e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegging changeer: changeer (Eisden  [(Eisden)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), changement: šanžǝmęnt (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]) Het verleggen van het transportmiddel. [Vwo 225; N 95, 493] II-5
verlengstuk aanlaseinde: ānlas˱enj (Neeritter  [(was eraan vastgesmeed)]  ), handvat: hánt˲vat (Loksbergen), hulpstuk: hølǝpštøk (Simpelveld), hø̜lǝpštø̜k (Klimmen), hulptang: hølǝptaŋ (Bevingen), verlengstuk: vǝrleŋštø̜k (Helden, ... ), vǝrlęŋstøk (Heijen, ... ), vǝrlɛŋstøk (Meerlo), vǝrlɛŋštø̜k (Reuver) Een stuk ijzer dat aan een werkstuk wordt vastgezet om dit laatste bij het smeden gemakkelijker te kunnen hanteren. Doorgaans gebruikt men echter een smeedtang. [N 33, 309] II-11
verlichten verlichten: verliechte (Maastricht, ... ), De kamer. de hoof verliechte De vinsters waore neet verliech De stad verliechte: illumineren  verliechte (Maastricht) helder maken || illumineren || van licht voorzien || verlichten III-2-1
verlichting illuminatie: elymenāsə (\'s-Herenelderen), eləmənāsi (Maaseik), ilyminoͅti (Tessenderlo), iləmənōͅsə (Martenslinde), lemənāsi (Maastricht), leͅmənāsi (Maastricht), liminōͅsi (Bilzen), limənāsi (Amby), lymenāsi (Lanklaar), lyməna͂sə (Wellen), lymənōͅsə (Sint-Truiden), oud  illuminasie (Gennep), licht: leecht (As, ... ), verlichting: verleechting (Hunsel, ... ), verlichting (Meerlo), vərlextiŋ (Beringen), vərlēxteŋ (As, ... ), vərlixteŋ (Wellen), De verliechting van de trap De verliechting van de stad mèt gaas  verliechting (Maastricht), nieuw  verlichting (Gennep) illuminatie [SGV (1914)] || illuminatie, verlichting [ZND 01 (1922)] || verlichting III-2-1
verliezen verlieren: v`rleere (Kaulille, ... ), ve(r)lieren (Eksel), ver-līē-re (Blitterswijck, ... ), verle:re (Roermond), verleere (Banholt, ... ), verleerə (Swalmen, ... ), verleese (Schaesberg), verleire (Bingelrade, ... ), verlere (Boekend, ... ), verleére (Tegelen, ... ), verlieren (Beringen, ... ), verlīēre (Beringen, ... ), verlére (Maastricht, ... ), vĕrleere (Heer, ... ), vər`lī:rə (Gemmenich, ... ), vərlērə (Maastricht), vərlĕrə (Maastricht), vərlĕrən (Bocholt), vərlīərə (Hamont, ... ), Ook: verleze.  verlere (Gronsveld, ... ), Verliere, verloor (verliesde), verloore.  verliere (Beverlo, ... ), Zie ook: verleze.  verlere (Heerlen, ... ), verliezen: ik verlīs (Tessenderlo), v`rleeze (Bocholt, ... ), verle-ze (Sevenum, ... ), verleeizen (Susteren, ... ), verleese (Schaesberg), verleesen (Leveroy, ... ), verleeze (Aubel, ... ), verleeze(n) (Blerick, ... ), verleezen (Amby, ... ), verleezje (Meijel, ... ), verleezə (Schinveld, ... ), verleize (Doenrade, ... ), verlej.ze (Hasselt, ... ), verleze (Amby, ... ), verlezen (As, ... ), verlezə (Maasbree, ... ), verleëze (Mheer, ... ), verleïse (Eupen, ... ), verlēze (Baexem, ... ), verlĕĕze (Mechelen, ... ), verliehze (Genk, ... ), verlieze (Heers, ... ), verlieze(n) (Tessenderlo, ... ), verliezen (Beverst, ... ), verlieëzen (Diepenbeek, ... ), verliēze (Venray, ... ), verlijzen (Hasselt, ... ), verlizen (Peer), verlizze (Kerkrade, ... ), verlīē.ëze (Zonhoven, ... ), verlīēze (Borgloon, ... ), verlīēzen (Hamont, ... ), verlīsen (Bilzen), verlīze (Panningen, ... ), verlīzə (Gelinden), verlṇ.zə (Borgloon), verlṇĕze (Meerlo, ... ), verluze (Wahlwiller, ... ), verlèze (Sevenum, ... ), verlêze (Baelen, ... ), verlêzen (As, ... ), verlîe.ze (Zolder, ... ), verlüzze (Bocholtz, ... ), vēͅrlīza (Koninksem), vlie-ze (Wellen), vliezen (Lommel, ... ), vèrlezen (Reuver, ... ), vërleezë (Lanklaar), vërlīēzë (Tongeren, ... ), vər`lī:zə (Gemmenich, ... ), vərle.zə (Meeuwen), vərleezə (Berg-en-Terblijt, ... ), vərlei.ze (Hasselt), vərleze (Mechelen-aan-de-Maas), vərlēzə (Meeswijk, ... ), vərlēzən (Opglabbeek), vərlĕzə (As, ... ), vərlĕzən (Neeroeteren, ... ), vərli.i.zə (Eupen), vərlizə (Hamont, ... ), vərliəzn (Zonhoven, ... ), vərlīzə (Halen, ... ), vərlīzən (Hamont, ... ), vərlṇ:zə (Montzen), vərlṇzə (Loksbergen), vərluuzə (Vaals, ... ), vɛrli.zə (Hoepertingen), v⁄rleeze (Asenray/Maalbroek, ... ), (ook).  verleezə (Swalmen, ... ), ik verlies ; ik verlees  verleeze (Grubbenvorst, ... ), ik verlies; ik verlees / verspeul  verleeze (Lottum, ... ), NB verluus: verlies.  verleze (Echt/Gebroek, ... ), nb. zie aanvullingen op bladzijde 40:  verlieze (Afferden, ... ), Ndl. verliezen, ebenso mhd. verliesen, engl. to lose. Wurzel los.  verlese (Eupen), Opm. de i is kort.  verlijze (Montfort, ... ), Opm. ich verlees, verloar, höb verlöre.  verleeze (Stevensweert), Sub "Sterke werkwoorden".  verlézen (Uikhoven, ... ), Zie ook: verlere.  verleze (Heerlen, ... ), Zie: verlere.  verleze (Gronsveld, ... ), verloren (volt.deelw.): verlore (Welkenraedt), *!! VT -)  verloren (Geistingen), verspelen: verspeu-le (Blitterswijck, ... ), verspeule (Swolgen, ... ), (bij knikkeren of kaarten)  verspeule (Lottum, ... ), (bij spel).  versjpele (Schimmert, ... ) (Vervoegingen): [Verliezen]. || 1. Verliezen. || [Verliezen]. || benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Verleere: Verlieren. || Verleeze: = verleere [Verlieren]. || Verlieren (verliezen). [ZND m] || Verlieren. || verliezen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] || Verliezen, kwijt raken. || Verliezen. [Willems (1885)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || wij verliezen [ZND 08 (1925)] III-3-1, III-3-2
verloden verloden: vǝrlū.dǝ (Nieuwenhagen, ... ), vǝrlūtǝ (Stokkem) Metaal met een dunne laag lood bedekken. [N 64, 28f] II-11
verlof, vrije dag congé: congé (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Eisden, Zwartberg]  [Eisden]  [Winterslag, Waterschei]  [Zwartberg, Waterschei]), konžē (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]), kǫnžē (Hamont  [(Eisden)]  , ... [Zwartberg]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), kǫnž˙ē (Zolder  [(Zolder)]   [Winterslag, Waterschei]), kǭžē (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Zolder]), een betaalde: nǝ bǝtɛldǝ (Hamont  [(Eisden)]   [Laura, Julia]), een dag verlof: ęjnǝ dāx vǝrlǫf (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]), een dagje congé: ǝn daxskǝ kǫnžē (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Winterslag, Waterschei]), een dagje vrij: ǝn daxskǝ vręj (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]), feierschicht: fajǝršix (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Eisden]  [Domaniale]), fęjǝršex (Stein  [(Maurits)]   [Wilhelmina, Domaniale]), kort verlet: kort verlet (Eisden  [(Eisden)]   [Zolder]), kǫrt vǝrlęt (Zolder  [(Zolder)]   [Willem-Sophia]), snipperdag: snipperdag (Lanklaar  [(Eisden)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), šnipǝrdāx (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Eisden]), urlaubstag: ūrlawpstāk (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Eisden]), verlof: verlof (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Wilhelmina]  [Emma, Maurits]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]  [Maurits]  [Maurits]), vǝrlǫ.f (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]), vǝrlǫf (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Willem-Sophia]  [Emma]  [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Emma]  [Julia]  [Maurits]  [Laura, Julia]  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Domaniale]  [Domaniale]), verlofdag: vǝrlofdāx (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), vǝrlǫ.f˱dā.x (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), vǝrlǫfdāx (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), verlofschicht: vǝrlofšex (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]), vǝrlǫ.fši.x (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]), vǝrlǫfšex (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]), vǝrlǫfšix (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]  [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Laura, Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]), vrij: vrēj (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), vręj (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), vrī (Thorn  [(Maurits)]   [Domaniale]), vrije dag: vrijǝ dāx (Geleen  [(Maurits)]  , ... [Oranje-Nassau I]  [Emma]  [Maurits]), vriǝ dāx (Oirsbeek  [(Emma)]   [Eisden]), vręjǝ dāx (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Maurits]  [Domaniale]  [Domaniale]) Van vakantie spraken de mijnwerkers niet. Men nam een verlofdag en deze was dan "de mooiste werkdag". [N 95, 121; N 95, 122; N 95, 123; monogr.; N 95, 920; Vwo 248] II-5
verloofd verloofd: vərloo:f (Sittard), vərlou:f (Sittard) verloofd III-2-2
verloofde jong: jiuŋ (Bilzen), liefste: lēstə (Maastricht, ... ) verloofde [ZND m], [ZND m] || vrijer [ZND m] III-2-2
verloopring verloopring: vǝrlōpreŋk (Nieuwenhagen, ... ) Verloopnippel met binnen- en buitendraad. Zie ook afb. 268. [N 64, 117g] II-11