23696 |
de portiuncula-aflaat verdienen add. |
allerheiligenaflaat:
allerheilige aflaot (Q202p Eys),
allerzielenaflaat:
allerziele aflaat (L432a Koningsbosch),
allerziele-aoflaot (Q187a Heugem),
toties quoties:
tooties kwootsiees (L382p Montfort),
toties-quotiesaflaat:
tootsjes-kwootsjes-aaflaot (L387p Posterholt),
toties quoties aflaat (L265p Meijel),
toties-quoties aafloot (Q111p Klimmen),
totiesquotiesaafloat (L426z Holtum)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27397 |
de post schoon hebben |
de post rein hebben:
dǝr pōs reŋ hān (Q255p Kelmis)
|
De post na het schieten weer geheel leeggeschept hebben. [monogr.]
II-4
|
25400 |
de poten spannen |
bijeentrekken:
bijeentrekken (L420p Rotem),
biʔǝntrɛʔǝ (K278p Lommel),
będīn trɛkǝ (P176p Sint-Truiden),
bǝdiǝntrękǝ (P117p Nieuwerkerken),
bǝdēn trɛkǝ (Q071p Diepenbeek),
bijeentrekken met haak:
bięjntrøkǝ mɛt hǭk (L366p Gruitrode),
de poten aaneenhangen:
(men zegt van het varken) haŋ ǝm dǝ pø̄ǝt ānęjn (L432p Susteren),
de poten bijeenbrengen:
dǝ pǫwtǝ bǝtēǝnbrɛngǝ (P177p Zepperen),
de poten bijeentrekken:
dǝ pyǝt bīēntrɛkǝn (Q039p Hoensbroek),
de poten met een haak ophangen:
dǝ pȳt męt ǝn (h)ǭk op(h)aŋǝ (Q009p Maasmechelen),
dǝ pȳt męt ǝn (h)ǭk ǫp(h)aŋǝ (Q009p Maasmechelen),
gelid spannen:
gǝlēt spānǝn (L316p Kaulille),
huid spannen:
hū.t.španǝ (L270p Tegelen),
inhaken:
enhǫǝkǝ (L312p Neerpelt),
opbinden:
ǫpbɛnjǝ (L318b Tungelroy),
ophaken:
ophø̄kǝn (L211p Leunen),
opklampen:
opkrɛmpǝ (Q121c Bleijerheide),
opspannen:
opspannen (P176p Sint-Truiden),
ōpšpanǝ (Q113p Heerlen),
ǫpspanǝ (P051p Lummen),
ǫpspanǝn (L321p Neeritter),
opsteken:
opstē̜kǝ (L163p Ottersum),
poten bijeenzetten:
putǝ biēn zitǝ (Q198p Eijsden),
poten ophaken:
pȳ.t ǫphø̜̄kǝ (L290p Panningen),
poten optrekken:
putǝ ǫptrɛkǝ (P050p Herk-de-Stad),
poten spannen:
pø̄ǝt španǝ (Q203p Gulpen),
spalten vasthaken:
špaltǝ vashø̜̄kǝ (Q121p Kerkrade),
spannen:
spannen (Q071p Diepenbeek, ...
Q003a Oud-Waterschei),
spanǝ (Q095p Maastricht),
španǝ (L426p Buchten, ...
Q202p Eys,
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek,
Q121p Kerkrade,
Q204a Mechelen,
Q198a Mesch,
Q036p Nuth,
Q033p Oirsbeek,
Q099q Rothem),
spannen met slachthaken:
spanǝ me slaxhø̜̄k (L265p Meijel),
vel spannen:
vɛ.l španǝ (L270p Tegelen)
|
Bij het afhuiden van de billen en de borst brengt men de linkerpoten, evenals de rechterpoten, naar elkaar toe, waardoor de huid strak gaat staan, wat het afhuiden vergemakkelijkt. Sommige slachters binden de beide poten aan elkaar vast of houden ze met haken bijeen, zodat ze beide handen vrij hebben; andere trekken de ene poot in de richting van de andere en houden hem dan tijdens het afhuiden vast. [N 28, 53]
II-1
|
28603 |
de raat uitbreken |
(de) korf uitbreken:
(de) korf uitbreken (K317a Kerkhoven),
dǝ kø̜rf ytbrę̄kǝ (L215a Wellerlooi),
dǝ kø̜rf ūtbrę̄kǝ (L271p Venlo),
kørf ūtbręjkǝ (Q015p Stein),
kø̄rf ow.ǝtbrękǝ (Q071p Diepenbeek),
bijen uitbreken:
bi-jǝn ø̜jtbrēkǝ (L416p Opglabbeek),
de bij slachten:
dǝ bi-j slaxtǝ (L372p Maaseik),
de korf uittrekken:
dǝ kø̜rf ūttrękǝ (Q019p Beek),
een bij uitbreken:
ęjnǝ bi ūtbrę̄kǝ (L330p Herten),
ęjnǝ bi-j ūtbrę̄kǝ (L333p Asenray / Maalbroek),
het kaar uitbreken:
ǝt kǭr ǫwtbrę̄kǝ (Q003p Genk),
raat uitbreken:
rāt ø̄tbrī.kǝ (Q002p Hasselt),
raten uitsnijden:
raten uitsnijden (Q009p Maasmechelen),
slachten:
slaxtǝ (L371a Geistingen),
uitbreken:
u.tbrę̄kǝ (L330p Herten),
utbrɛǝkǝ (Q253p Montzen),
uǝtbrēkǝ (P120p Alken),
ytbrę̄kǝ (L210p Venray),
øtjbrę̄kǝ (L265p Meijel),
ø̜tbrēkǝn (K353p Tessenderlo),
ātbrēkǝ (P107a Rummen, ...
P176p Sint-Truiden),
ūtbręǝkǝ (Q113p Heerlen),
ūtbrę̄jkǝ (L381b Peij),
ūtbrę̄kǝ (L428p Born, ...
L371a Geistingen,
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden),
ǫwtbrikǝn (L421p Dilsen),
ǭtbręǝkǝ (L414p Houthalen),
uitsnijden:
ūtšni-jǝ (L329p Roermond),
uittrekken:
ēttrękǝ (L289p Weert),
ūttrękǝ (L289p Weert)
|
Uitbreken van de raat bij het oogsten van de honing. Het volk is dan verwijderd. [N 63, 81a]
II-6
|
27795 |
de richting controleren |
de stonde controleren:
dǝ štǫnt kǫntrolērǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
dǝ štǫnt kǫntrolęǝrǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
dǝ št˙ǫnt kǫ.ntro.l˙ēǝrǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
de stonde doortrekken:
dǝ štǫnt dørxtrękǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Maurits]),
directie controleren:
directie controleren (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zolder]),
dǝrɛksi kǫntrǝlērǝ (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zwartberg, Waterschei]),
directie nemen:
directie nemen (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
directie uitzetten:
dirɛksi owtzętǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden]),
richting controleren:
rexteŋ kontrǝlęjrǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
rexteŋ kǫntrolęǝrǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Julia]),
rexteŋ kǫntrolę̄rǝ (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
rexteŋ kǫntǝrlērǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
richting controleren (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Emma]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
richting trekken:
rexteŋ trękǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Domaniale]),
rexteŋ trɛkǝ (Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Maurits]),
richtung controleren:
rextuŋ kǫntroliǝrǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Emma]),
richtung doortrekken:
rixtuŋ dørxtrɛkǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
uitmeten:
utmę̄tǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei])
|
De richting controleren van een mijngang. Een richting bestaat uit twee of drie richtingspunten en een controlepunt. De richtingen hebben tot doel een rechte stand van de te maken gang in een vooraf bepaalde richting te verkrijgen (MBK II pag. 40-41). Alvorens de richting naar het front wordt doorgetrokken moet eerst de richting worden gecontroleerd. Het al of niet kloppen van de richting moet altijd worden vastgesteld op het controlepunt. [N 95, 846]
II-5
|
27794 |
de richting hangen |
de stonde hangen:
dǝ štǫnt haŋǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
directie pakken:
directie pakken (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Maurits]),
richtung hangen:
rextuŋ haŋǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
Het aanbrengen van twee of meer schietloden in het dak van een galerij of steengang, welke dienen om te kunnen nagaan of de voorgeschreven richting wordt gevolgd. [monogr.; N 95, 382]
II-5
|
22126 |
de ring in een kapsule stoppen |
in busje stoppen:
in böskə sjtoppə (L300p Beesel),
in de bus doen:
in de bus dôên (L210p Venray),
in de huls duwen:
d’r rink in de hóls doeë (Q111p Klimmen),
e.n də h‧øͅls ˂d‧øͅi̯ə (Q202p Eys),
en øn hølskə doͅwə (L265p Meijel),
in een potje steken:
in e pûtteke stiëke (L414p Houthalen),
in het blokje doen:
in het blokje doen (Q162p Tongeren),
in het buisje doen:
in ’t bōske doon (L289p Weert),
in ’t buiske doon (Q021p Geleen),
in het buisje steken:
in het buuske stieèken (Q007p Eisden),
in het busje duwen:
in ’t buske duje (Q027p Doenrade),
in ’t böske duuje (Q021p Geleen),
in het busje stoppen:
in ’t buske sjtoppe (Q027p Doenrade),
in het doosje doen:
in het doosje doen (Q162p Tongeren),
in het doosje steken:
en ’t duuske stêke (P183p Mielen-boven-Aalst),
in ’t deuske steiken (Q157p Jesseren),
in ’t duske steke (Q074p Kortessem),
in ’t duske steken (P219p Jeuk),
in het potje doen:
in het potje doen (Q162p Tongeren),
in ’t petsjə doon (L417p As),
rènk in het pètje doon (L417p As),
in het potje steken:
de renk en het peutje steike (Q168a Rijkhoven),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
èn ’t pètsje staeke (Q083p Bilzen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
et kátsjoeke in et pùtteke stië.ke (K361p Zolder),
in potje stoppen:
in pötjə sjtoppə (L300p Beesel),
in potjes doen:
in pötjes doohn (L330p Herten (bij Roermond)),
klokken:
klokke (L266p Sevenum),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
klókke (L214p Wanssum),
proppen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
den ring proppe (L214p Wanssum)
|
de ring in een ijzeren kapsule stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
23289 |
de roepen |
eerste roep:
De ceiste zeep of zoop (meew) (L415p Opoeteren),
de eerste ro-ep (L355p Peer),
de eerste roef (L352p Hechtel),
de eerste roep (L358p Reppel),
de eerste roop, tweede roop, geroope (L415p Opoeteren),
De eerste roop-detweede roop (L368p Neeroeteren),
de ierste roop (L316p Kaulille),
De ierste roop, twiëde roop (L413p Helchteren),
de irste en de tweede reup (L372p Maaseik),
de ièrste roop (L414p Houthalen),
deeerste roep (L355p Peer),
den ierste roop (L368p Neeroeteren),
den īersten roep (L355p Peer),
eersten roop (L368p Neeroeteren),
eeste roop (L413p Helchteren),
ierste roop (L364p Meeuwen),
roepen, də īrstə rēp (L416p Opglabbeek),
o dof en kort
de eerste rop (L413p Helchteren),
roep:
də rop (L421p Dilsen),
r"p (L372p Maaseik),
reub (L422p Lanklaar),
reup (L423p Stokkem),
roap (L360p Bree),
roep (L317p Bocholt, ...
L316p Kaulille),
roop (L317p Bocholt, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L366p Gruitrode,
L316p Kaulille,
L368p Neeroeteren),
rop (L360p Bree, ...
L416p Opglabbeek,
L355p Peer),
verote roop (L420p Rotem),
gerope
də ro:p (L420p Rotem),
roep enkelvoud, reep meervoud> Ze hebben hun tweeden roep al gehad
roep (L360p Bree),
van de preekstoel vallen
roop (L368p Neeroeteren)
|
Hoe noem je de afkondiging van het aanstaande huwelijk in de zondagsmis? De eerste ..., de tweede ... [ZND 41 (1943)]
III-3-3
|
23290 |
de roepen krijgen |
aangeplakt staan:
angeplekt staon (L216p Oirlo),
afgelezen worden:
aôfgelêze wiènne (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren),
afgeroepen worden:
aafgeroepe wèren (L312p Neerpelt),
aafgeroope waere (L270p Tegelen),
aafgeroope weire (L317p Bocholt),
aafgeroopen waere (L295p Baarlo),
aafroope (Q021p Geleen, ...
Q016p Lutterade),
afgeroepe wèède (P176p Sint-Truiden),
afgeroope werden (Q202p Eys),
afgeroopen wèèren (L271p Venlo),
afgerope wère (Q036p Nuth/Aalbeek),
afgərūpə wēͅrə (L265p Meijel),
aofgeroope weurde (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
āāfgerōōpe wééëde (Q117p Nieuwenhagen),
hij is afgeroepen in de kèrk (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
zie zeen al ins, al twie kier afgerope (L368p Neeroeteren),
drie zondagen na elkaar
afgerope weure (Q095p Maastricht),
de roepen krijgen:
de reup kriege (Q203p Gulpen, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
Q101p Valkenburg,
Q112p Voerendaal,
L289p Weert),
de reupe kriege (L381p Echt/Gebroek, ...
Q099p Meerssen),
de reupe kriêge (L328p Heel),
de roepe krijgen (K278p Lommel),
de rope kriege (L299p Reuver),
de rüüp kriege (L245b Tienray),
de} reupe kriege (L295p Baarlo),
də røp kriə (Q253p Montzen),
de ruup kriege ze in de hoëgmes, dan geenge ze de femilie nuuëdige
de ruup kriege (L216p Oirlo),
de roeping krijgen:
de reuping kriege (L383p Melick),
een roep gehad hebben:
al ein roop gehad (L360p Bree),
geroepen worden:
al ins geroope (L360p Bree),
geroepen (L317p Bocholt),
geroope (L366p Gruitrode, ...
L364p Meeuwen),
geroope waere (L386p Vlodrop),
geroope wiēēre (Q032p Schinnen),
geroopen (L317p Bocholt, ...
L368p Neeroeteren,
L420p Rotem),
gerope waere (L381p Echt/Gebroek, ...
L329p Roermond),
geropen (L360p Bree, ...
L423p Stokkem),
geroppen (L355p Peer),
geröppe wière (L414p Houthalen),
gəroepə zén (P047p Loksbergen),
gərōpən (L372p Maaseik),
hoe zijen al ins geropen, zoe zijen al twie kieren geroepen (L414p Houthalen),
ze en in de mis al in of twie kieren geropen (L372p Maaseik),
ze zeen al ins geropen. Ze hebben den twiëden roop gat - leste roop gat (L413p Helchteren),
ze zijn al eens geroepen (L358p Reppel),
ze zijn al eens geroopen (L368p Neeroeteren, ...
L368p Neeroeteren),
ze zijn al eens gerope (L355p Peer),
ze zijn al ens geroopen (L415p Opoeteren),
ze zijn al twee keer geroepen (L358p Reppel),
zī zēn al ens gərōpə = zij zijn al eens geroepen (L416p Opglabbeek),
zə zEn gəropən (L421p Dilsen),
e dof en kort
ze zijn al eens geroppen (L413p Helchteren),
ze xzin al twi ki\\r\\ g\\ro.b\\
zə zin al insxəropə (L423p Stokkem),
hun roep gehad hebben:
ze hebben hunne roop al gehad (L316p Kaulille),
Ze hemmen hunnen ursten roep gehad (L352p Hechtel),
in de roep zijn:
ze zijn in de roep
zī zēn də rōp (L416p Opglabbeek),
in de roepdag zijn:
ien de roepdaag zien (L192a Siebengewald),
in de roepen gaan:
in de reup gaon (Q019a Neerbeek),
in de reup goa (Q117a Waubach),
in de reup goan (L432a Koningsbosch),
in de roepen zijn:
in de reup ziej (Q197a Terlinden),
in de reup zieë (Q117p Nieuwenhagen),
in de reup zin (Q032p Schinnen),
in de reupe (L299p Reuver),
in de reupe (zien) (L423p Stokkem),
in de rope zeen (L371p Ophoven),
in de rup zêîn (Q039p Hoensbroek),
inne reup zeen (L382p Montfort),
inne reupe zeen (L328p Heel),
inne roop zeen (L417p As),
inne roope zeen (L374p Thorn),
ze zeen al in den tweede roop (L415p Opoeteren),
zəzinal In dərøpə (L423p Stokkem),
onder de roep staan:
onder de roep stoon (L353p Eksel),
onder de roep zijn:
onder de roep zen (L265p Meijel),
onder de roewp zieng (L282p Achel),
onder de roepen staan:
òònger de reup sjtaon (L387p Posterholt),
onder de roepen zijn:
onger de reup zien (L266p Sevenum),
onger de reup(e) (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
onger de roope zeen (L318b Tungelroy),
ongere roope zeen (L320c Haler),
ze zien ònger de reup (L266p Sevenum),
ónger de reupe zien (L295p Baarlo),
ônger de reupe zeen (L320a Ell),
ônger de reupe zien (L267p Maasbree),
onder roepen zijn:
onger reupe (L288a Ospel),
ónger roope zeen (L371a Geistingen),
ondertrouw (zn.):
ôngertrouw (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
over de bank gaan:
euver de benk gao (Q111p Klimmen),
over de bank vliegen:
spottend
uëver de benk vlege (Q111p Klimmen),
roep (zn.):
roep (P219p Jeuk),
roepen krijgen:
reup kriejje (Q207p Epen),
reuëp krieëge (Q039p Hoensbroek),
röff kriege (Q211p Bocholtz),
van de preekstoel afdonderen:
ze zien van de prèksool afgedonderd (L422p Lanklaar),
van de preekstoel afgooien:
van de preekstōēl aofgegooid wjénne (Q162p Tongeren),
ze wjénne van de preekstōēl aofgegooid (Q162p Tongeren),
van de preekstoel afvallen:
van de preekstool aafvalle (L318b Tungelroy),
ze zijn al van de preekstoel aafgevallen (L355p Peer),
van de preekstoel rollen:
hè rolt van de preekstoel af (L355p Peer),
van preͅkstōl gərolt (L360p Bree),
van de preekstoel vallen:
al ins vanne prekstoal gevalle (L360p Bree),
van de preekstool valle (L320a Ell),
van den prèkstool valle (L266p Sevenum),
vanne praeksjtool valle (L328p Heel),
vanne prèèkstool valle (L360p Bree),
ze zeen al ins van de prèekstoel gevallen (L317p Bocholt),
Ze zijn al eens van den preekstoel gevallen (L352p Hechtel),
voorgeroepen worden:
vjèrgeruppe (Q086p Eigenbilzen),
vjér geruppe zien (Q086p Eigenbilzen)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] || De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)] || Wat zegt men van de verloofden als hun huwelijk in de zondagsmis is afgekondigd? Ze zijn al eens ..., al twee keer ... [ZND 41 (1943)]
III-3-3
|
23291 |
de roepen krijgen add. |
er alle keren bij zijn:
zij zijn er al kiere bie (L368p Neeroeteren),
verliefd:
verleefd (L316p Kaulille)
|
Wat zegt men van de verloofden als hun huwelijk in de zondagsmis is afgekondigd? Ze zijn al eens ..., al twee keer ... [ZND 41 (1943)]
III-3-3
|