e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de sprong opentreden het geleis trekken: ǝt glęjs trękǝ (Eupen), omtreden: ømtrē̜jǝ (Stramproy) Met behulp van de schemels de schaften of schachten in hun grootste uitwijkingsstand zetten, zodat er een opening tussen de daarin ingeregen kettingdelen ontstaat (Van de Ven, pag. 42). [N 39, 109a] II-7
de staart couperen afdoen: afdūn (Ottersum), afknippen: afknepǝ (Leopoldsburg), couperen: kupē̜rǝ (Tegelen), kupīrǝ (Valkenburg), kappen: kapǝ (Bilzen, ... ), kapǝn (Lommel), opscheren: ǫpsxērǝ (Koersel), opsnijden: ǫpsnęi̯ǝ (Tessenderlo), snijden: snęi̯ǝ (Gingelom), uithouwen: uthǫu̯ǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), uitkappen: utkapǝ (Val-Meer), ūtkapǝ (Hees), zwansen: swanse (Horst, ... ), zwanzǝn (Achel), šwansǝ (Roggel), žwanzǝ (Gronsveld), zwensen: swęnsǝ (Schimmert, ... ), swęnsǝn (Urmond), swɛnsǝ (Blerick, ... ), zwē̜nsǝ (Weert), zwęnsǝ (America, ... ), zwɛnsǝ (Heel, ... ), zwɛ̄nsǝ (Kanne), šwē̜nsǝ (Moresnet), šwęnsǝ (Baarlo, ... ), šwɛnsǝ (Heerlen, ... ), žwęnsǝ (Panningen, ... ), žwɛnsǝ (Baexem, ... ) Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d] I-9
de stal uitmesten afdoen: afdyn (Stevensvennen), ā.f˱dun (Wijchmaal), ā.vdō.n (Beek, ... ), ā.vdū.n (Achel, ... ), ā.vdūi̯.n (Gruitrode), āf˱dōn (Maxet), āvdū.n (Eksel), afmesten: afmęstǝ (Tessenderlo), afschurgen: ā.fšęrǝgǝ (Wijshagen), afslagen: afslāgǝ (Tessenderlo), afvaren: ā.fā.rǝ (Wijchmaal), ā.fǭǝrǝn (Hechtel), āfvārǝ (Leuken, ... ), āfā.rǝ (Kinrooi), āfārǝ (America), droogleggen: dryxlɛgǝn (Wijchmaal), klaarmaken: klǭrmākǝ (Sevenum), leeghalen: leǝxhoǝlǝ (Rimburg), leegkruien: lēxkryi̯ǝ (Venray), leegmaken: lęi̯gmākǝ (Amby), leegvaren: lē̜x˲vārǝ (Lottum), masten: mai̯stǝ (Itteren), mesten: mestǝ (Koningsbosch, ... ), mestǝn (Geysteren), mēstǝ (Vijlen), mē̜i̯ǝ.stǝ (Kozen), mē̜ǝ.stǝ (Ordingen), męi̯.stǝ (Alken, ... ), męi̯.sǝ (Guigoven), męi̯.sǝn (Vliermaalroot), męstǝ (Berbroek, ... ), męstǝn (Beek), mɛstǝ (Brunssum, ... ), mɛstǝn (Berg, ... ), schoonmaken: schoonmaken (Sint Odilienberg), sxonmākǝ (Wanssum), sxonmǭ.kǝ (Mechelen-Bovelingen), sxonmǭkǝ (Velm), sxou̯nmǭ.kǝ (Alken, ... ), sxunmā.kǝ (Hasselt), sxunmākǝ (Loksbergen), sxunmǭkǝ (Boekhout, ... ), sxunmǭkǝn (Hushoven), sxūnmākǝ (Hout-Blerick), šonmākǝ (Gulpen), šou̯nmǭ.kǝ (Vechmaal, ... ), šou̯nmǭkǝ (Jesseren), šoǝnmākǝ (Peij), šunmākǝn (Mheer), šunmǭ.kǝ (Veldwezelt), šōnmō.kǝ (Diets-Heur, ... ), šōnmǭ.kǝ (Herderen, ... ), šōnmǭkǝ (Nerem, ... ), šūǝnmākǝ (Berg / Terblijt), stronten: strontǝn (Oostham), trekken: trękǝ (Aalst, ... ), uitdoen: au̯.dy.n (Membruggen), uitdoen (Diepenbeek), ø.tuu̯n (Meldert), øtou̯n (Linkhout), øtu (Kwaadmechelen), øtui̯ (Beringen), øtun (Berverlo, ... ), øtūn (Heppen), ō.dū.n (Houthalen), ō.dūn (Zonhoven), ō.tū.n (Hechtel), ō.ǝdūn (Zonhoven), ōu̯.tun (Peer), ū.dūn (Sint Huibrechts Lille), ū.tu.n (Sint Huibrechts Lille), ūi̯dō.n (Ellikom, ... ), ūtdōn (Vlodrop), ǭ.dun (Heusden), ǭ.dū. (Helchteren), ǭ.dū.n (Helchteren, ... ), uithalen: ūthoǝlǝ (Heerlen), ūthǭlǝn (Venlo), uitkeren: ūtkērǝ (Stramproy), ūtkē̜rǝ (Montfort), uitkruien: øtkrai̯ǝ (Paal), øtkrøu̯ǝn (Oostham), ǭ.tkrai̯ǝ (Lummen), ǭ.tkraǝ (Lummen), uitmesten: ou̯.tmęstǝ (Bilzen), utmē̜stǝn (Maasbree), utmęstǝ (Elen, ... ), ytmestǝ (Gennep, ... ), ytmestǝn (Overloon, ... ), ytmēstǝ (Wellerlooi), øtmęstǝ (Paal), øtmɛstǝ (Berverlo), ø̜̄tmęstǝ (Donk, ... ), ø̜tmęstǝ (Kwaadmechelen, ... ), ō.tmęstǝ (Grote-Spouwen, ... ), ō.tmęsǝ (Rijkhoven), ōtmęstǝ (Grote-Spouwen), ōǝ.tmęi̯.stǝ (Kortessem), ū.tmę.stǝn (Achel, ... ), ū.tmęstǝ (Boorsem, ... ), ūi̯tmęstǝ (Wijshagen), ūsmęi̯stǝ (Vaals), ūtmestǝ (Steyl, ... ), ūtmęstǝ (As, ... ), ūtmęǝstǝ (Merkelbeek), ūtmɛstǝ (Buchten, ... ), ūtmɛstǝn (Baarlo, ... ), ǫu̯tmęstǝ (Beverst, ... ), ǫu̯ǝ.tmęsǝ (Hoeselt), ǫu̯ǝ.tmęsǝn (Hoeselt), ǭ.tmesǝ (Sint-Huibrechts-Hern), ǭ.tmęi̯.sǝ (Gors-Opleeuw, ... ), ǭ.tmęstǝ (Hasselt, ... ), ǭ.tmęsǝ (Romershoven), ǭǝ.tmęi̯.sǝ (Vliermaal, ... ), uitscheppen: ūtšøpǝ (Nieuwstadt), uitschieten: ou̯tsxitǝn (Peer), øtsxitǝ (Lommel), ø̜tsxitǝn (Lommel), ūtsxētǝ (Sevenum), ūtšētǝ (Grathem, ... ), uitschrabben: ūtšrabǝ (Nuth), uitslepen: ūtšlē̜pǝ (Margraten), uitsmijten: ōǝ.tsmē̜.tǝ (Voort), uittrekken: au̯.ttrękǝ ('S-Herenelderen, ... ), au̯ttrękǝ (Millen), au̯ǝ.ttrękǝ (Rutten), āttrękǝ (Borlo, ... ), ō.ttrękǝ (Vlijtingen, ... ), ōǝ.ttrękǝ (Heks), ōǝttrękǝ (Ulbeek), ū.ttrękǝ (Kanne, ... ), ū.ttrɛkǝ (Veldwezelt), ūi̯.ttrękǝ (Hees), ūttrękǝ (Einighausen), ūttrɛkǝ (Margraten), ǭǝ.ttrękǝ (Groot-Gelmen, ... ), uitvaren: au̯tvǭrǝ (Mal), øi̯tfārǝn (Bree), øtfōrǝ (Kerkhoven), øtvǭrǝ (Berverlo), ātfyi̯rǝ (Halmaal), ō.tfō.rǝ (Diepenbeek, ... ), ū.tfā.rǝ (Eisden), ūtfǭrǝn (Sint Huibrechts Lille), ūtvārǝ (Margraten), ǫu̯tvǭrǝ (Gelieren Bret), ǭ.tvǭǝ.rǝ (Stokrooie), ǭi̯.tvǭǝ.rǝ (Hasselt), vegen: viɛgǝ (Bommershoven), vē̜gǝ (Nuth), verzuiveren: vǝrzȳvǝrǝ (Berg / Terblijt) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de stam op de stelling brengen in zaagstand brengen: en zāxstant˱ breŋǝ (Sevenum), oprollen: ǫprǫlǝ (Diepenbeek) Bij een vaste zaagstelling werd de boomstam met behulp van een hefboom omhooggetild. Bij een zaagstelling die uit twee losse schragen bestond, werd de boom eerst opgekrikt tot ongeveer 50 cm hoog. Vervolgens werden de schragen van de stelling geplaatst. Daarna werd de stam langzaam omhoog gebracht, waarbij men de metalen pinnen steeds hoger in de gaten van de schragen stak, tot de gewenste hoogte was bereikt. [N 50, 31a] II-12
de steek doortrekken mis steken: mes stę̄kǝ (Bilzen), te licht steken: te licht steken (Lommel), tsǝ liǝt štɛxǝ (Bleijerheide), te locht steken: tǝ lox stę̄kǝ (Bilzen) Bij het klieven door het leerwerk heen steken. [N 60, 60] II-10
de steenhoop laden afruimen: āfrȳmǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Eisden]), afscheppen: āfšøpǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Eisden]), afslag opruimen: āfšlāx oprȳmǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Maurits]), afslag ruimen: ap˱šlāx rȳmǝ (Stein  [(Maurits)]   [Domaniale]), afslag vortruimen: apšlāx vutrymǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]), afslag vortscheppen: āfšlāx vutšø̜pǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Julia]), de afslag laden: dǝ āfšlāx lādǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Zwartberg, Waterschei]), de afslag vortladen: dǝr abšlāx vutlānǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), de berg wegscheppen: dǝ bɛrx węxsxøpǝ (Eisden  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]), de stok vortscheppen: dǝr štǫk vutšøpǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), het front ruimen: ǝt frǫnt rymǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), laden: lājǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Domaniale, Wilhelmina]), lānǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale]  [Willem-Sophia]  [Domaniale]), opruimen: o.pr˙ymǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), oprymǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), reinscheppen: rɛŋšøpǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), steenslag opruimen: štęjnšlāx oprȳmǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Maurits]), stenen lepelen: štęjn lę̄pǝlǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Domaniale]), stenen opruimen: štęjn oprȳmǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Domaniale]), stenen ruimen: stęjn rø̜jmǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), šteŋ rymǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Maurits]  [Domaniale]), štęjn rø̜jmǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]), stenen tappen: stenen tappen (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]), vorenweer snakzetten: vȳǝrǝwēǝr šnakzɛtsǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Eisden]  [Domaniale]), vortladen: vutlānǝ (Chevremont  [(Julia)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Julia]), vrijscheppen: vręjsxøpǝ (Lanklaar  [(Eisden)]   [Maurits]), wegscheppen: węxšøpǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De losgeschoten stenen al dan niet mechanisch laden. [N 95, 453; monogr.] II-5
de stijl omhoogtrekken de stijl eruitheven: dǝr štil ǝrūthē̜vǝ (Kelmis), de stijl erulttrekken: dǝr štil ǝrūttrekǝ (Kelmis) De stijl aan een ketting uit de vloer omhoogtrekken om hem voor een tweede keer te gebruiken. [monogr.] II-4
de stok schieten (de) stok opschieten: dǝr štǫk opšesǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), štǫk opšētǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Emma]  [Julia]), (de) stok schieten: dǝ štǫk š˙ētǝ (Geleen  [(Maurits)]  , ... [Laura, Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), dǝr štǫk šētǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Maurits]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), štok šētǝ (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]), štǫk šesǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Willem-Sophia]  [Domaniale]), štǫk šęjtǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Domaniale, Wilhelmina]), de stok afschieten: dǝr štǫ.k ˱āfš˙ētǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), opschieten: opšētǝ (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Bij de aanleg van een galerij het gesteente met behulp van springstof verwijderen om op deze wijze voldoende galerijhoogte te verkrijgen. Deze handeling vindt plaats nadat de koollaag ter breedte van de galerij en over voldoende diepte is weggenomen (zie ook het lemma De Stok Vrijmaken). [N 95, 430; N 95, 435] II-5
de stok vrijmaken (de) stok blank maken: štǫk blaŋk mākǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Domaniale]), (de) stok vrijhouwen: štǫk vręjhǭwǝ (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Maurits]), (de) stok vrijmaken: dǝ stǫk vręjmākǝ (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Domaniale, Wilhelmina]  [Eisden]), dǝ štok ˲vrīmākǝ (Buchten  [(Maurits)]  , ... [Maurits]  [Emma]), dǝr štǫk vręjmāxǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale]  [Domaniale]  [Julia]), dǝr štǫk vrę̄jmākǝ (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), štǫ.k vrę.jmā.kǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Emma, Maurits]), štǫk vręjmākǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Laura, Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), (het) flöz afwerken: flø̜ts āfwerkǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), de stok blank houwen: dǝ štǫk blaŋk hǫwǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]), de stok blank slaan: dǝ štǫk blaŋk šlǭn (Geleen  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), de stok ontkolen: dǝr štǫk ontkoǝlǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), de stok vrijkolen: dǝr štǫk vrikǭlǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), het stuk deruit houwen: ǝt štøk drūs hǫwǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Eisden]), voorkolen: vȳrkǫalǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vrijkolen: vręjkoalǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Willem-Sophia]) De steenkool ter breedte van de galerij en over voldoende diepte wegnemen. De invuller uit Q 33 merkt daarover op dat men deze term op de mijn Emma tot ongeveer 1958 gebruikte. [N 95, 392; monogr.] II-5
de stortkar doen achteroverslaan de kar kippen: dǝ kar kepǝ (Ulestraten), de kar omkappen: dǝ kār ømkapǝ (Berverlo), kippen: kepǝ (Neerharen), kipǝ (Heerlen, ... ), omhoogstoten: ǫmhūxstutǝ (Gelieren Bret), opkappen: ǫpkapǝ (Gelinden, ... ), opkippen: upkipǝ (Paal), ǫpkepǝ (Bocholt, ... ), ǫpkipǝ (Baarlo, ... ), opslaan: opslaan (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), opsloǝn (Oost-Maarland), opsløn (Ketsingen), opslōn (Smeermaas), opslūn (Oost-Maarland), opslǭi̯n (Borgloon), opslǭn (Geulle, ... ), opslǭǝn (Tungelroy), opšlōn (Meerssen, ... ), opšlǭn (Baexem, ... ), ǫpšlōǝ (Reijmerstok), ǫpšlūu̯ǝ (Mechelen, ... ), ǫpšlǭ (Eygelshoven, ... ), opstoten: opstūtǝ (Bocholt, ... ), opstǫu̯ǝtǝn (Lommel), ǫpstuǝtǝ (Achel, ... ), ǫpstōtǝ (Grathem, ... ), ǫpstōǝtǝ (Haelen, ... ), ǫpstūǝtǝ (Overpelt), ǫpštuǝtǝ (Tegelen), ǫpštōtǝ (Boukoul, ... ), ǫpštūtǝ (Rumpen), ǫpštūǝtǝ (Panningen), ǫpštǭtǝ (Herten, ... ), storten: štǫrtǝ (Herten) De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88] I-13