e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een composthoop maken en omzetten (afval) mengen: meŋǝ (Lottum, ... ), (een hoop afval) bijeenstoten: bi̯iǝnstuǝtǝ (Lottum), (een vethoop) opeenvoeren: ǫpiǝnvyrǝ (Rummen), broeien: brø̄i̯ǝ (Heythuysen), een drekhoop maken: ǝnǝn drɛ ̝khuǝp mākǝ (Lottum), een meng maken: ęi̯n mɛŋ mākǝ (Eupen), een mengel maken: ǝn meŋǝl mākǝ (Margraten), goede grond maken: g˙ōi̯ǝ grō.nt mākǝ (Cadier), kalk derdoorheen werken: kalǝk ˲dǝrdø̜rhen wɛrǝkǝ (Mook), laten broeien: ǭtǝ brui̯ǝ (Lottum), mengelen: meŋǝlǝ (Margraten), męŋǝlǝ (Gronsveld, ... ), omzetten: omzętǝ (Heythuysen), ø ̞mzę ̞tǝ (Simpelveld), ømze ̞tǝ (Cadier), ømzetǝ (Rijckholt), ømzętǝ (Aijen, ... ), onder een mengel zetten: õndǝr ǝn meŋǝl zętǝ (Margraten), op de weimesthoop zetten: op ˲dǝ węi̯mēsthuǝp ˲zętǝ (Aijen), op een hoop zetten: ǫp ǝnǝn hūǝp ˲zę ̞tǝ (Merselo) Bij het maken van een composthoop wordt het afval veelal vermengd met kalk of mergel en het geheel bedekt met aarde ter bevordering van een goede vertering. Ongeveer drie keer per jaar moet men de composthoop omzetten, om alles goed te vermengen en te laten verteren. [N 11A, 38c + d; monogr.] I-1
een dag overslaan bij het leggen een dag overslaan: ē̜i̯nǝn dāx øvǝrgǝslǭn (Lanklaar), ęi̯nǝ dāx ø̜̄vǝrslǭn (Roosteren), ęi̯nǝ dāx ōvǝršlōn (Rothem), lagen: lāgǝ (Rumpen), lǭgǝ (Buchten, ... ), loven: lø̄vǝ (Waubach), lø̄ǝvǝ (Hoensbroek), luizen: lȳzǝ (Bocholtz), mokken: mukǝ (Grathem), niet gelegd hebben: ni gǝlaxt hębǝ (Oud-Waterschei), ni gǝlęxt (Milsbeek, ... ), nęi̯ gǝlēt (Paal), niet leggen: nē̜i̯ lęgǝ (Zichen-Zussen-Bolder), om de andere dag leggen: um dǝn aŋǝrǝ dāx lęqǝ (Oirsbeek), øm dǝr āndǝrǝ dāx leqǝ (Noorbeek), over de andere dag leggen: ø̄vǝr dǝ āndǝrǝ dāx lɛqǝ (Mechelen), overandere dag leggen: ø̜u̯vǝrandǝrǝ dax lęgǝ (Halen), overslaan: slit ęvǝr (Hasselt), yøvǝrsløn (Tongeren), ēvǝrslǫn (Kermt), ōvǝrslǭn (Lommel), overslaan met leggen: ø̄vǝrslǭn męt lęgǝ (Blerick), overslagen: ōvǝrslǫgǝ (Kwaadmechelen), ramen: rāmǝ (Gelieren Bret), randen: gǝrānt (Sint-Truiden), ranjǝ (Rotem), rē̜nǝ (Overpelt), rusten: røstǝ (Herkenbosch), rø̜̄u̯stǝ (Wellen), rø̜stǝ (Tegelen), scharen: šārǝ (Puth), verloren leggen: (de kippen) lęgǝ vǝrlōrǝ (Borgloon), verzijen: vǝrzii̯ǝ (Boukoul, ... ), verzijgen: vǝrzęgǝ (Meijel), verzuimen: vǝrzūmǝ (Maasmechelen) [N 19, 36] I-12
een dak beschieten beschieten: bǝsxētǝ (Altweert, ... ), bǝsxītǝ (Castenray, ... ), bǝšē.tǝ (Herten), bǝšētǝ (Geulle, ... ), het dak beschieten: ǝt˱ dāk ˲bǝšētǝ (Posterholt), het dak toehouwen: ǝt˱ dāx tsǫwhǫwǝ (Bleijerheide) Een houten beschot op de gordingen aanbrengen. [N 54, 174b; monogr.] II-9
een door zwangerschap gedwongen huwelijk moetje: motje (Blitterswijck, ... ) een door zwangerschap gedwongen huwelijk III-2-2
een doorhouw maken afhouwen: āfhǫwǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), een post houwen: ęŋǝ pǫ.s h˙ǫwǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), een post ophouwen: ęŋǝ p˙ǫs ˱o.phǫ.wǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Domaniale]), montage maken: montage maken (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ophouw maken: o.ph˙ǫw mā.kǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), ophouwen: ophawǝ (Kerkrade  [(Wilhelmina)]   [Domaniale]), ophǫwǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Emma]  [Willem-Sophia]  [Domaniale]), ǫphǫwǝ (Heerlen  [(Emma)]   [Wilhelmina]), voordrijven: vȳrdriǝvǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een doorhouw maken. Met de woordtypen "ophouwen" (Q 113, Q 121, Q 121c) en "ophouw maken" (Q 202) duidt men de aanleg van een doorhouw naar een hoger gelegen galerij aan, terwijl "afhouwen" wordt gebruikt voor het maken van een doorhouw naar een lager gelegen gang. [N 95, 175; N 95, 172; N 95, 383; monogr.] II-5
een draad om het knoopsgat naaien afstikken: afstekǝ (Horst), gimp derom zetten: gem dǝrø̄m zetǝ (Meijel), gimpdraad vastzetten: gęjndrǭt vassɛtǝ (Stein), indraaien: indri-jǝ (Eijsden), koordje omslaan: kø̄rtjǝ omšlǭn (Herten), omdraaien: ømdri-jǝ (Noorbeek), omslingeren: omšleŋǝrǝ (Doenrade, ... ), ømsleŋǝrǝ (Maastricht), omwerpen: omwęrpǝ (Neeroeteren), omwɛrpǝ (Bleijerheide, ... ), ømwęrpǝ (Venlo), oversteken: oversteken (Genk), ø̄vǝrstēkǝ (Lanaken), īvǝrstē̜kǝ (As, ... ), overwerpen: øvǝrwɛrǝpǝ (Montzen), stroppen: stropǝ (Zolder) Een draad om het knoopsgat naaien tegen het uitrafelen. [N 59, 139] II-7
een dubbele ring maken dobbelring maken: dobǝlrēŋk mākǝ (Meijel, ... ), dobbelring zetten: dobǝlrēŋk zetǝ (Griendtsveen) Van twee ringen één ring maken van 16 turven dik hoog. [II, 83a] II-4
een dubbele waterman dobbele waterman: dobǝlǝ wātǝrman (Griendtsveen) Turfhoop met een basis van zes turven. Deze hoop wordt eens zo hoog als de enkele waterman. [II, add.] II-4
een dubbele waterman zetten dobbele waterman zetten: dobǝlǝ wātǝrman zętǝ (Griendtsveen) [II, add.] II-4
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten bovenaan zetten: bōvənān zeͅtə (Meijel), Opm. v.d. invuller: de beste duif.  boͅ.avənā. zeͅ.tə (Eys), eerste getekende: eerst geteikend (Swalmen), eerste getekende (Tongeren), ierste getekende (Eys), ierste getèkende (As), ieste getiekende (Jeuk), ièste geteikendje (Echt/Gebroek), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  îêrstə gəteikəndjə (Grathem, ... ), eerste ingezette: ieësjte i gezadde (Wijlre), eerste inzet: den 1ste inzet (Koersel), d’r ieësjte inzèt (Klimmen), ierste inzet (Houthalen), ĭĕrste inzat zètten (Eisden), jeste einzet no. 1 (Kortessem), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  mènen īē(r)sten i.nzèt (Zolder), eerste marqu: den ieste marké op schrijven (Mielen-boven-Aalst), ieste markée (Jeuk), eerstgetekende: eersgeteikende (Geleen), ieerst geteikendje (Weert), ieərs gəteikəndə (Beesel), irst geteikende (Sevenum), urst getêkkende (Venray), Opm. v.d. invuller: pas enkele jaren geleden in Limburg ingevoerd. Vroeger deed men dat anders, op die duif werd iets extras ingetekend, nl. de zgn. wed. Men zei dan "gaef mich dae de wed", onafhankelijk van zijn plaats op de lijst. Alg. een duif waar men op "sjtoekt"(vertrouwen in heeft) "gaeft me gaet mit"(hogere inleg).  de iesjgeteekende (Doenrade), eertgetekende: tippe op easj geteikende (Lutterade), nummer een: mene noemer 1 (Rijkhoven), nummer één (Tongeren), numro een: no. 1 (Jesseren), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  numeroo een zètte (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  mène nummerò ien (Zolder), op kop zetten: òp kòp zèttə (As), voorkeur: vearkeur (Guttecoven), vroegduif: vreugdòf (Sint-Pieter), wedden: wèdde (Geleen) een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)] III-3-2