittard), verstoppeke (Rotem), verstopperke (Berbroek, ... ), verstopperke spele (Stal), verstopperke spelen (Kanne, ... ), verstopperke speule (Venray), verstoppertje (Meeuwen, ... ), verstoppertje spelen (Montfort, ... ), Verstoppertje speule (Venlo), verstöpperke (Echt/Gebroek), verstöpperke spele (Stevensweert), verstöpperke speule (Well, ... ), verstöpperke spiele (Nuth/Aalbeek), verstøͅpərkə sjpilə (Merkelbeek), vərsjtøpərkə sjpīələ (Nieuwenhagen), vərsjtøͅpərkə (Herten (bij Roermond), ... ), vərsjtøͅpərkə sjēlə (Roermond), vərsjtøͅpərkə sjpēlə (Haelen, ... ), vərsjtøͅpərkə sjpīələ (Amstenrade), vərstoͅpərkə (Opglabbeek), vərstøͅpərkə (Blerick, ... ), vərstøͅpərkə sp"lə (Thorn), #NAME?  vøͅrstoͅpərtjə sp"lə (Gennep), /  versjoppertje (Roermond), versjtopperke spjele (Sittard), versjtoppertje (Melick), versjtupperke (Sittard), versjtupperke sjpeele (Schinnen), versjtupperke spelu (Schinnen), versjtópperke sjpele (Susteren), versjtöpperke (Roermond, ... ), versjtöpperke sjpele (Linne, ... ), verstepperke spele (Echt/Gebroek), verstopperke (Bree, ... ), verstopperke spelen (Berbroek, ... ), verstopperke spielen (Dorne, ... ), verstopperke spjèle (Val-Meer), verstopperke spöle (Maaseik), verstoppertje (Herk-de-Stad), verstoppertje speule (Ottersum), verstöpperke (Stevensweert), verstöpperke spele (Echt/Gebroek), Een kind staat met het gezicht naar de muur en telt, terwijl de andere kinderen zich verbergen.  verstopperke spele (Kortessem), Is dit "verstoppertje"?  verstöpperke spiele (Nuth/Aalbeek), Ook: ouch e wèg stèeke  verstoppertje (Vorsen), Vorige generaties noemden dit bergemuuske (speule?)  verstöpperke speule (Venlo), Zie ook: koekverberge.  versjtupperke (Heerlen), vortsteken: (*zich wegsteken)  oech voetstieëke (Gors-Opleeuw), vortstekertje spelen: /  vortstèkerke (Veldwezelt), 6. vortstèkerke 7. repe 8. heenke/heenkerke  vortstèkerke (Veldwezelt), ¨Versje geroepen bij het "bieberge": Höpke döpke barieke ...Dit vroeg om een weerwoord van de verstopte. Liefst een rijm bvb poesjenkes harieke  voertstèkerke (Membruggen), vrijspelen: vrijsjpēlə (Beesel), weglopen - zoeken: wegloupe - zeuke (Spaubeek), /  wegloupe - zeuke (Spaubeek), wegsteken: wegsteke (Montfort), wegsteken (Jeuk), /  wegsteken (Nieuwerkerken), wegstekertje spelen: wegstekertje (Meeuwen), wie niet weg is, is gezien spelen: /  wei niet weg is gezien (As), wie niet weg is is gezien (Bilzen) [SND (2006)](Kinderspelen): Verstoppertje spelen. || (Zich) verstoppen. || *Haveren: Verstoppertje spelen (kinderspel). || *Piebergen: 1. Verstoppertje spelen (kinderspel). || *Verstekeningske spelen: Verstoppertje spelen. || *Verstekertje (spelen): Verstoppertje (spelen). || / [SND (2006)] || 1. Soort verstoppertje spelen. || 2. Verstoppertje spelen. || [Bergemannetje spelen]. || [Jongens- en meisjesspelen]: Verstoppertje spelen. || [Kinderspelen, gezamenlijk: 1]. Verstoppertje spelen. || [Verbergensteken spelen]. || [Versteken]; om verbergspelletje te doen. || [Verstoppertje spelen]. || [Verstoppertje spelen]? || Bergemannetje spelen. || Bergemuuske spelen heet elders: verstekenspelen, piepmuuske spelen, enz. || gaan schuilen [SND (2006)] || gluren [SND (2006)] || groot spel verstoppertje [SND (2006)] || het doel bij het verstoppertje spelen [buut] [N 112 (2006)] || Het kinderspel verstoppertje spelen. || Het kinderspel waarbij alle kinderen zich verstoppen, behalve één die de anderen moet gaan zoeken? [WVD 153 (2005)] || Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || het spel waarbij elke speler op zijn beurt achtereenvolgens over al de anderen die voorovergebogen, met de handen op de knie, op een rij staan, heenspringt [pieën, over het lijfje springen, bokspringen, voetje, broek over de haag] [N 112 (2006)] || het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek] [N 112 (2006)] || idem [SND (2006)] || Kiekeboe [spelen]. || Kiekeboe spelen. || Kinderspel (verstoppertje). || Kinderspel (zoektocht). || Kinderspel waarbij de deelnemers in 2 helften verdeeld worden; de ene helft mag zich verstoppen, de andere moet ze zoeken en ze trachten aan te raken om ze uit te schakelen. || Kinderspel, een moet de anderen zoeken. || Kinderspel, waarbij ze zich gaan verstiêke. || Kinderspel. || Kinderspel: verstoppertje spelen. || Kinderspel: zich verbergen, het hoofd tonen en pie:p roepen; wordt enkel met zeer kleine kinderen gespeeld. || Kukepiip: 1. nur im Ausdr. kukepiip spääle = Verstecken spielen. || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || Pie[p]ke bergen (verstoppertje spelen). || Piepebergen; piepenmuiske spelen. || piepke bergen (?) [SND (2006)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)] || Schuilevinkje spelen (verbergspel). [ZND 06 (1924)], [ZND m], [ZND m] || Schuilevinkje, verstoppertje. || Spelletje verstopperke spelen. || stok verbergen [SND (2006)] || Stokverbergen: spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle andere moet zoeken. || tellen [SND (2006)] || Uitdr. verstoppertje spelen. || Variant op bergemüske [verstoppertje spelen]. || Verbergen, b.v. bij het spel. || Verbergensteken spelen. || Verbergmenke*: verstoppertje. || Verrasseverras spelen: Verstoppertje spelen. || versoppertje [SND (2006)] || Verstekerke: kinderspel. || verstopen [SND (2006)] || verstoppen [SND (2006)] || Verstoppen (kinderspel). || Verstoppen. || Verstopperje spelen. || verstopperke [SND (2006)] || verstopperke spelen [SND (2006)] || verstoppertje [SND (2006)] || Verstoppertje (spelen). || Verstoppertje (spelen): *Verstekertje. || Verstoppertje ... || Verstoppertje [spelen]. || Verstoppertje doen. || Verstoppertje of boompje verwissele met de uitroep: Is de kook gaar? || verstoppertje spelen [SND (2006)] || Verstoppertje spelen (kinderspel). || Verstoppertje spelen. || verstoppertje spelen? [SND (2006)] || Verstoppertje, schuilevinkje spelen, waarbij de verstopte koek roept. || Verstoppertje, waarbij geroepen wordt koek, et is koek. || Verstoppertje. || verstoppertje/ [SND (2006)] || Verstoppertjesspel in open lucht. || vertoppertje spelen [SND (2006)] || Wetenswaardigheden. [SND (2006)] || Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)] || zich verstoppen [SND (2006)] || Ómsjtaon: bij het verstoppertje spelen met het gezicht naar de muur gekeerd staan terwijl de ander kinderen, zich verstoppen. III-3-2
verstoppertje spelen add. avondkat spelen: òəvəntkḁt (Niel-bij-St.-Truiden), bergmandertjesspel: Sub bergman.  `t Bergmenderkessjpieël (Brunssum), dooskloppen: doehs kloppe : een doos werd op de grond geplaatst;Iedereen ging zich verstoppen op een man na.Die moest dan gaan zoeken.De kunst was de doos weg te schoppen door een verstekeling eer de zoeker bij de doos was.lukte dat niet dan werd hij de zoeker enz.  doehs kloppe (Genk), potje-bedot: Het spel is gelijkaardig aan verstoppertje met dien verstande dat de beginplaats een ronde cirkel is, op de grond afgetekend, diameter van ongeveer vier meter met in het middelpunt een blikje of potje. De zoeker plaatst zich in de ring en telt af met gesloten ogen. Bent U nadien gezien dan bent U gevangene en U moet plaats nemen in de ring. Als een verstekeling het potje kan wegstampen in de ring vóór hij is gezien dan zijn de gevangenen verlost. De zoeker plaatst het potje terug en het spel herbegint.  pötteke bedot (Eksel), potstoten: pot-sjtoeëse (Bocholtz, ... ), vlinderjacht (zn.): Sub keingerspeile.  vlinderjacht (Sint-Truiden) [Variant van verstoppertje spelen.] || Avondkat: (Kinderspel) Degene die het laatst wordt aangeraakt door hij die hem is voor het slapengaan, wordt avondkat. || Kinderspelletje. || Soort verstoppertje s avonds. || Straatverstoppertje (kinderspel met gebruikmaking een weg te trappen blik). || Wetenswaardigheden. [SND (2006)] III-3-2
verstopte speen dode deem: dǫu̯jǝn dɛi̯m (Eisden), dode speen: dōjǝ špēn (Heerlerheide), dode tet: dǫj tęt (Opheers), dood kwartier: duǝt kǝrtii̯ǝr (Hasselt), dove deem: dǫu̯f døm (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), kapotte deem: kápǫtǝ døm (Halen), kápǫtǝ dēm (Beringen, ... ), kápǫtǝ dē̜m (Opglabbeek), kápǫtǝ dīm (Maaseik), kápǫtǝ dɛm (Meldert), kápǫtǝ dɛ̄m (Maaseik), kǝpǫtǝ diǝm (Neerpelt), knop in een deem: knup en ǝn dē̜m (Schimmert), kwade deem: kōi̯ døm (Zichen-Zussen-Bolder), kǫj døm (Hoeselt), kǫj dø̄m (Hoeselt), kǫu̯ døm (Riksingen), lamme deem: lam døm (Linkhout), lam dē̜m (Neerharen), lamǝ dem (Donk), lau̯ǝm dǫm (Velm), laǝm døm (Stevoort), loǝm døm (Borlo), lām dem (Lummen), lām dim (Rotem), lām dē̜m (Lanklaar), lām dɛ̄m (Meeswijk), lāǝm dē̜m (Rekem), lāǝm dęm (Kermt), lāǝm dɛm (Zepperen), lōm dɛ̄m (Smeermaas), lǫǝm døm (Hoepertingen), lǭm døm (Diepenbeek, ... ), lǭǝmǝ dø̜m (Sint-Truiden), lamme tet: lǭm tęt (Wellen), ontsteking: ǫntstiǝkeŋ (Rapertingen), ǫntštē̜keŋ (Sittard), ontstoken deem: ǫntstōkǝ dēm (Peer), ǫntstōkǝ dęm (Boorsem), ǫntstǭkǝ dīǝm (Haelen), rijzing: rɛ̄i̯zeŋ (Herk-de-Stad), slappe deem: šlapǝn dęi̯m (Susteren), slechte deem: slɛxtǝ døm (Mal), slɛxtǝ dēm (Ospel), stop: stǫp (Grathem, ... ), stɛp (Spalbeek), štǫp (Klimmen), (mv)  stø̜p (Boekend, ... ), stǫpǝn (Achel), stopdeem: (mv)  štøpdɛmǝ (Gronsveld), toeë deem: tu dēm (Kaulille, ... ), tu dĩm (Bocholt), uierontsteking: yjǝrontštē̜keŋ (Tegelen), yjǝrǫntštɛ̄keŋ (Mechelen), ōjǝrǫntstē̜keŋ (Waterloos), verdroogde deem: vǝrdrujǝgdǝ dēm (Tessenderlo), verloren deem: vǝrlǭu̯rǝ døm (Rummen), verspeelde deem: vǝršpeldǝ dēm (Bocholtz), verstopte deem: vǝrstǫb˱dǝn dē̜m (Hasselt), vǝrstǫptjǝ dīǝm (Kinrooi), vǝrstǫptǝ dim (Bree), vǝrstǫptǝ diǝm (Neerpelt), vǝrstǫptǝ døm (Halen, ... ), vǝrstǫptǝ dēm (Overpelt), vǝrstǫptǝ dē̜m (Gulpen, ... ), vǝrstǫptǝ dīm (Lanklaar), vǝrstǫptǝn dīǝm (Rotem), vǝrstǫp˱dǝ dēm (Blerick), vǝrstǫp˱dǝ dīǝm (Neeritter), vǝrstǭptǝn dɛm (Lommel), vǝrštǫptǝ dē̜m (Mechelen), vǝrštǫptǝ dīǝm (Tegelen), vǝrštǫp˱dǝ dēm (Baarlo, ... ), vǝrštǫp˱dǝ dēǝm (Eygelshoven), verstopte speen: vǝrštǫptǝ špēn (Melick), vuile deem: vul dēm (Rothem), vǫu̯l dø̜m (Beverst), wrang: vraŋ (Boekt Heikant, ... ) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11