18140 |
verstuiken |
kwinkelen:
kwinkele (Q098p Schimmert),
omklinken:
umklinke (Q121p Kerkrade),
úmklïnkë (Q162p Tongeren),
omzwikken:
umschwikken (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
verkleuken:
verkleukt (Q278p Welkenraedt),
verrekken:
ich oep mənən ɛnkəl vəroͅch (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
verrŭkke (Q027p Doenrade),
verrèke (Q110p Heek),
verrèkke (L327p Beegden),
verrökke (Q207p Epen),
verrökt (Q207p Epen),
verrenken (du.):
verenken (Q116p Simpelveld),
verenkt (Q116p Simpelveld),
verrenke (Q118p Schaesberg),
verroffen:
verroffe (L318b Tungelroy),
verstuiken:
ferschtukt (Q253p Montzen),
fərstok (P186p Gelinden),
ich oep mənən ɛnkəl vərstuk (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
v`rsjt"ke (L333p Asenray/Maalbroek),
v`rsjt"ktj (L333p Asenray/Maalbroek),
verrenkt (Q118p Schaesberg),
verrukt (Q027p Doenrade),
verrøktj (L327p Beegden),
verschtŏkt (Q196p Mheer),
verschtøk (Q102p Amby, ...
Q198p Eijsden),
verschtøke (Q198p Eijsden, ...
Q016p Lutterade,
Q196p Mheer),
verschtøken (Q102p Amby),
verschtøkke (L297p Belfeld, ...
Q029p Bingelrade,
Q033p Oirsbeek),
verschtøkt (L297p Belfeld, ...
Q029p Bingelrade,
Q113p Heerlen,
Q016p Lutterade,
Q033p Oirsbeek,
L331p Swalmen),
verschtøkə (L331p Swalmen),
versjt"kd (Q020p Sittard),
versjt"ke (L387p Posterholt, ...
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard),
versjtŏĕke (L299p Reuver),
versjtøk (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q104a Limmel,
Q099p Meerssen,
L299p Reuver,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg),
versjtøk(t) (Q098p Schimmert),
versjtøke (L327p Beegden, ...
Q103p Berg-en-Terblijt,
L426p Buchten,
L323p Buggenum,
Q027p Doenrade,
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
Q203p Gulpen,
L330p Herten (bij Roermond),
Q111p Klimmen,
Q104a Limmel,
Q204a Mechelen,
Q099p Meerssen,
Q022p Munstergeleen,
Q032a Puth,
L296p Steyl,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten,
Q208p Vijlen),
versjtøkke (L291p Helden/Everlo, ...
L290p Panningen,
Q030p Schinveld,
Q101p Valkenburg),
versjtøkt (L426p Buchten, ...
Q202p Eys,
Q203p Gulpen,
Q111p Klimmen,
Q204a Mechelen,
L290p Panningen,
L387p Posterholt,
Q032a Puth,
Q030p Schinveld,
L296p Steyl,
Q208p Vijlen),
versjtøktj (L327p Beegden, ...
L330p Herten (bij Roermond)),
verst"ke (Q032p Schinnen, ...
Q187p Sint-Pieter),
verst"kt (Q032p Schinnen),
verstak (P188p Hoepertingen),
verstauk (Q072p Beverst),
verstoakt (K360p Heusden),
verstoek (Q102p Amby, ...
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken),
verstoeke (L211p Leunen),
verstoekt (L417p As, ...
L316p Kaulille,
Q196p Mheer,
L368p Neeroeteren,
L418p Niel-bij-As,
L420p Rotem),
verstoektj (L371p Ophoven),
verstok (P197p Heers, ...
Q073p Wimmertingen),
verstokt (L165p Heijen, ...
Q078p Wellen),
verstook (Q178p Val-Meer, ...
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
verstouk (Q083p Bilzen),
verstouke (K318p Beverlo),
verstoukt (L355a Linde, ...
L354p Wijchmaal),
verstoêke (L318b Tungelroy),
verstoəkt (P057p Kuringen),
verstōēkt (L353p Eksel, ...
L366p Gruitrode),
verstŏĕkt (L314p Overpelt),
verstuikt (K358p Beringen),
verstuken (L269p Blerick),
verstuukt (L269p Blerick),
verstöke (L244b Griendtsveen),
verstøk (Q096a Borgharen, ...
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q110p Heek,
L298p Kessel,
Q022p Munstergeleen,
L427p Obbicht,
Q187p Sint-Pieter,
L378p Stevensweert,
L268p Velden,
L271p Venlo),
verstøkd (L213p Well),
verstøkdj (L381p Echt/Gebroek, ...
L320p Hunsel),
verstøke (L250p Arcen, ...
L295p Baarlo,
L300p Beesel,
L215p Blitterswijck,
Q096a Borgharen,
L434a Broeksittard,
L431p Dieteren,
L381p Echt/Gebroek,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L429p Guttecoven,
Q110p Heek,
L328p Heel,
L325p Horn,
L246p Horst,
L320p Hunsel,
L298p Kessel,
L379p Laak,
L248p Lottum,
L377p Maasbracht,
L217p Meerlo,
L209p Merselo,
L245p Meterik,
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
Q117b Rimburg,
Q118p Schaesberg,
L266p Sevenum,
L378p Stevensweert,
L246a Swolgen,
L374p Thorn,
L268p Velden,
L210p Venray,
L289p Weert,
L213p Well),
verstøken (L165p Heijen, ...
L288p Nederweert,
L216p Oirlo,
L385p Sint-Odiliënberg,
Q014p Urmond),
verstøkke (L191p Afferden, ...
L164p Gennep,
L249p Grubbenvorst,
L267p Maasbree,
L271p Venlo,
L215a Wellerlooi),
verstøkt (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L295p Baarlo,
L300p Beesel,
L215p Blitterswijck,
L431p Dieteren,
Q027p Doenrade,
L164p Gennep,
L249p Grubbenvorst,
L429p Guttecoven,
L246p Horst,
L379p Laak,
L211p Leunen,
L248p Lottum,
L267p Maasbree,
L217p Meerlo,
L209p Merselo,
L245p Meterik,
L382p Montfort,
L216p Oirlo,
Q117b Rimburg,
Q118p Schaesberg,
L266p Sevenum,
L385p Sint-Odiliënberg,
L246a Swolgen,
L210p Venray,
L215a Wellerlooi),
verstøktj (L434a Broeksittard, ...
L323p Buggenum,
L328p Heel,
L325p Horn,
L377p Maasbracht,
L374p Thorn,
L289p Weert),
verštoeke (Q035p Brunssum),
verštoekt (Q035p Brunssum),
vĕrscht"k (Q105p Heer),
vĕrscht"ke (Q105p Heer),
veͅrstok (Q167p Koninksem),
vërstaukë (Q162p Tongeren),
vërstekt (L422p Lanklaar),
vərstākt (P176p Sint-Truiden),
vərstok (Q089p Martenslinde),
vərstōēkə (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
vərstōkt (Q001p Zonhoven),
vərstŏĕkt (Q095p Maastricht),
vərstuk (Q095p Maastricht, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
vərstukt (L286p Hamont),
vərstūk (Q010p Opgrimbie, ...
Q012p Rekem),
vərstūkt (L319p Molenbeersel, ...
L313p Sint-Huibrechts-Lille),
vərsty(3)̄kt (L416p Opglabbeek),
vərstèùkə (K317p Leopoldsburg),
vərstökt (K315p Oostham),
vərstəikt (P048p Halen),
vərstəkt (K353p Tessenderlo),
verzwikken:
[Paragraaf: regelmatige werkwoorden].
verzwikke (Q011p Boorsem)
|
haarenkelen: Zijn enkel stuk stoten bij het lopen (haarenkelen). [N 84 (1981)] || ik heb mijn enkel stuk gestooten [ZND 01u (1924)] || ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)] || stoten: pijnlijk tegen elkaar stoten van de enkels [N 37 (1971)] || verstuiken [SGV (1914)], [ZND m] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
25736 |
versuikerd |
versuikerd:
versuikerd (L250p Arcen)
|
Gezegd van het beslag. Men spreekt van versuikerd beslag wanneer al het aanwezige zetmeel in het moutmeel is omgezet in dextrine en moutsuiker. [monogr.]
II-2
|
28666 |
versuikeren |
hel worden:
hel worden (Q019p Beek),
kristalliseren:
krestalisērǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q003p Genk,
L330p Herten,
Q015p Stein),
krestalisērǝn (Q071p Diepenbeek),
krestalizērǝ (L371a Geistingen, ...
Q113p Heerlen),
krestalǝzęjrǝ (P176p Sint-Truiden),
krestālišɛ̄rǝ (Q177p Millen),
kristalliseren (Q002p Hasselt, ...
K317a Kerkhoven,
K278p Lommel,
Q009p Maasmechelen,
Q253p Montzen),
opstijven:
opstijven (Q071p Diepenbeek),
opstę̄vǝ (P120p Alken),
rijpen:
rę̄pǝ (P107a Rummen),
stijf worden:
stijf worden (Q019p Beek),
stę̄f wīrǝ (L414p Houthalen),
stollen:
stollen (P177p Zepperen),
verkristalliseren:
vǝrkrestalizērǝ (L215a Wellerlooi),
versokkeren:
vǝrsokǝrǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q019p Beek,
Q003p Genk,
Q018p Geulle,
L246p Horst,
L414p Houthalen,
L329p Roermond,
L270p Tegelen,
L374p Thorn,
L271p Venlo,
L289p Weert),
vǝrsøkǝrǝ (L428p Born, ...
L372p Maaseik),
versuikeren:
versuikeren (Q009p Maasmechelen, ...
Q253p Montzen,
L294p Neer,
L416p Opglabbeek,
L381b Peij,
K353p Tessenderlo),
vǝrsukǝrǝ (L384p Herkenbosch, ...
Q197p Noorbeek,
Q015p Stein,
Q197a Terlinden,
L210p Venray),
vǝrsukǝrǝn (L421p Dilsen),
vǝrsykǝrǝ (L265p Meijel)
|
Hard worden van de honing of het kristalliseren van honing: het overgaan van vloeibare vorm naar vaste. Dan is hij versuikerd. Voor de consumptie is versuikerde of gekristalliseerde honing niet minder geschikt dan de vloeibare. Hieruit blijkt dat de honing niet is verhit. [N 63, 118; Ge 37, 182; monogr.]
II-6
|
27948 |
vertakking |
bifurcatie:
biførkāsi (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
vertakking:
vertakking (Q000 Zie mijnen
[(Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
vǝrtakeŋ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Vertakking van een mijngang, vooral van een steengang. De woordtypen "vertakking" en "bifurcatie" worden soms ook gebruikt voor de speciale ondersteuning die bij de vertakking wordt toegepast. Zij zijn daarom ook opgenomen in het lemma Vertakkingsondersteuning, Carrure. [monogr.; Vwo 128; Vwo 825]
II-5
|
27949 |
vertakkingsondersteuning, carrure |
bifurcatie:
biførkāsi (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Emma, Maurits]),
carrure:
carrure (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Zwartberg, Eisden]
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
karȳr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Waterschei]),
kárȳr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Waterschei]),
kǝrȳr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder]),
egge:
egge (Q000 Zie mijnen
[(Winterslag)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
passe-poutrelle:
pasputręl (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Winterslag]),
passe-poutrelle (Q000 Zie mijnen
[(Zolder)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
vertakking:
vǝrtakeŋ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
vertakkingsgebint:
vǝrtakeŋsgǝbent (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden])
|
Speciale ondersteuning aan de vertakking van twee mijngangen of op de plaats waar een blinde schacht in een galerij uitmondt. De opgave "egge" voor de mijn in Winterslag is terug te voeren op het feit dat het complex van ijzeren balken een driehoek vormt die enige gelijkenis vertoont met het landbouwwerktuig van dezelfde benaming. [monogr.; N 95, add.; N 95, 800; Vwo 128; Vwo 218; Vwo 585; Vwo 825; Vwo 826]
II-5
|
32577 |
verteerde mest |
bedorven stro:
bǝdø̜rǝvǝ strǫi̯ (L115p Mook),
beschimmelde mest:
bǝšømǝldǝ [mest] (Q191p Cadier, ...
Q116p Simpelveld),
gebakken mest:
gǝbakǝ męs(t) (Q015p Stein),
gebrand mest:
gǝbrant [mest] (P051p Lummen),
gǝbrɛntj [mest] (L320a Ell),
goed gebrande mest:
gōt ˲gǝbranjdjǝ męs (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
goed mest:
gōt męs (Q011p Boorsem),
goed vet:
gū vęt (L413p Helchteren),
goede mest:
goi̯ǝ [mest] (L265b Kronenberg),
gōi̯ǝ [mest] (Q187a Heugem, ...
Q198b Oost-Maarland),
gōu̯ǝ [mest] (Q039p Hoensbroek),
gǫi̯ǝ [mest] (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
gǫu̯ǝ [mest] (Q028p Jabeek, ...
Q111p Klimmen,
Q032a Puth),
goede oude mest:
gui̯ǝn āldǝ mest (L192a Siebengewald),
kanis:
kānǝs (L294p Neer),
kort mest:
kort [mest] (L331b Boukoul, ...
L325p Horn,
L331p Swalmen),
kø̜t [mest] (K353p Tessenderlo),
kǫrt [mest] (L282p Achel, ...
L295p Baarlo,
L192p Bergen,
L269p Blerick,
L164p Gennep,
L165p Heijen,
L330p Herten,
L426z Holtum,
Q015b Kerensheide,
K359p Koersel,
L265b Kronenberg,
L422p Lanklaar,
L211p Leunen,
L248p Lottum,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
L163a Milsbeek,
Q096c Neerharen,
L216p Oirlo,
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L288a Ospel,
L163p Ottersum,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L386p Vlodrop,
Q001p Zonhoven),
kǫt [mest] (Q072p Beverst, ...
Q156p Borgloon,
Q002p Hasselt,
P050p Herk-de-Stad,
Q077p Hoeselt,
Q180p Mal,
Q090p Mopertingen,
P176p Sint-Truiden,
Q080p Vliermaal,
P177p Zepperen),
korte mest:
kortǝ [mest] (L322a Nunhem),
kótǝ [mest] (Q113p Heerlen, ...
Q039p Hoensbroek,
Q116p Simpelveld),
kó̜tǝ [mest] (Q121c Bleijerheide, ...
Q204a Mechelen,
Q117p Nieuwenhagen,
Q118p Schaesberg,
Q208p Vijlen,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
kǫrtǝ [mest] (Q035p Brunssum, ...
L426p Buchten,
Q027p Doenrade,
L430p Einighausen,
Q021p Geleen,
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
L429p Guttecoven,
Q112a Heerlerheide,
Q039p Hoensbroek,
L332p Maasniel,
Q192p Margraten,
Q196p Mheer,
L159a Middelaar,
L115p Mook,
Q022p Munstergeleen,
L322a Nunhem,
Q036p Nuth,
Q033p Oirsbeek,
Q032a Puth,
L373p Roosteren,
Q099q Rothem,
Q030p Schinveld,
L432p Susteren,
L374p Thorn,
Q097p Ulestraten,
Q112p Voerendaal),
korte stalmest:
kǫrtǝ [stalmest] (L246p Horst, ...
Q111p Klimmen,
Q088p Lanaken),
kortgebrand mest:
kǫrt ˲gǝbrant [mest] (L372a Aldeneik),
kǫrt ˲gǝbrānt [mest] (L312p Neerpelt),
oud mest:
a.lt [mest] (L248p Lottum),
alt [mest] (L269b Boekend, ...
L269a Hout-Blerick,
L270p Tegelen),
au̯.t [mest] (L266p Sevenum),
au̯t [mest] (Q009p Maasmechelen),
ālt [mest] (L192b Aijen, ...
L246p Horst,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L163p Ottersum),
āt [mest] (L270p Tegelen),
ǫu̯t [mest] (L265b Kronenberg, ...
L266p Sevenum),
ǭt [mest] (L322p Haelen, ...
L292p Heythuysen,
L289b Leuken,
L290p Panningen,
L289p Weert),
oud vet mest:
ālt ˲vęt mest (L246p Horst),
oude koemest:
āu̯ǝ kui̯mēst (L115p Mook),
oude mest:
au̯ǝ [mest] (L430p Einighausen, ...
Q204a Mechelen),
āi̯ǝ [mest] (L330p Herten, ...
L329p Roermond),
āldǝ [mest] (L211p Leunen),
ǫu̯ǝ [mest] (Q039p Hoensbroek, ...
Q121p Kerkrade),
ǭi̯ǝ [mest] (L294p Neer, ...
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
ǭu̯ǝ [mest] (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
oude stalmest:
ǭi̯ǝ stalmęst (L321p Neeritter),
potmest:
pǫtmēs (Q204a Mechelen),
rot mest:
rǫt [mest] (L290a Egchel, ...
Q015b Kerensheide,
Q015p Stein),
rotte mest:
rǫ.tǝ [mest] (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
rǫtǝ [mest] (Q019p Beek, ...
Q096a Borgharen,
Q191p Cadier,
Q193a Eckelrade,
Q198p Eijsden,
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
Q188p Kanne,
Q192p Margraten,
Q204a Mechelen,
L294p Neer,
Q198b Oost-Maarland,
Q194p Rijckholt,
Q020p Sittard,
Q112b Ubachsberg,
Q097p Ulestraten,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
rotte stalmest:
rotǝ štalmes (Q203p Gulpen),
spek:
spɛk (Q088p Lanaken),
spekmest:
spɛkmęst (P046p Linkhout),
toter:
tōtǝr (L332p Maasniel
[(zeer natte korte mest)]
),
uitgedroogde mest:
ūt˲gǝdrȳǝgdǝ mest (L246p Horst),
verbord mest:
vǝrbǫrt mēs (L265b Kronenberg),
verbrand mest:
vǝrbra.nt [mest] (K359p Koersel),
vǝrbrant [mest] (K358p Beringen, ...
P045p Meldert),
vǝrbrantj [mest] (L318b Tungelroy),
vǝrbrānt [mest] (L192b Aijen, ...
L246p Horst,
L209p Merselo,
L115p Mook,
L216p Oirlo,
L163p Ottersum),
verbrande mest:
vǝrbrāndǝ mest (L192a Siebengewald),
vergaan mest:
vǝrgǭn mēs (L248p Lottum),
vergangen mest:
vǝrgaŋǝ [mest] (L427p Obbicht, ...
Q097p Ulestraten),
verschimmelde mest:
vǝrsxymǝldǝ mēst (L115p Mook),
verteerd mest:
vǝrtē̜rt mēs (L248p Lottum),
verteerde mest:
vǝrtē̜rdǝ męs (Q188p Kanne),
vervuurde mest:
vǝrvȳrdǝ męs (Q027p Doenrade),
vet mest:
vęt [mest] (L292p Heythuysen),
vɛ ̝t [mest] (L192b Aijen, ...
L265b Kronenberg,
L374p Thorn),
vette knasterd:
vɛtǝ knǭstert (L291p Helden),
vette mest:
vętǝ męs (Q097p Ulestraten),
vuile mest:
vulǝ męs (Q204a Mechelen),
zadige mest:
zeǝdegǝ mę.s (Q116p Simpelveld),
zamige mest:
zō ̞mǝgǝ męs (Q191p Cadier),
zamigheid:
zō ̞mǝxhēt (Q027p Doenrade),
zǫu̯mexhē̜ ̝t (Q194p Rijckholt),
zǭǝmexhē ̞t (Q203b Ingber, ...
Q192p Margraten),
zwaar mest:
zwǫr [mest] (L265p Meijel),
zwǭr [mest] (Q011p Boorsem)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
21599 |
vertellen |
een schoon verhaal kennen:
e chūn verhōêl kenne (Q005p Zutendaal),
uiteendoen:
n historie outindaon (P057p Kuringen),
verhalen:
verholen: Duitsch
ĕn geschiedenis verhōlen (Q093p Rosmeer),
vertellen:
een geschiedenis verèllen (L355p Peer),
en histooreke ve(r)tllen (P046p Linkhout),
ē vərtêlsəlkə vərtêlə (L372p Maaseik),
eͅns īt vərtēͅllə (Q002p Hasselt),
get fərtɛlə (Q012p Rekem),
gət vərtəllə (L366p Gruitrode),
iets vərtəllə (L355p Peer),
it fərteln (Q001p Zonhoven),
its vərtelən (L312p Neerpelt),
n fars veͅrteͅllə (Q154p Sint-Huibrechts-Hern),
n gəschēͅədəneͅs vərtällə (P051p Lummen),
n gəšēdəneͅs vərteͅlən (L416p Opglabbeek),
n istārə vərtelə (Q156p Borgloon),
n za͂g vərteͅllə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
wa verdellen (L282p Achel),
wḁt vərtɛllə (L367p Neerglabbeek),
èt vərtelle (L368p Neeroeteren),
ə gəschidəneͅskə vərtellə (P195p Gutshoven),
ə vərtelsolkə vərtellən (Q005p Zutendaal),
ə vərtĕlsəlkə vərtĕllə (Q172p Vroenhoven),
ə vərteͅlsəkə vərteͅllə (P050p Herk-de-Stad),
ə vərteͅlsəkə vərteͅlə (L319p Molenbeersel, ...
Q010p Opgrimbie),
ə vərteͅlsəl vərteͅln (Q001p Zonhoven),
ə vərtälsəlkə vərtälən (L286p Hamont),
ə vərtɛksəlkə vərtɛlə (P176p Sint-Truiden),
ə vərtɛ̞lsəlkə vərtɛ̞lə (L423p Stokkem),
ən gəschiedənis vərtèllə (Q078p Wellen),
ən gəšidənəs vərtellə (Q088p Lanaken),
ən heͅstori vərtēͅllə (Q088p Lanaken),
ən hist(ou)ərəkə vərtellə (P195p Gutshoven),
ən histōriə vərteͅlə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ən istori vərtēͅlə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
get = iets
get vərtèlə (L372p Maaseik),
zeggen:
(iets zegge) (Q072p Beverst)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
33454 |
vertikale paal in een poort |
aanslagpaal:
áǝnsláxpou̯ǝl (P174p Velm),
deurpaal:
dø̄rpāǝl (P045p Meldert),
deurstijl:
dei̯ǝrstɛi̯l (Q072p Beverst),
dø̄rstē̜ ̞i̯l (P220p Mechelen-Bovelingen),
dø̄rstē̜ ̞l (P045p Meldert),
dø̄rstīl (L267p Maasbree),
dø̜rstē̜ ̞l (K353p Tessenderlo),
d‚ēǝrstē̜ ̞i̯ǝl (P055p Kermt),
deurstijp:
dø̄rstīp (L326p Grathem),
losse stijl:
lǫsǝ stīl (L265p Meijel),
lǫsǝ štil (Q099q Rothem),
makelaar:
mǭkǝlē̜ ̞r (Q086p Eigenbilzen),
melger:
milǝgǝr (K314p Kwaadmechelen),
męlǝgǝr (K316p Heppen, ...
K314p Kwaadmechelen,
K353p Tessenderlo),
mɛlǝgǝr (K318p Berverlo, ...
K316p Heppen),
mɛrǝgǝl (K358p Beringen, ...
K318p Berverlo,
P051p Lummen),
middenstijl:
medǝstīl (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum),
medǝštīl (L270p Tegelen),
midǝstē̜ ̞l (P044p Zelem),
paal:
puǝl (P046p Linkhout),
pǭl (Q021p Geleen, ...
L330p Herten),
pilaar:
pǝlē̜ ̞r (P218p Borlo, ...
P175p Gingelom),
pǝlɛ̄r (Q076p Romershoven),
poortehout:
pǫatsǝhō.ts (Q202p Eys),
poortepaal:
pǭtǝpǫal (Q039p Hoensbroek),
poorterichel:
pǫrtǝregǝl (L378p Stevensweert),
poortestijp:
pǫrtǝštīp (L378p Stevensweert),
pǭtǝštip (Q039p Hoensbroek),
schuurstijl:
sxirstēi̯ǝl (P054p Spalbeek),
slagboom:
slax˱bǫm (L159a Middelaar),
šlāx˱bǫu̯m (L425p Grevenbicht / Papenhoven),
slaghout:
slāxhǫu̯t (L372p Maaseik),
slaglat:
slāxlat (P177p Zepperen),
slagstijp:
slāxstīp (L372p Maaseik),
sluithout:
slau̯thōt (Q077b Nederstraat),
sluitknuppel:
slø̜̄tknøpǝl (K317p Leopoldsburg),
sluitlijst:
šlȳtlīs (Q106p Bemelen),
sluitstijl:
slau̯tstɛi̯l (Q077b Nederstraat),
spijpel:
spipǝl (Q007p Eisden),
stijl:
stē̜ ̞l (K361a Boekt Heikant, ...
Q071p Diepenbeek,
K357p Paal),
stē̜ ̞ǝl (P048p Halen),
stīl (L289b Leuken, ...
L266p Sevenum),
stɛi̯l (K278p Lommel, ...
Q075p Vliermaalroot),
stɛǝl (P051p Lummen),
štil (Q018p Geulle, ...
Q033p Oirsbeek,
Q117a Waubach),
štīl (L295p Baarlo, ...
L322p Haelen,
L299p Reuver),
stijp:
step (Q002p Hasselt, ...
P176p Sint-Truiden),
stip (L282p Achel, ...
L429a Berg,
K358p Beringen,
Q007p Eisden,
P050p Herk-de-Stad,
K314p Kwaadmechelen,
L422p Lanklaar,
K317p Leopoldsburg,
L420p Rotem),
stęi̯p (L360p Bree),
stęp (P050p Herk-de-Stad),
stīp (L269p Blerick, ...
L321p Neeritter,
L312p Neerpelt,
L314p Overpelt,
L318b Tungelroy),
st‚ēp (Q093p Rosmeer),
štip (Q034p Merkelbeek, ...
L423p Stokkem,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten,
Q222p Vaals),
štiǝp (L430p Einighausen),
štī.p (L429p Guttecoven),
štīp (L332p Maasniel, ...
L299p Reuver),
štīǝp (L295p Baarlo),
stijpel:
stepǝl (K314p Kwaadmechelen),
štipǝl (Q198a Mesch, ...
Q096c Neerharen,
L416p Opglabbeek),
štīpǝl (L322a Nunhem),
stootbalk:
stǭu̯t˱balǝk (P222p Opheers),
stut:
stø̜t (P048p Halen),
teulder:
tø̄ldǝr (L421p Dilsen),
tussenstijl:
tø̜sǝstil (L360p Bree)
|
Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c]
I-6
|
30109 |
vertinborstel |
handborstel:
hāntj˱bøjǝstǝl (Q194p Rijckholt),
handveger:
hānt˲vē̜gǝr (L163p Ottersum),
kwast:
kwas (L270p Tegelen),
kwispel:
kwespǝl (Q121c Bleijerheide),
plank voor de schouw uit te smeren:
plaŋk ˲vø̄r dǝ šǫw ūt tǝ smērǝ (Q097p Ulestraten),
plaŋk ˲vø̄r dǝ šǫw ūt tǝ šmērǝ (Q019p Beek),
pleisterstek:
plēstǝrstɛk (L382p Montfort),
plīǝstǝrštɛk (Q028p Jabeek),
plets:
plɛtš (Q113p Heerlen, ...
Q100p Houthem,
Q121p Kerkrade,
Q099q Rothem,
Q101p Valkenburg),
schouw(e)stek:
šǫwstɛk (Q095a Oud-Caberg),
šǫwǝštɛk (Q113p Heerlen),
schouweveger:
sxē̜jǝvēgǝr (K353p Tessenderlo),
sleep:
šlęjp (Q111p Klimmen),
smeerlat:
šmērlat (Q039p Hoensbroek),
spaander:
špāndǝr (Q019p Beek, ...
Q098p Schimmert),
uitwasser:
ūtwasǝr (L289b Leuken, ...
L289p Weert),
veger:
vē̜gǝr (L318b Tungelroy),
vertinborstel:
vǝrtenbøštǝl (Q202p Eys),
vertinkwast:
vǝrtenkwas (Q202p Eys),
vertinkwispel:
vǝrtenkwespǝl (Q202p Eys),
vertinplank:
vǝrtenplaŋk (Q113p Heerlen)
|
Lange stok met aan het uiteinde een soort spaan of borstel, waarmee de binnenzijde van schoorsteenkanalen ruw bepleisterd wordt. De specie die hierbij werd gebruikt, werd in Q 95a 'schouwplaaster' ('šǫwplǭstǝr') genoemd. [N 32, 25d; monogr.]
II-9
|
31563 |
vertinnen |
vertinnen:
vǝrtenǝ (L414p Houthalen, ...
Q117p Nieuwenhagen,
Q118p Schaesberg),
vǝrtsenǝ (Q121c Bleijerheide, ...
Q121p Kerkrade
[(bij koperen ketels)]
),
vǝrtēnǝ (L329p Roermond),
vǝrtęjnǝ (L423p Stokkem)
|
Metaal met een dunne laag tin bedekken om het tegen oxidatie te beschermen. [N 64, 28e; N 66, 36d; N 33, 380]
II-11
|